Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

René De Clercq

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

René Desiderius De Clercq (Deerlijk, 14 november 1877Sint-Maartensdijk, 12 juni 1932) was een Vlaams dichter, schrijver, componist en politiek activist.

Levensloop

Familie

René De Clercq[1] werd geboren te Deerlijk op 14 november 1877. Zijn geboortehuis, dat toen de herberg Het Damberd was, werd later ingericht als museum. Zijn vader, Carolus-Ludovicus Declercq (1831–1893), was herbergier, touwslager en een kleine vlashandelaar. Hij verzorgde de hele vlasbewerking vanaf het zaaien tot het zwingelen. Van het afval werden ’s winters touwen gemaakt. Carolus-Ludovicus Declercq hertrouwde na de dood van zijn eerste echtgenote, Cordula D’Heygere, met Pauline Gheysens (1836–1906), die de moeder van René De Clercq werd. Van de zestien kinderen van Carolus-Ludovicus was René de op één na jongste. Nadat Rachel, het jongste kind, geboren was, verhuisde de familie naar de herberg De Valke, op de hoek van de Harelbekestraat en de Kleine Pontstraat, nu de Commandant Edmond Ameyestraat.

Opleiding

René De Clercq ging in 1896 aan de Universiteit van Gent geneeskunde studeren. Hij wisselde al spoedig naar Germaanse filologie. Via Emmanuel De Bom raakte De Clercq betrokken bij het literaire tijdschrift Van Nu en Straks en in 1901 was hij voorzitter van het Taalkundig Studentengenootschap Rodenbach's Vrienden, dat Julius Mac Leod steunde in zijn strijd voor vernederlandsing van de universiteit. In het literaire blad Jong Vlaanderen publiceerde hij het essayKrachtstorm”, over de ontvoogding van het cultuurarme Vlaanderen.

In zijn studententijd schreef hij het gedicht Tineke van Heule als een vriendelijk bedoelde parodie op een vriendin van zijn zus.

Na zijn promotie in 1902 ging hij les geven in Nijvel, Oostende en Gent. Samen met Gustaaf De Smet stichtte hij in Gent het Algemeen Kunstverbond voor Beide Vlaanderen op, een culturele vereniging voor de kunst der letteren en beeldende kunsten.

Op 25 augustus 1903 trouwde René De Clercq te Ingooigem met Marie Louise Delmotte, geboren op 23 december 1878. Het huwelijk werd ingezegend door pastoor Hugo Verriest. Zijn eerste echtgenote overleed na korte ziekte op 11 oktober 1909. Op 30 mei 1910 hertrouwde De Clercq met Alice Delmotte, de zus van Marie Louise, geboren in Ingooigem in 1882.

Eerste Wereldoorlog

De Duitse inval in augustus 1914 bracht De Clercq ertoe te vluchten naar Nederland, waar hij aan de Belgische School in de Van Ostadestraat in Amsterdam les ging geven.

Hij werd redacteur van het literaire tijdschrift De Vlaamsche Stem, dat in februari 1915 werd opgericht door Vlaamse inwijkelingen in Nederland. Aanvankelijk probeerde deze krant loyaliteit aan de Belgische staat te combineren met met de strijd voor de Vlaamse ontvoogding. In mei 1915 werd het blad met Duitse financiële hulp overgenomen door de Groot-Nederlandsgezinde Carel Gerretson, en geraakte onder invloed van het Vlaams activisme. Op 11 juli stuurde hoofdredacteur Alberik Deswarte een telegram aan Koning Albert I om te pleiten voor de eentaligheid van Vlaanderen. Hierop kwam een negatief antwoord. Dit motiveerde De Clercq om zich in te zetten voor het Vlaams activisme. Toen het blad in augustus 1915 pleitte voo Vlaamse onafhankelijkheid, viel de oude redactie uiteen.

Het blad, waarvan hij en Antoon Jacob inmiddels de hoofdredacteurs waren, ontpopte zich als een anti-Belgisch blad. Koning Albert I ontnam daarop De Clercqs onderwijsbevoegdheid door middel van een Koninklijk Besluit van achter het IJzerfront. Toen het blad niet meer door de censuur van de geallieerden werd doorgelaten en bijgevolg niet meer tot aan het IJzerfront geraakte, moest de uitgave in 1916 wegens geldgebrek worden stopgezet.

De uit Nederland afkomstige dominee Jan Derk Domela Nieuwenhuis Nyegaard uit Gent haalde De Clercq in 1916 over om lid te worden van Jong-Vlaanderen. Door zijn bijdragen aan het ballingentijdschrift Dietsche Stemmen, waarin de Groot-Nederlandse gedachte uitvoerig bejubeld werd, had De Clercq de aandacht getrokken. Hij publiceerde eind 1915, begin 1916 in dit blad een hekelschrift over de Belgische regering in ballingschap in Le Havre, „Havere tegen Vlaanderen”. In 1916 werd hij redacteur van De Toorts, een blad dat tot doel had het Vlaams activisme, dat in Nederland als collaboratie gezien werd, te ondersteunen. De Clercq werd bestuurslid van het „tijdelijk in Holland gevestigde” „Nationaal Vlaamsch Komiteit tot Verdediging van de Vlaamsche Zaak in België”. Begin 1917 stuurde deze „Komiteit” een telegram aan de Amerikaanse president Wilson en een brief aan de Belgische premier Charles de Broqueville om de Vlaamse kwestie te bepleiten. In mei 1917 ging het comité op in de „Dietsche Bond”.

Toen in mei 1917 de Raad van Vlaanderen werd opgericht, besloot De Clercq terug te keren naar Vlaanderen. Vanaf juli 1917 was hij lid van de Raad van Vlaanderen en opteerde voor een zelfstandig Vlaanderen dat een deel zou vormen van een Groot-Nederland. Hij verwerkte dit in zijn gedichten uit die tijd. „Daar is maar één Vlaanderen”, een lied van hem uit 1917, getoonzet door Jef Van Hoof, groeide uit tot het officieuze volkslied van de Vlaamse activisten. Op 22 december 1917 riep de Raad daadwerkelijk de Vlaamse onafhankelijkheid uit. De Clercq was op dat moment ook hoofdredacteur van de Gazet van Brussel en bejubelde het gebeurde. Hij werd ondervoorzitter van de Dietsche Bond en werd op instigatie van de Duitse gouverneur-generaal voor België Freiherr von Falkenhausen benoemd tot conservator in het Brusselse Wiertz-museum. In november 1917 maakte hij een culturele tournee door Duitsland, te beginnen bij het Krijgsgevangenenkamp te Göttingen. Hij werd op zijn rondreis hartelijk ontvangen door de Deutsch-Vlämische Gesellschaft. In januari 1918 werd hij ondervoorzitter van de Raad van Vlaanderen en maakte voorbereidingen voor de „volksraadplegingen”. Hij was ook betrokken bij het oprichten van afdelingen van de Deutsch-Vlämische Gesellschaft in Vlaanderen.

Wapenstilstand

Toen het Duitse verlies aan het Westelijk front onafwendbaar werd en president Wilson in oktober 1917 de onvoorwaardelijke terugtrekking van Duitsland uit België eiste, vluchtten de leden van de Raad van Vlaanderen uit vrees voor repressie naar Nederland en Duitsland. De Clercq bleef na de wapenstilstand in Sint-Maartensdijk (Nederland) wonen. Hij vernam per brief dat in 1920 in België het doodvonnis over hem werd uitgesproken.

De rest van zijn leven bracht hij door met het onderwijzen van kinderen van andere gevluchte Vlaamse activisten en het publiceren van zijn werken. In 1920 ging hij op tournee door Nederland met zelfgeschreven muziekwerken die hij uitvoerde met een combo. Hij bleef actief voor de Dietsche Bond en De Toorts, en hield nog regelmatig in Duitsland lezingen over de Vlaamse en Duitse letteren. Pas in 1929, nadat de Amnestiewet van kracht werd, bracht hij een eenmalig kort bezoek in Vlaanderen.

René De Clercq overleed op 12 juni 1932 op 54-jarige leeftijd te Sint-Maartensdijk (Nederland).

Hulde

  • In 1940 werd de straat waar hij geboren werd hernoemd tot René De Clercqstraat.

Vijftig jaar na zijn dood werd De Clercq herbegraven in zijn geboorteplaats Deerlijk, waar een grafmonument en een museum hem verder eren.

  • In Deerlijk beheert het René De Clercqgenootschap zijn culturele nalatenschap. Elk jaar herdenkt deze organisatie, in samenwerking met Ic Dien, zijn sterfdag aan het grafmonument bij de Sint-Columbakerk. Daarbij worden o.m. liederen en gedichten van De Clercq gezongen en voorgedragen.
  • Sinds 1964 wordt in Heule jaarlijks een Tineke van Heule verkozen op de Tinekesfeesten.

Werken

Een van zijn bekende gedichten is Tineke van Heule, dat door zijn goede vriend Emiel Hullebroeck op muziek werd gezet.

    = Roman. De andere werken zijn in de regel poëzie.
  • 1896
Gedichten
  • 1898
Het Lied van Bacchus
  • 1898
Halewijn’s straf
  • 1900
Echo’s
  • 1900
Ideaal, een sonnettenkrans
  • 1901
Leus
  • 1902
Guido Gezelle’s dichtwerk, eenige esthetische beschouwingen (proefschrift)
  • 1902
De Vlasgaard: zangspel in drie bedrijven en vier tafereelen (toneelstuk)
  • 1902
Natuur
  • 1903
Terwe: een verhaal in verzen
  • 1903
Liederen voor het volk
  • 1905
Verzameling vaderlandsche schoolzangen
  • 1907
Gedichten
  • 1907
Het lied van den arbeid
  • 1907
Twee liederen: mezzo en sopraan (met medewerking van Willem Andriessen)
  • 1908
Toortsen
  • 1908
Wiegenlied: mélodie met pianobegeleiding
  • 1909
Drie liederen: voor middenstem (met medewerking van Willem Andriessen)
  • 1910?
Zes liederen: elfde reeks (muziek van Emiel Hullebroeck; tekst o.a. van René de Clercq)
  • 1911
Uit de diepten
  • 1911
Een dag
  • 1912
De hoeven (toneelstuk) (in samenwerking met Johan Lefèvre)
  • 1912
Het Rootland
  • 1913
Harmen Riels: roman (autobiografie)
  • 1915
De zware Kroon: verzen over den oorlogstijd (over de Duitse invallers)
  • 1915
Van aarde en hemel
  • 1915?
Twee René De Clercq-liederen
  • 1916
Uit zonnige jeugd
  • 1916
De noodhoorn, vaderlandsche liederen
  • 1917
Das Nothorn
  • 1917
Vaderlandsche Liederen (Vlaamse uitgave van De noodhoorn)
  • 1918
Tamar: bijbelsch verhaal in verzen (vernoemd naar Tamar)
  • 1919
Uilenspiegel: de legende en de heldhaftige, vrolijke en roemruchte daden van Uilenspiegel en Lamme Goedzak in Vlaanderenland en elders (naar Tijl Uilenspiegel) (vertaling van de liederen door René de Clercq)
  • 1919
Maria Magdalena: bijbelsch verhaal in verzen (naar Maria Magdalena, apostel)
  • 1920/21
Liederen, zangstem, piano (5 banden – partituren, met medewerking van Willem Andriessen)
  • 1920
Onze baby’s / Sjoerd Kuperus met gedichten van René de Clercq
  • 1921?
Klingklang, klokke-bei: zes meiliedjes (tekst: René de Clercq en David Tomkins, muziek: Catharina van Rennes)
  • 1921
Adeste, zangstem, piano
  • 1921
Avondlied, zangstem, piano
  • 1921
Het boek der liefde
  • 1923
De gouden vrouw
  • 1924
De koele mei
  • 1925
Meidoorn: verzen
  • 1926
Het zonnefluitje (onder het pseudoniem H.C. Joesken)
  • 1927
De noodhoorn (vermeerderde uitgave)
  • 1927
Liederen voor Nederland en Vlaanderen
  • 1927
Te lande
  • 1927
Een wijnavond bij dr. Aldegraaf
  • 1928
Van aarde en hemel (heruitgave)
  • 1929
Huibert Poot of dichter en boer
  • 1930
Avonturen van Don Quichote
  • 1930
De Historie van Doctor Johannes Faustus (over Faust)
  • 1930
Voor-1830-na: een bundel opstellen en gedachten
  • 1932?
Kerstverlangen (muziek: Lieven Duvosel)
  • 1932
Het beste uit de gedichten van René De Clercq (postuum)
  • 1934
Kaïn, Saul en David, Absalom: treurspelen (toneelstukken) (postuum) (naar Kaïn, Saul, Koning David en Absalom)
  • 1937
Nagelaten gedichten (postuum)
  • 1937
Overgebleven gedichten (postuum)
  • 1937
Meeningen van René De Clercq (postuum)
  • 1943
Vaderlandsche liederen (heruitgave, postuum)
  • 1964
Daar is maar één land (postuum)

Zie ook

Bibliografie

  • G. Depamelaere, René Declercq, uit liefde alleen …, Davidsfonds, Deerlijk, 1977
  • K. Hulpiau, René De Clercq (1877–1932): een monografie, Gent, 1986
  • W. Moens, De dooden leven: René De Clercq, Lodewijk Dosfel, Oscar de Gruyter en Karel van den Oever herdacht, essay, 1938
  • A. F. Pieck; B. Pieck, Dagboek 1917–1920/Herinneringen aan René de Clercq, Gooibergpers, Bussum, 1993
  • J. Vandommele, René De Clercq, Een romantisch dichter in het oog van een wereldstorm, René De Clercqstichting vzw, Deerlijk, 2006
  • J. J. Wijnstroom, Mededeelingen over René De Clercq, Van Soest, Amsterdam, 1937
  • J. J. Wijnstroom, Meeningen van René de Clercq, Van Soest, Amsterdam, 1937
  • J. J. Wijnstroom, René De Clercq’s levensloop, Van Soest, Amsterdam, 1937

Weblinks

Q2322318 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow

Noten

rel=nofollow
rel=nofollow