Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Joseph Franklin Rutherford: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(toenmalige)
(cat)
 
(50 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{wrapper}}
{{Infobox persoon
|-
| naam          = J. F. Rutherford
|
| afbeelding    = Jfr.png
[[Bestand:Joseph_Franklin_Rutherford_1917.jpg|{{Largethumb}}|'''Joseph Franklin Rutherford''']]
| onderschrift  =
|-
| volledigenaam  = Joseph Franklin Rutherford
|
| handtekening  = J. F. Rutherford signature.jpg
[[Bestand:Jfr.png|{{Largethumb}}|'''Joseph Franklin Rutherford''']]
| geboortedatum  = [[8 november]] [[1869]]
|}
| geboorteplaats = [[Morgan County (Missouri)]]
'''Joseph Franklin Rutherford''' ([[Morgan County (Missouri)]], [[8 november]] [[1869]] - [[San Diego]] ([[Californië]]), [[8 januari]] [[1942]]) werd op [[6 januari]] [[1917]] gekozen tot tweede<ref group=noot>Jehovah's Getuigen rekenen [[William Henry Conley]] niet mee in de rij presidenten, omdat hij zijn functie neerlegde voordat het Wachttorengenootschap rechtspersoonlijkheid werd verleend.</ref> president van het [[Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap]], tot 2011 de officiële naam van het toenmalige [[kerkgenootschap]] van [[Jehovah's Getuigen]].<ref name = brief>De functie van kerkgenootschap wordt voortaan vervuld door de (reeds eerder opgerichte) stichting ''Christelijke Gemeente van Jehovah's Getuigen''. Brief "Aan alle gemeenten" d.d. 1-8-2011, kenmerk SCA</ref>
| sterfdatum    = [[8 januari]] [[1942]]
| sterfplaats    = [[San Diego]] ([[Californië]])
| nationaliteit  = [[Verenigde Staten van Amerika|Amerikaan]]
| beroep        =
| bekendvan      =
| religie        = [[Jehovah's Getuigen]]
| politiek      =
| zieook        =
| website        =
| portaal        =
}}
'''Joseph Franklin Rutherford''' ([[Morgan County (Missouri)]], [[8 november]] [[1869]] [[San Diego]] ([[Californië]]), [[8 januari]] [[1942]]) werd op [[6 januari]] [[1917]] gekozen tot tweede<ref group=noot>[[William Henry Conley]] wordt dikwijls niet meegeteld, omdat Charles Taze Russell president werd toen het Wachttorengenootschap rechtspersoonlijkheid werd verleend.</ref> president van het [[Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap]] (''Watch Tower Bible and Tract Society'') van [[Jehovah's Getuigen]].<ref name = brief>Tot 2011 luidde de officiële naam van het [[kerkgenootschap]] van Jehovah’s Getuigen in Nederland: ''Wachtoren-, Bijbel en Traktaatgenootschap''. Sindsdien wordt die functie overgenomen door de (reeds eerder opgerichte) stichting ''Christelijke Gemeente van Jehovah’s Getuigen''. Brief „Aan alle gemeenten” d.d. 1-8-2011, kenmerk SCA</ref>


Hij was al enige jaren persoonlijk jurist van [[Charles Taze Russell]], zijn voorganger en stichter van de beweging van de [[Bijbelonderzoekers]], waaruit onder andere de Jehovah's Getuigen ontsproten.
Rutherford was al enige jaren persoonlijk jurist van [[Charles Taze Russell]], de stichter van de [[Internationale Bijbelonderzoekers Vereniging]] (''International Bible Students Association'': I.B.S.A.) en het Wachttorengenootschap. Uit deze Bijbelonderzoekersvereniging ontsproten onder andere Jehovah’s Getuigen. Het Wachttorengenootschap is vandaag de dag hun uitgeversorgaan.
 
==Persoonlijkheid en carrière==
Biografen beschrijven Rutherford als een krachtige spreker met een ongezouten en directe stijl. De vroege periode van zijn presidentschap werd gekenmerkt door een bittere strijd met de directieraad van het Wachttorengenootschap, waarvan vier van de zeven leden hem beschuldigden van eigengereid gedrag en zijn bevoegdheden probeerden te beperken. Rutherford bestreed deze tegenstand door in een zogeheten "[[legal opinion]]" te stellen dat deze vier personen juridisch geen directielid waren en hen te vervangen door vier nieuwe, hem welgevallige leden.<ref>M. J. Penton (1997): ''Apocalypse delayed'', University of Toronto Press, blz. 50</ref><ref name="Rogerson 1971 p. 37">Alan Rogerson (1971): ''Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven'', Bosch & Keuning, Baarn, blz. 37</ref> De verdreven directieleden beweerden in twaalf "legal opinions" dat Rutherfords acties "volledig onrechtmatig" waren. Deze crisis verdeelde de gemeenschap van Bijbelonderzoekers en droeg eraan bij dat tegen 1919 ongeveer een zevende van de aanhang was afgevallen.
 
In 1918 werd Rutherford samen met zes andere bestuurders van het Wachttorengenootschap gevangengezet op beschuldiging van het "zaaien van verdeeldheid" door anti-oorlog uitspraken in het boek ''The Finished Mystery''.<ref>Anoniem (1950): ''The Watchtower'' 15-7-1950, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 217</ref>
 
Rutherford introduceerde vele organisatorische en leerstellige wijzigingen die vorm gaven aan het huidige geloof en de gebruiken van Jehovah's Getuigen.<ref>M. J. Penton (1997): ''Apocalypse delayed'', University of Toronto Press, blz. 75</ref><ref>Alan Rogerson (1971): ''Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven'', Bosch & Keuning, Baarn, blz. 64</ref> Hij legde de beweging van de Bijbelonderzoekers een gecentraliseerde bestuurlijke structuur op, die hij later "''theocratie''" noemde, verlangde van alle leden van de beweging dat zij de publicaties van het Wachttorengenootschap zouden verspreiden via een ''van-huis-tot-huis'' prediking, waarbij zij hun activiteit op vaste tijdstippen moesten rapporteren<ref>Anoniem (1987): ''The Watchtower'' 15-6-1987, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 17</ref><ref>Alan Rogerson (1971): ''Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven'', Bosch & Keuning, Baarn, blz. 53</ref> en hij startte opleidingsprogramma's voor het spreken in het openbaar als onderdeel van de wekelijkse diensten. Hij stelde 1914 vast als jaar van Christus' onzichtbare wederkomst, stelde dat Christus aan een boom in plaats van aan een kruis stierf<ref>{{en}}[http://www.strictlygenteel.co.uk/riches/riches1.html J. F. Rutherford (1936): ''Riches''], Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 27: "Jezus werd gekruisigd, niet aan een kruis. . .  Jezus werd gekruisigd door zijn lichaam aan een boom te spijkeren."</ref><ref>Anoniem (1995): ''De Wachttoren'' 15-5-1995, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 20</ref><ref group=noot>Jehovah's Getuigen geloven nu dat Jezus aan een "paal" genageld werd.</ref>, formuleerde het huidige concept dat Jehovah's Getuigen hebben van [[Eindtijd|Armageddon]] als Gods oorlog tegen de goddelozen en herintroduceerde het geloof dat de komst van Christus' [[Duizendjarig vrederijk|duizendjarige regering]] aanstaande was. Gedurende de periode van Rutherfords presidentschap begonnen de Bijbelonderzoekers te concluderen dat [[Kerstmis]] een heidense achtergrond heeft, waardoor Rutherford besloot dat zij dit feest niet meer zouden vieren. Rutherford zette zich in om gebruiken af te schaffen die als vormen van afgoderij of schepselaanbidding werden beschouwd: het groeten van nationale [[vlag]]gen of het zingen van [[Volkslied (nationaal symbool)|nationale volksliederen]], het gebruik om een ''kruis- en kroon''-pin op de kleding te spelden of om de sprekers op [[Districtscongres (Jehovah's Getuigen)|congressen]] op affiches met hun foto aan te kondigen. In zijn laatste jaar vaardigde hij uit dat er op bijeenkomsten niet mocht worden gezongen. In 1931 introduceerde hij op een congres de naam "Jehovah's Getuigen", en in 1935 stelde hij tijdens een bezoek aan Hawaii voor om de nieuwgebouwde plaats van aanbidding "[[Koninkrijkszaal]]" te noemen, een term die nadien wereldwijd door Jehovah's Getuigen werd gebruikt.<ref>Anoniem (1993): ''Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 319</ref>
 
Rutherford schreef 21 boeken en het Wachttorengenootschap rapporteerde in 1942 dat bijna 400 miljoen boeken en brochures van zijn hand waren verspreid.<ref>Anoniem (1942): ''Consolation'' 27 mei 1942, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, blz. 6. Het is niet duidelijk uit de tekst of bij dit aantal ook de werken van Russell zijn inbegrepen.</ref> De aanhang verzesvoudigde bijna in de 25 jaar van Rutherfords presidentschap.<ref>Anoniem (1975): ''1975 Yearbook of Jehovah's Witnesses'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 94</ref><ref>Anoniem (1953): ''Jehovah's Witnesses in the Divine Purpose''', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 312, 313</ref> De historici William Whalen en James Penton hebben beweerd dat Rutherford voor Russell was, wat [[Brigham Young]] was voor de [[Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen|Mormonen]] profeet [[Joseph Smith]]. Penton stelt dat zowel Russell als Smith bekwame religieuze leiders waren, maar naïeve visionairs, terwijl Rutherford en Young "keiharde pragmatici [waren] die een mate van continuïteit gaven aan de bewegingen die zij domineerden".<ref>Prof. William J. Whalen (1962): ''Armageddon Around the Corner: A report on Jehovah's Witnesses'', John Day, New York, 1962, geciteerd door Penton, blz. 75-76</ref>


== Biografie ==
== Biografie ==
=== Vroege jaren ===
=== Vroege jaren ===
Rutherford werd door zijn [[baptisme|baptisten]] ouders opgevoed op een kleine boerderij. Hij moest als kind al hard werken in armoedige omstandigheden.<ref>M. J. Penton (1997): ''Apocalypse delayed'', University of Toronto Press, Toronto, blz. 47</ref> Toen hij zestien was, ontwikkelde hij een interesse in de rechtspraak.<ref>Alan Rogerson (1971): ''Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven'', Bosch & Keuning, Baarn, blz. 34</ref> Hij leende geld om te kunnen gaan studeren<ref name="Yearbook 1975">Anoniem (1975): ''1975 Yearbook of Jehovah's Witnesses'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 81</ref> en betaalde het terug door te werken als colporteur voor encyclopedieën en stenograaf van de rechtbank.<ref>Anoniem (1993): ''Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 67</ref> In 1892 slaagde hij voor zijn examens.
Rutherford werd geboren in een [[baptisme|baptistische]] familie. Hij had vijf oudere zussen, een oudere broer en een jongere broer.<ref name=Parkinson>{{Aut|James Parkinson}}, [http://www.globallight.org.uk/downloads/Vertical%20Lines.pdf ''The Bible Students Movement in the Days of C. T. Russell''], derde editie, 1975 – januari 1999. p. 13, voetnoot 25.</ref>
 
Zijn vader, James Calvin Rutherford,<ref name=Parkinson/> bezat een kleine boerderij. Als kind moest Joseph Franklin Rutherford al hard werken in armoedige omstandigheden.<ref>{{Publicatie|auteur=M. J. Penton |titel=Apocalypse delayed |toevoeging= |uitgever=University of Toronto Press |plaats=Toronto |editie= |jaar=1997 |isbn= |issn= |deel= |pagina=47 }} {{en}}</ref> Toen hij zestien was, ontwikkelde hij een interesse in de rechtspraak.<ref>{{Publicatie|auteur=Alan Rogerson |titel=Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven |toevoeging= |uitgever=Bosch & Keuning |plaats=Baarn |editie= |jaar=1971 |isbn= |issn= |deel= |pagina=34 }}</ref> Hij leende geld om te kunnen gaan studeren<ref name="Jaarboek 1976-p79">{{Wachttorenref|publicatie=Jaarboek van Jehovah’s Getuigen |editie= |jaar=1976 |code=yb76 |titel=Verenigde Staten van Amerika (deel 1) |pagina=79 }}</ref> en betaalde het terug door te werken als [[colporteur]] voor [[encyclopedie]]ën en [[stenografie|stenograaf]] van de rechtbank.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv-O |titel= |pagina=67 }}</ref> In 1892 slaagde hij voor zijn examens.


Waarschijnlijk ontwikkelde hij door zijn vroege ervaringen een verwantschap met de populistische ideeën van [[William Jennings Bryan]] en ontwikkelde hij een sterke persoonlijkheid, een uitgesproken — hoewel zelden in de praktijk gebrachte — sympathie voor de verdrukten en een diepgaande verachting voor de grote zakenwereld, politici en (later) de geestelijkheid.
Rutherford trouwde in 1890 met Mary Fetzer. Hun enige kind, Malcolm, werd op 10 november 1892 geboren. Enige tijd nadat hij president van het Wachttorengenootschap was geworden, scheidde hij stilletjes van zijn vrouw Mary. Het is niet duidelijk wat de reden van de echtscheiding was.
Rutherford trouwde in 1890 met Mary Fetzer. Hun enige kind, Malcolm, werd op 10 november 1892 geboren. Enige tijd nadat hij president van het Wachttorengenootschap was geworden, scheidde hij stilletjes van zijn vrouw Mary. Het is niet duidelijk wat de reden van de echtscheiding was.


