Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Verovering van Soerian

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Leeswaarschuwing   Onderstaande tekst is gebaseerd op bronnen uit de 19de eeuw. (Publieke domein)
De tekst geeft hierdoor de zienswijzen van die tijd weer.


rel=nofollow

De Verovering van Soerian op 26 juli 1874 betrof de succesvolle verovering door het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger van de Atjehse benteng Soerian te Atjeh. Te Soerian zou direct na de verovering door de genie een Nederlandse benteng worden gebouwd die deel zou gaan uitmaken van de Westerlinie van de Linie van Pel. Dit was een verdedigingslinie rondom de kraton te Kota Radja.

Aanleiding

Ten zuiden van de oude Sultansweg, die Oleh-leh met Kota Radja verbond, lag de Atjehse kampong Soerian, een van de brandpunten van de vijand. Gedurende de moesson, wanneer de Atjeh-rivier vrijwel niet te bevaren was, moesten de transporten zich noodzakelijkerwijze over land langs deze weg verplaatsen en werden ze voortdurend door de vijand verontrust. Men wilde trachten de kampongs Setoe, Poengej Blang Tjoet, Poe Oe en Soerian te veroveren, ten einde door het aanleggen van posten aldaar een meer voorwaarts gelegen stelling en wat terreinwinst te verkrijgen, waardoor het gebied van Marassa en het contact tussen de kraton en het zeestrand beter beschermd kon worden. Op 26 juni 1874 had gouverneur-generaal Loudon een plan goedgekeurd voor de aanleg van het Atjeh Spoor met een spoorbreedte van 1067 mm tussen de kraton en het zeestrand te Oleh Leh. Soerian bestond uit een aaneenschakeling van versterkingen, maar volgens inlichtingen had de vijand de meeste posten verlaten. De vanuit de Nederlandse post Blang Oë gezonden nachtelijke patrouilles bevestigde deze geruchten. generaal-majoor Pel besloot met zijn gehele beschikbare troepenmacht van deze gunstige gelegenheid gebruik te maken.

Verovering

Bestand:MWO Phaff M A E cbg02.jpg
Maurits Adriaan Emile Phaff

Op 26 juli 1874 om 4 uur in de morgen marcheerden een colonne onder leiding van majoor der infanterie E.B.A. Groos vanuit Kota Radja naar de post Blang Oë bestaande uit:

Aangekomen bij de post Blang Oë verenigde de colonne zich met het rechter halve 2e bataljon infanterie, bestaande uit 2 compagnieën Afrikanen onder leiding van majoor M.A.E. Phaff, kapitein A.W.H. Perelaer, 1e luitenant J. van Wijk, 2e luitenant Krijgsman en de 2e luitenant T. van der Zee. Hier werd de troepenmacht opgesplitst in een aanvals- en een reservecolonne. De reservecolonne (1½ infanterie compagnie sterk) onder leiding van majoor Groos zou te Blang Oë stelling nemen terwijl de aanvalscolonne onder leiding van majoor Phaff Soerian moest gaan overmeesteren. Tegen 7 uur klonk het signaal voorwaarts en zette de aanvalscolonne zich in beweging. De mars werd zeer bemoeilijkt door de vele paggers (dicht begroeide heggen). Eindelijk bereikte de colonne de kampong Lang Djabat, ongeveer 100 meter van Soerian, waar majoor M.A.E. Phaff de voorhoede halt liet houden. De artillerie werd in stelling gebracht om de vijandelijke versterkingen te beschieten en de infanterie in zijn opmars te dekken. De majoor der artillerie T.J.A. van Zijll de Jong, die vrijwillig de dienst van batterijcommandant op zich had genomen, richtte zelf met de meeste juistheid en kalmte de stukken. Rechts van de artillerie gaf een peloton Afrikanen salvo's. Vervolgens gaf majoor Phaff opdracht aan de aanvalscolonne om zich richting Soerian te begeven. De klein voorgroep onder leiding van luitenant T. van der Zee deed een poging om de versterking aan de achterzijde te beklimmen maar werd teruggeslagen. Hierbij raakte luitenant Van der Zee zwaargewond en kon nog ternauwernood in veiligheid worden gebracht.

