Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Joseph Franklin Rutherford: verschil tussen versies
(Schrijfstijl. Waar mogelijk wat zinnen korter geformuleerd. +"Finished Mystery", 17 juli 1917.) |
(→„Verklaring van Feiten”: ingekort, aangezien dit een eigen artikel heeft gekregen.) |
||
Regel 84: | Regel 84: | ||
Toen in 1933 het nazi-regime aan de macht kwam, begon het de activiteiten van de Bijbelonderzoekers te verbieden. Veel bezittingen van het Wachttorengenootschap werden in beslag genomen, zodat Rutherford en Knorr zelfs persoonlijk naar Duitsland kwamen om te trachten deze bezittingen veilig te stellen.<ref name="Jaarboek 1975-p111">{{Wachttorenref|publicatie=Jaarboek van Jehovah's Getuigen |editie= |jaar=1975 |code=yb75-O |titel=Duitsland (Deel 1) |pagina=111 }}</ref> In een poging het tij te keren, en de nazi's te verzekeren dat ze van de kant van de Bijbelonderzoekers geen tegenstand hadden te verwachten, stelde Rutherford een „Verklaring van Feiten” op.<ref>De transcriptie van de integrale, Duitse tekst van deze „Verklaring van Feiten” kan op {{de}}[http://home.tiscali.nl/t661020/derderijk/verklaring/erkl_duits.htm deze pagina] worden gelezen. Op {{en}}[http://home.tiscali.nl/t661020/derderijk/verklaring/decl_eng.htm deze pagina] staat de integrale Engelse tekst.</ref> Alle hoge regeringsfunctionarissen moesten een exemplaar ontvangen. Deze „Verklaring van Feiten” was bedoeld om de kritiek van tegenstanders te weerleggen en het wantrouwen bij de nazi’s weg te nemen door het gezagsgetrouwe karakter van de Bijbelonderzoekers te benadrukken. | Toen in 1933 het nazi-regime aan de macht kwam, begon het de activiteiten van de Bijbelonderzoekers te verbieden. Veel bezittingen van het Wachttorengenootschap werden in beslag genomen, zodat Rutherford en Knorr zelfs persoonlijk naar Duitsland kwamen om te trachten deze bezittingen veilig te stellen.<ref name="Jaarboek 1975-p111">{{Wachttorenref|publicatie=Jaarboek van Jehovah's Getuigen |editie= |jaar=1975 |code=yb75-O |titel=Duitsland (Deel 1) |pagina=111 }}</ref> In een poging het tij te keren, en de nazi's te verzekeren dat ze van de kant van de Bijbelonderzoekers geen tegenstand hadden te verwachten, stelde Rutherford een „Verklaring van Feiten” op.<ref>De transcriptie van de integrale, Duitse tekst van deze „Verklaring van Feiten” kan op {{de}}[http://home.tiscali.nl/t661020/derderijk/verklaring/erkl_duits.htm deze pagina] worden gelezen. Op {{en}}[http://home.tiscali.nl/t661020/derderijk/verklaring/decl_eng.htm deze pagina] staat de integrale Engelse tekst.</ref> Alle hoge regeringsfunctionarissen moesten een exemplaar ontvangen. Deze „Verklaring van Feiten” was bedoeld om de kritiek van tegenstanders te weerleggen en het wantrouwen bij de nazi’s weg te nemen door het gezagsgetrouwe karakter van de Bijbelonderzoekers te benadrukken. | ||
Daar de „Verklaring van Feiten” in beginsel aan de nazi-autoriteiten gericht was, werden alle middelen aangewend om een zo pro-Duits beeld als mogelijk was te schilderen, waarbij zelfs antisemitisch klinkende uitspraken niet werden geschuwd. | Daar de „Verklaring van Feiten” in beginsel aan de nazi-autoriteiten gericht was, werden alle middelen aangewend om een zo pro-Duits beeld als mogelijk was te schilderen, waarbij zelfs antisemitisch klinkende uitspraken niet werden geschuwd. Waar mogelijk probeert de „Verklaring” de overeenkomsten van de principes het Wachttorengenootschap met die van de nazi-regering te benadrukken. Sommige Bijbelonderzoekers in Duitsland waren ernstig teleurgesteld in de inhoud van de „Verklaring van Feiten”.<ref name="Jaarboek 1975-p111"/> | ||
{{Zie ook|[[Declaration of Facts]]}} | |||
Waar mogelijk probeert de „Verklaring” de overeenkomsten van de principes het Wachttorengenootschap met die van de nazi-regering te benadrukken | |||
=== Overlijden en begrafenis === | === Overlijden en begrafenis === |
Versie van 13 okt 2012 08:38
Joseph Franklin Rutherford (Morgan County (Missouri), 8 november 1869 - San Diego (Californië), 8 januari 1942) werd op 6 januari 1917 gekozen tot tweede[noot 1] president van het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap (Watch Tower Bible and Tract Society) van Jehovah's Getuigen.[1]
Rutherford was al enige jaren persoonlijk jurist van Charles Taze Russell, de stichter van de Internationale Bijbelonderzoekers Vereniging (International Bible Students Association: I.B.S.A.) en het Wachttorengenootschap. Uit deze Bijbelonderzoekersvereniging ontsproten onder andere Jehovah’s Getuigen. Het Wachttorengenootschap is vandaag de dag hun uitgeversorgaan.
Biografie
Vroege jaren
Rutherford werd door zijn baptisten ouders opgevoed op een kleine boerderij. Hij moest als kind al hard werken in armoedige omstandigheden.[2] Toen hij zestien was, ontwikkelde hij een interesse in de rechtspraak.[3] Hij leende geld om te kunnen gaan studeren[4] en betaalde het terug door te werken als colporteur voor encyclopedieën en stenograaf van de rechtbank.[5] In 1892 slaagde hij voor zijn examens.
Rutherford trouwde in 1890 met Mary Fetzer. Hun enige kind, Malcolm, werd op 10 november 1892 geboren. Enige tijd nadat hij president van het Wachttorengenootschap was geworden, scheidde hij stilletjes van zijn vrouw Mary. Het is niet duidelijk wat de reden van de echtscheiding was.
Jurist
Rutherford werkte twee jaar als stagiair bij de rechtbank en werd als twintigjarige een officiële stenograaf van het hof. In mei 1892, toen hij tweeëntwintig was, werd aangesteld bij de rechtbank van Missouri.[6] Hij werd procesjurist voor een advocatenkantoor[7] en diende later vier jaar in Boonville als openbaar aanklager. Hij heeft korte tijd campagne gevoerd voor presidentskandidaat William Jennings Bryan.[8] Bij enkele gelegenheden diende hij als reserve-rechter.[4] Sindsdien liet hij zich aanspreken als „Judge” (Rechter) Rutherford.
Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap
In 1894 kocht Rutherford drie delen van Charles Taze Russells Millennial Dawn-serie van twee colporteurs die zijn kantoor bezochten. Rutherford beschouwde in die periode alle religies als onoprecht, leeg en hypocriet, werd geraakt door Russells oprechtheid en zijn gevoelens jegens religie, waarin hij veel herkende.[9] Rutherford schreef direct naar het Wachttorengenootschap om hen te vertellen hoezeer hij en zijn vrouw Mary de boeken hadden gewaardeerd.[10] Twaalf jaar later liet hij zich dopen en begonnen hij en zijn vrouw Bijbelklassen te houden in zijn huis.[8]
In 1907 werd hij juridisch adviseur voor het Wachttorengenootschap en behandelde hij de rechtszaken ervan. Rond die tijd begon hij ook openbare lezingen te houden als een reizend vertegenwoordiger (toen pelgrim genoemd) van het Wachttorengenootschap.[11] Toen de gezondheid van Russell aftakelde, vertegenwoordigde Rutherford hem tijdens reizen naar Europa.[12] In 1915 schreef Rutherford een pamflet met de titel A Great Battle in the Ecclesiastical Heavens, ter verdediging van Russell,[13] en in september 1916 was hij voorzitter van een congres van de Bijbelonderzoekers te Los Angeles.
Directieraad
Tegen 1916 was Rutherford één van de zeven bestuursleden van het Wachttorengenootschap. Toen Russell op 31 oktober 1916 overleed, werd hij — samen met vicepresident Alfred I. Ritchie en secretaris-penningmeester William E. Van Amburgh — gekozen om een driehoofdig bestuurscomité te vormen om de corporatie te leiden totdat op de jaarlijkse algemene vergadering van januari 1917 een nieuwe president zou worden gekozen.[14] Hij werd ook lid van het vijfhoofdige uitgeverscomité dat de uitgaven van The Watch Tower verzorgde vanaf de uitgave van 15 december 1916. Russell had in zijn testament bepaald dat het tijdschrift een uitgeverscomité van vijf personen diende te hebben hij had ook de vijf mannen genoemd die deel zouden uitmaken van dit comité.[15] Voor het geval er vacatures in het comité zouden zijn, zouden deze moeten worden opgevuld met reserves uit een tweede lijst van vijf personen. Rutherfords was één van die reserves.[16]
Bijbelonderzoeker Alexander H. Macmillan, die later diende als assistent van het bestuurscomité, schreef later dat de spanning op het hoofdkantoor van het Wachttorengenootschap steeg toen de dag van de verkiezing van de officiële posten binnen het Wachttorengenootschap naderbij kwam. Hij merkte op: „Een paar ambitieuze mannen op het hoofdkwartier hielden hier en daar verkiezingsbijeenkomsten, om stemmen te werven om hun kandidaten te laten verkiezen. Toch kregen Van Amburgh en ik veel stemmen. Veel aandeelhouders, die onze lange samenwerking met Russell kenden, stuurden ons hun volmacht om te gebruiken om op iemand te stemmen die wij het meest geschikt achtten.”[17] Macmillan, die schreef dat hij het aanbod van de zieke Russell had afgeslagen om na zijn dood president te worden,[18] kwam samen met Van Amburgh tot de conclusie dat Rutherford de beste kandidaat zou zijn. Hij schreef: „Rutherford wist niet wat er aan de hand was. Hij wierf zeker geen stemmen of hield verkiezingsbijeenkomsten, maar ik denk dat hij zich zorgen maakte, omdat hij wist dat als hij gekozen zou worden er veel werk zou wachten. . . . Er is geen twijfel bij ons dat de wil van de Heer werd gediend bij deze keuze. Het is zeker dat Rutherford zelf er niets mee van doen had.”[19]
Presidentschap
Op 6 januari 1917 werd Rutherford, 47 jaar oud, zonder tegenstand, gekozen als president van het Wachttorengenootschap op de bijeenkomst in Pittsburgh. Snel volgde controverse.
De vroege periode van zijn presidentschap werd gekenmerkt door een bittere strijd met de directieraad van het Wachttorengenootschap. De katalysator die de ontevreden gevoelens deed exploderen was de vrijgave van het boek The Finished Mystery (Het voltooide mysterie) op 17 juli 1917.
Vier van de zeven directieleden beschuldigden hem van eigengereid gedrag en probeerden zijn bevoegdheden te beperken. Rutherford bestreed deze tegenstand door in een zogeheten „legal opinion” te stellen dat deze vier personen juridisch geen directielid waren en hen te vervangen door vier nieuwe leden.[20][21] De verdreven directieleden beweerden in twaalf „legal opinions” dat Rutherfords acties „volledig onrechtmatig” waren. Deze crisis verdeelde de gemeenschap van Bijbelonderzoekers en droeg eraan bij dat tegen 1919 ongeveer een zevende van de aanhang was afgevallen.
Tony Wills beweert dat er bewijzen zijn dat nominaties werden geschorst, waardoor aandeelhouders de kans werd ontnomen duizenden stemmen uit te brengen op andere kandidaten.[22] Binnen enkele maanden voelde Rutherford zich genoodzaakt zichzelf tegen de geruchten te verdedigen dat hij „politieke methodes” had gebruikt om zijn verkiezing zeker te stellen. In zijn eerste van een serie pamfletten die door beide kampen werden gepubliceerd, vertelde Rutherford de Bijbelonderzoekers: „Er is geen persoon die naar waarheid kan zeggen dat ik hem direct of indirect heb gevraagd om voor mij te stemmen.”[23] Rond juni 1917 was het dispuut inzake de benoeming van Rutherford aangezwollen tot wat hij noemde: een ’storm’ die het Wachttorengenootschap voor de rest van 1917 verscheurde.[24]
In januari 1917, na de dood van Russell, was Bethel pelgrim Paul S. L. Johnson naar Engeland gestuurd om het bestuur en de boeken van de Londense corporatie te inspecteren.[25] Hij ontsloeg twee managers van de corporatie, legde beslag op de financiën en probeerde orde op zaken te stellen.[26] Toen Rutherford hiervan hoorde, was hij ervan overtuigd dat Johnson zijn verstand had verloren en aan religieuze waanvoorstellingen leed en sommeerde Johnson eind februari 1917 naar New York terug te keren. Johnson weigerde en beweerde dat hij uitsluitend aan de volledige directieraad verantwoording was verschuldigd.[27] Toen hij uiteindelijk terugkeerde naar New York en zich tegenover de Bethelfamilie (alle werkers op het hoofdkantoor) verontschuldigde voor zijn uitzonderlijk gedrag in Londen[28], raakte Johnson betrokken bij een motie tegen Rutherford door vier van de zeven bestuursleden van het Wachttorengenootschap.
De kwestie betrof nieuwe statutaire regels die in januari 1917 tijdens de bijeenkomst in Pittsburgh waren vastgesteld en die zeiden dat de president de uitvoerend bestuurder en algemeen manager van het Wachttorengenootschap was en hem de absolute leiding gaven over de wereldwijde aangelegenheden.[29] De meningen over de noodzaak voor nieuwe statutaire regels waren scherp verdeeld. Rutherford stelde dat Russell, als president, altijd had opgetreden als de manager van het Wachttorengenootschap en dat de stemming op 6 januari door de aandeelhouders duidelijk aantoonde dat zij wilden dat hij eenzelfde handelwijze zou volgen. Hij verklaarde dat dit een zaak van efficiency was en schreef: „Het werk van het Genootschap vraagt het bestuur door één persoon. Er zijn zo veel kleine details dat als verschillende personen deze zouden behartigen, het merendeel van de beschikbare tijd besteed zou moeten worden aan overleg. Dit werd duidelijk aangetoond door het Bestuurscomité en er werd vastgesteld dat drie mannen twee uur per dag kostte om te doen wat één in een derde van die tijd zou kunnen doen.”[23] Bijbelonderzoeker Francis McGee, een jurist en assistent van de advocaat-generaal van New Jersey, reageerde: „Dit is de kern van de zaak. Hij zegt dat hij die persoon is.”[30] Tegen juni besloten vier leden van de directieraad (Robert H. Hirsh, Alfred I. Ritchie, Isaac F. Hoskins en James D. Wright) dat zij er fout aan hadden gedaan in te stemmen met het geven van zo veel uitvoerende macht aan Rutherford.[31] Zij beweerden dat Rutherford autocratisch was gaan optreden, dat hij weigerde de boeken van het Wachttorengenootschap door een onafhankelijke te laten onderzoeken en dat hij Johnson een redelijke kans had ontnomen zich te verantwoorden inzake de gang van zaken in Londen.[31] Ze beschuldigden Rutherford ervan bewust de statutaire regels zo te hebben aangepast om hemzelf meer macht te geven en dat indruiste tegen zowel het testament van Russell als de statuten van het Wachttorengenootschap, die stipuleerden dat deze bestuurd zou worden door een zevenhoofdige directieraad.[31] Rutherford, die had gezegd dat hij "geen ambitie voor aardse macht of eer" had en nooit had geprobeerd de macht over het Wachttorengenootschap in handen te krijgen[32], repliceerde dat hij de aanvullende statutaire regels pas had opgesteld nadat het bestuurscomité (Ritchie, Van Amburgh en hijzelf) daar om had gevraagd.[33] Ritchie heeft altijd beweerd dat hij niets afwist van de voorgestelde wijzigingen totdat Rutherford hem deze liet zien.[34]
Op de bijeenkomst van de directieraad van 20 juni 1917 presenteerde Hirsh een resolutie om de nieuwe statutaire regelingen te herroepen en de uitvoerende macht van de president weer terug te leggen bij de directieraad[35], maar de stemming werd een maand uitgesteld na krachtige bezwaren van de kant van Rutherford.[36] Een week later verzochten vier directieleden om een onmiddellijke bijeenkomst van de raad om informatie te krijgen inzake de financiële situatie van het Wachttorengenootschap. Rutherford weigerde het verzoek en beweerde later dat hij op dat moment een samenzwering had geroken tussen Johnson en de vier directieleden met als doel de macht over het Wachttorengenootschap te verkrijgen, net als Johnson dat volgens hem had geprobeerd in Engeland.[37]
Rutherford vond in een legal opinion van een juridisch specialist inzake corporaties, dat de clausule in de statuten van het Wachttorengenootschap dat de directieleden voor het leven werden gekozen, in strijd was met het recht van Pennsylvania en dat alle directieleden jaarlijks dienden te worden herkozen. Rutherford stelde dat, aangezien op de aandeelhoudersvergadering van 6 januari 1917 slechts drie leden werden gekozen (Rutherford, secretaris-penningmeester Van Amburgh en vicepresident Andrew N. Pierson), de overige vier leden van de directieraad, die daar al sinds 1904 zitting in hadden en nooit waren herkozen, geen juridische status hadden als directeur van het Wachttorengenootschap. Zelfs de benoeming van Hirsh, die in de raad was benoemd op 29 maart 1917, nadat Henry C. Rockwell zijn functie had neergelegd, was juridisch niet geldig omdat de benoeming had plaatsgevonden in New York en niet in Allegheny, zoals de wet vereiste. Rutherford beweerde dat hij zich al vanaf 1909 van deze feiten bewust was.[38]
Op 12 juli 1917 reisde Rutherford 1200 kilometer van Chicago naar Pittsburgh en gebruikte zijn recht volgens de statuten van het Wachttorengenootschap om de vier omstreden vacatures in te vullen met: A. H. Macmillan, W. E. Spill, J. A. Bohnet en George H. Fisher.[39] Rutherford riep een vergadering bijeen van de nieuwe directieraad op 17 juli, waar de directieleden een resolutie aannamen waarin zij hun „hartsgrondige instemming” betuigden met de handelingen van hun president en bevestigden dat hij „de man [was] die de Heer heeft gekozen om het werk dat resteert uit te voeren”.[40] Op 31 juli riep hij een vergadering bijeen van de People's Pulpit Association (een dochtercorporatie van het Wachttorengenootschap die in New York is ingeschreven)[noot 2] om Hirsh en Hoskins af te zetten als directieleden om reden dat zij het werk van de vereniging tegenstonden. Toen de resolutie geen meerderheid behaalde, gebruikte Rutherford de volmachten die hij had ontvangen voor de jaarlijkse vergadering in New York afgelopen januari om hun afzetten zeker te stellen.[41][42] Op 1 augustus 1917 publiceerde het Wachttorengenootschap de 24-pagina tellende brochure Harvest Siftings, ondertitel „The evil one again attempts to disrupt the Society”, waarin Rutherford zijn versie van de gebeurtenissen weergaf en uitlegde waarom hij nieuwe directieleden had aangesteld.[43]
Een maand later reageerden de vier afgezette directeuren met een door henzelf gefinancierde weerlegging van Rutherfords beweringen. De publicatie, Light After Darkness, bevatte een brief van Pierson, gedateerd 26 juli, waarin de vicepresident verklaarde dat hij de kant had gekozen van de oude raad. Hoewel hij geloofde dat beide kampen in het conflict „een mate van kwaaddoen” hadden getoond, had Pierson besloten dat Rutherford er fout aan had gedaan vier nieuwe directieleden te benoemen.[44] Deze publicatie vocht ook de rechtmatigheid van hun afzetten aan, onder verwijzing naar het feit dat de clausule in het recht van Pennsylvania (dat aanstelling voor het leven verbood) pas onlangs van kracht was geworden, niet met terugwerkende kracht werkte en een uitzondering maakte voor bestaande corporaties.[45][46] Zij beweerden ook dat de statuten van het Wachttorengenootschap alleen directeuren de gelegenheid bood officiële posten te vervullen. Als, net als de andere vier, Rutherford noch Van Amburgh noch Pierson rechtmatig directielid waren in januari, dan konden zij ook niet in een officiële functie worden gekozen. Ze zeiden dat verschillende juristen hen hadden verzekerd dat de handelwijze van Rutherford „volledig onrechtmatig” was.[45][47]
De voormalig directieleden beweerden dat Rutherford van alle werkers had geëist dat zij een petitie ondertekenden die hem steunde en de voormalig directeuren veroordeelde, onder dreiging van uitstoting van een ieder die weigerde te tekenen.[48] Sommige werkers klaagden dat zij hadden getekend onder druk en er wordt beweerd dat zeker 35 leden van de staf op het hoofdbureau gedwongen werden te vertrekken omdat zij Rutherford onvoldoende steunden tijdens zijn „reign of terror”.[21][49][50] Rutherford ontkende dat iemand gedwongen was te vertrekken ten gevolge van het weigeren om een eed van trouw te tekenen.[51] Ondanks pogingen van Pierson om de twee groepen te verzoenen, vertrokken de voormalige directieleden van het hoofdkantoor in Brooklyn op 8 augustus 1917.[52]
De verkiezingen van 1918 en nasleep
Bijbelonderzoekers werden tot diep in 1917 overspoeld met pamfletten van Rutherford aan de ene kant en Johnson en de vier afgezette directeuren aan de andere kant. Beide kampen beschuldigden de tegenstanders van een ernstig verkeerde voorstelling van zaken. De controverse verscheurde de beweging van de Bijbelonderzoekers en sommige gemeenten splitsten in tegengestelde groepen die ofwel loyaal waren aan Rutherford ofwel aan de afgezette directieleden.[52][53]
Rutherfords vier tegenstanders ondernamen nog één poging om hem af te zetten: zij beweerden dat hoewel hij de steun had van de meeste invloedrijke aandeelhouders, hij steun ontbeerde van de Bijbelonderzoekers in zijn geheel. Derhalve riepen zij op tot een democratische verkiezing onder alle Bijbelonderzoekers.[54] Rutherford schreef in oktober: „Ik heb niet gestreefd naar verkiezing tot president en ik streef niet naar herverkiezing. De Heer is in staat zijn eigen aangelegenheden te verzorgen.”[55] Vervolgens zette hij zijn tegenstanders buiten spel door een referendum te organiseren voor alle Bijbelonderzoekers. Deze zou gehouden worden in december, één maand voor de jaarvergadering in Pittsburgh. Hoewel de stemming niet bindend was, werd er gestemd in de meer dan 800 gemeenten in de Verenigde Staten; Rutherford kreeg meer dan 95% van de stemmen voor president. Zijn concurrenten stonden 10e tot en met 13e op de lijst van toekomstige directeuren, waarbij de meeste steun werd gegeven aan Rutherfords toenmalige zes mede-directeuren.[54] Op 5 januari 1918 werd Rutherford bevestigd in zijn ambt en kreeg 194 106 stemmen van de aandeelhouders. Van de voormalig directeuren kreeg Hirsh de meeste stemmen: 23 198 en eindigde op de 10e plaats. Prompt werd een resolutie opgesteld en aangenomen dat Hirsh zich moet terugtrekken uit het uitgeverscomité.[56]
Rutherford gaf op de bijeenkomst toe dat hij veel fouten had gemaakt[56], maar tegen het midden van 1919 had een zevende (zo’n kleine 4000 van de ruim 21.000) van de Bijbelonderzoekers de beweging verlaten in plaats van zijn leiderschap te accepteren.[57] Zij vormden groepen als de Dawn Bible Students Association, Pastoral Bible Institute of Brooklyn, Elijah Voice Movement, Paul Johnson Movement, en Eagle Society.[56]
In december 1918 beschouwden Charles E. Heard en sommige anderen de aanbeveling van Rutherford om war bonds (oorlogsaandelen) te kopen als een verdraaiing van Russells pacifistische leringen en startten de Stand Fast Bible Students Association in Portland, Oregon.
The Finished Mystery
Eind 1916 vroegen twee prominente Bijbelonderzoekers op het hoofdbureau in Brooklyn, Clayton J. Woodworth en George H. Fisher, toestemming van het bestuurscomité om een boek te produceren over de profetieën in de bijbelboeken Openbaring en Ezechiël, voornamelijk gebaseerd op de geschriften van Russell.[58]</ref> Het werk aan het boek, The Finished Mystery, dat werd gepresenteerd als het postume zevende deel van Russells Schriftstudiën, vond plaats zonder medeweten van de volledige directieraad en het uitgeverscomité[59] en werd vrijgegeven voor de staf op het hoofdbureau op 17 juli 1917, de dag waarop Rutherford de benoeming van de vier nieuwe directieleden aankondigde.
Hoewel het boek werd verworpen door Rutherfords tegenstanders, was het een onmiddellijk een best-seller, werd in zes talen vertaald en als serie gepubliceerd in The Watch Tower.[60] Omdat hij geloofde dat in 1918 Gods Koninkrijk op aarde zou worden bevestigd en de heiligen ten hemel zouden worden opgenomen[60], schreef Rutherford in januari van dat jaar: „Christenen verwachten dat het jaar de volledige vervulling zal brengen van de hoop van de kerk.”[61][62][63] Hij begon een grote campagne om de ’onrechtvaardigheid’ van religies en hun verbintenissen met de ’monsterlijke’ regeringen te ontmaskeren, waarbij hij voortborduurde op de bewering in The Finished Mystery dat patriotisme een waanidee en moord is.[64] De campagne trok de aandacht van regeringen en op 12 februari 1918 werd het boek verboden door de Canadese regering, vanwege wat een krant uit Winnipeg omschreef als „verdeeldheid zaaiende, anti-oorlog uitspraken”.[65] Op 24 februari gaf Rutherford in Los Angeles een lezing getiteld: „De wereld is geëindigd — Miljoenen nu levende mensen zullen wellicht nimmer sterven”[66], waarin hij de geestelijkheid aanviel met de verklaring: „Als klasse is de geestelijkheid, volgens de Schrift, het meest verantwoordelijk voor de Grote Oorlog die de mensheid nu treft.”[65] Drie dagen later viel het Army Intelligence Bureau het kantoor van het Wachttorengenootschap in Los Angeles binnen en nam lectuur in beslag.
Vroeg in 1918 veroordeelde de US Attorney General Thomas Watt Gregory The Finished Mystery als „één van de gevaarlijkste voorbeelden van . . . propaganda . . . een werk dat in extreem religieuze taal is geschreven en in enorme aantallen wordt verspreid.”[67] Op basis van de Espionage Act uit 1917 werden arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen Rutherford en zeven andere directeuren en beambten van het Wachttorengenootschap. De aanklacht luidde „verdeeldheid zaaien” en het veroorzaken van „oproer tegen de regering”[68] door anti-oorlog uitspraken in het boek The Finished Mystery.
Op 21 juni werden zeven van hen, waaronder Rutherford, veroordeeld tot 20 jaar gevangenschap. Rutherford was bang dat zijn tegenstanders in zijn afwezigheid de macht over het Wachttorengenootschap zouden grijpen. Op 2 januari 1919 vernam hij echter dat hij was herkozen als president op de jaarvergadering in Pittsburgh, wat hem sterkte in zijn overtuiging dat God hem op die post wilde hebben.[69] In maart 1919 werden de directieleden op borgtocht vrijgelaten nadat een hof van beroep had geoordeeld dat zij ten onrechte waren veroordeeld; in mei 1920 kondigde de regering aan dat alle aanklachten werden geseponeerd.[70]
1925 en Beth Sarim
Na de afname van het aantal leden van de beweging door bovengenoemde ontwikkelingen, steeg het aantal explosief in de periode 1919 - 1925. De belangrijkste oorzaak daarvan waren de voorspellingen inzake 1925, geformuleerd in de campagne „Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven”. Op basis van een berekening van ’jubeljaren’ (gebaseerd op Three Worlds van Barbour en Russell) was Rutherford tot de conclusie gekomen dat het herstel tot het aardse Paradijs zou starten in 1925, gemarkeerd door de opstanding van „oude getrouwe” „vorsten” als Abraham, Jozef en David.[71]
Om een waardige huisvesting te verschaffen aan de uit de doden herrezen aartsvaders, de „vorsten” van de „Nieuwe Wereld”, zamelden de Bijbelonderzoekers geld in om in San Diego, Californië een paleis te laten bouwen: Beth Sarim („Huis van de Vorsten”).[noot 3] In de periode ter overbrugging totdat de „vorsten” waren opgestaan, bewoonde Rutherford het in de winter, volgens het Wachttorengenootschap om gezondheidsredenen.[72] In werkelijkheid leefde Rutherford een groot deel van zijn laatste jaren in dit paleis en stierf er uiteindelijk ook.[73] Het Wachttorengenootschap schreef over Beth Sarim: „Na verloop van tijd schonk iemand een bedrag dat ervoor bestemd was in San Diego een huis voor broeder Rutherford te bouwen”[74] en verklaarde ook dat Beth-Sarim was gebouwd met geldmiddelen . . . met als doel, eenig tastbaar bewijs te hebben, dat er heden menschen op aarde zijn, die ten volle gelooven in God en Christus Jezus en in Zijn Koninkrijk, die gelooven dat de getrouwe mannen uit het verleden weldra door den Heere opgewekt worden en op de aarde zullen terugkeeren, om de leiding over de zichtbare aangelegenheden der aarde op zich te nemen..[75]
Toen de voorspellingen inzake 1925 niet uitkwamen, decimeerde de aanhang van de beweging.[76] Tegen Fred Franz zei Rutherford „dat hij een ezel van zichzelf had gemaakt inzake 1925”.[77] De villa Beth Sarim werd echter aangehouden als werkkantoor van Rutherford:
Twaalf winters lang gebruikten Rechter Rutherford en zijn medewerkers Beth Sarim. Het werd niet gebruikt als een vakantie-oord, maar als een winter-werkplaats. De boeken Vindication tot en met Kinderen werden hier geschreven, net als vele Wachttoren-artikelen en brochures. Bestuurlijke instructies voor bijkantoren overal op aarde werden ook verzonden vanaf Beth-Sarim gedurende de aanwezigheid van de Rechter daar. Op Beth Sarim voltooide Rechter Rutherford het materiaal voor het Jaarboek 1942, het laatste werk voor zijn dood. Hij dicteerde het materiaal vanaf zijn sterfbed.[73] |
Enkele jaren na de dood van Rutherford verkocht het Wachttorengenootschap Beth Sarim, omdat „het . . . zijn doel volledig gediend [had] en vormde nu slechts een monument dat behoorlijk duur was in het onderhoud; ons geloof in de terugkeer van de mannen uit de oudheid, die door de Koning Christus Jezus tot vorsten op de GEHELE aarde (niet slechts in Californië) gemaakt zullen worden, is niet op dat huis Beth-Sarum gebaseerd, maar op Gods Woord van belofte.”[78][72]
„Verklaring van Feiten”
Toen in 1933 het nazi-regime aan de macht kwam, begon het de activiteiten van de Bijbelonderzoekers te verbieden. Veel bezittingen van het Wachttorengenootschap werden in beslag genomen, zodat Rutherford en Knorr zelfs persoonlijk naar Duitsland kwamen om te trachten deze bezittingen veilig te stellen.[79] In een poging het tij te keren, en de nazi's te verzekeren dat ze van de kant van de Bijbelonderzoekers geen tegenstand hadden te verwachten, stelde Rutherford een „Verklaring van Feiten” op.[80] Alle hoge regeringsfunctionarissen moesten een exemplaar ontvangen. Deze „Verklaring van Feiten” was bedoeld om de kritiek van tegenstanders te weerleggen en het wantrouwen bij de nazi’s weg te nemen door het gezagsgetrouwe karakter van de Bijbelonderzoekers te benadrukken.
Daar de „Verklaring van Feiten” in beginsel aan de nazi-autoriteiten gericht was, werden alle middelen aangewend om een zo pro-Duits beeld als mogelijk was te schilderen, waarbij zelfs antisemitisch klinkende uitspraken niet werden geschuwd. Waar mogelijk probeert de „Verklaring” de overeenkomsten van de principes het Wachttorengenootschap met die van de nazi-regering te benadrukken. Sommige Bijbelonderzoekers in Duitsland waren ernstig teleurgesteld in de inhoud van de „Verklaring van Feiten”.[79]
Declaration of Facts |
Overlijden en begrafenis
Rutherford stierf op 8 januari 1942 op 72-jarige leeftijd na een lang ziekbed ten gevolge van dikke darm-kanker.[81] Doodsoorzaak was „uremie als gevolg van endeldarmkanker met uitzaaiingen in het bekken.”[82] Na hem werd Nathan Homer Knorr president van het Wachttorengenootschap.
Rutherford had aan drie naaste medewerkers onthuld dat hij op het grondstuk van Beth Sarim begraven wou worden.[83][84] Volgens Consolation „keek Rechter Rutherford uit naar de snelle triomf van ’de Koning van het Oosten’, Christus Jezus, die nu de legerscharen aanvoert en wenste hij bij zonsopgang begraven te worden met zijn gezicht naar de zon, in een geïsoleerd stukje grond dat bestuurd zou worden door de vorsten, die uit hun graf zouden terugkeren.”[85] Aangezien Beth Sarim geen officiële begraafplaats was, ontstond hierdoor een juridisch probleem. Jehovah’s Getuigen zamelden daarom in een petitie meer dan 14 000 handtekeningen in om Rutherfords sterfbedwens te kunnen vervullen. Hayden C. Covington, de advocaat van het Wachttorengenootschap, begon hierom een rechtszaak, maar deze werd verloren. Uiteindelijk werd Rutherford, na een uitstel van drie-en-een-halve maand, begraven op Staten Island.[86]
Karakter en houding
Rutherford was een grote man die alleen al door zijn verschijning respect afdwong. Hij had een luide, diepe stem en leek in alles op een zuidelijke Amerikaanse senator.[87] Biografen beschrijven Rutherford als een krachtige spreker met een ongezouten en directe stijl. Hij ging met zijn vrienden om als een despoot en was meedogenloos richting zijn vijanden.[88] Hij was onderhevig aan stemmingen, was soms zo bot dat het grof was en had een explosief karakter dat hem zo nu en dan tot fysiek geweld dreef. Hij was zo overtuigd van zijn eigen (religieuze) opvattingen dat hij een ieder die hem tegenstond zag als aanhangers van de duivel.[89]
De historicus M. J. Penton, die zelf een voormalige Getuige is, beschreef Rutherford als volgt:
Het meest curieuze trekje van Rutherford was wel dat hij in sommige puriteinse zaken „roomser dan de paus was”, terwijl hij in andere ronduit losbandig was. Hij gebruikte veelvuldig vulgaire taal, was een alcoholist en werd ooit door een naaste medewerker beschuldigd een klucht met veel naakt te hebben bijgewoond met twee collega-ouderlingen en een jonge vrouwelijke Bijbelonderzoeker op een woensdagavond voorafgaand aan de herdenking van het Avondmaal.[16][90][91] |
Sommige voormalige medewerkers van het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap vertelden verhalen over Rutherfords drankzucht en zijn dronken buien. Anderen vertelden hoe moeilijk het wegens zijn dronkenschap zou zijn geweest om hem op het podium te krijgen om een lezing te houden.[92] Deze beschuldigingen komen bijvoorbeeld in een open brief van de voormalige landsopziener van het Wachttorengenootschap in Canada, Walter Salter.[93] Salter was jarenlang een intieme vriend en vertrouweling van Rutherford, maar begon volgens het tijdschrift The Golden Age vanaf 1935 eigen voorstellingen te promoten, zoals ideeën over „universele redding” of de mening dat het prediken pas na „Armageddon” nodig zou zijn.[noot 4] Hij vertelde openlijk dat hij de volgende president van het Wachttorengenootschap zou worden en dat de Wachttoren zijn ideeën zou overnemen. Wat men hem bijzonder kwalijk nam, was dat Salter op oneerlijke wijze het briefhoofd van het Wachttorengenootschap gebruikte om gemeenten in Canada en daarbuiten opdracht te geven om materiaal te bestuderen dat hij persoonlijk had geschreven.[94] Het Wachttorengenootschap vatte samen dat Salter een samenzwering had gesmeed „om het werk van de Heer teniet te doen en de dood van sommige dienaren van de Heer te bewerkstelligen”.[95] Uiteindelijk werd hij in 1937 door de gemeente te Toronto uitgesloten (geëxcommuniceerd).[96] Naast Salter werden degenen die zijn lijn volgden verwijderd.[97]
Vernieuwingen
Rutherford introduceerde heel wat organisatorische en leerstellige wijzigingen die vorm gaven aan het huidige geloof en de gebruiken van Jehovah’s Getuigen.[98][99] Hij voerde een gecentraliseerde bestuurlijke structuur in, die hij later ’theocratie’ noemde, verlangde van alle leden van de geloofsgemeenschap dat zij in de van-huis-tot-huis-prediking actief zouden zijn, waarbij zij hun activiteit op vaste tijdstippen moesten rapporteren.[100][101] Hij stelde 1914 vast als jaar van Christus’ onzichtbare wederkomst, stelde dat Christus aan een boom in plaats van aan een kruis stierf,[102][103][noot 5] formuleerde het huidige concept dat Jehovah’s Getuigen hebben van Armageddon als Gods oorlog tegen de goddelozen en herintroduceerde het geloof dat de komst van Christus' duizendjarige regering aanstaande was. Rutherford zette zich in om gebruiken af te schaffen die als vormen van afgoderij of schepselaanbidding werden beschouwd: het groeten van nationale vlaggen of het zingen van nationale volksliederen, het gebruik om een kruis- en kroon-pin op de kleding te spelden of om de sprekers op congressen op affiches met hun foto aan te kondigen. Gedurende de periode van zijn presidentschap begonnen de Bijbelonderzoekers te concluderen dat Kerstmis een heidense achtergrond heeft, waardoor Rutherford besloot dat zij dit feest niet meer zouden vieren. In zijn laatste jaar vaardigde hij uit dat er op bijeenkomsten niet mocht worden gezongen. In 1931 introduceerde hij op een congres de naam „Jehovah’s Getuigen”, en in 1935 stelde hij tijdens een bezoek aan Hawaii voor om de nieuwgebouwde plaats van aanbidding „Koninkrijkszaal” te noemen, een term die nadien wereldwijd door Jehovah's Getuigen werd gebruikt.[104]
Rutherford schreef 21 boeken en het Wachttorengenootschap rapporteerde in 1942 dat bijna 400 miljoen boeken en brochures van zijn hand waren verspreid.[105] [106] De historici William Whalen en James Penton hebben beweerd dat Rutherford voor Russell was, wat Brigham Young was voor de Mormonen profeet Joseph Smith. Penton stelt dat zowel Russell als Smith bekwame religieuze leiders waren, maar naïeve visionairs, terwijl Rutherford en Young „keiharde pragmatici [waren] die een mate van continuïteit gaven aan de bewegingen die zij domineerden”.[107]
Zie ook
- Jehovah's Getuigen
- Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap
- Vrije Bijbelonderzoekers
- Niet-Joodse slachtoffers van het naziregime
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- Noten
- º William Henry Conley wordt dikwijls niet meegeteld, omdat Charles Taze Russell president werd toen het Wachttorengenootschap rechtspersoonlijkheid werd verleend.