=== Jurist ===
=== Jurist ===
Rutherford werkte twee jaar als stagiair bij de rechtbank en werd een officiële stenograaf van het hof toen hij 20 was en werd in mei 1892 aangesteld bij de rechtbank van [[Missouri (staat)|Missouri]], toen hij 22 was.<ref>Anoniem (1953): Jehovah's Witnesses in the Divine Purpose', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 67</ref> Hij werd procesjurist voor een advocatenkantoor<ref>Anoniem (1955): ''The Watchtower 15-3-1955'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 175</ref> en diende later vier jaar in Boonville als openbaar aanklager. Hij heeft korte tijd campagne gevoerd voor presidentskandidaat William Jennings Bryan.<ref name="Barbara Grizzuti Harrison 1978">Barbara Grizzuti Harrison (1978): ''Visions of Glory — A History and Memory of Jehovah's Witnesses'', Simon & Schuster, hoofdstuk 6</ref> Bij enkele gelegenheden diende hij als reserve-rechter.<ref name="Yearbook 1975"/> Sindsdien liet hij zich aanspreken als "Judge (Rechter) Rutherford".
Rutherford werkte twee jaar als stagiair bij de rechtbank en werd als twintigjarige een officiële stenograaf van het hof. In mei 1892, toen hij tweeëntwintig was, werd aangesteld bij de rechtbank van [[Missouri (staat)|Missouri]].<ref>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s witnesses in the Divine Purpose |editie= |jaar=1953 |code= |titel= |pagina=67 }} {{en}}</ref> Hij werd procesjurist voor een advocatenkantoor<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom |editie=15 maart |jaar=1955 |code=w55 15/3-E |titel= |pagina=175 }} {{en}}</ref> en diende later vier jaar in Boonville als openbaar aanklager.  
 
Hij was een korte tijd, mogelijk in 1896,<ref name=Parkinson25>{{Aut|James Parkinson}}, [http://www.globallight.org.uk/downloads/Vertical%20Lines.pdf ''The Bible Students Movement in the Days of C. T. Russell''], derde editie, 1975 – januari 1999. p. 25.</ref> actief in één van de campagnes voor presidentskandidaat William Jennings Bryan.<ref name="Barbara Grizzuti Harrison 1978">{{Publicatie|auteur=Barbara Grizzuti Harrison |titel=Visions of Glory — A History and Memory of Jehovah's Witnesses |toevoeging=hoofdstuk 6 |uitgever=Simon & Schuster |plaats= |editie= |jaar=1978 |isbn= |issn= |deel= |pagina= }} {{en}}</ref> Bij enkele gelegenheden diende hij als reserve-rechter.<ref name="Jaarboek 1976-p79"/> Sindsdien liet hij zich aanspreken als „Judge” (Rechter) Rutherford.


=== Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap ===
=== Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap ===
In 1894 kocht Rutherford drie delen van Charles Taze Russells ''[[Schriftstudiën|Millennial Dawn]]''-serie van twee colporteurs die zijn kantoor bezochten. Rutherford beschouwde in die periode alle religies als onoprecht, leeg en hypocriet, werd geraakt door Russells oprechtheid en zijn gevoelens jegens religie, waarin hij veel herkende.<ref>Tony Wills (2006): ''A people For His Name'', Lulu Enterprises, blz. 131</ref> Rutherford schreef direct naar het Wachttorengenootschap om hen te vertellen hoezeer hij en zijn vrouw Mary de boeken hadden gewaardeerd.<ref>Anoniem (1993): Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 67</ref> Twaalf jaar later liet hij zich dopen en begonnen hij en zijn vrouw Bijbelklassen te houden in zijn huis.<ref name="Barbara Grizzuti Harrison 1978"/> In 1907 werd hij juridisch adviseur voor het Wachttorengenootschap en behandelde hij de rechtszaken ervan. Ook begon hij rond die tijd openbare lezingen te houden als een ''pelgrim'' vertegenwoordiger van het Wachttorengenootschap.<ref>Anoniem (1955): ''The Watchtower'' 15-3-1955, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 175</ref> Toen de gezondheid van Russell aftakelde, vertegenwoordigde Rutherford hem tijdens reizen naar Europa.<ref>Anoniem (1915): ''Watch Tower'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 26 (Reprints: blz. 5616)</ref> Rutherford schreef in 1915 een pamflet getiteld ''A Great Battle in the Ecclesiastical Heavens'', ter verdediging van Russell<ref>{{en}}[http://www.mostholyfaith.com/bible/Reprints/Z1915MAY.asp#Z131:1 "Judge Rutherford's Spicy Defense"], in ''Watch Tower'', 1-5-1915, blz. 130. (Reprints: blz. 5685)</ref>, en hij diende als voorzitter van het congres dat de Bijbelonderzoekers in Los Angeles hielden in september 1916.
In 1894 kocht Rutherford drie delen van Charles Taze Russells ''[[Schriftstudiën|Millennial Dawn]]''-serie van twee dames<ref name=Parkinson25/> die als colporteurs zijn kantoor bezochten. Rutherford, die in die periode alle religies als onoprecht, leeg en hypocriet beschouwde, werd geraakt door Russells oprechtheid en zijn gevoelens jegens religie, waarin hij veel herkende.<ref>{{Publicatie|auteur=Tony Wills |titel=A people For His Name |toevoeging= |uitgever=Lulu Enterprises |plaats= |editie= |jaar=2006 |isbn= |issn= |deel= |pagina=131 }} {{en}}</ref> Rutherford schreef direct naar het Wachttorengenootschap om hen te vertellen hoezeer hij en zijn vrouw Mary de boeken hadden gewaardeerd.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv-O |titel= |pagina=67 }}</ref> Twaalf jaar later liet hij zich dopen en begonnen hij en zijn vrouw Bijbelklassen te houden in zijn huis.<ref name="Barbara Grizzuti Harrison 1978"/>  
 
In 1907 werd hij juridisch adviseur voor het Wachttorengenootschap en behandelde hij de rechtszaken ervan. Rond die tijd begon hij ook openbare lezingen te houden als een reizend vertegenwoordiger (toen ''pelgrim'' genoemd) van het Wachttorengenootschap.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom |editie=15 maart |jaar=1955 |code=w55 15/3-E |titel= |pagina=175 }} {{en}}</ref> Toen de gezondheid van Russell aftakelde, vertegenwoordigde Rutherford hem tijdens reizen naar Europa.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom |editie= |jaar=1915 |code= |titel= |pagina=26 (Reprints: 5616)}}{{feit|welke editie?}} {{en}}</ref> In 1915 schreef Rutherford een pamflet met de titel ''A Great Battle in the Ecclesiastical Heavens'', ter verdediging van Russell,<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom |editie=1 mei |jaar=1915 |code=w1915 1/5-E |titel=[http://www.mostholyfaith.com/bible/Reprints/Z1915MAY.asp#Z131:1 "Judge Rutherford's Spicy Defense"] |pagina=130 (Reprints: 5685)}} {{en}}</ref> en in september 1916 was hij voorzitter van een congres van de Bijbelonderzoekers te Los Angeles.


==== Directieraad ====
==== Directieraad ====
Tegen 1916 was Rutherford één van de zeven bestuursleden van het Wachttorengenootschap; toen Russell op 31 oktober 1916 overleed, werd hij — samen met vicepresident Alfred I. Ritchie en secretaris-penningmeester William E. Van Amburgh — gekozen om een driehoofdig bestuurscomité te vormen om de corporatie te leiden totdat een nieuwe president zou worden gekozen op de jaarlijkse algemene vergadering van januari 1917.<ref>Anoniem (1993): Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 647</ref> Hij werd ook lid van het vijfhoofdige uitgeverscomité dat de uitgaven van ''The Watch Tower'' verzorgde vanaf de uitgave van 15 december 1916. Russell had in zijn testament bepaald dat het bestuur inzake het tijdschrift zou worden gevormd door een uitgeverscomité dat uit vijf personen zou bestaan en hij had de vijf mannen genoemd die het comité zouden vormen.<ref>{{en}}[http://www.mostholyfaith.com/bible/Reprints/Z1916DEC.asp#Z358:1 Russell's Last Will and Testament], ook te lezen in ''The Watch Tower'', 15-12-1916.</ref> Hij had Rutherford op een tweede lijst geplaatst van vijf reserves die eventuele vacatures in het comité zouden kunnen opvullen.<ref>M. J. Penton (1997): ''Apocalypse delayed'', University of Toronto Press, blz. 48</ref>
[[Bestand:Joseph_Franklin_Rutherford_1917.jpg|{{Largethumb}}|'''Joseph Franklin Rutherford in 1917''']]
Tegen 1916 was Rutherford één van de zeven bestuursleden van het Wachttorengenootschap. Toen Russell op 31 oktober 1916 overleed, werd hij — samen met vicepresident Alfred I. Ritchie en secretaris-penningmeester William E. Van Amburgh — gekozen om een driehoofdig bestuurscomité te vormen om de corporatie te leiden totdat op de jaarlijkse algemene vergadering van januari 1917 een nieuwe president zou worden gekozen.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv-O |titel= |pagina=647 }}</ref> Hij werd ook lid van het vijfhoofdige uitgeverscomité dat de uitgaven van ''[[The Watch Tower]]'' verzorgde vanaf de uitgave van ''15 december 1916''. Russell had in zijn testament bepaald dat het tijdschrift een uitgeverscomité van vijf personen diende te hebben hij had ook de vijf mannen genoemd die deel zouden uitmaken van dit comité.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom |editie=15 december |jaar=1916 |code=w1916 15/12-E |titel=[http://www.mostholyfaith.com/bible/Reprints/Z1916DEC.asp#Z358:1 Russell's Last Will and Testament] |pagina= }} {{en}}</ref> Voor het geval er vacatures in het comité zouden zijn, zouden deze moeten worden opgevuld met reserves uit een tweede lijst van vijf personen. Rutherfords was één van die reserves.<ref name= "Penton-48">{{Publicatie|auteur=M. J. Penton |titel=Apocalypse delayed |toevoeging= |uitgever=University of Toronto Press |plaats=Toronto |editie= |jaar=1997 |isbn= |issn= |deel= |pagina=48 }} {{en}}</ref>
 
Bijbelonderzoeker [[Alexander H. Macmillan]], die later diende als assistent van het bestuurscomité, schreef later dat de spanning op het hoofdkantoor van het Wachttorengenootschap steeg toen de dag van de verkiezing van de officiële posten binnen het Wachttorengenootschap naderbij kwam. Hij merkte op: „Een paar ambitieuze mannen op het hoofdkwartier hielden hier en daar verkiezingsbijeenkomsten, om stemmen te werven om hun kandidaten te laten verkiezen. Toch kregen Van Amburgh en ik veel stemmen. Veel aandeelhouders, die onze lange samenwerking met Russell kenden, stuurden ons hun volmacht om te gebruiken om op iemand te stemmen die wij het meest geschikt achtten.”<ref>{{Publicatie|auteur=Alexander H. Macmillan |titel=Faith on the march |toevoeging= |uitgever= |plaats= |editie= |jaar=1957 |isbn= |issn= |deel= |pagina=68 }} {{en}}</ref> Macmillan, die schreef dat hij het aanbod van de zieke Russell had afgeslagen om na zijn dood president te worden,<ref>{{Publicatie|auteur=Alexander H. Macmillan |titel=Faith on the march |toevoeging= |uitgever= |plaats= |editie= |jaar=1957 |isbn= |issn= |deel= |pagina=70 }} {{en}}</ref> kwam samen met Van Amburgh tot de conclusie dat Rutherford de beste kandidaat zou zijn. Hij schreef: „Rutherford wist niet wat er aan de hand was. Hij wierf zeker geen stemmen of hield verkiezingsbijeenkomsten, maar ik denk dat hij zich zorgen maakte, omdat hij wist dat als hij gekozen zou worden er veel werk zou wachten. . . . Er is geen twijfel bij ons dat de wil van de Heer werd gediend bij deze keuze. Het is zeker dat Rutherford zelf er niets mee van doen had.”<ref>{{Publicatie|auteur=Alexander H. Macmillan |titel=Faith on the march |toevoeging= |uitgever= |plaats= |editie= |jaar=1957 |isbn= |issn= |deel= |pagina=71 }} {{en}}</ref>
 
==== Presidentschap ====
Op 6 januari 1917 werd Rutherford, 47 jaar oud, zonder tegenstand, gekozen als president van het Wachttorengenootschap op de bijeenkomst in Pittsburgh. Snel volgde controverse.


Bijbelonderzoeker Alexander H. Macmillan, die later diende als assistent van het bestuurscomité, schreef later dat de spanning op het hoofdkantoor van het Wachttorengenootschap steeg toen de dag van de verkiezing van de officiële posten binnen het Wachttorengenootschap naderbij kwam. Hij merkte op: "Een paar ambitieuze mannen op het hoofdkwartier hielden hier en daar verkiezingsbijeenkomsten, om stemmen te werven om hun kandidaten te laten verkiezen. Toch kregen Van Amburgh en ik veel stemmen. Veel aandeelhouders, die onze lange samenwerking met Russell kenden, stuurden ons hun volmacht om te gebruiken om op iemand te stemmen die wij het meest geschikt achtten."<ref>A. H. Macmillan (1957): ''Faith on the march'', blz. 68</ref> Macmillan, die beweerde dat hij een aanbod van een ziekelijke Russell had afgeslagen om de post van president na zijn dood op zich te nemen<ref>A. H. Macmillan (1957): ''Faith on the march'', blz. 70</ref>, kwam met Van Amburgh tot de conclusie dat Rutherford de beste kandidaat was. Hij schreef: "Rutherford wist niet was er aan de hand was. Hij wierf zeker geen stemmen of hield verkiezingsbijeenkomsten, maar ik denk dat hij zich zorgen maakte, omdat hij wist dat als hij gekozen zou worden er veel werk zou wachten. . . . Er is geen twijfel bij ons dat de wil van de Heer werd gediend bij deze keuze. Het is zeker dat Rutherford zelf er niets mee van doen had."<ref>A. H. Macmillan (1957): ''Faith on the march'', blz. 71</ref>
De vroege periode van zijn presidentschap werd gekenmerkt door een bittere strijd met de directieraad van het Wachttorengenootschap. Rond juni 1917 was het dispuut inzake de benoeming van Rutherford aangezwollen tot wat hij noemde: een ’storm’ die het Wachttorengenootschap voor de rest van 1917 verscheurde.<ref>{{aut|J. F. Rutherford}}, augustus 1917, blz. 28</ref> Deze crisis verdeelde de gemeenschap van Bijbelonderzoekers en droeg eraan bij dat tegen 1919 ongeveer een zevende van de aanhang was afgevallen.