Kapitein A.W.H. Perelaer, die te hulp schoot, opende tirailleur en gelederenvuur, dat door geschuts- en geweervuur uit de bentengs beantwoord werd en besloot op de hoofdtroep te wachten om de versterking te bestormen. Nadat de hoofdtroep was aangekomen, werd besloten om het centrum van de vijand te nemen en daardoor de beide andere bentengs te neutraliseren. De artillerie kreeg opdracht om haar vuur geheel op de middelste benteng te richten. Ondertussen werd de gehele benteng omsloten. Nadat een groep van 21 mineurs onder leiding van 1e luitenant der genie Van Denzsch een doorgang in de chicanes had bewerkt, werd de vijand tot tweemaal toegeroepen om zich over te geven, een diep verachtelijk tida! (nee!) was zijn antwoord. Majoor Phaff achtte het ogenblik daar om een tweede stormaanval te doen en de hoornblazer gaf het signaal attaqueeren. Terwijl kapitein A.W.H. Perelaer met enige Afrikanen de zuid-face beklom, deed de 2e luitenant Krijgsman dit aan de oostzijde en de 1e luitenant J. van Wijk met een peloton Afrikanen tegen de noordelijke. Krijgsman zag zich bij het binnendringen van de benteng plotseling door twee Atjehers aangevallen, maar een Afrikaan drong voorwaarts, sloeg een van de aanvallers met de kolf neer en reeg de ander aan de bajonet. De wilde kreten van de Afrikanen overstemde zelfs het geschetter van de signaalhoorns en het krijgsgegil van de Atjehers. De adjudant onderofficier B. van Weenen werd het vaandel uit zijn hand geschoten; hijzelf stortte neer, met een kogel in de borst. Kort was het nu volgende gevecht van man tegen man. Wat door geweervuur was gespaard, werd met de bajonet afgemaakt. Kapitein A.W.H. Perelaer, die getracht had, zelf met een bijl de poort te openen en als door een wonder de kogels ontkwam, was met de sergeant Vorsterman van Ooijen en gevolgd door enige Afrikanen ongeveer gelijktijdig met 2e luitenant Krijgsman binnen de benteng gedrongen en weldra wapperde de Nederlandse driekleur in Soerian.

Nabeschouwing

Van de gehele Atjehse bezetting was slecht een man ontkomen. De grond was bezaaid met lijken en bood een vreselijk schouwspel. Onder de gesneuvelde Atjehers telde men vele aanzienlijke hoofden. Maar ook aan Nederlandse zijde waren de verliezen aanzienlijk. Onder de officieren waren kapitein Perelaer, 1e luitenant J. van Wijk, 2e luitenant H. Krijgsman gewond en waren 54 soldaten gedood of gewond. Luitenant T. van der Zee, die zwaargewond werd bij de eerste bestorming, was zwaargewond naar de ambulance gedragen. Na maanden in het hospitaal te Atjeh te zijn verpleegd, werd hij uiteindelijk in Nederland alsnog afgekeurd en zou hij uiteindelijk zelfs burgemeester van Enschede worden. Gedurende de verovering van Soerian op de Atjehers zouden de West-Afrikaaners hun visitekaartje afgeven bij de Atjehers. De Atjehers noemden hen de Orang Blanda Itam, ofwel de zwarte Hollanders. Naast de Militaire Willems-Orde aan Afrikaans fuselier T. Tak werd de bronzen medaille voor Moed en Trouw uitgereikt aan de Afrikaanse sergeant J. Noudjedij en aan de Afrikaanse soldaten J. Hat, W. Muil en W. Bamberg, terwijl W. Zwol en T. Zaal een eervolle vermelding kregen. Een groot aantal officieren en manschappen werd later per Koninklijk Besluit van 4 april 1875 nummer 22 voor getoonde dapperheid benoemd tot ridder der Militaire Willems-Orde 4e klasse:

Bestand:Perelaer, AWH (2), 1837-1893.jpg
Antonius Wilhelmus Hubertus Perelaer
  • Majoor der infanterie M.A.E. Phaff
  • Majoor der artillerie F.J.A. van Zijll de Jong
  • Kapitein der infanterie A.W.H. Perelaer
  • 1e luitenant der infanterie G.J.V. Vinkhuizen (check of heeft meegedaan)
  • 1e luitenant der infanterie J. van Wijk
  • 1e luitenant der genie H.A.E. van Dentzsch
  • 2e luitenant der infanterie T. van der Zee
  • 2e luitenant A. van den Brandeler (check of heeft meegedaan)
  • Adjudant onderofficier B. van Weenen (no. 63584)
  • Sergeant F.A. van Bijlevelt (check of heeft meegedaan)
  • Sergeant C.F. Vosterman van Oijen (no. 62458)
  • Fusilier C. Hoffmans (check)
  • Kannonnier 1e klasse J.L.A. Loose (no. 65110)
  • Afrikaans fuselier T.Tak

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • Schetsen uit den Atjeh Oorlog, J.P. Schoemaker blz 15-24.
  • Booms I Blz 354-365.
  • Borel blz 176-177.
rel=nofollow
rel=nofollow