Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Van der Meer de Walcheren
Van der Meer de Walcheren is een Nederlands geslacht waarvan leden sinds 1890 tot de Nederlandse adel behoren[1].
De familienaam, eertijds ook geschreven als 'Van der Meer de Walchren', is een samentrekking van de namen van de geslachten 'Van der Meer' en 'Van Walcheren' en wordt voor het eerst gebruikt in 1761 als Isaac van der Meer (Woudrichem, 13 oktober 1731 - Tongerlo, 14 februari 1807) zich bij de Leidse Universiteit inschrijft onder de naam 'Isaac van der Meer de Walcheren'.
De namen van de respectieve geslachten 'Van der Meer' en 'Van Walcheren' zijn ouder.
Het geslacht Van der Meer kwam al in de 15de eeuw voor en de naam werd gedragen door families van Delftse magistraten. Deze hadden bezittingen rond Alkmaar en het geslacht kan van Kennemer of West-Friese oorsprong zijn.
De familienaam 'Van Walcheren' werd in de 17de eeuw gevoerd door de familie van de Brielse burgemeester Willem van Walcheren en impliceert Zeeuwse oorsprong.
Ze komt voor in een oorkonde uit 1324 waarin staat dat "Graaf Willem III, die Jan van Walcheren, knecht van zijn bottelrie, toestemming had gegeven tot de verkoop als vrij erf van het vroonland te Sloteree en Sloterweg waarmee hij hem eerder had begiftigd" [2].
Hoewel de Brielse Willem van Walcheren eveneens gegoed was, is het allerminst zeker dat hij afstamt van Jan van Walcheren.
Geschiedenis
De vroegste bronnen van de familie Van der Meer dateren uit de 15de eeuw en de stamreeks begint met mr. Willem Willemsz. van Alcmaer ([1494]-1543). Hij studeerde te Keulen, Orléans en Leuven waarna hij advocaat bij het Hof van Holland werd. Op 35-jarige leeftijd werd hij pensionaris van Delft. Vervolgens was hij raad en procureur-generaal aan het Hof van Utrecht en het Hof van Holland en tevens kanselier van het hertogdom Gelre. Hij huwde in 1520 met Anna Stalpaert van der Wiele, dochter van Jacob Adriaens Stalpaert van der Wiele (1465-1537), heemraad van Delfland, schout en baljuw van Den Haag en Wassenaar, rentmeester van de heer van Wassenaer en lid van de Grote Raad van Mechelen, en Maria Jansdr. [van Montfoort gezegt van Arkel][3].
Zijn zoon Pieter (1534-1616) nam als eerste van zijn geslacht de naam Van der Meer aan. Hij huwde Ursula van Rhenoy, begraven te Den Haag 22 juni 1563, dochter van mr. Gerard Arnoutsz. van Rhenoy, heer van Spijck, eerste rekenmeester van Holland en landrentmeester-generaal van Gelre, en Anna Collaartsdr. de Potis. Hij huwde in tweede echt Maria van der Goes (geboren rond 1531), dochter van Adriaen van der Goes (1505-1560), pensionaris van Delft, en Anna Laurensdr. [van Spangen] (1498-1548)[4]. Pieter was als student in 1549 te Leuven ingeschreven en werd advocaat en raadsheer van het Hof van Holland. Als pensionaris van Delft had hij zitting in de Staten van Holland en was hij lid van vele commissies uit de Staten. Hij was betrokken bij het ontwerpen van de voorwaarden waarop prins Willem van Oranje als graaf van Holland en Zeeland in 1583 zou worden ingehuldigd, als adviseur van de gecommitteerde tot de administratie van den sterfhuize van prins Willem van Oranje in 1584 en in 1585 als voorbereider van het gezantschap tot aanbieding der soevereiniteit van de Republiek aan koningin Elizabeth I van Engeland. Hij was gegoed onder Bergen (NH) en te Alkmaar.
De zoon van Pieter en Maria van der Goes, Abraham van der Meer, werd in 1584 te Delft geboren[5]. Hij was lid van de veertigraad en weesmeester in Delft en van 1621 tot 1638 raadsheer van het Hof van Holland. Hij huwde eerst in 1609 met Anna Duyck (†1614), dochter van Adriaan Duyck, heer van Oudcarspel en in Koedijk, secretaris van de Staten van Holland. Nadat Anna in 1614 overleed, hertrouwde hij in 1624 met Maria van den Corput (1603-1671), dochter van Johan Anthonisz. van den Corput, schepen van Breda en rentmeester van Hooge en Lage Zwaluwe, en Maria Buijsen. Abraham overleed in 1638 te Den Haag en is meerdere malen afgebeeld, waaronder middels een gravure uit 1626. Daarop draagt hij een medallion met een miniatuur van zijn echtgenote Maria van den Corput. De gravure is in het bezit van het Rijksmuseum te Amsterdam[6].
De zuster van Maria die in het medallion is afgebeeld, Anna Johansdr. van den Corput (1599-1645), huwde Jacob de Witt (1589-1674), houthandelaar, burgemeester en regent van Dordrecht. Hun zonen Cornelis en Johan de Witt werden tijdens het Rampjaar 1672 in de Haagse gevangenpoort door Orangisten op gruwelijke wijze afgeslacht.
De zoon van Abraham van der Meer en Anna Duyck, Willem van der Meer (1613-1668), werd advocaat bij het Hof van Holland en hij huwde in 1633 met Margaretha Vallensis (van den Dael)[7]. Ze was de dochter van Jacobus van den Dael (1570-1644) die zijn familienaam latiniseerde. Hij was deken van het gilde van chirurgijnen en lijfarts van de prinsen Maurits en Frederik Hendrik van Oranje. Jacobus Vallensis was gehuwd met Margaretha van Clootwijk (1580-1662) en de portretten die Michiel Jansz. van Mierevelt van hen maakte, behoren nu tot de collectie van het Metropolitan Museum of Art in New York[8][9].
Willems zoon Abraham werd in 1639 te Den Haag geboren en was secretaris van respectievelijk Monster, Woudrichem en het Land van Altena. Bij sententie van het Hof van Holland werd hij in 1661 "als geboren edelman tot de jacht gerechtigd verklaard". Hij huwde in 1664 met Johanna Mouthaan, dochter van Hugo Mouthaan, ontvanger-generaal van Holland en West-Friesland, en Lucretia Vermeulen.
De zoon van Abraham, Hugo van der Meer (1669-1750), gedoopt te Monster en aanvankelijk werkzaam bij de VOC-Kamer Amsterdam, volgde zijn vader op als secretaris van Woudrichem en het Land van Altena. Hij huwde in 1720 met Maria van Walcheren (1694-1734).
Maria was een dochter van Isaacq van Walcheren (1668-1720), burgemeester van Woudrichem. Hij was een zoon van de Brielse burgemeester Willem van Walcheren (1652-1686) en de uit Den Haag afkomstige Margrieta Noormans. De moeder van Maria van Walcheren, Bertruijda van Oversteegh (±1670-1722), was dochter van de auditeur-militair Adriaen van Oversteegh uit het Land van Altena, die gehuwd was met Maria Cremer, geboren in 1639 te Zutphen en telg uit een Zutphense regentenfamilie.
Hun zoon Isaac van der Meer (1731-1807), geboren te Woudrichem, was nog maar een paar jaar oud toen zijn moeder stierf. Hij groeide op bij haar zuster Adriana Margaretha van Walcheren (1690-1762) die gehuwd was met Anthony Hoppenbrouwer (1677-1757), advocaat bij het Hof van Gelre te Arnhem en secretaris van het Scholtambt van Zutphen. Dit huwelijk bleef kinderloos en Isaac werd haar erfgenaam. Uit erkentelijkheid en respect nam hij de naam Van der Meer de Walcheren aan. Hij promoveerde in de rechtsgeleerdheid in 1754 te Leiden en werd advocaat te Zutphen. Door huwelijk met Anna Christina Vles (1740-1806), weduwe van de Zutphense burgemeester Arnoldus Hendrik Wentholt (1731-1762), verwierf hij huis Tongerlo en werd drost van Lichtenvoorde. Hij woonde er tot zijn dood en werd in Lichtenvoorde geëerd met een straatnaam.