==== Omstreden presidentschap ====
{{Zie |scheuring van de Bijbelonderzoekers (1917)}}
Op 6 januari 1917 werd Rutherford, 47 jaar oud, zonder tegenstand, gekozen als president van het Wachttorengenootschap op de bijeenkomst in Pittsburgh. Snel volgde controverse. Tony Wills beweert dat er bewijzen zijn dat nominaties werden geschorst, waardoor aandeelhouders de kans werd ontnomen duizenden stemmen uit te brengen op andere kandidaten.<ref>Tony Wills (2006): ''A people For His Name'', Lulu Enterprises, blz. 115</ref> Binnen enkele maanden voelde Rutherford zich genoodzaakt zichzelf tegen de geruchten te verdedigen dat hij "politieke methodes" had gebruikt om zijn verkiezing zeker te stellen. In zijn eerste van een serie pamfletten die door beide kampen werden gepubliceerd, vertelde Rutherford de Bijbelonderzoekers: "Er is geen persoon die naar waarheid kan zeggen dat ik hem direct of indirect heb gevraagd om voor mij te stemmen."<ref name="J. F. Rutherford 1917">J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 10</ref> Rond juni 1917 was het dispuut inzake de benoeming van Rutherford aangezwollen tot wat hij noemde: een "storm" die het Wachttorengenootschap voor de rest van 1917 verscheurde.<ref>J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 28</ref>


In januari 1917, na de dood van Russell, was ''Bethel pelgrim'' Paul S. L. Johnson naar Engeland gestuurd om het bestuur en de boeken van de Londense corporatie te inspecteren.<ref>{{en}}[http://www.pastor-russell.com/legacy/hsr.pdf P. S. L. Johnson (1917): ''Harvest Siftings Reviewed''], in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 2, 3</ref> Hij ontsloeg twee managers van de corporatie, legde beslag op de financiën en probeerde orde op zaken te stellen.<ref name="P. S. L. Johnson">J. F. Rutherford, ''Harvest Siftings II'', oktober 1917, blz. 31</ref> Toen Rutherford hiervan hoorde, was hij ervan overtuigd dat Johnson zijn verstand had verloren en aan religieuze waanvoorstellingen leed en sommeerde Johnson eind februari 1917 naar New York terug te keren. Johnson weigerde en beweerde dat hij uitsluitend aan de volledige directieraad verantwoording was verschuldigd.<ref>Alan Rogerson (1971): ''Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven'', Bosch & Keuning, Baarn, blz. 35, 36</ref> Toen hij uiteindelijk terugkeerde naar New York en zich tegenover de ''Bethelfamilie'' (alle werkers op het hoofdkantoor) verontschuldigde voor zijn uitzonderlijk gedrag in Londen<ref>A. N. Pierson et al (1917): ''Light after darkness'', in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 15</ref>, raakte Johnson betrokken bij een motie tegen Rutherford door vier van de zeven bestuursleden van het Wachttorengenootschap.
==== ''The Finished Mystery'' ====
Op 17 juli 1917, de dag waarop Rutherford ook de benoeming van de vier nieuwe directieleden aankondigde, werd het boek ''[[The Finished Mystery]]'' vrijgegeven aan de medewerkers van het hoofdbureau in Brooklyn.


De kwestie betrof nieuwe statutaire regels die in januari 1917 tijdens de bijeenkomst in Pittsburgh waren vastgesteld en die zeiden dat de president de uitvoerend bestuurder en algemeen manager van het Wachttorengenootschap was en hem de absolute leiding gaven over de wereldwijde aangelegenheden.<ref>A. N. Pierson et al (1917): ''Light after darkness'', in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 5, 6</ref> De meningen over de noodzaak voor nieuwe statutaire regels waren scherp verdeeld. Rutherford stelde dat Russell, als president, altijd had opgetreden als de manager van het Wachttorengenootschap en dat de stemming op 6 januari door de aandeelhouders duidelijk aantoonde dat zij wilden dat hij eenzelfde handelwijze zou volgen. Hij verklaarde dat dit een zaak van efficiency was en schreef: "Het werk van het Genootschap vraagt het bestuur door één persoon. Er zijn zo veel kleine details dat als verschillende personen deze zouden behartigen, het merendeel van de beschikbare tijd besteed zou moeten worden aan overleg. Dit werd duidelijk aangetoond door het Bestuurscomité en er werd vastgesteld dat drie mannen twee uur per dag kostte om te doen wat één in een derde van die tijd zou kunnen doen."<ref name="J. F. Rutherford 1917"/> Bijbelonderzoeker Francis McGee, een jurist en assistent van de advocaat-generaal van [[New Jersey]], reageerde: "Dit is de kern van de zaak. Hij zegt dat hij die persoon is."<ref>A. N. Pierson et al (1917): ''Light after darkness'', in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 19</ref> Tegen juni besloten vier leden van de directieraad (Robert H. Hirsh, Alfred I. Ritchie, Isaac F. Hoskins en James D. Wright) dat zij er fout aan hadden gedaan in te stemmen met het geven van zo veel uitvoerende macht aan Rutherford.<ref name="A. N. Pierson 1917">A. N. Pierson et al (1917): ''Light after darkness'', in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 4</ref> Zij beweerden dat Rutherford autocratisch was gaan optreden, dat hij weigerde de boeken van het Wachttorengenootschap door een onafhankelijke te laten onderzoeken en dat hij Johnson een redelijke kans had ontnomen zich te verantwoorden inzake de gang van zaken in Londen.<ref name="A. N. Pierson 1917"/> Ze beschuldigden Rutherford ervan bewust de statutaire regels zo te hebben aangepast om hemzelf meer macht te geven en dat indruiste tegen zowel het testament van Russell als de statuten van het Wachttorengenootschap, die stipuleerden dat deze bestuurd zou worden door een zevenhoofdige directieraad.<ref name="A. N. Pierson 1917"/> Rutherford, die had gezegd dat hij "geen ambitie voor aardse macht of eer" had en nooit had geprobeerd de macht over het Wachttorengenootschap in handen te krijgen<ref>J. F. Rutherford, ''Harvest Siftings II'', oktober 1917, blz. 27</ref>, repliceerde dat hij de aanvullende statutaire regels pas had opgesteld nadat het bestuurscomité (Ritchie, Van Amburgh en hijzelf) daar om had gevraagd.<ref>J. F. Rutherford, ''Harvest Siftings II'', oktober 1917, blz. 26</ref> Ritchie heeft altijd beweerd dat hij niets afwist van de voorgestelde wijzigingen totdat Rutherford hem deze liet zien.<ref>{{en}}A. I. Ritchie et al (1917): [http://www.pastor-russell.com/legacy/ffs.pdf ''Facts for Shareholders''], 15-11-1917, blz. 11</ref>
De afgezette directieleden beschuldigden Rutherford van eigenmachtig optreden, omdat hun mening over de vrijgave van dit boek niet was gevraagd.


Op de bijeenkomst van de directieraad van 20 juni 1917 presenteerde Hirsh een resolutie om de nieuwe statutaire regelingen te herroepen en de uitvoerende macht van de president weer terug te leggen bij de directieraad<ref>J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 12</ref>, maar de stemming werd een maand uitgesteld na krachtige bezwaren van de kant van Rutherford.<ref>A. N. Pierson et al (1917): ''Light after darkness'', in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 6</ref> Een week later verzochten vier directieleden om een onmiddellijke bijeenkomst van de raad om informatie te krijgen inzake de financiële situatie van het Wachttorengenootschap. Rutherford weigerde het verzoek en beweerde later dat hij op dat moment een samenzwering had geroken tussen Johnson en de vier directieleden met als doel de macht over het Wachttorengenootschap te verkrijgen, net als Johnson dat volgens hem had geprobeerd in Engeland.<ref>J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 22, 23</ref>
Maar Rutherford begon een grote campagne om de ’onrechtvaardigheid’ van religies en hun verbintenissen met de met wilde dieren te vergelijken<ref>Volgens de Bijbelse taal in de boeken Daniël en Openbaring</ref> regeringen te ontmaskeren, waarbij hij voortborduurde op de formulering in ''The Finished Mystery'' dat patriottisme een waanidee en moord is.<ref>{{Publicatie|auteur=Tony Wills |titel=A people For His Name |toevoeging= |uitgever=Lulu Enterprises |plaats= |editie= |jaar=2006 |isbn= |issn= |deel= |pagina=41 }} {{en}}</ref> De campagne trok de aandacht van de geestelijken en de regeringen. Op 24 februari gaf Rutherford in [[Los Angeles]] een lezing getiteld: ''„De wereld is geëindigd — Miljoenen nu levende mensen zullen wellicht nimmer sterven”''<ref>Volgende lezingen in de serie werden hernoemd tot ''„De wereld is geëindigd — Miljoenen nu levende mensen '''zullen''' nimmer sterven”''. - zie: {{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv-O |titel=Belangrijke gebeurtenissen in de hedendaagse geschiedenis van Jehovah’s Getuigen |pagina=719 }}</ref>, waarin hij zei: „Als klasse is de geestelijkheid, volgens de Schrift, het meest verantwoordelijk voor de Grote Oorlog die de mensheid nu treft.<ref name="FOTM">{{Publicatie|auteur=Alexander H. Macmillan |titel=Faith on the march |toevoeging= |uitgever= |plaats= |editie= |jaar=1957 |isbn= |issn= |deel= |pagina=85 }}</ref> Drie dagen later viel het ''Army Intelligence Bureau'' het kantoor van het Wachttorengenootschap in Los Angeles binnen en nam lectuur in beslag.
{{Zie |The Finished Mystery}}


Rutherford vond in een [[legal opinion]] van een juridisch specialist inzake corporaties, dat de clausule in de statuten van het Wachttorengenootschap dat de directieleden voor het leven werden gekozen, in strijd was met het recht van [[Pennsylvania]] en dat alle directieleden jaarlijks dienden te worden herkozen. Rutherford stelde dat, aangezien op de aandeelhoudersvergadering van 6 januari 1917 slechts drie leden werden gekozen (Rutherford, secretaris-penningmeester Van Amburgh en vicepresident Andrew N. Pierson), de overige vier leden van de directieraad, die daar al sinds 1904 zitting in hadden en nooit waren herkozen, geen juridische status hadden als directeur van het Wachttorengenootschap. Zelfs de benoeming van Hirsh, die in de raad was benoemd op 29 maart 1917, nadat Henry C. Rockwell zijn functie had neergelegd, was juridisch niet geldig omdat de benoeming had plaatsgevonden in New York en niet in Allegheny, zoals de wet vereiste. Rutherford beweerde dat hij zich al vanaf 1909 van deze feiten bewust was.<ref>J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 15</ref>
==== Gevangenisstraf ====
Op basis van de ''Espionage Act'' uit 1917 werden arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen Rutherford en zeven andere directeuren en beambten van het Wachttorengenootschap. De aanklacht luidde „verdeeldheid zaaien” en het veroorzaken van „oproer tegen de regering”<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Watchtower |editie=15 juli |jaar=1950 |code=w50 7/15-E |titel=Postwar Enlargement of the Theocratic Organization |pagina=217 }}. Engelse verwoording: „guilty of sedition against the government”.</ref> door anti-oorlog uitspraken in het boek ''The Finished Mystery''.


Op 12 juli 1917 reisde Rutherford 1200 kilometer van [[Chicago]] naar Pittsburgh en gebruikte zijn recht volgens de statuten van het Wachttorengenootschap om de vier omstreden vacatures in te vullen met: A. H. Macmillan, W. E. Spill, J. A. Bohnet en George H. Fisher.<ref>J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 14, 15</ref> Rutherford riep een vergadering bijeen van de nieuwe directieraad op 17 juli, waar de directieleden een resolutie aannamen waarin zij hun "hartsgrondige instemming" betuigden met de handelingen van hun president en bevestigden dat hij "de man [was] die de Heer heeft gekozen om het werk dat resteert uit te voeren".<ref>J. F. Rutherford, augustus 1917, blz. 17</ref> Op 31 juli riep hij een vergadering bijeen van de ''People's Pulpit Association'' (een dochtercorporatie van het Wachttorengenootschap die in New York is ingeschreven)<ref group=noot>De "People's Pulpit Association" is later hernoemd tot "Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.</ref> om Hirsh en Hoskins af te zetten als directieleden om reden dat zij het werk van de vereniging tegenstonden. Toen de resolutie geen meerderheid behaalde, gebruikte Rutherford de volmachten die hij had ontvangen voor de jaarlijkse vergadering in New York afgelopen januari om hun afzetten zeker te stellen.<ref>A. N. Pierson et al (1917): ''Light after darkness'', in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 10</ref><ref>J. F. Rutherford, ''Harvest Siftings II'', oktober 1917, blz. 28</ref> Op 1 augustus 1917 publiceerde het Wachttorengenootschap de 24-pagina tellende brochure ''Harvest Siftings'', ondertitel "The evil one again attempts to disrupt the Society", waarin Rutherford zijn versie van de gebeurtenissen weergaf en uitlegde waarom hij nieuwe directieleden had aangesteld.<ref>''Harvest Siftings'' kan {{en}}[http://www.pastor-russell.com/legacy/hs.pdf hier] on-line worden gelezen.</ref>
Op 21 juni werden Joseph F. Rutherford, samen met William E. Van Amburgh, Arthur H. Macmillan, Robert J. Martin, Fredrik H. Robison, Clayton J. Woodworth en George H. Fisher, veroordeeld tot 20 jaar gevangenschap. Giovanni DeCecca werd veroordeeld tot tien jaar gevangenschap.


