Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Verovering van Lam Poeloe

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Leeswaarschuwing   Onderstaande tekst is gebaseerd op bronnen uit de 19de eeuw. (Publieke domein)
De tekst geeft hierdoor de zienswijzen van die tijd weer.
rel=nofollow

De Verovering van Lam Poeloe op 20 juni 1874 betrof de succesvolle verovering door het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger van de Atjehse benteng Lam Poeloe te Atjeh. Te Lam Poeloe zou na de verovering door de genie een Nederlandse benteng worden gebouwd die deel zou gaan uitmaken van de Oosterlinie van de Linie van Pel. Dit was een verdedigingslinie rondom de kraton te Kota Radja.

Aanleiding

In Groot-Atjeh was geen spoor van toenadering te bekennen; met de vijand werd op 20 juni 1874 een hardnekkig gevecht gevoerd om een aantal punten die door de Nederlandse troepen bezet moesten worden om de vrije vaart op de Atjeh-rivier te herstellen. De vijand, naar schatting 3.000 Pedirezen, had stelling genomen in de kampongrand van Lam Poeloe en in de dichtbegroeide rand van het oude bivak te Penajoeng. De toestand ten noorden van Kota Radja mocht na het bezetten van Lemboe en Kota-Alam redelijk zijn, Longbatta zuidoostwaarts was stevig versterkt en het hoofd daarvan dacht niet aan overgave.

Verovering

Op 20 juni om 5 uur 's ochtends rukte de hele beschikbare troepenmacht uit naar Lam Poeloe, waaronder de majoor der infanterie J.G. Scharp met het halve 9e bataljon infanterie. Al spoedig werd de colonne door de vijand beschoten. Hierop werd de vijand geheel uit de langs de rivier gelegen versterkte heuvels verdreven en werden hun versterkingen door de colonne bezet. Hierbij raakten 27 minderen gewond; aan vijandelijke zijde sneuvelden in de versterkte punten twee tegenstanders. Een ijzeren kanon, vier vaatjes infanteriepatronen en een grote hoeveelheid gereedschappen werden buitgemaakt. Even buiten die versterkingen werden nog zeven gesneuvelden gevonden. De vijand werd vervolgd en menig infanterie-salvo nagezonden, waardoor hem gevoelige verliezen moeten zijn toegebracht. Om 10 uur marcheerde de eerste compagnie van het rechterhalve derde bataljon infanterie uit Pakan-Atjeh, om met twee mortieren de veroverde stelling te bezetten, waarna de colonne Scharp terugkeerde. De vijand vluchtte in zuidelijke richting en opende, na de benteng te Penajoeng en de loopgraven-wacht eenigzins verontrust te hebben, een sterk geweervuur op Pakan-Atjeh en Kota-Radja, waarbij de eerste luitenant J. van Vulpen binnen Pakan-Atjeh lichtgewond werd. De vijand werd hier verdreven. De hele voormiddag werden ook de tot bescherming van Marassa aangelegde posten ernstig beschoten.

Nabeschouwing

Ten einde de vijand het doordringen naar de rivier te beletten, werd op 23 juni op circa 400 passen noordwaarts van tijdelijk bezette positie te Lam Poeloe, een wachthuis met plaats voor 1 officier en 25 bajonetten gebouwd. Het omliggende terrein werd zoveel opengekapt. Bij de kampong Lam Poeloe zou later een gedenknaald worden geplaatst met de tekst ter herinnering aan onze wapenbroeders 1874-1875 (locatie Oedj. Peunajong). Per Koninklijk Besluit van 12 januari 1875 no. 10 werden de volgende militairen voor hun dapperheid benoemd tot ridder der Militaire Willems-orde 4e klasse:

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • Atsjin, De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad 25-07-1874
  • Couvee, blz. 390.
  • 1878. G.F.W. Borel. Onze vestiging in Atjeh Critisch Beschreven. Den Haag. Thieme. bladzijde 154-155.
rel=nofollow
rel=nofollow