De kleinzoon van Isaac, jonkheer Hugo van der Meer de Walcheren (1810-1896), generaal-majoor der artillerie, werd bij Koninklijk Besluit van 3 februari 1890 met al zijn nakomelingen verheven in de Nederlandse adelstand.
Heraldiek
Het blazoen van de familie 'Van der Meer de Walcheren' wordt al minstens sedert de 16de eeuw door verschillende takken van het geslacht 'Van der Meer' gevoerd. Het toont overeenkomsten met de familiewapens van verwante geslachten als 'Tetrode', 'Brasser', 'Vermeer', 'Van der Meer van Cranenborg', 'Van der Meere de Cruyshautem' en 'Van der Meer van Kuffeler' en met het gemeentewapen van Bloemendaal.
Heraldische beschrijving | ||
---|---|---|
Wapenschild | Drie groene meerbladeren op zilveren achtergrond. | |
Helm | Een aanziende steekhelm. | |
Kroon | Een ridderkroon. | |
Helmteken | Een groen meerblad van het schild, tussen twee zilveren olifantstrompen, uit elk waarvan een meerblad als van het schild, maar gesteeld, komt. | |
Dekkleed | Groen, gevoerd van zilver. | |
Wapenspreuk | "CRESCENDO EMERGIMUS", in gotische zwarte letters - de hoofdletters C en E rood - op een zilveren lint. |
De familie Van der Meer (de Walcheren) voert drie meerbladen (Nuphar lutea) in haar wapenschild. Het meerblad is het embleem van Waarheid en Trouw. Het blad verkondigt in de wapensymboliek, kuisheid, vreugde en scherpzinnigheid. Dat ze Trouw vertolken, komt doordat de bladeren als het ware beschermend over het water uitgespreid worden, waarmee wordt aangeduid dat ook de wapenvoerder voor de bescherming van het vaderland en voor het hooghouden van de eerbare naam, waarin uiteindelijk de deugd wortelt, zal instaan. Het begrip Waarheid ligt ingesloten in de hartvorm van de plant.[10].
De wapenspreuk "Crescendo Energimus" is Latijn en betekent letterlijk "Al wassend, stijgen we" of "Door groei, ontstaan we" en het duidt dat men moet blijven exploreren en open staan voor meningen van anderen om tot een beter inzicht en oordeel te komen. Door wijsheid te vergaren 'groeien' om te kunnen 'stijgen'; men is nooit te oud of te slim om te leren[11]"[12].
Enkele telgen
- Isaac van der Meer de Walcheren (1731-1807), advocaat en landdrost van Lichtenvoorde; huwde in 1766 met Anna Christina Vles (1740-1806)
- Johannes van der Meer de Walcheren (1770-1843), militair en landdrost van Lichtenvoorde, verkocht het huis en landgoed Tongerlo; ongehuwd
- Abraham Willem van der Meer de Walcheren (1771-1811), kapitein der artillerie; huwde in 1805 met Adriana Halder (1784-1867). Adriana hertrouwde in 1831 met Pieter van der Meer (1796-1879), kleinzoon van de broer van Isaac van der Meer de Walcheren (1731-1807), Diederik Adriaan van der Meer (1722-1804)
- Jhr. Hugo van der Meer de Walcheren (1810-1896), generaal-majoor; huwde in 1842 met Elisabeth Johanna Oswaldina Maria d'Aumerie (1819-1908)
- Jhr. Gideon Willem Hugo van der Meer de Walcheren (1847-1878), (vice-)consul van Sint George d'Elmina; ongehuwd
- Jhr. Petrus Balthazar Albertus van der Meer de Walcheren (1849-1915), wijnkoper; huwde in 1876 met Maria Gijsberta de Jong (1854-1909)
- Jkvr. Maria Gijsberta van der Meer de Walcheren (1879-1947), pianiste; huwde in 1902 met Dirk Hidde Nijland (1881-1955), kunstschilder. Hun zoon Dirk Volker Nijland (1914-1985) huwde Charly Annie Fernhout (1916-1956), dochter van kunstenares Charley Toorop (1891-1955). Dirk Hidde Nijland hertrouwde in 1947 Mea Verwey, dochter van letterkundige Albert Verwey
- Jhr. Petrus Balthazar Albertus van der Meer de Walcheren (1880-1970), auteur, uitgever, letterkundige en monnik; huwde in 1902 met Christine Wilhelmine Françoise Joséphine Verbrugghe (1876-1953), kunstschilderes
- Jkvr. Anne Marie Veronique Martine van der Meer de Walcheren (1912-1976), religieuze in de orde der benedictinessen en kunstschilderes en leerling van Marc Chagall en Otto van Rees; ongehuwd
- Jkvr. Benjamine van der Meer de Walcheren (1881-1927), vocaliste; huwde in 1902 met prof. dr. h.c. Georg Kolbe (1877-1947), toonaangevende Duitse beeldhouwer en hoogleraar aan de 'Preußische Akademie der Künste zu Berlin'
- Jhr. Adriaan Oswald Antonius van der Meer de Walcheren (1856-1919), burgemeester en secretaris van Berkel en Rodenrijs; huwde in 1888 met Helena Gerardina van Voorthuijsen (1866-1917). Van hen stammen alle nu nog levende telgen van het adellijke geslacht
- Jhr. Johannes Leonard van der Meer de Walcheren (1900-1952); huwde in 1941 met Hermine Mathilde Westerouen van Meeteren (1906-1983)
- Jhr. Petrus Hugo Willem van der Meer de Walcheren (1904-1977), N.H. predikant te Antwerpen en Etten, laatstelijk legerpredikant; huwde in 1948 met Cornelia Johanna Christina barones Quarles van Ufford (1919-2001).
- Jhr. Hugo van der Meer de Walcheren (1810-1896), generaal-majoor; huwde in 1842 met Elisabeth Johanna Oswaldina Maria d'Aumerie (1819-1908)
- Dirk Adriaan van der Meer (1735-1804), luitenant in het regiment van Onderwater; huwde in 1763 Davina Papet (1737-1803)
- Jacobus van der Meer (1765-1816); notaris te Den Haag; huwde Geertruijda Beverburg (geboren 1768)
- Pieter van de Meer (1796-1879); huwde in 1831 met Adriana Halder (1784-1867), weduwe van Abraham Willem van der Meer de Walcheren (1771-1811).
- Jacobus van der Meer (1765-1816); notaris te Den Haag; huwde Geertruijda Beverburg (geboren 1768)
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º Nederland's Adelsboek 88 (1999), p. 213-223
- º Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345
- º Beschryving van 's Graven-Hage, behelzende deszelfs oorsprong, benaming, gelegentheid, uitbreidingen, onheilen en luister - Jacob de Riemer, Delft/Den Haag 1730-1739, p. 36/37
- º Hollandse Genealogische Databank - Mr. Pieter van der Meer (1534-1616)
- º Hollandse Genealogische Databank - Mr. Abram Pietersz. van der Meer (1584-1638)
- º Rijksmuseum Amsterdam - Portret van raadsheer Abraham van der Meer - Gerardus Joannes Vossius, 1626
- º Heraldisch Bureau Nagtegaal - H.M. Morien en H.K. Nagtegaal - Vallensis
- º The Metropolitan Museum of Art - Jacob van Dalen, genaamd Vallensis - Michiel Jansz. van Mierevelt, 1640
- º The Metropolitan Museum of Art - Margaretha van Clootwijk - Michiel Jansz. van Mierevelt, 1639
- º Curtis botanical magazine - Friezen
- º Ancestry Aid Genealogy & Family History Community - Family Crest Meaning
- º Wapenregister van de Nederlandse adel. Hoge Raad van Adel 1814-2014. Zwolle, 2014, p. 412.