Een maand later reageerden de vier afgezette directeuren met een door henzelf gefinancierde weerlegging van Rutherfords beweringen. De publicatie, ''Light After Darkness'', bevatte een brief van Pierson, gedateerd 26 juli, waarin de vicepresident verklaarde dat hij de kant had gekozen van de oude raad. Hoewel hij geloofde dat beide kampen in het conflict "een mate van kwaaddoen" hadden getoond, had Pierson besloten dat Rutherford er fout aan had gedaan vier nieuwe directieleden te benoemen.<ref>A. N. Pierson et al (1917): ''Light after darkness'', in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 8, 9</ref> Deze publicatie vocht ook de rechtmatigheid van hun afzetten aan, onder verwijzing naar het feit dat de clausule in het recht van Pennsylvania (dat aanstelling voor het leven verbood) pas onlangs van kracht was geworden, niet met terugwerkende kracht werkte en een uitzondering maakte voor bestaande corporaties.<ref name="ReferenceB">A. N. Pierson et al (1917): ''Light after darkness'', in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 7</ref><ref>Tony Wills (2006): ''A people For His Name'', Lulu Enterprises, blz. 95</ref> Zij beweerden ook dat de statuten van het Wachttorengenootschap alleen directeuren de gelegenheid bood officiële posten te vervullen. Als, net als de andere vier, Rutherford noch Van Amburgh noch Pierson rechtmatig directielid waren in januari, dan konden zij ook niet in een officiële functie worden gekozen. Ze zeiden dat verschillende juristen hen hadden verzekerd dat de handelwijze van Rutherford "volledig onrechtmatig" was.<ref name="ReferenceB" /><ref>{{en}}[http://www.pastor-russell.com/legacy/july_letter.pdf Legal opinion], Davies, Auerbach & Cornell, New York, 23-7-1917</ref>
Op 2 januari 1919 vernam Rutherford dat hij was herkozen als president op de jaarvergadering in Pittsburgh. Dit sterkte hem in zijn overtuiging dat God hem in die functie wilde hebben.<ref>{{Publicatie|auteur=Alexander H. Macmillan |titel=Faith on the march |toevoeging= |uitgever= |plaats= |editie= |jaar=1957 |isbn= |issn= |deel= |pagina=105, 106 }} {{en}}</ref> In maart 1919 werden de directieleden op borgtocht vrijgelaten nadat een hof van beroep had geoordeeld dat zij ten onrechte waren veroordeeld; in mei 1920 kondigde de regering aan dat alle aanklachten werden geseponeerd.<ref>{{Publicatie|auteur=Alan Rogerson |titel=Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven |toevoeging= |uitgever=Bosch & Keuning |plaats=Baarn |editie= |jaar=1971 |isbn= |issn= |deel= |pagina=44 }}</ref>


De voormalig directieleden beweerden dat Rutherford van alle werkers had geëist dat zij een petitie ondertekenden die hem steunde en de voormalig directeuren veroordeelde, onder dreiging van uitstoting van een ieder die weigerde te tekenen.<ref>A. N. Pierson et al (1917): ''Light after darkness'', in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 9</ref> Sommige werkers klaagden dat zij hadden getekend onder druk en er wordt beweerd dat zeker 35 leden van de staf op het hoofdbureau gedwongen werden te vertrekken omdat zij Rutherford onvoldoende steunden tijdens zijn "reign of terror".<ref name="Rogerson 1971 p. 37"/><ref>A. N. Pierson et al (1917): ''Light after darkness'', in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 17, 18</ref><ref>{{en}}[http://www.pastor-russell.com/legacy/hsr.pdf P. S. L. Johnson (1917): ''Harvest Siftings Reviewed''], in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 17, 18</ref> Rutherford ontkende dat iemand gedwongen was te vertrekken ten gevolge van het weigeren om een eed van trouw te tekenen.<ref>J. F. Rutherford, ''Harvest Siftings II'', oktober 1917, blz. 29</ref> Ondanks pogingen van Pierson om de twee groepen te verzoenen, vertrokken de voormalige directieleden van het hoofdkantoor in Brooklyn op 8 augustus 1917.<ref>Anoniem (1993): ''Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 68</ref>
Na zijn vrijlating liep hij een zware longontsteking op, waarna hij nog slechts één goede long had.<ref name= "jv-O-76-kader" >{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv-O |titel=„Huis der Vorsten” |pagina=76 [Kader]}}</ref>


==== De verkiezingen van 1918 en nasleep ====
==== 1925 ====
Bijbelonderzoekers werden tot diep in 1917 overspoeld met pamfletten van Rutherford aan de ene kant en Johnson en de vier afgezette directeuren aan de andere kant. Beide kampen beschuldigden de tegenstanders van een ernstig verkeerde voorstelling van zaken met als doel macht op te eisen. De controverse verscheurde de beweging van de Bijbelonderzoekers en sommige gemeenten splitsten in tegengestelde groepen die loyaal waren aan Rutherford of juist aan degenen die hij had uitgestoten.<ref name="ibid">ibid.</ref><ref>De publicaties van het Wachttorengenootschap van na 1917 hebben de tegenstanders van Rutherford in dit conflict voortdurend belasterd en hebben nooit een eerlijke voorstelling gegeven van hun versie van de gebeurtenissen of hun argumenten. Zo worden de kampen in het verslag van de gebeurtenissen in 1917 in het boek ''Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk'' (1993) als volgt weergegeven: "degenen die loyaal waren aan het Genootschap en degenen die een gemakkelijke prooi waren geworden voor het gladde gepraat van de tegenstanders". (blz. 68). Het ''Jaarboek 1976'' doet de vier afgezette directieleden af als "opstandige personen die beweerden bestuursleden te zijn" en "tegenstanders die de leiding in handen wilden krijgen" (blz. 91).</ref> Rutherfords vier tegenstanders deden nog één poging om hem af te zetten en beweerden dat hoewel hij de steun had van de meeste invloedrijke aandeelhouders, hij steun ontbeerde van de Bijbelonderzoekers in zijn geheel. Derhalve riepen zij op tot een democratische verkiezing onder alle Bijbelonderzoekers.<ref name="Rogerson">Alan Rogerson (1971): ''Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven'', Bosch & Keuning, Baarn, blz. 38</ref> Rutherford schreef in oktober: "Ik heb niet gestreefd naar verkiezing tot president en ik streef niet naar herverkiezing. De Heer is in staat zijn eigen aangelegenheden te verzorgen."<ref>J. F. Rutherford, ''Harvest Siftings II'', oktober 1917, blz. 32</ref> Vervolgens zette hij zijn tegenstanders buiten spel door een [[volksraadpleging|referendum]] te organiseren voor alle Bijbelonderzoekers. Deze zou gehouden worden in december, één maand voor de jaarvergadering in Pittsburgh. Hoewel de stemming niet bindend was, werd er gestemd in de meer dan 800 gemeenten in de [[Verenigde Staten]]; Rutherford kreeg meer dan 95% van de stemmen voor president. Zijn concurrenten stonden 10e tot en met 13e op de lijst van toekomstige directeuren, waarbij de meeste steun werd gegeven aan Rutherfords toenmalige zes mede-directeuren.<ref name="Rogerson"/> Op 5 januari 1918 werd Rutherford bevestigd in zijn ambt en kreeg 194 106 stemmen van de aandeelhouders. Van de voormalig directeuren kreeg Hirsh de meeste stemmen: 23 198 en eindigde op de 10e plaats. Prompt werd een resolutie opgesteld en aangenomen dat Hirsh zich moet terugtrekken uit het uitgeverscomité.<ref name="Alan Rogerson 1971">Alan Rogerson (1971): ''Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven'', Bosch & Keuning, Baarn, blz. 39</ref>
Nadat het aantal leden door bovengenoemde ontwikkelingen van 1917 tot 1919 was afgenomen, volgde een explosieve toename in de periode van 1919 tot 1925. Een belangrijke oorzaak waren de verwachtingen omtrent het jaar 1925, zoals die geformuleerd werden in de campagne ''„Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven”''. Op basis van een berekening van ’jubeljaren’ (gebaseerd op ''Three Worlds'' van Barbour en Russell) was Rutherford tot de conclusie gekomen dat het herstel tot het aardse Paradijs zou starten in 1925, gemarkeerd door de opstanding van „oude getrouwe” „vorsten” als [[Abraham]], [[Jozef (zoon van Jakob)|Jozef]] en [[Koning David|David]].<ref>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv-O |titel=Hoofdstuk 7 - Verkondigt de Koning en het Koninkrijk! (1919–1941) - ’Onvervulde hoop is niet uitsluitend iets van onze tijd’ |pagina=78 }}</ref>  


Rutherford gaf op de bijeenkomst toe dat hij veel fouten had gemaakt<ref name="Alan Rogerson 1971"/>, maar rond medio 1919 had een zevende van de Bijbelonderzoekers verkozen de beweging te verlaten in plaats van zijn leiderschap te accepteren<ref>Anoniem (1975): ''1975 Yearbook of Jehovah's Witnesses'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 93, 94</ref> en vormde groepen als ''Paul Johnson Movement'', ''[[Dawn Bible Students Association]]'', ''Pastoral Bible Institute of Brooklyn'', ''Elijah Voice Movement'' en ''Eagle Society''.<ref name="Alan Rogerson 1971"/>
Toen de verwachtingen voor het jaar 1925 niet uitkwamen, decimeerde de aanhang van de beweging.<ref>{{Publicatie|auteur=M. J. Penton |titel=Apocalypse delayed |toevoeging= |uitgever=University of Toronto Press |plaats=Toronto |editie= |jaar=1997 |isbn= |issn= |deel= |pagina=61 [grafiek]}} {{en}}</ref> Rutherford zei later tegen [[Frederick William Franz|Fred Franz]] „dat hij een ezel van zichzelf had gemaakt inzake 1925”.<ref>{{Publicatie|auteur=M. J. Penton |titel=Apocalypse delayed |toevoeging= |uitgever=University of Toronto Press |plaats=Toronto |editie= |jaar=1997 |isbn= |issn= |deel= |pagina=58 }} {{en}} uit een lezing van [[Frederick William Franz]] in [[Australië]]</ref>


In december 1918 beschouwden Charles E. Heard en sommige anderen de aanbeveling van Rutherford om ''war bonds'' (oorlogsaandelen) te kopen als een verdraaiing van Russells [[pacifisme|pacifistische]] leringen en startten de ''Stand Fast Bible Students Association'' in Portland, Oregon.
==== „Verklaring van Feiten” ====
Toen het nazi-regime in 1933 aan de macht kwam, begon het de activiteiten van de Bijbelonderzoekers te verbieden. Veel bezittingen van het Wachttorengenootschap werden in beslag genomen, zodat Rutherford en Knorr zelfs persoonlijk naar Duitsland kwamen om te trachten deze het werk en de bezittingen veilig te stellen.<ref name="Jaarboek 1975-p111">{{Wachttorenref|publicatie=Jaarboek van Jehovah’s Getuigen |editie= |jaar=1975 |code=yb75-O |titel=Duitsland (Deel 1) |pagina=111 }}</ref> In een poging het tij te keren, en de nazi’s te verzekeren dat ze van de kant van de Bijbelonderzoekers geen tegenstand hadden te verwachten, stelde Rutherford een „Verklaring van Feiten” op. Alle hoge regeringsfunctionarissen moesten een exemplaar ontvangen. Deze „Verklaring van Feiten” was bedoeld om de kritiek van tegenstanders te weerleggen en het wantrouwen bij de nazi’s weg te nemen door het gezagsgetrouwe karakter van de Bijbelonderzoekers te benadrukken.


==== ''The Finished Mystery'' ====
Daar de „Verklaring van Feiten” in beginsel aan de nazi-autoriteiten gericht was, werden alle middelen aangewend om een zo pro-Duits beeld als mogelijk was te schilderen, waarbij zelfs antisemitisch klinkende uitspraken niet werden geschuwd. Waar mogelijk probeert de „Verklaring” de overeenkomsten van de principes het Wachttorengenootschap met die van de nazi-regering te benadrukken. Sommige Bijbelonderzoekers in Duitsland waren ernstig teleurgesteld in de inhoud van de „Verklaring van Feiten”.<ref name="Jaarboek 1975-p111"/>
Eind 1916 vroegen twee prominente Bijbelonderzoekers op het hoofdbureau in Brooklyn, Clayton J. Woodworth en George H. Fisher, toestemming van het bestuurscomité om een boek te produceren over de profetieën in de bijbelboeken [[Openbaring van Johannes|Openbaring]] en [[Ezechiël (boek)|Ezechiël]], voornamelijk gebaseerd op de geschriften van Russell.<ref>Tony Wills (2006): ''A people For His Name'', Lulu Enterprises, blz. 97</ref> Het werk aan het boek, ''The Finished Mystery'', dat werd gepresenteerd als het postume zevende deel van Russells [[Schriftstudiën]], vond plaats zonder medeweten van de volledige directieraad en het uitgeverscomité<ref>A. N. Pierson et al (1917): ''Light after darkness'', in eigen beheer uitgegeven, New York, blz. 11</ref> en werd vrijgegeven voor de staf op het hoofdbureau op 17 juli 1917, de dag waarop Rutherford de benoeming van de vier nieuwe directieleden aankondigde.
{{Zie |Declaration of Facts}}
 
=== Laatste jaren ===
Nadat hij sinds 1919 nog slechts één goede long had, verbleef Rutherford regelmatig in de winter in Californië, waar het klimaat aangenamer was.<ref name=Messenger>{{ts.|The Messenger}} (krant uit San Diego), 25 juli 1931, p. 6, 8.</ref> Iemand financierde de bouw van een grote villa, die de naam kreeg [[Beth Sarim]]. Rutherford leefde een groot deel van zijn laatste jaren in deze villa, waar hij nog verder aan artikelen en boeken werkte.<ref name = "Consolation">{{Wachttorenref|publicatie=Consolation |editie=27 mei |jaar=1942 |code= |titel= |pagina=5, 6 }}</ref>  


Hoewel het boek werd verworpen door Rutherfords tegenstanders, was het een onmiddellijk een best-seller, werd in zes talen vertaald en als serie gepubliceerd in ''The Watch Tower''.<ref name="ReferenceA">Alan Rogerson (1971): ''Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven'', Bosch & Keuning, Baarn, blz. 40</ref> Omdat hij geloofde dat in 1918 Gods Koninkrijk op aarde zou worden bevestigd en de heiligen ten hemel zouden worden opgenomen<ref name="ReferenceA"/>, schreef Rutherford in januari van dat jaar: "Christenen verwachten dat het jaar de volledige vervulling zal brengen van de hoop van de kerk."<ref>J. F. Rutherford (1917, 1918): ''The Watch Tower'' 1-10-1917 en 1-1-1918, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York</ref> Hij begon een grote campagne om de "onrechtvaardigheid" van religies en hun verbintenissen met de "monsterlijke" regeringen te ontmaskeren, waarbij hij voortborduurde op de bewering in ''The Finished Mystery'' dat patriotisme een waanidee en moord is.<ref>Tony Wills (2006): ''A people For His Name'', Lulu Enterprises, blz. 100</ref><ref>Alan Rogerson (1971): ''Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven'', Bosch & Keuning, Baarn, blz. 41</ref> De campagne trok de aandacht van regeringen en op 12 februari 1918 werd het boek verboden door de Canadese regering, vanwege wat een krant uit [[Winnipeg]] omschreef als "verdeeldheid zaaiende, anti-oorlog uitspraken".<ref name="FOTM">A. H. Macmillan (1957): ''Faith on the march'', blz. 85</ref> Op 24 februari gaf Rutherford in [[Los Angeles]] een lezing getiteld: "De wereld is geëindigd — Miljoenen die nu leven hoeven nooit te sterven"<ref>Volgende lezingen in de serie werden hernoemd tot "Miljoenen die nu leven ''zullen'' nooit sterven"). Zie Anoniem (1993): ''Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 719</ref>, waarin hij de geestelijkheid aanviel met de verklaring: "Als klasse is de geestelijkheid, volgens de Schrift, het meest verantwoordelijk voor de Grote Oorlog die de mensheid nu treft."<ref name="FOTM"/> Drie dagen later viel het ''Army Intelligence Bureau'' het kantoor van het Wachttorengenootschap in Los Angeles binnen en nam lectuur in beslag.
Het gebouw was bovendien bedoeld om een waardige huisvesting te verschaffen aan de aartsvaders die uit de dood zouden verrijzen.


Vroeg in 1918 veroordeelde de "US Attorney General" Thomas Watt Gregory ''The Finished Mystery'' als "één van de gevaarlijkste voorbeelden van . . . propaganda . . . een werk dat in extreem religieuze taal is geschreven en in enorme aantallen wordt verspreid."<ref>A. H. Macmillan (1957): ''Faith on the march'', blz. 89</ref> Er werden arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen Rutherford en zeven andere directeuren en beambten van het Wachttorengenootschap op aanklacht van "verdeeldheid zaaien" zoals bedoeld in de "Espionage Act" uit 1917. Op 21 juni werden zeven van hen, waaronder Rutherford, veroordeeld tot 20 jaar gevangenschap. Rutherford was bang dat zijn tegenstanders in zijn afwezigheid de macht over het Wachttorengenootschap zouden grijpen. Op 2 januari 1919 vernam hij echter dat hij was herkozen als president op de jaarvergadering in Pittsburgh, wat hem sterkte in zijn overtuiging dat God hem op die post wilde hebben.<ref>A. H. Macmillan (1957): ''Faith on the march'', blz. 105, 106</ref> In maart 1919 werden de directieleden op borgtocht vrijgelaten nadat een hof van beroep had geoordeeld dat zij ten onrechte waren veroordeeld; in mei 1920 kondigde de regering aan dat alle aanklachten werden geseponeerd.<ref>Alan Rogerson (1971): ''Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven'', Bosch & Keuning, Baarn, blz. 44</ref>
Op 8 januari 1942 overleed Rutherford op 72-jarige leeftijd na een lang ziekbed ten gevolge van [[darmkanker|dikke darm-kanker]].<ref>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv-O |titel= |pagina=89 }}</ref> Doodsoorzaak was „[[uremie]] als gevolg van endeldarmkanker met [[metastase|uitzaaiingen]] in het bekken.<ref>Dept. of Public Health, San Diego California, [[Joseph Franklin Rutherford]], Certificate of Death issued February 6, 1942. (''uraemia due to carcinoma of the rectum due to pelvic metastasis.'')</ref> Na hem werd [[Nathan Homer Knorr]] president van het Wachttorengenootschap.


==== 1925 en Beth Sarim ====
{{Zie |Beth Sarim}}
Na de afname van het aantal leden van de beweging door bovengenoemde ontwikkelingen, steeg het aantal explosief in de periode 1919 - 1925. De belangrijkste oorzaak daarvan waren de voorspellingen inzake 1925, geformuleerd in de campagne "Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven". Op basis van een berekening van "jubeljaren" (gebaseerd op ''Three Worlds'' van Barbour en Russell) was Rutherford tot de conclusie gekomen dat het herstel tot het aardse Paradijs zou starten in 1925, gemarkeerd door de opstanding van "oude getrouwe" "vorsten" als [[Abraham]], [[Jozef (zoon van Jakob)|Jozef]] en [[Koning David|David]].<ref>J. F. Rutherford (1922): ''Millions Now Living Will Never Die'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 88: "Wij mogen verwachten dat wij in 1925 de terugkeer mogen aanschouwen van die getrouwe mannen [Abraham, Isaäk en Jakob] uit de dood, om opgewekt en volledig hersteld tot menselijke volmaaktheid te worden en de zichtbare, rechtmatige vertegenwoordigers te zijn van het nieuwe samenstel van dingen op aarde."</ref>


Om een waardige huisvesting te verschaffen aan de uit de doden herrezen aartsvaders, de "vorsten" van de "Nieuwe Wereld", zamelden de Bijbelonderzoekers geld in om in [[San Diego]], [[Californië]] een paleis te laten bouwen: ''Beth Sarim'' ("Huis van de Vorsten").<ref group=noot>Een grondige documentatie inzake Beth Sarim kan op {{en}}[http://www.jwfacts.com/watchtower/bethsarim.php deze pagina] worden gelezen.</ref> In de periode ter overbrugging totdat de "vorsten" waren opgestaan, bewoonde Rutherford het in de winter, volgens het Wachttorengenootschap om gezondheidsredenen.<ref>Anoniem (1993): ''Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 76</ref> In werkelijkheid leefde Rutherford een groot deel van zijn laatste jaren in dit paleis en stierf er uiteindelijk ook.<ref>Anoniem (1942): ''Consolation'' 27-5-1942, blz. 5, 6</ref> Het Wachttorengenootschap heeft met betrekking tot "Beth Sarim" ooit beweerd: "Na verloop van tijd schonk iemand een bedrag dat ervoor bestemd was in San Diego een huis voor broeder Rutherford te bouwen"<ref>Anoniem (1976): ''1976 Jaarboek van Jehovah's Getuigen'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 194</ref>, maar vanaf 1993 erkennen zij dat dit een misleidende en onjuiste voorstelling van zaken was, hoewel nog altijd geen volledige openheid van zaken wordt gegeven.
=== Begrafenis ===
Rutherford had aan drie naaste medewerkers onthuld dat hij op het grondstuk van [[Beth Sarim]] begraven wou worden.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv-O |titel= |pagina=90 }}</ref> Aangezien Beth Sarim geen officiële begraafplaats was, ontstond hierdoor een juridisch probleem. Er werden meer dan 14&nbsp;000 handtekeningen ingezameld om Rutherfords sterfbedwens te kunnen vervullen. Een rechtszaak werd opgestart maar verloren. Drie maanden na zijn overlijden werd hij, op 26 april 1942, begraven in een anoniem graf<ref>Men gaf als reden dat men het soort personencultus wou vermijden, zoals gebeurde bij [[Charles Taze Russell]], wiens graf nog jaarlijks door bepaalde Bijbelonderzoekers (niet Jehovah’s Getuigen) wordt bezocht. —Uit een toespraak van Gerrit Lösch.</ref> op het ''Woodrow Cemetery'' in Rossville op Staten Island.<ref>{{ts.|Time magazine}}, 4 mei 1942, [http://www.time.com/time/magazine/article/0,9171,777771,00.html Huwelijks- en overlijdensberichten]</ref> Deze begraafplaats lag naast de radiozender [[WBBR]], van waaruit het Wachttorengenootschap toen radiouitzendingen verzorgde.


Toen de voorspellingen inzake 1925 niet uitkwamen, decimeerde de aanhang van de beweging.<ref>Zie de grafiek op blz. 61 van: M. J. Penton (1997): ''Apocalypse delayed'', University of Toronto Press</ref> Tegen [[Frederick William Franz|Fred Franz]] zei Rutherford "dat hij een ezel van zichzelf had gemaakt inzake 1925".<ref>Lezing van Frederick W. Franz in Australië, zie ook M. J. Penton (1997): ''Apocalypse delayed'', University of Toronto Press, blz. 58</ref> Het paleis "Beth Sarim" werd echter aangehouden als werkkantoor van Rutherford:
Het verhaal dat Rutherford in het geheim toch op het grondstuk van Beth Sarim zou zijn begraven, werd een „privé-gerucht” genoemd, „dikwijls als onwaar bewezen” en als een „mythe” beschouwd.<ref>{{Aut|Leonard & Marjorie Chretien}}, ''Witnesses of Jehovah'', Harvest House, 1988. p. 49  ISBN 0-89081-587-9</ref><ref>{{ts.|San Diego Reader}}, 28 juni 2008, [http://www.sandiegoreader.com/weblogs/bands/2008/jun/28/famous-dead-neighbors-in-san-diego-plus-my-brunch-/ Famous dead neighbors in San Diego]</ref><ref>{{Aut|Mallios}} et al., [http://books.google.com/?id=-hNx2HsGxxgC&pg=PA103 Cemeteries of San Diego], Arcadia Publishing, 2007. p. 112 ISBN 978-0-7385-4714-5</ref>
{{cquote|1=Twaalf winters lang gebruikten Rechter Rutherford en zijn medewerkers Beth Sarim. Het werd niet gebruikt als een vakantie-oord, maar als een winter-werkplaats. De boeken ''Vindication'' tot en met ''Kinderen'' werden hier geschreven, net als vele Wachttoren-artikelen en brochures. Bestuurlijke instructies voor bijkantoren overal op aarde werden ook verzonden vanaf Beth-Sarim gedurende de aanwezigheid van de Rechter daar. Op Beth Sarim voltooide Rechter Rutherford het materiaal voor het Jaarboek 1942, het laatste werk voor zijn dood. Hij dicteerde het materiaal vanaf zijn sterfbed.<ref>Anoniem (1942): ''Consolation'' 27-5-1942, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 5–6</ref>}}


Enkele jaren na de dood van Rutherford verkocht het Wachttorengenootschap "Beth Sarim", omdat "het . . . zijn doel volledig gediend [had] en vormde nu slechts een monument dat behoorlijk duur was in het onderhoud; ons geloof in de terugkeer van de mannen uit de oudheid, die door de Koning Christus Jezus tot vorsten op de GEHELE aarde (niet slechts in Californië) gemaakt zullen worden, is niet op dat huis Beth-Sarum gebaseerd, maar op Gods Woord van belofte."<ref>Anoniem (1947): ''The Watchtower'' 15-12-1947, ook geciteerd in Anoniem (1993): ''Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 76</ref>
== Karakter en houding ==
Rutherford was een grote man die alleen al door zijn verschijning respect afdwong. Hij had een luide, diepe stem en leek in alles op een zuidelijke Amerikaanse senator.<ref>{{Aut|Herbert H. Stroup}}, ''The Jehovah’s Witnesses'', Columbia University Press, 1945, blz. 16</ref> Biografen beschrijven Rutherford als een krachtige spreker met een ongezouten en directe stijl. Hij ging met zijn vrienden om als een despoot en was meedogenloos richting zijn vijanden.<ref>{{Publicatie|auteur=Alexander H. Macmillan |titel=Faith on the march |toevoeging= |uitgever= |plaats= |editie= |jaar=1957 |isbn= |issn= |deel= |pagina=77, 150, 151 }} {{en}}</ref> Hij was onderhevig aan stemmingen, was soms zo bot dat het grof was en had een explosief karakter dat hem zo nu en dan tot fysiek geweld dreef. Hij was zo overtuigd van zijn eigen (religieuze) opvattingen dat hij een ieder die hem tegenstond zag als aanhangers van de [[satan|duivel]].<ref>{{Publicatie|auteur=Tony Wills |titel=A people For His Name |toevoeging= |uitgever=Lulu Enterprises |plaats= |editie= |jaar=2006 |isbn= |issn= |deel= |pagina=107, 131 }} {{en}}</ref>
<!--
De historicus M. J. Penton, die zelf een voormalige ''Getuige'' is, beschreef Rutherford als volgt:
:Het meest curieuze trekje van Rutherford was wel dat hij in sommige [[puritein]]se zaken „[[Rooms-Katholieke Kerk|roomser]] dan de [[paus]] was”, terwijl hij in andere ronduit losbandig was. Hij gebruikte veelvuldig vulgaire taal,<ref>Zie ook {{en}} {{Aut|Olin R. Moyle}}, [http://www.watchtowerdocuments.com/documents/1939%20Olin%20Moyles%20letter%20to%20Rutherford.pdf Brief aan J. F. Rutherford], 1939.</ref> was een [[alcoholisme|alcoholist]]<ref>Beschuldiging uit een open brief van [[Walter Salter]], de voormalige ''landsopziener'' van het Wachttorengenootschap in Canada. {{Zie |Walter Salter}}</ref> en werd ooit door een naaste medewerker<ref>Brief van George H. Fisher, aan W. Nieman uit Maagdenburg, 27 april 1926. Rutherford zou een show in Al Jolsons ''Winter Garden Theater'' hebben bezocht: ''Artists and Models''. (Verwijzing door M. James Penton.)</ref> beschuldigd een [[klucht]] met veel naakt te hebben bijgewoond met twee collega-[[ouderling]]en en een jonge vrouwelijke Bijbelonderzoeker op een woensdagavond voorafgaand aan de herdenking van het ''Avondmaal''.<ref name= "Penton-48" /><ref>{{Publicatie|auteur=M. J. Penton |titel=Apocalypse delayed |toevoeging=documentatie in de noten op blz 348 |uitgever=University of Toronto Press |plaats=Toronto |editie= |jaar=1997 |isbn= |issn= |deel= |pagina=348 }}</ref>
--->
== Vernieuwingen ==
Rutherford introduceerde heel wat organisatorische en leerstellige wijzigingen die vorm gaven aan het huidige geloof en de gebruiken van Jehovah’s Getuigen.<ref>{{aut|M. J. Penton}}, ''Apocalypse delayed'', University of Toronto Press, 1997, blz. 75</ref><ref>{{Publicatie|auteur=Alan Rogerson |titel=Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven |toevoeging= |uitgever=Bosch & Keuning |plaats=Baarn |editie= |jaar=1971 |isbn= |issn= |deel= |pagina=64 }}</ref> Hij voerde een gecentraliseerde bestuurlijke structuur in, die hij later ’''theocratie''’ noemde, verlangde van alle leden van de geloofsgemeenschap dat zij in de ''van-huis-tot-huis''-prediking actief zouden zijn, waarbij zij hun activiteit op vaste tijdstippen moesten rapporteren.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Watchtower |editie=15 juni |jaar=1987 |code=w87 15/6-O |titel=Beproeving en zifting in deze tijd |pagina=17 }}</ref><ref>{{Publicatie|auteur=Alan Rogerson |titel=Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven |toevoeging= |uitgever=Bosch & Keuning |plaats=Baarn |editie= |jaar=1971 |isbn= |issn= |deel= |pagina=53 }}</ref> Hij stelde 1914 vast als jaar van Christus’ onzichtbare wederkomst, stelde dat Christus aan een boom in plaats van aan een kruis stierf,<ref>{{en}} {{Publicatie|auteur=Joseph Franklin Rutherford |titel=[http://www.strictlygenteel.co.uk/riches/riches1.html Riches] |toevoeging= |uitgever=Watch Tower Bible and Tract Society |plaats=New York |editie= |jaar=1936 |isbn= |issn= |deel= |pagina=27 }}: ''„Jezus werd gekruisigd, niet aan een kruis …  Jezus werd gekruisigd door zijn lichaam aan een boom te spijkeren.”''</ref><ref>{{Wachttorenref|publicatie=De Wachttoren |editie=15 mei |jaar=1995 |code=w95 15/5-O |titel=Lichtflitsen — Grote en kleine (Deel 1) |pagina=20 }}</ref><ref group=noot>Jehovah's Getuigen geloven ook nu nog dat Jezus aan een „paal”, niet aan een kruis uit twee balken, genageld werd.</ref> formuleerde het huidige concept dat Jehovah’s Getuigen hebben van [[Eindtijd|Armageddon]] als Gods oorlog tegen de goddelozen en herintroduceerde het geloof dat de komst van Christus' [[Duizendjarig vrederijk|duizendjarige regering]] aanstaande was. Rutherford zette zich in om gebruiken af te schaffen die als vormen van afgoderij of schepselaanbidding werden beschouwd: het groeten van nationale [[vlag]]gen of het zingen van [[Volkslied (nationaal symbool)|nationale volksliederen]], het gebruik om een ''kruis- en kroon''-pin op de kleding te spelden of om de sprekers op [[Districtscongres (Jehovah's Getuigen)|congressen]] op affiches met hun foto aan te kondigen.


==== "Verklaring van Feiten" ====
===Kerstmis===
Toen in 1933 het nazi-regime aan de macht kwam, begon het de activiteiten van de Bijbelonderzoekers te verbieden. Veel bezittingen van het Wachttorengenootschap werden in beslag genomen, zodat Rutherford en Knorr zelfs persoonlijk naar Duitsland kwamen om te trachten deze bezittingen veilig te stellen.<ref name="Anoniem 1975">Anoniem (1975): ''1975 Jaarboek van Jehovah's Getuigen'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 111</ref> In een poging het tij te keren, en de nazi's te verzekeren dat ze van de kant van de Bijbelonderzoekers geen tegenstand hadden te verwachten, stelde Rutherford een "Verklaring van Feiten" op.<ref>De transcriptie van de integrale, Duitse tekst van deze "Verklaring van Feiten" kan op {{de}}[http://home.tiscali.nl/t661020/derderijk/verklaring/erkl_duits.htm deze pagina] worden gelezen. Op {{en}}[http://home.tiscali.nl/t661020/derderijk/verklaring/decl_eng.htm deze pagina] staat de integrale Engelse tekst.</ref> Alle hoge regeringsfunctionarissen moesten een exemplaar ontvangen. Deze "Verklaring van Feiten" was bedoeld om de kritiek van tegenstanders te weerleggen en het wantrouwen bij de nazi's weg te nemen door het gezagsgetrouwe karakter van de Bijbelonderzoekers te benadrukken.
Terwijl Rutherford tijdens het weekend op dienstreis was, gaf [[Norman Woodworth]] een toespraak waarin hij de heidense oorsprong van Kerstmis uiteenzette. Sommige medewerkers van het hoofdkantoor waren onder de indruk van deze informatie. Toen Rutherford terugkwam, spraken hij (en [[Frederick Franz]]) zich dat jaar nog uit vóór het vieren van Kerstmis. Een jaar later gaf Rutherford aan Richard H. Barber de opdracht om een lezing van een uur te schrijven over het thema Kerstmis. Deze lezing, die eveneens redenen onder de aandacht bracht om Kerstmis ''niet'' te vieren, werd uitgezonden worden op het radionetwerk [[WBBR]] en werd als artikel gedrukt in het tijdschrift ''Golden Age'' (nr. 241) en een jaar later herdrukt (nr. 268). Vanaf toen werd Kerstmis niet meer gevierd op het hoofdbureau.<ref>[http://tracymuck.com/theocratic/Audio/Franz_Fred-The_End_Of_Christmas_At_Bethel.mp3 Fred Franz: relaas over het einde van Kerstmis op het hoofdbureau van Jehovah ’s Getuigen'']</ref>


Daar de "Verklaring van Feiten" in beginsel aan de nazi-autoriteiten gericht was, werden alle middelen aangewend om een zo pro-Duits beeld als mogelijk was te schilderen, waarbij zelfs openlijke anti-semitische uitspraken niet werden geschuwd.
===Jehovah’s Getuigen en Koninkrijkszalen===
{{cquote|Het zijn de commerciële Joden van het Brits-Amerikaanse rijk die de Grote Zakenwereld opgebouwd en in stand gehouden hebben als een middel om de mensen van vele natiën uit te buiten en te onderdrukken.<ref group=noot>''Ontwaakt!'' van 8 juli 1998 zegt over deze passage: "Deze verklaring doelde natuurlijk niet op de joden in het algemeen, en het is spijtig als ze verkeerd is begrepen". Het vervolg van deze passage van de "Verklaring" wordt echter niet geciteerd door ''Ontwaakt!'': "Dit feit is in Amerika zo bekend dat er een spreekwoord bestaat over de stad New York dat luidt: De Joden bezitten het, de Ierse Katholieken besturen het, en de Amerikanen betalen de rekeningen."</ref>}}
In 1931 introduceerde Rutherford op een congres de naam „Jehovah’s Getuigen”, en in 1935 stelde hij tijdens een bezoek aan Hawaii voor om de nieuwgebouwde plaats van aanbidding „[[Koninkrijkszaal]]” te noemen, een term die nadien wereldwijd door Jehovah’s Getuigen werd gebruikt.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv-O |titel=Hoofdstuk 20 — Op wereldomvattende schaal gezamenlijk bouwen |pagina=319 }}</ref>


Waar mogelijk probeert de "Verklaring" de overeenkomsten van de principes het Wachttorengenootschap met die van de nazi-regering te benadrukken:
===Zingen===
{{cquote|Een zorgvuldig onderzoek van onze boeken en lectuur zal onthullen dat juist de hoge idealen die de huidige nationale regering huldigt en propageert, in onze publikaties uiteengezet, onderschreven en krachtig beklemtoond worden, en zal te zien geven dat Jehovah God erop zal toezien dat allen die rechtvaardigheid liefhebben mettertijd deze hoge idealen zullen bereiken. Daarom, in plaats van dat onze literatuur en ons werk een bedreiging vormt voor de principes van de huidige overheid, zijn wij de sterkste aanhangers van zulke hoge idealen. Om deze reden heeft Satan, de vijand van alle mensen die rechtvaardigheid verlangen, geprobeerd ons werk verkeerd voor te stellen en ons te verhinderen het uit te voeren in dit land. . . . In plaats van tegen de idealen verdedigd door de regering van Duitsland te zijn, staan we vierkant achter zulke idealen, en wijzen er op dat Jehovah God door Jezus Christus de volledige vervulling van deze idealen zal verwezenlijken.}}
In 1938 werd het zingen op bijeenkomsten afgeraden,<ref>{{en}} ''Children. Part 2.'' in: {{ts.|The Watch Tower}}, 1 mei 1938, p. 139</ref> en als gevolg werd er slechts heel weinig gezongen. Dit was enkel van kracht op plaatselijke bijeenkomsten. Op grote congressen werd wel degelijk gezongen, met orkestbegeleiding.<ref name=AC40>{{aut|Miquel Àngel Plaza-Navas}}, ''Music and Jehovah’s Witnesses: an historical approach to their hymnal and music practices'', in: ''[[Acta Comparanda]]'', Subsidia III; ''The Jehovah’s Witnesses in scholarly perspective: What is new in the scientific study of the movement?'', [[Faculteit voor Vergelijkende Godsdienstwetenschappen]], Wilrijk (Antwerpen), 2016, p. 40.</ref> Een mogelijke reden was dat de inhoud van de gebruikte liederenbundel intussen sterk was gaan afwijken van wat men intussen geloofde. De liederen waren sinds 1905 (of zelfs 1890) hetzelfde gebleven. Er werd waarschijnlijk gewerkt aan een up-to-date liederenbundel.<ref name="AC40"/> Rutherford beleefde het nieuwe liederenboek niet meer, aangezien hij overleed in 1942, twee jaar voor de nieuwe liederenbundel werd uitgegeven.
De Bijbelonderzoekers in Duitsland waren ernstig teleurgesteld in de inhoud van de "Verklaring van Feiten".<ref name="Anoniem 1975"/> Het Wachttorengenootschap heeft lange tijd beweerd dat de Duitse tekst een afgezwakte versie was van de oorspronkelijke tekst van Rutherford, om moeilijkheden met het regime te voorkomen. Daarbij werd verwezen naar het feit dat de vertaling werd gemaakt door ene Balzereit, die de beweging twee jaar later verliet.<ref name="ibid"/> Dat dit niet klopt, blijkt uit vergelijking van de volledige Engelse tekst van de "Verklaring van Feiten" die is opgenomen in het ''Jaarboek'' voor 1934, waarbij deze tekst vrijwel identiek is aan de Duitse versie.<ref>''Yearbook 1934'', blz. 131-140</ref>


Professor Penton ziet zijn open brief<ref>Deze kan op {{en}}[http://home.tiscali.nl/t661020/derderijk/verklaring/pentonbrief.htm deze pagina] worden gelezen.</ref> als de voornaamste aanleiding voor het Wachttorengenootschap om in ''Ontwaakt!'' van 8 juli 1998 opnieuw artikelen te wijden aan de nazi-periode. In de artikelen ging men onder andere op een aantal kritiekpunten in.<ref>Het artikel kan op [http://www.watchtower.org/o/19980708/article_01.htm deze pagina] worden gelezen.</ref> Een aantal critici beschuldigen Jehovah's Getuigen van het gebruik van hakenkruisvlaggen en het zingen van het Duitse volkslied.<ref>Op verscheidene websites.</ref> Professor Penton heeft dit nooit beweerd.
== Werken ==
Rutherford schreef 21 boeken en het Wachttorengenootschap rapporteerde in 1942 dat bijna 400 miljoen boeken en brochures van zijn hand waren verspreid.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=Consolation |editie=27 mei |jaar=1942 |code= |titel= |pagina=6 }}. Het is uit de tekst niet duidelijk of de werken van Russell in dit aantal zijn inbegrepen.</ref> <!--


=== Overlijden en begrafenis ===
Rutherford stierf op 8 januari 1942 op 72-jarige leeftijd na een lang ziekbed ten gevolge van [[darmkanker]].<ref>Anoniem (1993):''Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 89</ref> Doodsoorzaak was „[[uremie]] als gevolg van endeldarmkanker met [[metastase|uitzaaiingen]] in het bekken.”<ref>Dept. of Public Health, San Diego California, Joseph Franklin Rutherford, Certificate of Death issued February 6, 1942. (''uraemia due to carcinoma of the rectum due to pelvic metastasis.'')</ref> Zijn ambt ging over op [[Nathan Homer Knorr]].
Rutherfords begrafenis werd drie-en-een-halve maand vertraagd vanwege juridische procedures die ontstonden vanwege zijn wens op het terrein van "Beth Sarim" te worden begraven. Hij had dit aan drie naaste medewerkers onthuld.<ref>Anoniem (1993):'' Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 90</ref><ref>{{en}}{{Citation|journal=The Evening Independent (St Petersburg, Florida)|date=January 26, 1942|title=Witnesses Ask Right To Bury Leader|url=http://news.google.com/newspapers?id=Zb4LAAAAIBAJ&sjid=KlUDAAAAIBAJ&pg=2083%2C1777860|page=18}}</ref> Volgens ''Consolation'' "keek Rechter Rutherford uit naar de snelle triomf van 'de Koning van het Oosten', Christus Jezus, die nu de legerscharen aanvoert en wenste hij bij zonsopgang begraven te worden met zijn gezicht naar de zon, in een geïsoleerd stukje grond dat bestuurd zou worden door de vorsten, die uit hun graf zouden terugkeren."<ref>Anoniem (1942): ''Consolation'' 27-5-1942, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York</ref> "Beth Sarim" was echter geen officiële begraafplaats. Jehovah's Getuigen zamelden daarom meer dan 14 000 handtekeningen in om een petitie te steunen zodat Rutherford sterfbedwens zou kunnen worden vervuld. De advocaat van het Wachttorengenootschap (Hayden C. Covington) begon een rechtszaak om Rutherford te kunnen begraven op het terrein van "Beth Sarim", maar deze werd verloren. Uiteindelijk werd Rutherford begraven op Staten Island.<ref>{{en}}[http://www.watchtowerdocuments.com/downloads/1978_Hayden_Covington_Interviewed_By_Jerry_Murray.mp3 Mp3 of Interview met Hayden C. Covington (19 november 1978)] {{en}}[http://www.freeminds.org/history/covington.htm Tekst van het interview]</ref>


== Karakter en houding ==
De aanhang verzesvoudigde bijna in de 25 jaar van Rutherfords presidentschap.<ref>Anoniem (1975): ''1975 Yearbook of Jehovah's Witnesses'', Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 94</ref>
Rutherford was een grote man die alleen al door zijn verschijning respect afdwong. Hij had een luide, diepe stem en leek in alles op een zuidelijke Amerikaanse senator.<ref>Herbert H. Stroup, ''The Jehovah's Witnesses'', Columbia University Press, 1945, blz. 16</ref> Hij ging met zijn vrienden om als een despoot en was meedogenloos richting zijn vijanden.<ref>A. H. Macmillan (1957): ''Faith on the march'', blz. 77, 150, 151</ref> Hij was onderhevig aan stemmingen, was soms zo bot dat het grof was en had een explosief karakter dat hem zo nu en dan tot fysiek geweld dreef. Hij was zo overtuigd van zijn eigen (religieuze) opvattingen dat hij een ieder die hem tegenstond zag als aanhangers van de [[satan|duivel]].<ref>Tony Wills (2006): ''A people For His Name'', Lulu Enterprises, blz. 107, 131</ref>
 


Historicus Penton, zelf een voormalige ''getuige'', beschrijft Rutherford als volgt:
--><ref>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah's Witnesses in the Divine Purpose |editie= |jaar=1953 |code= |titel= |pagina=312, 313 }}</ref> De historici [[William Whalen]] en [[James Penton]] hebben beweerd dat Rutherford voor Russell was, wat [[Brigham Young]] was voor de [[Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen|Mormonen]] profeet [[Joseph Smith]]. Penton stelt dat zowel Russell als Smith bekwame religieuze leiders waren, maar naïeve visionairs, terwijl Rutherford en Young „keiharde pragmatici [waren] die een mate van continuïteit gaven aan de bewegingen die zij domineerden”.<ref>{{aut|Prof. William J. Whalen}} (1962): ''Armageddon Around the Corner: A report on Jehovah's Witnesses'', John Day, New York, 1962, geciteerd door Penton, blz. 75-76</ref>
{{cquote|Het meest curieuze trekje van Rutherford was wel dat hij in sommige [[puritein]]se zaken "[[rooms-katholieke Kerk|roomser]] dan de [[paus]] was", terwijl hij in andere ronduit losbandig was. Hij gebruikte veelvuldig vulgaire taal, was een [[alcoholisme|alcoholist]] en werd ooit door een naaste medewerker beschuldigd een [[klucht]] met veel naakt te hebben bijgewoond met twee collega-[[ouderling]]en en een jonge vrouwelijke Bijbelonderzoeker op een woensdagavond voorafgaand aan de herdenking van het ''Avondmaal''.<ref>M. J. Penton (1997): ''Apocalypse delayed'', University of Toronto Press, Toronto, blz. 48. Zie ook de documentatie in de noten op blz. 348.</ref><ref>Zie ook de {{en}}[http://www.watchtowerdocuments.com/downloads/1939%20Olin%20Moyles%20letter%20to%20Rutherford.pdf open brief] die Olin Moyle aan Rutherford schreef.</ref>}}
Sommige voormalige medewerkers die op het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap werkten, vertellen verhalen over zijn drankzucht en zijn dronken buien. Anderen vertellen hoe moeilijk het vanwege zijn dronkenschap soms was hem op het podium te krijgen om een lezing te houden.<ref>M. J. Penton (1997): ''Apocalypse delayed'', University of Toronto Press, Toronto, blz. 72</ref> Een sterk beschuldigend verslag is te vinden in een open brief van de ''landsopziener'' van het Wachttorengenootschap in Canada, Walter Salter. Salter was jarenlang een intieme vriend en vertrouweling van Rutherford, maar in 1936 brak hij met hem en werd hij [[Jehovah's Getuigen en disciplinering|uitgesloten]] (geëxcommuniceerd).<ref group=noot>Het Wachttorengenootschap beweert dat Salter vanaf 1935 zijn eigen voorstellingen begon te promoten, zoals persoonlijke ideeën over "universele redding" of de mening dat het prediken pas na "Armageddon" nodig zou zijn. Hij vertelde ook openlijk dat hij de volgende president van het Wachttorengenootschap zou worden en dat de Wachttoren zijn ideeën zou overnemen. Salter gebruikte tevens op oneerlijke wijze het briefhoofd van het Wachttorengenootschap om gemeenten in Canada en daarbuiten opdracht te geven om materiaal te bestuderen dat hij persoonlijk had geschreven (Anoniem (1937): ''The Golden Age'', 5 mei 1937, blz. 498-507). Het Wachttorengenootschap stelde daarnaast dat Salter een samenzwering had gesmeed "om het werk van de Heer teniet te doen en de dood van sommige dienaren van de Heer te bewerkstelligen" (Anoniem (1937): ''The Watchtower'' 1 mei 1937, Watch Tower, Bible and Tract Society, New York, blz. 141). Uiteindelijk werd hij in 1937 door de gemeente te Toronto [[Jehovah's Getuigen en disciplinering|uitgesloten]] (geëxcommuniceerd) (Anoniem (1979): ''Yearbook 1979'', Watch Tower, Bible and Tract Society, New York, blz. 135). Naast Salter werden degenen die zijn lijn volgden verwijderd. Degenen die op het bijkantoor wilden blijven, dienden met een resolutie in te stemmen waarin zij hun "geloof en loyaliteit in het Genootschap, en zijn dienaren, broeder Rutherford in Brooklyn" en Chapman (de vervanger van Salter) verklaarden (Anoniem (1937): ''The Watchtower'' 1 juni 1937, Watch Tower, Bible and Tract Society, New York, blz. 175</ref> In een open brief<ref>Deze kan op {{en}}[http://corior.blogspot.com/2006/02/walter-salters-letter-to-j-f.html deze pagina] worden gelezen.</ref> legde Salter uit wat hem tot zijn besluit had gedreven en deed hij uitvoerig verslag van het drankgebruik van Rutherford.


== Zie ook ==
== Zie ook ==
Regel 107: Regel 126:
* [[Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap]]
* [[Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap]]
* [[Vrije Bijbelonderzoekers]]
* [[Vrije Bijbelonderzoekers]]
* [[Niet-Joodse slachtoffers van het naziregime]]


{{Bron|bronvermelding=
{{Bron|bronvermelding=
<div class="plainlinks">
*{{en}}[http://www.strictlygenteel.co.uk/index2.html De werken van Rutherford online (Engels)]
*{{en}}[http://www.strictlygenteel.co.uk/index2.html De werken van Rutherford online (Engels)]
;Noten
;Noten
{{scroll box |content={{Noten}} }}
{{Noten}}
;Bronverwijzingen
;Bronverwijzingen
{{scroll box |content={{References|2}} }}
{{scroll box |content={{References|1}} }}
}}
}}
{{authority control|TYPE=p |GND=134036360 |LCCN=n/88/58968 |VIAF=95206017 |Wikidata=Q334839}}
{{Navigatie Wachttorengenootschap}}
{{Navigatie Wachttorengenootschap}}


{{DEFAULTSORT:Rutherford, Joseph Franklin}}
{{DEFAULTSORT:Rutherford, Joseph Franklin}}
[[Categorie:Bijbelonderzoekers]]
[[Categorie:Bijbelonderzoekers]]
[[Categorie:Jehovah's Getuigen]]
[[Categorie:Getuige van Jehovah]]
{{PGO|1869|1942 |Rutherford, Joseph Franklin}}
[[Categorie:Geboren op 8 november]]
[[Categorie:Geboren in 1869]]
[[Categorie:Overleden in San Diego]]
[[Categorie:Overleden op 8 januari]]
[[Categorie:Overleden in 1942]]
 
[[en:Joseph Franklin Rutherford]]

Huidige versie van 15 sep 2018 om 01:46

rel=nofollow

Joseph Franklin Rutherford (Morgan County (Missouri), 8 november 1869San Diego (Californië), 8 januari 1942) werd op 6 januari 1917 gekozen tot tweede[noot 1] president van het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap (Watch Tower Bible and Tract Society) van Jehovah's Getuigen.[1]

Rutherford was al enige jaren persoonlijk jurist van Charles Taze Russell, de stichter van de Internationale Bijbelonderzoekers Vereniging (International Bible Students Association: I.B.S.A.) en het Wachttorengenootschap. Uit deze Bijbelonderzoekersvereniging ontsproten onder andere Jehovah’s Getuigen. Het Wachttorengenootschap is vandaag de dag hun uitgeversorgaan.

Biografie

Vroege jaren

Rutherford werd geboren in een baptistische familie. Hij had vijf oudere zussen, een oudere broer en een jongere broer.[2]

Zijn vader, James Calvin Rutherford,[2] bezat een kleine boerderij. Als kind moest Joseph Franklin Rutherford al hard werken in armoedige omstandigheden.[3] Toen hij zestien was, ontwikkelde hij een interesse in de rechtspraak.[4] Hij leende geld om te kunnen gaan studeren[5] en betaalde het terug door te werken als colporteur voor encyclopedieën en stenograaf van de rechtbank.[6] In 1892 slaagde hij voor zijn examens.

Rutherford trouwde in 1890 met Mary Fetzer. Hun enige kind, Malcolm, werd op 10 november 1892 geboren. Enige tijd nadat hij president van het Wachttorengenootschap was geworden, scheidde hij stilletjes van zijn vrouw Mary. Het is niet duidelijk wat de reden van de echtscheiding was.

Jurist

Rutherford werkte twee jaar als stagiair bij de rechtbank en werd als twintigjarige een officiële stenograaf van het hof. In mei 1892, toen hij tweeëntwintig was, werd aangesteld bij de rechtbank van Missouri.[7] Hij werd procesjurist voor een advocatenkantoor[8] en diende later vier jaar in Boonville als openbaar aanklager.

Hij was een korte tijd, mogelijk in 1896,[9] actief in één van de campagnes voor presidentskandidaat William Jennings Bryan.[10] Bij enkele gelegenheden diende hij als reserve-rechter.[5] Sindsdien liet hij zich aanspreken als „Judge” (Rechter) Rutherford.

Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap

In 1894 kocht Rutherford drie delen van Charles Taze Russells Millennial Dawn-serie van twee dames[9] die als colporteurs zijn kantoor bezochten. Rutherford, die in die periode alle religies als onoprecht, leeg en hypocriet beschouwde, werd geraakt door Russells oprechtheid en zijn gevoelens jegens religie, waarin hij veel herkende.[11] Rutherford schreef direct naar het Wachttorengenootschap om hen te vertellen hoezeer hij en zijn vrouw Mary de boeken hadden gewaardeerd.[12] Twaalf jaar later liet hij zich dopen en begonnen hij en zijn vrouw Bijbelklassen te houden in zijn huis.[10]

In 1907 werd hij juridisch adviseur voor het Wachttorengenootschap en behandelde hij de rechtszaken ervan. Rond die tijd begon hij ook openbare lezingen te houden als een reizend vertegenwoordiger (toen pelgrim genoemd) van het Wachttorengenootschap.[13] Toen de gezondheid van Russell aftakelde, vertegenwoordigde Rutherford hem tijdens reizen naar Europa.[14] In 1915 schreef Rutherford een pamflet met de titel A Great Battle in the Ecclesiastical Heavens, ter verdediging van Russell,[15] en in september 1916 was hij voorzitter van een congres van de Bijbelonderzoekers te Los Angeles.

Directieraad

Joseph Franklin Rutherford in 1917

Tegen 1916 was Rutherford één van de zeven bestuursleden van het Wachttorengenootschap. Toen Russell op 31 oktober 1916 overleed, werd hij — samen met vicepresident Alfred I. Ritchie en secretaris-penningmeester William E. Van Amburgh — gekozen om een driehoofdig bestuurscomité te vormen om de corporatie te leiden totdat op de jaarlijkse algemene vergadering van januari 1917 een nieuwe president zou worden gekozen.[16] Hij werd ook lid van het vijfhoofdige uitgeverscomité dat de uitgaven van The Watch Tower verzorgde vanaf de uitgave van 15 december 1916. Russell had in zijn testament bepaald dat het tijdschrift een uitgeverscomité van vijf personen diende te hebben hij had ook de vijf mannen genoemd die deel zouden uitmaken van dit comité.[17] Voor het geval er vacatures in het comité zouden zijn, zouden deze moeten worden opgevuld met reserves uit een tweede lijst van vijf personen. Rutherfords was één van die reserves.[18]

Bijbelonderzoeker Alexander H. Macmillan, die later diende als assistent van het bestuurscomité, schreef later dat de spanning op het hoofdkantoor van het Wachttorengenootschap steeg toen de dag van de verkiezing van de officiële posten binnen het Wachttorengenootschap naderbij kwam. Hij merkte op: „Een paar ambitieuze mannen op het hoofdkwartier hielden hier en daar verkiezingsbijeenkomsten, om stemmen te werven om hun kandidaten te laten verkiezen. Toch kregen Van Amburgh en ik veel stemmen. Veel aandeelhouders, die onze lange samenwerking met Russell kenden, stuurden ons hun volmacht om te gebruiken om op iemand te stemmen die wij het meest geschikt achtten.”[19] Macmillan, die schreef dat hij het aanbod van de zieke Russell had afgeslagen om na zijn dood president te worden,[20] kwam samen met Van Amburgh tot de conclusie dat Rutherford de beste kandidaat zou zijn. Hij schreef: „Rutherford wist niet wat er aan de hand was. Hij wierf zeker geen stemmen of hield verkiezingsbijeenkomsten, maar ik denk dat hij zich zorgen maakte, omdat hij wist dat als hij gekozen zou worden er veel werk zou wachten. . . . Er is geen twijfel bij ons dat de wil van de Heer werd gediend bij deze keuze. Het is zeker dat Rutherford zelf er niets mee van doen had.”[21]

Presidentschap

Op 6 januari 1917 werd Rutherford, 47 jaar oud, zonder tegenstand, gekozen als president van het Wachttorengenootschap op de bijeenkomst in Pittsburgh. Snel volgde controverse.

De vroege periode van zijn presidentschap werd gekenmerkt door een bittere strijd met de directieraad van het Wachttorengenootschap. Rond juni 1917 was het dispuut inzake de benoeming van Rutherford aangezwollen tot wat hij noemde: een ’storm’ die het Wachttorengenootschap voor de rest van 1917 verscheurde.[22] Deze crisis verdeelde de gemeenschap van Bijbelonderzoekers en droeg eraan bij dat tegen 1919 ongeveer een zevende van de aanhang was afgevallen.

Zie scheuring van de Bijbelonderzoekers (1917) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

The Finished Mystery

Op 17 juli 1917, de dag waarop Rutherford ook de benoeming van de vier nieuwe directieleden aankondigde, werd het boek The Finished Mystery vrijgegeven aan de medewerkers van het hoofdbureau in Brooklyn.

De afgezette directieleden beschuldigden Rutherford van eigenmachtig optreden, omdat hun mening over de vrijgave van dit boek niet was gevraagd.

Maar Rutherford begon een grote campagne om de ’onrechtvaardigheid’ van religies en hun verbintenissen met de met wilde dieren te vergelijken[23] regeringen te ontmaskeren, waarbij hij voortborduurde op de formulering in The Finished Mystery dat patriottisme een waanidee en moord is.[24] De campagne trok de aandacht van de geestelijken en de regeringen. Op 24 februari gaf Rutherford in Los Angeles een lezing getiteld: „De wereld is geëindigd — Miljoenen nu levende mensen zullen wellicht nimmer sterven”[25], waarin hij zei: „Als klasse is de geestelijkheid, volgens de Schrift, het meest verantwoordelijk voor de Grote Oorlog die de mensheid nu treft.”[26] Drie dagen later viel het Army Intelligence Bureau het kantoor van het Wachttorengenootschap in Los Angeles binnen en nam lectuur in beslag.

Zie The Finished Mystery voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Gevangenisstraf

Op basis van de Espionage Act uit 1917 werden arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen Rutherford en zeven andere directeuren en beambten van het Wachttorengenootschap. De aanklacht luidde „verdeeldheid zaaien” en het veroorzaken van „oproer tegen de regering”[27] door anti-oorlog uitspraken in het boek The Finished Mystery.

Op 21 juni werden Joseph F. Rutherford, samen met William E. Van Amburgh, Arthur H. Macmillan, Robert J. Martin, Fredrik H. Robison, Clayton J. Woodworth en George H. Fisher, veroordeeld tot 20 jaar gevangenschap. Giovanni DeCecca werd veroordeeld tot tien jaar gevangenschap.

Op 2 januari 1919 vernam Rutherford dat hij was herkozen als president op de jaarvergadering in Pittsburgh. Dit sterkte hem in zijn overtuiging dat God hem in die functie wilde hebben.[28] In maart 1919 werden de directieleden op borgtocht vrijgelaten nadat een hof van beroep had geoordeeld dat zij ten onrechte waren veroordeeld; in mei 1920 kondigde de regering aan dat alle aanklachten werden geseponeerd.[29]

Na zijn vrijlating liep hij een zware longontsteking op, waarna hij nog slechts één goede long had.[30]

1925

Nadat het aantal leden door bovengenoemde ontwikkelingen van 1917 tot 1919 was afgenomen, volgde een explosieve toename in de periode van 1919 tot 1925. Een belangrijke oorzaak waren de verwachtingen omtrent het jaar 1925, zoals die geformuleerd werden in de campagne „Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven”. Op basis van een berekening van ’jubeljaren’ (gebaseerd op Three Worlds van Barbour en Russell) was Rutherford tot de conclusie gekomen dat het herstel tot het aardse Paradijs zou starten in 1925, gemarkeerd door de opstanding van „oude getrouwe” „vorsten” als Abraham, Jozef en David.[31]

Toen de verwachtingen voor het jaar 1925 niet uitkwamen, decimeerde de aanhang van de beweging.[32] Rutherford zei later tegen Fred Franz „dat hij een ezel van zichzelf had gemaakt inzake 1925”.[33]

„Verklaring van Feiten”

Toen het nazi-regime in 1933 aan de macht kwam, begon het de activiteiten van de Bijbelonderzoekers te verbieden. Veel bezittingen van het Wachttorengenootschap werden in beslag genomen, zodat Rutherford en Knorr zelfs persoonlijk naar Duitsland kwamen om te trachten deze het werk en de bezittingen veilig te stellen.[34] In een poging het tij te keren, en de nazi’s te verzekeren dat ze van de kant van de Bijbelonderzoekers geen tegenstand hadden te verwachten, stelde Rutherford een „Verklaring van Feiten” op. Alle hoge regeringsfunctionarissen moesten een exemplaar ontvangen. Deze „Verklaring van Feiten” was bedoeld om de kritiek van tegenstanders te weerleggen en het wantrouwen bij de nazi’s weg te nemen door het gezagsgetrouwe karakter van de Bijbelonderzoekers te benadrukken.

Daar de „Verklaring van Feiten” in beginsel aan de nazi-autoriteiten gericht was, werden alle middelen aangewend om een zo pro-Duits beeld als mogelijk was te schilderen, waarbij zelfs antisemitisch klinkende uitspraken niet werden geschuwd. Waar mogelijk probeert de „Verklaring” de overeenkomsten van de principes het Wachttorengenootschap met die van de nazi-regering te benadrukken. Sommige Bijbelonderzoekers in Duitsland waren ernstig teleurgesteld in de inhoud van de „Verklaring van Feiten”.[34]

Zie Declaration of Facts voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Laatste jaren

Nadat hij sinds 1919 nog slechts één goede long had, verbleef Rutherford regelmatig in de winter in Californië, waar het klimaat aangenamer was.[35] Iemand financierde de bouw van een grote villa, die de naam kreeg Beth Sarim. Rutherford leefde een groot deel van zijn laatste jaren in deze villa, waar hij nog verder aan artikelen en boeken werkte.[36]

Het gebouw was bovendien bedoeld om een waardige huisvesting te verschaffen aan de aartsvaders die uit de dood zouden verrijzen.

Op 8 januari 1942 overleed Rutherford op 72-jarige leeftijd na een lang ziekbed ten gevolge van dikke darm-kanker.[37] Doodsoorzaak was „uremie als gevolg van endeldarmkanker met uitzaaiingen in het bekken.”[38] Na hem werd Nathan Homer Knorr president van het Wachttorengenootschap.

Zie Beth Sarim voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Begrafenis

Rutherford had aan drie naaste medewerkers onthuld dat hij op het grondstuk van Beth Sarim begraven wou worden.[39] Aangezien Beth Sarim geen officiële begraafplaats was, ontstond hierdoor een juridisch probleem. Er werden meer dan 14 000 handtekeningen ingezameld om Rutherfords sterfbedwens te kunnen vervullen. Een rechtszaak werd opgestart maar verloren. Drie maanden na zijn overlijden werd hij, op 26 april 1942, begraven in een anoniem graf[40] op het Woodrow Cemetery in Rossville op Staten Island.[41] Deze begraafplaats lag naast de radiozender WBBR, van waaruit het Wachttorengenootschap toen radiouitzendingen verzorgde.

Het verhaal dat Rutherford in het geheim toch op het grondstuk van Beth Sarim zou zijn begraven, werd een „privé-gerucht” genoemd, „dikwijls als onwaar bewezen” en als een „mythe” beschouwd.[42][43][44]

Karakter en houding

Rutherford was een grote man die alleen al door zijn verschijning respect afdwong. Hij had een luide, diepe stem en leek in alles op een zuidelijke Amerikaanse senator.[45] Biografen beschrijven Rutherford als een krachtige spreker met een ongezouten en directe stijl. Hij ging met zijn vrienden om als een despoot en was meedogenloos richting zijn vijanden.[46] Hij was onderhevig aan stemmingen, was soms zo bot dat het grof was en had een explosief karakter dat hem zo nu en dan tot fysiek geweld dreef. Hij was zo overtuigd van zijn eigen (religieuze) opvattingen dat hij een ieder die hem tegenstond zag als aanhangers van de duivel.[47]

Vernieuwingen

Rutherford introduceerde heel wat organisatorische en leerstellige wijzigingen die vorm gaven aan het huidige geloof en de gebruiken van Jehovah’s Getuigen.[48][49] Hij voerde een gecentraliseerde bestuurlijke structuur in, die hij later ’theocratie’ noemde, verlangde van alle leden van de geloofsgemeenschap dat zij in de van-huis-tot-huis-prediking actief zouden zijn, waarbij zij hun activiteit op vaste tijdstippen moesten rapporteren.[50][51] Hij stelde 1914 vast als jaar van Christus’ onzichtbare wederkomst, stelde dat Christus aan een boom in plaats van aan een kruis stierf,[52][53][noot 2] formuleerde het huidige concept dat Jehovah’s Getuigen hebben van Armageddon als Gods oorlog tegen de goddelozen en herintroduceerde het geloof dat de komst van Christus' duizendjarige regering aanstaande was. Rutherford zette zich in om gebruiken af te schaffen die als vormen van afgoderij of schepselaanbidding werden beschouwd: het groeten van nationale vlaggen of het zingen van nationale volksliederen, het gebruik om een kruis- en kroon-pin op de kleding te spelden of om de sprekers op congressen op affiches met hun foto aan te kondigen.

Kerstmis

Terwijl Rutherford tijdens het weekend op dienstreis was, gaf Norman Woodworth een toespraak waarin hij de heidense oorsprong van Kerstmis uiteenzette. Sommige medewerkers van het hoofdkantoor waren onder de indruk van deze informatie. Toen Rutherford terugkwam, spraken hij (en Frederick Franz) zich dat jaar nog uit vóór het vieren van Kerstmis. Een jaar later gaf Rutherford aan Richard H. Barber de opdracht om een lezing van een uur te schrijven over het thema Kerstmis. Deze lezing, die eveneens redenen onder de aandacht bracht om Kerstmis niet te vieren, werd uitgezonden worden op het radionetwerk WBBR en werd als artikel gedrukt in het tijdschrift Golden Age (nr. 241) en een jaar later herdrukt (nr. 268). Vanaf toen werd Kerstmis niet meer gevierd op het hoofdbureau.[54]

Jehovah’s Getuigen en Koninkrijkszalen

In 1931 introduceerde Rutherford op een congres de naam „Jehovah’s Getuigen”, en in 1935 stelde hij tijdens een bezoek aan Hawaii voor om de nieuwgebouwde plaats van aanbidding „Koninkrijkszaal” te noemen, een term die nadien wereldwijd door Jehovah’s Getuigen werd gebruikt.[55]

Zingen

In 1938 werd het zingen op bijeenkomsten afgeraden,[56] en als gevolg werd er slechts heel weinig gezongen. Dit was enkel van kracht op plaatselijke bijeenkomsten. Op grote congressen werd wel degelijk gezongen, met orkestbegeleiding.[57] Een mogelijke reden was dat de inhoud van de gebruikte liederenbundel intussen sterk was gaan afwijken van wat men intussen geloofde. De liederen waren sinds 1905 (of zelfs 1890) hetzelfde gebleven. Er werd waarschijnlijk gewerkt aan een up-to-date liederenbundel.[57] Rutherford beleefde het nieuwe liederenboek niet meer, aangezien hij overleed in 1942, twee jaar voor de nieuwe liederenbundel werd uitgegeven.

Werken

Rutherford schreef 21 boeken en het Wachttorengenootschap rapporteerde in 1942 dat bijna 400 miljoen boeken en brochures van zijn hand waren verspreid.[58] [59] De historici William Whalen en James Penton hebben beweerd dat Rutherford voor Russell was, wat Brigham Young was voor de Mormonen profeet Joseph Smith. Penton stelt dat zowel Russell als Smith bekwame religieuze leiders waren, maar naïeve visionairs, terwijl Rutherford en Young „keiharde pragmatici [waren] die een mate van continuïteit gaven aan de bewegingen die zij domineerden”.[60]

Zie ook

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

Noten
  1. º William Henry Conley wordt dikwijls niet meegeteld, omdat Charles Taze Russell president werd toen het Wachttorengenootschap rechtspersoonlijkheid werd verleend.
  2. º Jehovah's Getuigen geloven ook nu nog dat Jezus aan een „paal”, niet aan een kruis uit twee balken, genageld werd.
rel=nofollow
Bronverwijzingen
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow