Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Italiaanse muziektermen: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
k (→Ontstaan) |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Italiaanse muziektermen''' zijn het meest gangbaar in de notatie van ([[klassieke muziek|klassieke]]) [[muziek]]. Met deze | '''Italiaanse muziektermen''' zijn het meest gangbaar in de notatie van ([[klassieke muziek|klassieke]]) [[muziek]]. Met deze [[muziekterm]]en worden diverse zaken aangeduid, zoals tempo, voordracht, dynamiek, instrumentatie, soli, versnellingen, vertragingen en karakter. | ||
==Ontstaan== | ==Ontstaan== | ||
Dat voornamelijk Italiaanse termen worden toegepast heeft diverse oorzaken: enerzijds was [[Italië]] toonaangevend op gebied van de ontwikkeling van de [[muzieknotatie]] ([[Guido van Arezzo]] ontwikkelde een basaal notenschrift), anderzijds had Italië cultureel, artistiek en maatschappelijk een grote invloed op de rest van [[Europa]], aanvankelijk tijdens het Romeinse Rijk, maar ook na de middeleeuwen in de Renaissance vanaf de [[15e eeuw]] en de periode daarna. | Dat voornamelijk Italiaanse termen worden toegepast heeft diverse oorzaken: enerzijds was [[Italië]] toonaangevend op gebied van de ontwikkeling van de [[muzieknotatie]] ([[Guido van Arezzo]] ontwikkelde een basaal notenschrift), anderzijds had Italië cultureel, artistiek en maatschappelijk een grote invloed op de rest van [[Europa]], aanvankelijk tijdens het Romeinse Rijk, maar ook na de middeleeuwen in de Renaissance vanaf de [[15e eeuw]] en de periode daarna. | ||
Naarmate de muziek zich ontwikkelde ontwikkelde zich ook het systeem van notatie, dat vroeg om steeds meer precisie. Zo werden aanvankelijk in de vroege renaissance en barok geen of nauwelijks tempoaanduidingen geschreven, en werd aanvankelijk veel met | Naarmate de muziek zich ontwikkelde ontwikkelde zich ook het systeem van notatie, dat vroeg om steeds meer precisie. Zo werden aanvankelijk in de vroege renaissance en barok geen of nauwelijks tempoaanduidingen geschreven, en werd aanvankelijk veel met [[Latijn]]se tekst gewerkt (zelfs [[Johann Sebastian Bach|Bach]] noteerde bijna nooit tempi, en betitelde zijn stukken nauwelijks, als hij dat al deed was het met de namen van dansen, of met half-Latijnse half-Italiaanse termen als bijvoorbeeld 'Giga alla breve', of 'Contrapunctus'). | ||
Naargelang [[dynamiek (muziek)|dynamiek]] en [[tempo (muziek)|tempo]] zich ontwikkelden ontstond ook de behoefte deze meer en meer | Naargelang [[dynamiek (muziek)|dynamiek]] en [[tempo (muziek)|tempo]] zich ontwikkelden ontstond ook de behoefte deze meer en meer -en preciezer- aan te gaan geven in de genoteerde muziek. Door notatie kon muziek eenvoudiger verspreid, onthouden en doorgegeven worden. In de [[Classicisme (muziek)|klassieke periode]] nam het noteren met Italiaanse termen een grote vlucht, terwijl in de barok nog slechts sporadisch termen werden toegevoegd. Naast de dynamische tekens ontstond een heel scala aan termen, met betrekking tot dynamiek, tempo, voordracht, instrumentatie en uitvoeringspraktijk. In de romantiek kwam deze ontwikkeling tot een hoogtepunt, waarbij soms bijna meer informatie in de omschrijvingen rond de genoteerde noten dan in de genoteerde noten zelf te vinden was. | ||
In de late [[19e eeuw|19e]] en begin [[20e eeuw]] gingen daarnaast steeds meer | In de late [[19e eeuw|19e]] en begin [[20e eeuw]] gingen daarnaast steeds meer [[componist]]en de aanduidingen ook in hun eigen landstaal hanteren. Zo noteerde [[Paul Hindemith]] bijna al zijn tempoaanduidingen in het [[Duits]]. Zo werd bijvoorbeeld het Italiaanse 'Allegro' bij hem 'Lebhaft'. Ook de Franse componisten noteerde aan het eind van de [[19e eeuw]] vaak tempoaanduidingen in het Frans. | ||
Tegenwoordig is de Italiaanse aanduiding nog wel steeds de toonaangevende, en is er een scala aan Italiaanse begrippen doorgedrongen in de muzieknotatie. | Tegenwoordig is de Italiaanse aanduiding nog wel steeds de toonaangevende, en is er een scala aan Italiaanse begrippen doorgedrongen in de muzieknotatie. |
Huidige versie van 27 sep 2008 om 15:29
Italiaanse muziektermen zijn het meest gangbaar in de notatie van (klassieke) muziek. Met deze muziektermen worden diverse zaken aangeduid, zoals tempo, voordracht, dynamiek, instrumentatie, soli, versnellingen, vertragingen en karakter.
Ontstaan
Dat voornamelijk Italiaanse termen worden toegepast heeft diverse oorzaken: enerzijds was Italië toonaangevend op gebied van de ontwikkeling van de muzieknotatie (Guido van Arezzo ontwikkelde een basaal notenschrift), anderzijds had Italië cultureel, artistiek en maatschappelijk een grote invloed op de rest van Europa, aanvankelijk tijdens het Romeinse Rijk, maar ook na de middeleeuwen in de Renaissance vanaf de 15e eeuw en de periode daarna.
Naarmate de muziek zich ontwikkelde ontwikkelde zich ook het systeem van notatie, dat vroeg om steeds meer precisie. Zo werden aanvankelijk in de vroege renaissance en barok geen of nauwelijks tempoaanduidingen geschreven, en werd aanvankelijk veel met Latijnse tekst gewerkt (zelfs Bach noteerde bijna nooit tempi, en betitelde zijn stukken nauwelijks, als hij dat al deed was het met de namen van dansen, of met half-Latijnse half-Italiaanse termen als bijvoorbeeld 'Giga alla breve', of 'Contrapunctus').
Naargelang dynamiek en tempo zich ontwikkelden ontstond ook de behoefte deze meer en meer -en preciezer- aan te gaan geven in de genoteerde muziek. Door notatie kon muziek eenvoudiger verspreid, onthouden en doorgegeven worden. In de klassieke periode nam het noteren met Italiaanse termen een grote vlucht, terwijl in de barok nog slechts sporadisch termen werden toegevoegd. Naast de dynamische tekens ontstond een heel scala aan termen, met betrekking tot dynamiek, tempo, voordracht, instrumentatie en uitvoeringspraktijk. In de romantiek kwam deze ontwikkeling tot een hoogtepunt, waarbij soms bijna meer informatie in de omschrijvingen rond de genoteerde noten dan in de genoteerde noten zelf te vinden was.
In de late 19e en begin 20e eeuw gingen daarnaast steeds meer componisten de aanduidingen ook in hun eigen landstaal hanteren. Zo noteerde Paul Hindemith bijna al zijn tempoaanduidingen in het Duits. Zo werd bijvoorbeeld het Italiaanse 'Allegro' bij hem 'Lebhaft'. Ook de Franse componisten noteerde aan het eind van de 19e eeuw vaak tempoaanduidingen in het Frans.
Tegenwoordig is de Italiaanse aanduiding nog wel steeds de toonaangevende, en is er een scala aan Italiaanse begrippen doorgedrongen in de muzieknotatie.
Zie ook: Lijst van Italiaanse muziektermen