- º De „People's Pulpit Association” werd later hernoemd tot Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
- º Een grondige documentatie inzake Beth Sarim kan op deze pagina worden gelezen. (en)
- º Salter schreef verschillende brieven aan de uitgever van het tijdschrift Unsearcheable Riches waarin hij zijn waardering uitte voor hun uitleg over de universele redding of alverzoening, en ging ook verder met deze groep samenwerken. Een brief werd bijvoorbeeld opgenomen in Unsearcheable Riches, jaargang 28, p. 274.
- º Jehovah's Getuigen geloven ook nu nog dat Jezus aan een „paal”, niet aan een kruis uit twee balken, genageld werd.
- Bronverwijzingen
- º Tot 2011 luidde de officiële naam van het kerkgenootschap van Jehovah’s Getuigen in Nederland: Wachtoren-, Bijbel en Traktaatgenootschap. Sindsdien wordt die functie overgenomen door de (reeds eerder opgerichte) stichting Christelijke Gemeente van Jehovah’s Getuigen. Brief „Aan alle gemeenten” d.d. 1-8-2011, kenmerk SCA
- º M. J. Penton: Apocalypse delayed University of Toronto Press, Toronto 1997, p. 47. (en)
- º Alan Rogerson: Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven Bosch & Keuning, Baarn 1971, p. 34.
- ↑ 4,0 4,1 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jaarboek van Jehovah’s Getuigen (yb76) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1976. Verenigde Staten van Amerika (deel 1),, p. 79
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. , p. 67
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s witnesses in the Divine Purpose Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1953. , p. 67 (en)
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 15 maart 1955, (w55 15/3-E) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. , p. 175 (en)
- ↑ 8,0 8,1 Barbara Grizzuti Harrison: Visions of Glory — A History and Memory of Jehovah's Witnesses (hoofdstuk 6) Simon & Schuster 1978. (en)
- º Tony Wills: A people For His Name Lulu Enterprises 2006, p. 131. (en)
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. , p. 67
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 15 maart 1955, (w55 15/3-E) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. , p. 175 (en)
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1915. , p. 26 (Reprints: 5616)[feit?] (en)
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 1 mei 1915, (w1915 1/5-E) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. "Judge Rutherford's Spicy Defense",, p. 130 (Reprints: 5685) (en)
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. , p. 647
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 15 december 1916, (w1916 15/12-E) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. Russell's Last Will and Testament, (en)
- ↑ 16,0 16,1 M. J. Penton: Apocalypse delayed University of Toronto Press, Toronto 1997, p. 48. (en)
- º Alexander H. Macmillan: Faith on the march 1957, p. 68. (en)
- º Alexander H. Macmillan: Faith on the march 1957, p. 70. (en)
- º Alexander H. Macmillan: Faith on the march 1957, p. 71. (en)
- º M. J. Penton, Apocalypse delayed, University of Toronto Press, 1997, blz. 50
- ↑ 21,0 21,1 Alan Rogerson: Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven Bosch & Keuning, Baarn 1971, p. 37.
- º Tony Wills: A people For His Name Lulu Enterprises 2006, p. 115.
- ↑ 23,0 23,1 J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 10
- º J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 28
- º Paul S. L. Johnson: Harvest Siftings Reviewed in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 2, 3. (en)
- º J. F. Rutherford: Harvest Siftings II oktober1917, p. 31.
- º Alan Rogerson: Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven Bosch & Keuning, Baarn 1971, p. 35, 36.
- º A. N. Pierson et al: Light after darkness in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 15. (en)
- º A. N. Pierson et al: Light after darkness in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 5, 6. (en)
- º A. N. Pierson et al: Light after darkness in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 19. (en)
- ↑ 31,0 31,1 31,2 A. N. Pierson et al: Light after darkness in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 4. (en)
- º J. F. Rutherford, Harvest Siftings II, oktober 1917, blz. 27
- º J. F. Rutherford, Harvest Siftings II, oktober 1917, blz. 26
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 15 november 1917, (w1917 15/11) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. Facts for Shareholders door A. I. Ritchie et al,, p. 11 (en)
- º J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 12
- º A. N. Pierson et al: Light after darkness in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 6. (en)
- º J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 22, 23
- º J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 15
- º J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 14, 15
- º J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 17
- º A. N. Pierson et al: Light after darkness in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 10. (en)
- º J. F. Rutherford, Harvest Siftings II, oktober 1917, blz. 28
- º Harvest Siftings kan hier on-line worden gelezen. (en)
- º A. N. Pierson et al: Light after darkness in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 8, 9. (en)
- ↑ 45,0 45,1 A. N. Pierson et al: Light after darkness in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 7. (en)
- º Tony Wills: A people For His Name Lulu Enterprises 2006, p. 95.
- º : Legal opinion Davies, Auerbach & Cornell, New York 23 juli1917. (en)
- º A. N. Pierson et al: Light after darkness in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 9. (en)
- º A. N. Pierson et al: Light after darkness in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 17, 18. (en)
- º P. S. L. Johnson: Harvest Siftings Reviewed in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 17, 18. (en)
- º J. F. Rutherford, Harvest Siftings II, oktober 1917, blz. 29
- ↑ 52,0 52,1 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. , p. 68
- º Vanuit het standpunt van het Wachttorengenootschap worden de gebeurtenissen in 1917 als volgt weergegeven: „degenen die loyaal waren aan het Genootschap en degenen die een gemakkelijke prooi waren geworden voor het gladde gepraat van de tegenstanders”. (Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk, 1993, blz. 68.) De vier afgezette directieleden worden beschreven als „opstandige personen die beweerden bestuursleden te zijn” en „tegenstanders die de leiding in handen wilden krijgen”. (Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1976, blz. 91).
- ↑ 54,0 54,1 Alan Rogerson (1971): Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven, Bosch & Keuning, Baarn, blz. 38
- º J. F. Rutherford, Harvest Siftings II, oktober 1917, blz. 32
- ↑ 56,0 56,1 56,2 Alan Rogerson: Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven Bosch & Keuning, Baarn 1971, p. 39.
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jaarboek van Jehovah's Getuigen (yb76) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1976. Verenigde Staten van Amerika (deel 1),, p. 93, 94
- º Tony Wills: A people For His Name Lulu Enterprises 2006, p. 97. (en)
- º A. N. Pierson et al: Light after darkness in eigen beheer uitgegeven, New York 1917, p. 11. (en)
- ↑ 60,0 60,1 Alan Rogerson: Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven Bosch & Keuning, Baarn 1971, p. 40.
- º J. F. Rutherford (1917, 1918)
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 1 oktober 1917, (w1917 1/10-E) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc.
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 1 januari 1918, (w1918 1/1-E) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc.
- º Tony Wills: A people For His Name Lulu Enterprises 2006, p. 41. (en)
- ↑ 65,0 65,1 Alexander H. Macmillan: Faith on the march 1957, p. 85. (en)
- º Volgende lezingen in de serie werden hernoemd tot „De wereld is geëindigd — Miljoenen nu levende mensen zullen nimmer sterven”. - zie: Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. Belangrijke gebeurtenissen in de hedendaagse geschiedenis van Jehovah’s Getuigen,, p. 719
- º Alexander H. Macmillan: Faith on the march 1957, p. 89. (en)
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower, 15 juli 1950, (w50 7/15-E) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. Postwar Enlargement of the Theocratic Organization,, p. 217. Engelse verwoording: „guilty of sedition against the government”.
- º Alexander H. Macmillan: Faith on the march 1957, p. 105, 106. (en)
- º Alan Rogerson: Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven Bosch & Keuning, Baarn 1971, p. 44.
- º Joseph Franklin Rutherford: Millions Now Living Will Never Die Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York 1922, p. 88..
„Wij mogen verwachten dat wij in 1925 de terugkeer mogen aanschouwen van die getrouwe mannen [Abraham, Isaäk en Jakob] uit de dood, om opgewekt en volledig hersteld tot menselijke volmaaktheid te worden en de zichtbare, rechtmatige vertegenwoordigers te zijn van het nieuwe samenstel van dingen op aarde.”
Zie ook: Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. Hoofdstuk 7 - Verkondigt de Koning en het Koninkrijk! (1919–1941) - ’Onvervulde hoop is niet uitsluitend iets van onze tijd’,, p. 78 - ↑ 72,0 72,1 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. „Huis der Vorsten”,, p. 76 [Kader]
- ↑ 73,0 73,1 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Consolation, 27 mei 1942, Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. , p. 5, 6
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jaarboek van Jehovah’s Getuigen (yb76) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1976. Verenigde Staten van Amerika (deel 1) - De laatste dagen in Beth-Sarim,, p. 194
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Redding Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., (in het Engels uitgegeven in 1939. , p. ], geciteerd in Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. „Huis der Vorsten”,, p. 76 [Kader]
- º M. J. Penton: Apocalypse delayed University of Toronto Press, Toronto 1997, p. 61 [grafiek]. (en)
- º M. J. Penton: Apocalypse delayed University of Toronto Press, Toronto 1997, p. 58. (en) - uit een lezing van Frederick William Franz in Australië
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 15 december 1947, (w1947 15/15) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc.
- ↑ 79,0 79,1 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jaarboek van Jehovah's Getuigen (yb75-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1975. Duitsland (Deel 1),, p. 111
- º De transcriptie van de integrale, Duitse tekst van deze „Verklaring van Feiten” kan op (de) deze pagina worden gelezen. Op (en) deze pagina staat de integrale Engelse tekst.
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. , p. 89
- º Dept. of Public Health, San Diego California, Joseph Franklin Rutherford, Certificate of Death issued February 6, 1942. (uraemia due to carcinoma of the rectum due to pelvic metastasis.)
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. , p. 90
- º (en) Witnesses Ask Right To Bury Leader
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Consolation, 27 mei 1942, Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. , p. 5, 6
- º (en) mp3: Interview met Hayden C. Covington (19 november 1978)
(en) Tekst van het interview - º Herbert H. Stroup, The Jehovah’s Witnesses, Columbia University Press, 1945, blz. 16
- º Alexander H. Macmillan: Faith on the march 1957, p. 77, 150, 151. (en)
- º Tony Wills: A people For His Name Lulu Enterprises 2006, p. 107, 131. (en)
- º M. J. Penton: Apocalypse delayed (documentatie in de noten op blz 348) University of Toronto Press, Toronto 1997, p. 348. (en)
- º Zie ook de (en) open brief die Olin Moyle aan Rutherford schreef.
- º M. J. Penton: Apocalypse delayed University of Toronto Press, Toronto 1997, p. 72. (en)
- º Deze kan op (en) deze pagina worden gelezen.
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Golden Age, 5 mei 1937, Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. , p. 498-507
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 1 mei 1937, (w1937 1/5-E) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. , p. 141
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jaarboek van Jehovah’s Getuigen (yb80-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1980. Canada,, p. 132
- º Degenen die op het bijkantoor wilden blijven, dienden in te stemmen met een resolutie waarin zij hun „geloof en loyaliteit in het Genootschap, en zijn dienaren, broeder Rutherford in Brooklyn” en Chapman (de vervanger van Salter) verklaarden.Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 1 juni 1937, (w1937 1/6-E) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. , p. 175
- º M. J. Penton, Apocalypse delayed, University of Toronto Press, 1997, blz. 75
- º Alan Rogerson: Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven Bosch & Keuning, Baarn 1971, p. 64.
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower, 15 juni 1987, (w87 15/6-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. Beproeving en zifting in deze tijd,, p. 17
- º Alan Rogerson: Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven Bosch & Keuning, Baarn 1971, p. 53.
- º (en) Joseph Franklin Rutherford: Riches Watch Tower Bible and Tract Society, New York 1936, p. 27.: „Jezus werd gekruisigd, niet aan een kruis. . . Jezus werd gekruisigd door zijn lichaam aan een boom te spijkeren.”
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, De Wachttoren, 15 mei 1995, (w95 15/5-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. Lichtflitsen — Grote en kleine (Deel 1),, p. 20
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. Hoofdstuk 20 — Op wereldomvattende schaal gezamenlijk bouwen,, p. 319
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Consolation, 27 mei 1942, Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. , p. 6. Het is uit de tekst niet duidelijk of de werken van Russell in dit aantal zijn inbegrepen.
- º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah's Witnesses in the Divine Purpose Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1953. , p. 312, 313
- º Prof. William J. Whalen (1962): Armageddon Around the Corner: A report on Jehovah's Witnesses, John Day, New York, 1962, geciteerd door Penton, blz. 75-76
Geschiedenis van het Wachttorengenootschap en Jehovah's Getuigen |
---|
|