Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Beth Sarim
Beth Sarim („Huis van de Vorsten”) is een woning in Spaanse villastijl, die in 1929 in San Diego, Californië, werd gebouwd door leden van de Internationale Bijbelonderzoekers Vereniging (later bekend als Jehovah's Getuigen) met de bedoeling een waardige woonplaats te bieden voor de Bijbelse patriarchen van wie men de opstanding verwachtte.
Ligging
Het gebouw met tien slaapkamers is gelegen in de wijk Kensington Heights van San Diego, aan de Braeburn Road, nummer 4440. Het werd ontworpen door de architect Richard S. Requa in de stijl van een Spaanse villa en heeft garageplaats voor twee auto’s.[1] Het grondstuk bestrijkt ongeveer 0,4 km², en werd beplant met palmen en olijfbomen opdat de „vorsten” zich er thuis zouden voelen.
Doel
Nadat Joseph F. Rutherford uit zijn onrechtvaardige gevangenschap in 1918/19 werd vrijgelaten, liep hij een zware longontsteking op.[2] Hij had nadien slechts één goede long. Jarenlang ging Rutherford tijdens de winter naar San Diego omdat het klimaat daar aangenamer was. Zijn arts, dr. A. G. Eckols, gaf hem de dringende raad om in de winter permanent in Californië te blijven.[3]
Daarop financierde een aantal geloofsgenoten[4] in 1929 de bouw van „Beth Sarim”.[5] (Het geld werd specifiek met dat doel geschonken en kwam niet uit de kas van het Wachttorengenootschap.)[3][6][5] Rutherford aanvaardde het aanbod pas nadat hij erop aandrong dat het gebouw aan de Watchtower Society zou worden geschonken en zou worden gebruikt voor de de uit de doden herrezen aartsvaders, de oude getrouwen uit het voorchristelijke tijdperk, die „vorsten” zouden zijn in de „Nieuwe Wereld”.[3]
Rutherford leefde een groot deel van zijn laatste jaren in deze villa.
Twaalf winters lang gebruikten Rechter Rutherford en zijn medewerkers Beth Sarim. Het werd niet gebruikt als een vakantie-oord, maar als een winter-werkplaats. De boeken Vindication tot en met Kinderen werden hier geschreven, net als vele Wachttoren-artikelen en brochures. Bestuurlijke instructies voor bijkantoren overal op aarde werden ook verzonden vanaf Beth-Sarim gedurende de aanwezigheid van de Rechter daar. Op Beth Sarim voltooide Rechter Rutherford het materiaal voor het Jaarboek 1942, het laatste werk voor zijn dood. Hij dicteerde het materiaal vanaf zijn sterfbed.[7] |
Hij overleed er in 1942.[7]
Het Wachttorengenootschap verlaarde ook dat „Beth-Sarim was gebouwd met geldmiddelen die rechtstreeks voor dat doel waren geschonken. Volgens de akte, die onverkort in „The Golden Age” van 19 maart 1930 werd gepubliceerd, werd dit eigendom eerst aan J. F. Rutherford en vervolgens aan het Wachttorengenootschap overgedragen.” In een boek uit 1939 werd uitgelegd: „Het doel, waartoe dit eigendom verworven en het huis gebouwd werd, was: eenig tastbaar bewijs te hebben, dat er heden menschen op aarde zijn, die ten volle gelooven in God en Christus Jezus en in Zijn Koninkrijk, die gelooven dat de getrouwe mannen uit het verleden weldra door den Heere opgewekt worden en op de aarde zullen terugkeeren, om de leiding over de zichtbare aangelegenheden der aarde op zich te nemen.”[8]
Rutherfords begrafenis
Rutherford had aan drie naaste medewerkers onthuld dat hij op het grondstuk van Beth Sarim begraven wou worden.[9][10] Volgens Consolation „keek Rechter Rutherford uit naar de snelle triomf van ’de Koning van het Oosten’, Christus Jezus, die nu de legerscharen aanvoert en wenste hij bij zonsopgang begraven te worden met zijn gezicht naar de zon, in een geïsoleerd stukje grond dat bestuurd zou worden door de vorsten, die uit hun graf zouden terugkeren.”[11] Aangezien Beth Sarim geen officiële begraafplaats was, ontstond hierdoor een juridisch probleem. Jehovah’s Getuigen zamelden daarom in een petitie meer dan 14 000 handtekeningen in om Rutherfords sterfbedwens te kunnen vervullen. Hayden C. Covington, de advocaat van het Wachttorengenootschap, begon hierom een rechtszaak, maar deze werd verloren. Uiteindelijk werd Rutherford, na een uitstel van drie-en-een-halve maand, op Staten Island begraven.[12]
Verkoop
Enkele jaren na de dood van Rutherford verkocht het Wachttorengenootschap Beth Sarim, omdat „het . . . zijn doel volledig gediend [had] en vormde nu slechts een monument dat behoorlijk duur was in het onderhoud; ons geloof in de terugkeer van de mannen uit de oudheid, die door de Koning Christus Jezus tot vorsten op de GEHELE aarde (niet slechts in Californië) gemaakt zullen worden, is niet op dat huis Beth-Sarum gebaseerd, maar op Gods Woord van belofte.”[13][6]
Het huis is nu in privébezit en werd door San Diego geregistreerd als historisch gebouw.[14]
Bron
|