Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Ex-Jehovah's Getuigen

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Ex-Jehovah's Getuigen zijn personen die vroeger Jehovah's Getuigen waren en die uit de gemeenschap van Jehovah's Getuigen uitgesloten werden of er vrijwillig zijn uitgestapt. Deze laatsten worden teruggetrokken genoemd; als zij hun terugtreden formeel kenbaar hebben gemaakt, zijn dezelfde regels van toepassing als op uitgeslotenen.

Iemand wordt uitgesloten wanneer hij opzettelijk een ernstige overtreding van regels van de Jehovah's Getuigen begaat (bijvoorbeeld seks buiten het huwelijk, homoseksueel gedrag, roken, gokken, het vrijwillig ondergaan van een bloedtransfusie, omgang met een uitgesloten ex-Jehovah's Getuige) en daarover geen berouw toont. In sommige gevallen wordt uitsluiting ook toegepast wanneer iemand het niet meer eens is met de leer en andere opvattingen verkondigt. Het eerste doel van een uitsluiting is dat de betreffende persoon hierdoor tot berouw wordt bewogen. Bovendien wordt de christelijke gemeente (van Jehovah’s Getuigen) beschermd tegen de verkeerde handelwijze, negatieve kritiek en gedachten van de betreffende persoon. Om die reden zoeken Jehovah's Getuigen ook geen contact met iemand die uitgesloten is, zelfs wanneer deze een familielid is. Een aantal noodzakelijke familieaangelegenheden kunnen een uitzondering vormen.

Wanneer blijkt dat de uitgeloten persoon zijn of haar levenswijze berouwvol weer in overeenstemming heeft gebracht, kan hij opnieuw opgenomen worden in de gemeente.

Jehovah's Getuigen en disciplinering voor meer informatie over de toepassing van disciplinaire maatregelen

Afvalligheid

Na door Jezus en Paulus gegeven waarschuwingen te hebben geanalyseerd, vermeldt een uitgave van de Wachttoren uit 1980 de volgende typerende kenmerken van afvalligen:[1]

(1) Afwijking van de waarheid
(2) Verdraaide spraak, holle klanken
(3) Pogingen om het geloof van sommigen te ondermijnen en discipelen achter zich aan te trekken
(4) Huichelarij (’wolven in schaapsklederen’)
(5) Herkenbaar aan hun vruchten; zij ’gaan tot steeds meer goddeloosheid voort’

In een brief van het Wachttorengenootschap ’aan de kring- en districtsopzieners’ werd in hetzelfde jaar werd naar deze Wachttoren-uitgave verwezen en zou hebben gestaan:

„. . . als een gedoopt christen de leer van Jehovah, zoals gepresenteerd door de getrouwe en beleidvolle slaaf,[2] verwerpt en ondanks schriftuurlijke terechtwijzing erin volhardt andere leerstellingen te geloven, dan is hij afvallig. Herhaalde, vriendelijke pogingen zullen worden aangewend om zijn denken bij te stellen. Als hij echter doorgaat de afvallige ideeën te geloven en verwerpt wat hem verstrekt is via de ’slaafklasse’ nadat herhaalde pogingen zijn aangewend om zijn denken bij te stellen, dan zal de juiste rechterlijke actie worden ondernomen.”[3]

De brief spoort aan om

„te onderscheiden tussen de moeilijkheden veroorzakende afvallige en de Christen die zwak in geloof wordt en twijfels heeft. (petrus/22 Petrus 2 (NW); Judas 22,23 (NW)) Tegen de eerstgenoemde dient resoluut opgetreden te worden nadat uitgebreide inspanningen geleverd werden om hem terecht te brengen. 2 Johannes 7-10 (NW) Anderzijds dient iemand die zwak is in geloof geduldig en liefdevol bijgestaan te worden om de nauwkeurige kennis te verwerven die zijn geloof zal versterken.
Dit wil niet zeggen dat jullie of de ouderlingen als het ware op ’heksenjacht’ moeten gaan door het persoonlijke geloof van jullie broeders te onderzoeken. Wanneer echter iets redelijk aanzienlijks onder de aandacht komt van de ouderlingen, zou het passend zijn om een vriendelijk, beleidvol onderzoek in te stellen om de kudde te beschermen. We kunnen niet te veel klemtoon leggen op de noodzaak omzichtig, beleidvol en vriendelijk te zijn wanneer zulke zaken worden behandeld. Jakobus 1:19,20 (NW)[3]

In een artikel uit 1993 wordt over afvalligen gezegd:

Sommige afvalligen belijden God te kennen en te dienen, maar zij verwerpen leringen of vereisten die in zijn Woord worden uiteengezet. Anderen beweren in de bijbel te geloven, maar zij verwerpen Jehovah’s organisatie en doen actief moeite haar werk te belemmeren. Wanneer zij moedwillig zulke slechtheid verkiezen nadat zij te weten zijn gekomen wat juist is, wanneer het slechte zo ingeworteld raakt dat het een onlosmakelijk deel van hun persoonlijkheid is, dan moet een christen degenen die zich onlosmakelijk aan het slechte gehecht hebben, (in de bijbelse zin van het woord)[4] haten. Ware christenen delen Jehovah’s gevoelens ten aanzien van zulke afvalligen; zij zijn niet nieuwsgierig naar afvallige denkbeelden. Integendeel, zij ’walgen’ van hen die zich tot Gods vijanden hebben gemaakt, maar zij laten het aan Jehovah over om wraak te oefenen.[5]

Sociaal

Omdat het Jehovah’s Getuigen verboden is omgang te hebben met personen die uitgesloten zijn (op straffe zelf te worden uitgesloten), worden de uitgesloten (ex-)leden afgesneden van alle sociale omgang met hun vroegere vrienden en dikwijls ook met hun familie, wanneer die ook Jehovah's Getuigen zijn. Omdat het Jehovah's Getuigen sterk afgeraden wordt om vriendschappen buiten de eigen geloofsgemeenschap op te bouwen, zouden personen die uitgesloten worden in een sociaal „gat” vallen. Slechts een minderheid wordt wegens „afvalligheid” uitgesloten; de meesten van hen die uitgesloten worden, geloven nog steeds in mindere of meerdere mate wat zij op de vergaderingen en door de publicaties van Jehovah’s Getuigen hebben geleerd. Deze zienswijzen wijken op belangrijke punten af van wat de meeste andere christelijke kerken leren. Ex-Jehovah’s Getuigen die in een bepaalde mate vasthouden aan zienswijzen van Jehovah’s Getuigen, hebben vaak niet de wens zich bij een andere christelijke kerk aan te sluiten.

De publiciteit zoeken

Sommige ex-Jehovah's Getuigen hebben boeken geschreven of hebben een website waarin ze de reden van hun vertrek of uitsluiting uit de geloofsgemeenschap van Jehovah's Getuigen proberen aan te geven. Onder deze ex-Jehovah's Getuigen zijn mensen die tientallen jaren zeer actief geweest zijn voor het Wachttorengenootschap, zelfs in belangrijke functies, zoals een lid van het Besturend Lichaam: Raymond Franz.[6] Tevens zijn er discussieforums waar communicatie tussen ex-Jehovah's Getuigen plaatsvindt.[7]

Nederland

Een aantal Nederlandse ex-Jehovah's Getuigen heeft in het verleden de media opgezocht om hun onvrede over de gang van zaken binnen de organisatie van Jehovah's Getuigen te uiten. Vaak gebruikten zij specifieke passages uit de lectuur van het Wachttorengenootschap om hun boodschap te staven.

  • De Ontgoochelden was de eerste vereniging voor ex-Jehovah’s Getuigen in Nederland. Deze werd opgericht in de jaren ’80 door Nico Klein, zelf een ex-Jehovah’s Getuige.[8] Klein was teleurgesteld, omdat het Besturend Lichaam te zeer de verwachting zou hebben gewekt, dat Armageddon in het jaar 1975 zou komen, maar geen verantwoording erkende toen dit uitbleef. In 1974 zou bijvoorbeeld een spreker op het Goddelijk Plan-districtscongres te Utrecht aangespoord hebben om huizen en andere eigendommen te verkopen om de laatste fase tot „Armageddon” volledig aan de prediking te kunnen wijden.[9]

Uit ervaringen uit Onze Koninkrijksdienst blijkt dat sommigen inderdaad hun eigendommen verkochten.[10] Het doel van de vereniging van Ontgoochelden was om Jehovah’s Getuigen te „redden van valse leerstellingen”. Buiten het terrein waar Jehovah’s Getuigen hun congressen hielden, plaatsten zij een boekenstalletje, waar zij publicaties van het Wachttorengenootschap met profetieën inzake 1975 uitstalden. Na een aantal jaren viel de vereniging uiteen.

  • Henri Dahlem (voorheen Henri Bolte) richtte in 1995 een vereniging op met de naam Forum '96.[11] Dahlem groeide als pleegzoon op in een gezin van Jehovah’s Getuigen in Tilburg. Toen hij op de Frater van Gemertschool zat, liep hij stage bij de Wereldwinkel en werd daar zijn interesse voor politiek gewekt. Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 1994 ging hij stemmen. Hij werd uitgesloten en uit huis gezet. Vervolgens werd hij opgenomen bij de een van de fraters die les gaf op zijn school. Dahlem wenste dat er meer democratische regelingen zouden komen bij Jehovah’s Getuigen. Na zijn uitsluiting ging hij theologie studeren. In Berlijn kwam hij in contact met Koerden en ging hij zich voor de Koerdische zaak inzetten. Enkele jaren later werd hij hersteld als Jehovah’s Getuige en diende hij als gewone pionier (onbezoldigd fulltime evangelist). In 2010 trok hij zichzelf terug als Jehovah’s Getuige om zich weer met de Koerdische zaak bezig te houden.[12]
  • In 1986 liet Rado Vleugel zich dopen als een van Jehovah's Getuigen. Hij was toen dertien jaar oud. Rond 1998 begon hij op een aantal punten te twijfelen, vooral in verband met het verbod op bloedtransfusies of transfusies van ’bloedhoofdbestanddelen’. Toen hij op het internet de website van de Associated Jehovah’s Witnesses for Reform on Blood vond,[13] werd hij gesterkt in zijn mening dat het standpunt van het Besturend Lichaam inzake bloed onjuist was.[14] Hij vertaalde de gevonden documentatie en nam contact op met verschillende kranten. Trouw, de Volkskrant en het Algemeen Dagblad wijdden op basis de door Vleugel verstrekte informatie aandacht aan Jehovah's Getuigen en de bloedkwestie. Zijn naam werd echter niet vermeld. Eind 1998 pleitte hij in het TV-programma 5 in het Land voor het opheffen van sancties op het accepteren van bloedtransfusie. Om niet herkend te worden, was hij vermomd. Hij werd herkend en uiteindelijk uit de gemeenschap van Jehovah's Getuigen gesloten, na tevergeefs beroep tegen zijn uitsluiting te hebben aangetekend. In 2000 werd Vleugel geportretteerd in het VPRO programma Ingodsnaam[15]. Hierin was te zien hoe Vleugel zijn bloed doneerde aan een bloedbank en zonder veel rancune sprak over zijn verleden als een Getuige van Jehovah.
  • Ezra Swolfs ging, na het trieste verlies van zijn vrouw in 2001 en de moeilijke periode daarna, steeds meer twijfelen aan het verbod op transfusies van volbloed of hoofdbestanddelen van bloed, en aan andere punten. Hij was vooral actief op het internet en zette verschillende websites op waar hij documenten plaatste die hij had vertaald van Engelse sites.[16] Dit leidde er in 2003 toe dat de zaak behandeld werd door een rechterlijk comité van zijn gemeente. Hoewel hij niet werd uitgesloten, trok hij zich in februari 2009 officieel terug.

(Semi-)autobiografieën van ex-Jehovah's Getuigen

De volgende (semi-)autobiografische werken zijn geschreven door ex-Jehovah's Getuigen en betreffen (deels) hun uittreden:

  • Josy Doyon (1967 (nl) , herziene uitgave 1976): Herders zonder erbarmen, Uitgave Ten Have, Baarn - één van de eerste uitgaven van een ex-Jehovah's Getuigen met een autobiografische kijk op de zakelijke aanpak in het tijdperk Knorr (ISBN 9025940838)
  • Raymond Franz (1983 (en) , 1998 (nl) ): Gewetensconflict, Ten Have - Franz was lid van het Besturend Lichaam, maar kreeg bezwaren tegen de werking van dit besturend lichaam, waardoor hij het (naar eigen zeggen) niet kon rijmen met zijn geweten; dit werk geeft een uniek kijkje in de gang van zaken aan de top van de organisatie (ISBN 9025947220)
  • (en) Barbara Grizzuti Harrison (1978): Visions of Glory, Simon and Schuster, New York - Grizzuti was werkzaam op het hoofdbureau van Jehovah's Getuigen en beschrijft hoe haar twijfel ontstond en het proces van uittreden (ISBN 0671251015)
  • (en) Carl Olof Jonsson (1983, herziene uitgave 1998): The Gentile Times Reconsidered, Commentary Press, Atlanta - dit werk is een studie rondom het archeologische materiaal inzake de vernietiging van Jeruzalem, met in de inleiding een uitgebreid autobiografisch verslag van de aanleiding het werk te schrijven (ISBN 0914675060)
  • William J. Schnell (1956 (en) , 1958 (nl) ): Dertig jaar in de greep der Jehova-Getuigen - één van de eerste uitgaven van een ex-Jehovah's Getuige met een autobiografische kijk op de totalitaire aanpak in het tijdperk Rutherford. (online)
  • Paolo van Vliet (1997): Uitgesloten, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam - een autobiografische roman, in 2001 verfilmd als "Uitgesloten" (ISBN 9038880774)
  • J. W. Kuchler (2011): De Onberispelijken, Free Musketeers - roman over iemand die in de jaren vijftig wordt opgevoed als Jehovah's Getuige, totdat hij zich voorzichtig verzet tegen interpretaties van de organisatie en dit leidt tot verwarring en isolatie binnen de geloofsgemeenschap (ISBN 9789048419012)

Zie ook

  • Een aantal groeperingen hebben zich in de loop der tijd afgesplitst van Jehovah's Getuigen. Personen die later in deze bewegingen kwamen maar zelf nooit Jehovah’s Getuigen waren, worden ook niet als ex-Getuigen beschouwd.
Afsplitsingen van de Bijbelonderzoekers en Jehovah's Getuigen

Externe links

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s Koninkrijk, 1 november 1980, (w80 1/11-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. Blijf „vast in het geloof”,, p. 19
  2. º dit betekent: in de publicaties van het Wachttorengenootschap
  3. 3,0 3,1 Brief van het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap d.d. 1 september 1980, kenmerk SCG:SSF. Engelse versie gepubliceerd in een boek door Raymond Franz. Vertaling uit het Engels niet door het Wachttorengenootschap.
  4. º Over het woord haat zegt het boek Inzicht in de Schriften, uitgegeven door het Wachttorengenootschap: ’Het woord „haat” heeft in de Schrift verschillende betekenisnuances. . . . „Haat” kan ook op een sterke afkeer duiden zonder dat men de bedoeling heeft het voorwerp van zijn haat schade te berokkenen — integendeel, men tracht het uit de weg te gaan omdat men het verafschuwt. De bijbel gebruikt het woord ’haten’ ook in de zin van minder liefhebben (Ge 29:31,33 (NW); De 21:15,16)’. (Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Inzicht in de Schriften (it-1) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. Haat,, p. 906-908
  5. º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s Koninkrijk, 1 oktober 1993, (w93 1/10-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. „Doorvors mij, o God”,, p. 19
  6. º Raymond Franz, voormalig lid van het Besturend Lichaam van Jehovah's Getuigen. Na zijn uitsluiting heeft Franz twee boeken geschreven die op gedetailleerde wijze de interne (bestuurlijke) werking van de organisatie van Jehovah's Getuigen beschrijven: "Gewetensconflict" (ISBN 90-259-4722-0) (oorspronkelijk: "Crisis of conscience" ISBN 0-914675-01-X) en "In search of Christian Freedom" (ISBN 0-914675-16-8, niet in het Nederlands verschenen).
  7. º Hoewel Jehovah's Getuigen in de publicaties van het Wachttorengenootschap worden gewaarschuwd tegen deze forums, blijkt uit bijdragen op deze forums dat sommigen van hen deze geregeld bezoeken en de discussie in strijd met de raad van hun publicaties toch aangaan.
  8. º A. P. Wisse, Jehovah’s getuigen aangeklaagd, (1982) Kok, Kampen
  9. º Bandopname, Goddelijk Plan-districtscongres, Utrecht, augustus 1974. (Moeilijk verifieerbaar.) Vergelijk Penton, The ’1975’-prophecy and its impact among Dutch Jehovah’s Witnesses, 1985, p. 327, voetnoot 9.
  10. º Onze Koninkrijksdienst, december 1974
  11. º Trouw, 15 juli 1999, Uitgestoten
  12. º Opinieblog Rudaw.nl: „Ik verliet mijn vriendin voor de PKK”
  13. º Nederlands deel van de website van Associated Jehovah’s Witnesses for Reform on Blood
  14. º (en) Het verhaal van Rado Vleugel
  15. º JG & ex-JG
  16. º jehovahs-getuigen.nl - www.bloedkwestie.info/ - www.paradise-cafe.nl
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow