Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025
Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Kroniek van Tibet
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
De data in de geschiedenis van Tibet zijn vaak niet exact bekend en zijn daardoor in veel gevallen benaderingen.
Prehistorie
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
Vanaf 33.000 v.Chr. | Archeologische vondsten van stenen schrapers, messen en botten zijn teruggevonden in Kukushili, Dingri en het Xiaochaili-meer in Tsaidam[1] |
Vanaf 12.000 v.Chr. | Vroegste nederzettingssporen in Tibet;[2] grotten en verblijfplaatsen zijn aangetroffen in Kongpo, Lhatse, Yamdrok en de Changthang[1] |
Vanaf 10.000 v.Chr. | Opgravingen van fijn afgebikte mesjes wijzen op een jachtcultuur in deze tijd bij het Serling Tso-meer, Nyalam, Chamdo en Nagchu[1] |
Vanaf 3.500 v.Chr. | In de neolithische nederzetting van Karuo in het noorden van Chamdo is huisvesting annex veeschuur van twee verdiepingen teruggevonden, met daarnaast visgraten, aardewerk en kunst. Deze vondst verwijst naar landbouw en veeteelt in deze tijd[1] |
Vanaf 2.500 v.Chr. | De jak wordt gebruikt als huisdier[1] |
Legendarische historie
Kenmerken:
- Legendarische koningen
- Begin Tibetaans rijk
Gebeurtenissen, chronologisch zonder datum | |
---|---|
Chenrezig (Avalokitesvara), een manifestatie van een aap en patroonheilige van Tibet, is volgens de Mani kabum de oergrootvader van Tibet[1] | |
Submenselijke, primitieve leiders, afstammelingen van Chenrezig:[1] Nojin Nagpo van Zangyul Gyenme, Dud van Dudyul Kharak Ronggu, Sin van Sinpo Nagpo Guyul, Lha van Lhayul Gungtang, Mugyel, Dre, de Masang-broers van Bod, de Lu van Bokham Linggu, de Gyelpo van Dempotse en de 18 klassen van betoverde demonen genaamd Gongpo[1] | |
De aapafstammelingen van Zodang Gongpori gingen in steentijd over naar een meer neolithische cultuur[1] | |
De macht van de niet menselijke heersers nam af, en mensen kregen de macht in 12 koninkrijken en 40 prinsdommen. Deze bestonden voor aanvang van de Yarlung-dynastie en sommige koninkrijken bleven lang bestaan, zoals Zhangzhung vanaf ca. de 30e eeuw v.Chr. tot de verovering door Songtsen Gampo in de 7e eeuw:[1]
| |
Begin Yarlung-dynastie | |
Jaar | Gebeurtenis |
1063 v.Chr. | Tönpa Shenrab, de stichter van de bönreligie, wordt geboren[3] |
247-100 v.Chr. | Zeven (1 t/m 7) goddelijke koningen met de naam Tri: Nyatri Tsenpo, Mutri Tsenpo, Dingtri Tsenpo, Sotri Tsenpo, Mertri Tsenpo, Daktri Tsenpo en Siptri Tsenpo[1] Ontwikkeling van de Yumbu-taal[4] |
100 v.Chr.-50 v.Chr. | Twee (8 t/m 9) hemelse koningen met de naam Teng: Drigum Tsenpo en Jatri Tsenpo. Drigum Tsenpo wordt in een strijd vermoord en wordt daarmee de eerste sterfelijke Yarlung-koning[1] |
50 v.Chr.-100 n.Chr | Zes (10 t/m 15) aardse koningen met de naam Lek: Esholek Tsenpo, Desholek Tsenpo, Tisholek Tsenpo, Gongrulek Tsenpo, Drongzherlek Tsenpo, Isholek Tsenpo[1] |
100-300 | Acht (16 t/m 23) middenkoningen met de naam Dé: Zanam Zindé, Détrül Namzhung, Senöl Namdé, Senöl Podé, Dénölnam, Dénölpo, Dégyelpo en Détrintsen[1] |
300-493 | Vijf (24 t/m 28) verenigende koningen met de naam Tsen: Tori Lungtsen, Tritsennam, Tridra Pungtsen, Tri Tokjé Togtsen en Totori Nyantsen. Deze koningen trouwden als eerste met hun Tibetaanse onderdanen; de titel lhase (goddelijke prins) veranderde in tsenpo (koning of potentaat). Tijdens de laatste van deze koningen (Lhatotori Nyantsen, 374-493) zou het boeddhisme in Tibet voor het eerst zijn geïntroduceerd. De bekering zou hem een verjonging hebben opgeleverd met een lang leven van ongeveer 120 jaar.[1] |
493-630 | Vier (29 t/m 32) voorouderlijke koningen van de religieuze koningen: Trinyen Songtsen, Drongnyen Deru, Takri Nyenzig en Namri Songtsen[1] |
Het Tibetaanse Yarlung-rijk en de eerste verspreiding van het boeddhisme
periode 641 - 842
Kenmerken:
- Tweede deel van de Yarlung-dynastie (de negen religieuze koningen)
- Het Tibetaanse rijk bereikt zijn grootste omvang
- Eerste verspreidingsperiode van het boeddhisme
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
641 | Songtsen Gampo trouwt met de Chinese prinses Wencheng en Nepalese prinses Bhrikuti; de Jokhangtempel wordt gebouwd[3] |
648/49: regering van koning Songtsen Gampo; hij verplaatste de hoofdstad van Tibet naar Lhasa[4] | |
648/49 | Tibet legt de eerste contacten met het boeddhisme[2] |
648/49 | Het Tibetaans schrift, ontworpen door Thonmi Sambhota, wordt ingevoerd[2] |
637/38 | De Tuyuhun worden bij Kokonor onderworpen[2] |
650-655: regering van Gungri Gungtsen | |
650-77: regering van Mansong Mangtsen[5] | |
663-70 | Tibet verovert Oost-Turkestan[2] |
670 | Begin van meerdere oorlogen tegen de Chinese Tang-dynastie[6] |
686-704: regering van Tridu Songtsen[5] | |
704-55: regering van Tridé Tsungtsen (Mé Agtsom)[6] | |
708 | Yutog Yönten Gönpo wordt geboren. Hij zal een belangrijk basiswerk voor de Tibetaanse geneeskunde, de Vier medicinale tantra's, schrijven |
710 | Tride Tsungtsen trouwt met prinses Kim Shang[6] |
730 | Tibet biedt samen met de Türgesh een vredesverdrag aan de Chinese Tang-dynastie, die het ondertekent.[7] |
751/52 | Tibet onderwerpt het Nan Chaorijk[2] |
755-97: regering van Trisong Detsen[5] | |
755-97 | Aankomst van Shantarakshita, Kamalashila en Padmasambhava. Ze zijn op uitnodiging van Trisong Detsen in Tibet.[4] Voor de bönreligie betekent de toenemende invloed van het boeddhisme onderdrukking.[8] |
763 | Tibet verovert de regio rondom Gansu[2] |
763 | Inname en plundering door Tibet van de hoofdstad van het Chinees Keizerrijk, Chang'an[2] |
763 | In het verdrag van Chang'an dwingt Tibet en de Chinese Tang-dynastie tot tribuutafdrachten van van 50.000 rollen zijde per jaar[7] |
779 | Het eerste boeddhistische Tibetaanse klooster, Samye, wordt gesticht[3] |
780 | Het boeddhisme wordt uitgeroepen tot staatsreligie van Tibet[2] |
783 | Tibet sluit het Verdrag van Ch'ing-shui met Tang-China[2] |
783 | Shantarakshita, de abt van de universiteit Nalanda overlijdt. Hij staat bekend als de eerste vertaler van de dharma naar het Tibetaans |
785-805 | Het Tibetaanse leger trekt westwaarts voorbij de rivier Amu Darja (huidig Tadzjikistan) |
787 | Dunhuang en Oost-Turkestans Hami worden ingenomen[2] |
792-94 | Het concilie van Lhasa vindt plaats in het klooster Samye. Door middel van een koninklijk decreet wordt het mahayanaboeddhisme ingevoerd.[3] |
797-99: regering van Muné Tsenpo[5] | |
799-815: regering van Sadnaleg (Tride Songtsen)[5] | |
800/40 | De Tibetaanse annalen en de Oude Tibetaanse kroniek worden opgetekend en pas begin 20e eeuw teruggevonden tussen de manuscripten van Dunhuang door Paul Pelliot en Aurel Stein |
815-36: regering van Tri Ralpachen[5] | |
821-823 | Tibet sluit opnieuw een Verdrag van Chang'an met Tang-China[6][9] |
836/838-42: regering van Langdarma[5][6] | |
842 | Langdarma wordt vermoord[6] In diverse geschriften wordt hij aangehaald als een bepleiter van de bönreligie |
842 | Eind van de eerste verbreiding van het boeddhisme in Tibet[2] |
Verval Tibetaanse rijk
periode 842 - 953
Kenmerk:
- verval van het Tibetaanse rijk (9e tot 11e eeuw)
- Opsplitsing van het Tibetaanse rijk in meerdere kleinere koninkrijken, zoals: Guge, Spiti, Zanskar en Kinnaur, deze alle in West-Tibet, en andere.
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
Na 842 | Opvolgingsoorlogen en lokale opstanden[2] |
Na 842 | De opdeling van Tibet twee gebieden: U-Tsang (Centraal-Tibet) valt toe aan Yumtän, de zoon van Langdarma en zijn eerste vrouw, en Oost-Tibet aan Osung, de zoon van zijn tweede vrouw |
Na 842 | Het Tibetaanse rijk valt uiteen in afzonderlijke vorstendommen, waarbij Tsongkha (ca. 900-1100) en de Westelijke Xia (ca. 990-1227) het boeddhisme in stand hielden in de noordoostelijke delen van Amdo en het aangrenzende Ningxia. Het vorstenhuis van Guge wist het boeddhisme binnen het koninkrijk te behouden.[5] Een ander koninkrijk dat toen ontstond was Ngari.[8] |
851 | Het Tibetaanse rijk verliest Dunhuang[8] |
866 | De afstammelingen van de Tibetaanse koninklijke familie verhuizen naar West-Tibet (Ngari). Hiermee eindigt Tibetaanse machtsuitoefening aan de Chinese grens[6] |
Tweede verspreiding van het boeddhisme
periode 953 - 1235
Kenmerken:
- Tweede verspreidingsperiode van het boeddhisme
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
953/78 | Monniken uit Amdo in Oost-Tibet onder leiding van Lume Tsültrim Sherab brengen de monastieke priesterwijding terug naar Centraal-Tibet[5] |
976 | Clumes en Sumpa komen vanuit Oost- naar Centraal-Tibet.[6] |
978-87 | Rinchen Tsangpo van Guge brengt een bezoek aan India[10] |
987-1023 | Terugkeer van Rinchen Tsangpo naar Guge[10] |
987-1023 | Er worden meerdere boeddhistische tempels in Tibet gebouwd[10] |
987-1023 | Atisha wordt uitgenodigd naar Tibet te komen om het (Indiase boeddhisme te verspreiden[10] |
1012 | De grote vertaler Marpa wordt geboren |
1027 | Het eerste jaar in de zestigjarige cyclus (rab byung) van de Tibetaanse kalender[4] |
1040 | Chetsun Sherab Jungnay sticht het klooster Shalu |
1042 | Atisha komt aan in Guge[6] |
1050 | De mysticus Milarepa wordt geboren[3] |
1054 | Atisha overlijdt in het klooster Nyethang Drolma Lhakhang in de buurt van Lhasa[10] |
1056 | Dromtön, een belangrijke leerling van Atisha, sticht het Retingklooster ten noorden Lhasa en sticht de kadamtraditie in het Tibetaans boeddhisme[4] |
1073 | Oprichting van het klooster Sakya door Khön Könchog Gyalpo[4] |
ca. 1110 | Gampopa wordt een leerling van Milarepa; hij richt later de kagyütraditie op.[6] |
1123 | Milarepa overlijdt[3] |
1126 | Yutog Sarma Yönten Gönpo wordt geboren. Hij voltooide het basiswerk van de Vier medicinale tantra's waaraan zijn verre voorganger Yutog Yönten Gönpo in de 8e eeuw was begonnen |
1158 | Stichting van het klooster Densatil door Phagmo Drupa Dorje Gyalpo[10] |
1179 | Stichting van het klooster Drigung door Jigten Gönpo en vestiging van de traditie drigung kagyü[10] |
1175-89 | De kloosters van de zes grote kagyütradities worden gesticht,[6] waaronder in 1189 het klooster Tsurphu uit de karma kagyü door Düsum Khyenpa in het noordwesten van de stad Lhasa. Begin 21e eeuw is dit klooster nog steeds de zetel van de karmapa[10] |
1205 | Een inval vanuit het westen door Muhammad Khilji mislukt[4] |
1207 | Een Tibetaanse delegatie brengt een bezoek, en onderwerpt zich aan Dzjengis Khan[6] |
Vorstendommen
Kenmerken:
- Dominantie van de sakyaschool tot 1348
- Daarna dominantie van de kagyüschool
periode 1235 - 1348
Kenmerken:
- Mongoolse heerschappij
- Overheersing door voornamelijk Sakya-dynastie
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1235 | Geboorte Phagspa |
1240 | Invallen in Centraal-Tibet vanuit het Mongoolse Rijk[10] |
1244 | Sakya Pandita wordt door de Mongolen tot vicekoning van Tibet benoemd[3] |
1247 | Sakya Pandita wordt voor langere tijd afgezonden naar de Mongoolse vorst Godan Khan[10] |
1249 | Sakya Pandita wordt door Godan Khan benoemd tot vertegenwoordiger van de Tienduizendschapen in Tibet[10] |
1252 en 1253 | Er vinden Mongoolse expedities plaats in Tibet[10] |
1252 | Möngke Khan vaardigt een decreet uit voor de ontheffing van belasting voor de Tibetaanse clerus[10] |
1253/54-1264 | Phagspa volgt Sakya Pandita op; hij komt aan het hof van Koeblai Khan[6] Hij is een van de grondleggers van de patroon-priesterrelatie[8] |
1253 | De Vlaming Willem van Rubroeck trekt langs de grenzen van Tibet naar de Mongoolse hoofdstad Karakorum[11] |
1260/64 | Phagspa wordt benoemd tot Guoshi (nationale leraar) door Koeblai Khan[10] |
1264 | Koeblai Khan vaardigt het Pareledict uit[10] |
1264 | Mongolen veroveren Amdo[10] |
1267 | De opstand tegen de Sakyapa wordt neergeslagen door de Mongoolse heersers[10] |
1268 | Begin van de heerschappij in Tibet van de Mongolen door de lokale regering van de Sakya[10] |
1268 | Terugkeer van Phagspa aan het hof van Koeblai Khan[10] |
1268 | In Centraal- en delen van West-Tibet wordt voor het eerst een volkstelling gehouden[10] |
1269 | De Mongoolse Yuan-dynastie voert het Phagspa-schrift in als rijksschrift[10] |
1269 | De eerste postdienst van Tibet wordt ingesteld[10] |
1270 | Het ambt van dishi (keizerlijk leermeester) wordt ingesteld met Phagspa als eerste dishi tot 1274[12] |
1274 | Rinchen Gyaltsen wordt benoemd tot tweede dishi[12] |
1276 | Phagspa keert terug naar Sakya[12] |
1280 | Phagspa overlijdt op ca. 45-jarige leeftijd[6] |
1281 | Mongoolse troepen komen aan in Centraal-Tibet[12] |
1288 | In Peking wordt een Departement voor Boeddhistische en Tibetaanse Zaken ingesteld[12] |
1290 | Een opstand van de drigungpa tegen de sakyapa wordt door met hulp van Mongolen bloedig neergeslagen[12] |
1308 | Longchenpa wordt geboren. Hij was de belangrijkste leraar in de Dzogchenleer en schreef aan meer dan 250 verhandelingen, zowel als auteur en redacteur. De belangrijkste daarvan zijn Zeven schatten (mDzod-bdun), de Trilogie van natuurlijke vrijheid (Rang-grol skor gsum) en de Trilogie van natuurlijk gemak (Ngal-gso skor gsum). Hij wordt ook wel De Tweede Boeddha genoemd. |
1318 | De derde karmapa, de belangrijkste spirituele leider van de karma kagyüorde ontvangt de Kalachakratantra in een visioen |
1322 | Changchub Gyaltsen wordt benoemd tot Tripön[12] |
1324 | Het vorstendom Sakya wordt verdeeld in vier bla-brangs (residenties)[12] |
1337 | Muhammad bin Tughluq doet een vergeefse poging om Tibet binnen te vallen vanuit de westelijke Himalaya[4] |
1346 | De vorst Tsalpa Künga Dorje schrijft in de Rode annalen zijn kijk op de geschiedenis van de wereld |
1347-51 | In het klooster Tshal Gungthang wordt een grondige revisie uitgevoerd op de Kangyur[12] |
periode 1348 - 1434
Kenmerken:
- Overheersing door voornamelijk de Phagmodru-dynastie
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1348 | De Phagmodrupa onder Changchub Gyaltsen wint een oorlog tegen de Pönchen van Sakya[12] |
1348-53 | In Centraal-Tibet vindt een burgeroorlog plaats tussen Phagmodrupa enerzijds en de Tsalpa en Drigungpa anderzijds[12] |
1354 | De Phagmodrupa ondewerpt de Pöchenens van Sakya[12] |
1357 | Chökyi Gyaltsen wordt door de Mongoolse Yuan-keizer benoemd tot eerste tai situ[12] |
1357 | Tsongkhapa, de stichter van de gelugtraditie wordt geboren[3] |
1358 | Changchub Gyaltsen, de heerser uit de Phagmodru-dynastie, neemt feitelijk de heerschappij over van van de Sakyapa.[6] |
1361/85 | Thangtong Gyalpo wordt geboren; hij ontwikkelde de Tibetaanse operastijl ache lhamo |
1368 | Tibet wordt bevrijd van de afhankelijkheid van China dankzij de val van de Chinese Yuan-dynastie [6] |
1391 | Gendün Drub wordt geboren; postuum wordt hij later benoemd tot eerste dalai lama[13] |
1405 | Het meest gerenommeerde onderwijsinstituut van de bön, het Menri-klooster in Namling, wordt gesticht door Nyammey Sherab Gyaltsen[14] |
1409 | Tsongkhapa sticht het eerste klooster uit de gelugtraditie, Ganden. in de buurt van Lhasa[6] |
1409 | Het Grote Gebedsfestival (Mönlam) wordt ingevoerd bij gelegenheid van de viering van nieuwjaar[12] |
1411 | In Peking wordt de eerst Kangyur in boekdruk vervaardigd[12] |
1416 | Jamyang Chöje, een leerling van Tsongkhapa, sticht het klooster Drepung in de buurt van Lhasa[12] |
1419 | Tsongkhapa overlijdt[3] |
1419 | Chamchen Chöje, een leerling van Tsongkhapa, sticht het klooster Sera in de buurt van Lhasa[12] |
1426 | Vanaratna bezoekt als laatste van de Indiase pandits Tibet[6] |
periode 1434 - 1478
Kenmerk:
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1434-1534 | 100-jarige oorlog tussen de vorsten van Tsang en U[3] |
1435 | De vorst van Rinpung neemt de stad Shigatse in[12] |
1447 | Gendün Drub sticht het klooster Tashilhunpo in Shigatse, de latere zetel van de pänchen lama's[12] |
1447 | De Tibetaanse astronoom Phugpa Lhündrub Gyatso voltooit zijn werk Padma dkar-po'i zhal lung |
1455 | Drugpa Künleg, een lama van de Mahamudra uit de drugpa kagyü-traditie, wordt geboren. Als heilige nar van de drakenlinie is hij een personage geworden binnen het literaire genres gekke yogi's in de Tibetaanse volksliteratuur. |
1475 | Gendün Gyatso wordt geboren; postuum werd hij later benoemd tot tweede dalai lama[13] |
1476 | Gö Lotsawa tekent vanuit een oecumenische (Tibetaans: rimé) invalshoek de Blauwe annalen op |
periode 1478 - 1565
Kenmerk:
- Overheersing door voornamelijk de Rinpung-dynastie
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1481 | De vorsten van de Rinpung-dynastie nemen de macht over van Phagmodru-dynastie[6] |
1498-1517 | De vorst van Rinpung vestigt de heerschappij over Centraal-Tibet[15] |
1529-54 | De vijftiende Ganden tripa Pänchen Sönam Dragpa stelt het geschiedkundige werk de Nieuwe rode annalen samen |
1543 | De derde dalai lama, Sönam Gyatso, en de eerste die deze titel tijdens zijn leven ontving, wordt geboren[13] |
1544 | Het Orakel van Nechung raakt in trance en doet daarbij voor het eerst voorspellingen |
periode 1565 - 1641
Kenmerk:
- Overheersing door voornamelijk de Tsang-dynastie
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1565 | Karma Tseten, de vorst van Tsang en patroon van de karma kagyü, verovert Shigatse[8] |
1570 | Lobsang Chökyi Gyaltsen, de eerste pänchen lama die als zodanig erkend wordt, en vierde pänchen lama in Tibet, wordt geboren[6] |
1575 | Taranatha, een belangrijk historicus en tulku uit de jonangtraditie wordt geboren |
1578 | De Mongoolse heerser Altan Khan verleent de Sönam Gyatso de titel van dalai lama[3] |
1580 | Akbar de Grote van het Mogolrijk laat een expeditie naar Tibet uitvoeren om de bron te onderzoeken van de Ganges[11] |
1582 | Het klooster Kumbum wordt gesticht[3] |
1589 | Yönten Gyatso, een achterkleinzoon van Altan Khan wordt geboren; hij wordt later erkend als de vierde dalai lama en daarmee de eerste reïncarnatie die niet postuum of in latere instantie werd erkend[3] |
1601 | De vierde dalai lama breekt met een afdeling bereden ruiters door naar Lhasa en wordt daar door de gelugpa in een pronkvolle ceremonie als vierde dalai lama ingezet, waardoor voor de eerste keer een Mongool het hoge ambt van heerser van Tibet uitvoert |
1603 | De Portugees Diogo d'Almeida doet Ladakh aan tijdens een handelsreis[16] |
1605 | Een kagyü-heerser zendt een strijdmacht naar Lhasa om de Oost-Mongoolse cavalerie van de vierde dalai lama te verdrijven |
1611 | Karma Tseten leidt zijn troepen naar Centraal-Tibet[15] |
1617 | Ngawang Lobsang Gyatso, de latere vijfde dalai lama, wordt geboren[13] |
1621 | In de buurt van Lhasa omsingelen de Mongolen het leger van Karma Tseten[15] |
1623 | Karma Tseten wordt koning van Tibet[6] |
1624-32 | De jezuïeten António de Andrade, Estêvão Cacella en João Cabral doen Guge en Tsang aan[16] |
Dalai lama's en gelugschool
Kenmerken
- De dalai lama's staan afwisselend feitelijk en symbolisch aan het hoofd van de regering
- China heeft op bepaalde tijden suzereiniteit over Tibet
- Dominantie van de gelugschool
periode 1641 - 1705
Kenmerken:
- De vijfde dalai lama is de machtige leider van Tibet
- Dominantie van de gelugschool
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1641 | De Khoshut-Mongoolse Güshri Khan bezet Oost-Tibet[15] |
1642 | De Khoshuts nemen Centraal-Tibet in en doden Karma Tangyong, de vorst van Tsang[15] |
1642 | Güshri Khan erkent de vijfde dalai lama als wereldlijk en geestelijk leider van Tibet[15] |
1644 | De Tibetanen en Mongolen voeren gezamenlijk een veldtocht tegen Bhutan en verliezen die[15] |
1645 | Er wordt een begin gemaakt met de bouw van het Potalapaleis[3] |
1645 | Tibet en de vorst van het koninkrijk Kathmandu sluiten een handelsverdrag[15] |
1648/49 | Er wordt opnieuw een veldtocht tegen Bhutan ondernomen en opnieuw verloren[15] |
1650 | Het instituut van de pänchen lama wordt ingesteld |
1652 | De vijfde dalai lama maakt op uitnodiging van de Chinese keizer een bezoek aan Peking[17] |
1656 | Dragpa Gyaltsen, een rivaal van de vijfde dalai lama, wordt vermoord aangetroffen met een witte khatasjaal in zijn keel. Het conflict zal echter tijdens volgende reïncarnaties van de dertiende en veertiende dalai lama telkens opnieuw de kop opsteken en staat bekend als de Dorje Shugden-controverse |
1657 | Er vindt opnieuw tevergeefs een veldtocht tegen Bhutan plaats[15] |
1661 | De missionarissen Johann Grueber en Albert Dorville brengen een bezoek aan Lhasa[16] |
1657 | Er vindt wederom tevergeefs een veldtocht tegen Bhutan plaats[15] |
1679-84 | Tibet voert oorlog tegen Ladakh; deze wordt uiteindelijk beslecht met een vredesverdrag[9] |
1679 | Het regentschap van Sanggye Gyatso begint[6] |
1682 | De vijfde dalai lama overlijdt; zijn dood wordt tijdens de jeugd van de zesde dalai lama verzwegen totdat de bouw van het Potalapaleis gereed is[8] |
1694 | Sanggye Gyatso schrijft de Blauwe Beril, een belangrijk werk in de Tibetaanse geneeskunde. Op de berg Chogpori in Lhasa sticht hij de School voor Geneeskunst en Astrologie |
periode 1705 - 1793
Kenmerken:
- Mongoolse en daarna toenemende Chinese inmenging in Tibet
- Regering van Lhabzang Khan, Tsewang Rabtan en Pholhanas
- Voortgaande dominantie van de gelugschool
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1705 | Sanggye Gyatso wordt door Lhabzang Khan onthoofd[18] |
1706 | Lhabzang Khan zet de zesde dalai lama af die niet geïnteresseerd is in regeren. Lhabzang vindt hem losbandig en zendt hem af naar Peking. Zijn vermeende neef Yeshe Gyatso schuift hij naar voren als juiste zesde dalai lama.[8] |
1707 | De kapucijn Francesco della Penna leidt een missie naar Tibet met onder meer Giuseppe d'Ascoli en Domenico da Fano; in Lhasa stellen ze een Tibetaans woordenboek samen[16] |
1709 | De eerste amban wordt door de Chinese keizer naar Lhasa gezonden |
1710 | De erkennigs- en opvolgingsperikelen van de dalai lama leiden tot een opstand[19] |
1714 | De laatste poging om Bhutan te veroveren mislukt opnieuw[18] |
1715-17 | Jezuïeten brengen deel van Tibet in kaart[16] |
1716-21 | De jezuïet Ippolito Desideri verblijft in Lhasa.[16] De Nederlander Samuel van der Putte spreekt Desideri in 1925 in Patna en vertrekt vervolgens eveneens naar Lhasa. In 1731 trekt hij door en reist hij in vier jaar tijd naar Peking. |
1717 | De Dzjoengaren bestormen Lhasa en vermoorden Lhabzang Khan.[6] Ze richten een terreurheerschappij op waarbij 500 nyingmakloosters worden verwoest, waaronder Dorje Drag en Mindroling. Tagtsepa neemt de leiding over de Tibetaanse regering op zich. |
1718 | De Dzjoengaren winnen bij Nagchu een slag tegen het Mantsjoeleger[18] |
1720 | Met hulp van het Mantsjoeleger worden de Dzjoengaren Tibet uitgedreven; de zevende dalai lama wordt ingehuldigd[18] |
1721 | Overname van de regering van Tibet door een ministerraad (Kashag) onder leiding van Khangchenne |
1727-28 | Na de moord op Khangchenne vinden er grote Opstand in Tibet plaats |
1728 | Er wordt een Chinees leger in Lhasa gestationeerd en het ambt van amban wordt ingevoerd[18] |
1728 | Pholhanas heerst tot 1747[18] |
1735 | De zevende dalai lama keert naar Lhasa terug |
1740 | Pholhanas ontvangt de titel van koning[20] |
1745 | De aanwezigheid van christelijke zendelingen in Tibet ondervindt steeds meer tegenstand van de Tibetaanse lama's; alle Kapucijner monniken worden Lhasa uitgewezen[18] |
1747 | Gyurme Namgyal volgt zijn vader Pholhanas na diens dood op |
1750 | Gyurme Namgyal wordt door de ambans Fucin en Labdon vermoord, met gewelddadige een opstand onder leiding van Lobsang Trashi tot gevolg |
1751 | De Kashag wordt onder toezicht gesteld van twee ambans[18] |
1757 | De zesde Demo Rinpoche wordt gedurende de kinderjaren van de achtste dalai lama benoemd tot regent van Tibet[4] |
1763--64 | Tibet slaat voor het eerst zelfstandig, zonder tussenkomst van China en Nepal eigen Tibetaans muntgeld |
1774 | Warren Hastings zendt George Bogle naar Tibet; Bogle bezoekt Shigatse als gezant van de Britse Oost-Indische Compagnie [16][20] |
1783 | Samuel Turner maakt een handelsbezoek vanuit Brits-Indië Shigatse en bezoekt Tashilhunpo[16] |
1788-91 | Invasies van gurkha's in Tibet;[7] Het centrale bestuur in China mengt zich niet in het conflict. Door de betrokkenheid van de tiende shamarpa, Mipam Chödrub Gyatso, aan Nepalese zijde, krijgt hij bij zijn dood in 1793 een verbod tot reïncarnatie opgelegd. |
1855-56 | Tibetaans-Nepalese oorlog, met na afloop het vredesverdrag waarin Tibet Nepal erkent als beschermingsmacht |
periode 1793 - 1912
Kenmerken:
- De Chinese Qing-dynastie voegt Tibet bestuurlijk toe aan haar rijk
- Tibetaanse geestelijkheid isoleert Tibet van de buitenwereld
- Voortgaande dominantie van de gelugschool
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1793 | Tibet wordt bestuurlijk in het Chinees Keizerrijk ondergebracht[18] |
1793 | Via de Proclamatie van 29 Artikelen voor een Beter en meer Efficiënt Bestuur van Tibet vindt de selectie van de juiste reïncarnatie van een hoge lama plaats via de procedure van de Gouden urn |
1805-75 | Verschillende dalai lama's overlijden op jonge leeftijd voordat ze aan regeren toekomen. regenten uit de gelugtraditie die door het Chinese hof worden ondersteund, regeren in Tibet.[8] |
1811 | Thomas Manning brengt een bezoek aan Lhasa[16] |
1813 | Lodrö Thaye, een belangrijk theoloog binnen de Rimé-beweging, wordt geboren |
1823 | Sándor Kőrösi Csoma brengt een bezoek aan Zanskar[16] |
1842 | De Dogra's uit Jammu en Kasjmir vallen West-Tibet binnen; de aanval wordt beëindigd met een overeenkomst, waarin Tibet Ladakh verliest.[4][9] Het centrale bestuur in China mengt zich niet in het conflict |
1846 | De lazaristen Évariste Huc en Joseph Gabet brengen vanuit Amdo een bezoek aan Lhasa[16] |
1852 | Tibet en Kasjmir tekenen leggen in een overeenkomst handelsbetrekkingen en de grens tussenbeide vast[9] |
1854-56 | Opnieuw een inval van Gurkha's uit Nepal in Tibet[17] Het centrale bestuur in China mengt zich niet in het conflict |
1856 | Tibet en Nepal ondertekenen een vredesverdrag, waarbij Tibet Nepal erkent als beschermingsmacht[7][9] |
1863-65 | Tibet voert oorlog tegen het in oostelijke Kham gelegen vorstendom Nyarong [21] |
1865 | Derge in Kham komt onder bestuur van de regering in Lhasa[21] |
1872/73 | De Boerjatische Rus Agvan Dorzjiev komt aan in Lhasa[21] |
1876 | Het Verenigd Koninkrijk en China besluiten de Chefoo-conventie[9] |
1879-80 | Nikolaj Przewalski reist door Amdo, Kham en Tsaidam.[16] Hetzelfde jaar komt Sarat Chandra Das voor zijn eerste reis aan, waarbij hij vermomd is als een monnik op pelgrimsreis naar Tibet.[22] |
1885 | De Britse officier Colman Macaulay onderneemt een expeditie naar Lhasa[21] A. D. Carey reist dit en het volgende jaar door Tsaidam en Dunhuang[23] |
1886 | Het Verenigd Koninkrijk en China ondertekenen een verdrag aangaande Birma en Tibet[9] |
1888 | De Britten voeren een militaire campagne uit tegen Tibetaanse troepen aan de grens met Sikkim[20] |
1889-90 | Pierre Gabriel Édouard Bonvalot reist via Lob Nuur door Amdo en Kham; in dit laatste jaar reizen Jules-Léon Dutreuil de Rhins en Fernand Grenard naar Namtso[16] |
1890 | Het Verenigd Koninkrijk en China tekenen een vredesverdrag, gerelateerd aan Sikkim en Tibet[7][9] |
1895 | Begin van de regering van de dertiende dalai lama[17] |
1895 | Sven Hedin brengt een bezoek aan Changthang; een jaar later reizen captain Montagu Sinclair Wellby en luitenant N. Malcolm door Kokonor en Kunlun, en vervolgens door naar Kasjmir[16] |
1895-99 | De Nederlander Petrus Rijnhart en zijn Canadese vrouw Susie Carson reizen voor zendingswerk naar Tibet. Petrus en hun kind overleven de reis niet.[24] |
1898 | Een officiële delegatie uit Tibet brengt onder begeleiding van Agvan Dorzjiev een bezoek aan Rusland[21] |
1900-06 | Het lukt Sven Hedin als eerste sinds lange tijd weer om westelijk Tibet te bereiken[16] |
1900 | Tsarong Dasang Dramdül begint zijn carrière in het Norbulingkapaleis. Hij maakte carrière in het Tibetaanse leger, een groot voorstander van hervormingen in Tibet en een van de vertrouwelingen van de dertiende dalai lama[25] |
1901 | Onder begeleiding van Dorzjiev brengt een Tibetaanse geheime missie opnieuw een bezoek aan Rusland[21] |
1903-04 | Britse veldtocht in Tibet; Britten dwingen een handelsverdrag af[7][9] |
1905 | Chinese troepen trekken naar Kham[21] De dalai lama vlucht naar Mongolië.[8] |
1904 | Verdrag van Lhasa: Dit verdrag werd ondertekend door Britse en Tibetaanse functionarissen en in april 1906 geratificeerd door China, waarmee het de oorlogsschadeloosstelling van Tibet aan het Britse rijk nakwam.[7][9] |
1906-07 | Aurel Stein en Paul Pelliot krijgen de manuscripten van Dunhuang in handen[16] |
1906-48 | De Britten vestigen handelsagentschappen in Gyantse en Lhasa[16] |
1907 | Tijdens de Brits-Russische Conventie wordt het Verdrag van Sint-Petersburg getekend, een alliantieverdrag tussen Rusland en Groot-Brittannië dat The Great Game eindigde. Tibet werd erkend als neutrale bufferstaat tussen de Britten en Russen[7] |
1908 | In Calcutta komen het Verenigd Koninkrijk en China handelsafspraken overeen[7][9] |
1909 | De dalai lama keert terug naar Lhasa[17] |
1910 | Chinese troepen van Zhao Erfeng bezetten Lhasa, en de dalai lama vlucht opnieuw in ballingschap; de Tibetanen wijzen de voormalige relatie met de Chinese keizer af[20] |
1911 | Tijdens de Xinhai-revolutie valt de Chinese Qing-dynastie. In Tibet vindt een hevige opstand plaats.[17][26] |
Periode van onafhankelijkheid
Kenmerk:
- De dertiende dalai lama, Thubten Gyatso, roept de onafhankelijkheid uit
periode 1912 - 1950
Kenmerken:
- Periode van de facto onafhankelijkheid
- Voortgaande dominantie van de gelugschool
Zie ook
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1912 | Tussen Tibet en China komt de 3 puntenovereenkomst tot stand, waarbij de Chinese troepen Centraal- en Oost-Tibet verlaten[21] |
1913 | Verdrag van Urga. Verdrag tussen Mongolië en Tibet waarin ze elkaars onafhankelijkheid erkenden.[7] |
1913 | De dalai lama keert terug naar Lhasa en roept de onafhankelijkheid uit.[8] |
1913 | Akkoord van Simla: Tussen het Verenigd Koninkrijk, Tibet en de Republiek China. Het akkoord werd alleen door de Britten en Tibet ondertekend en niet door China. Verder komen het VK en Tibet tot een gezamenlijke verklaring en komen ze handelsafspraken overeen[7][9] |
1914 | Het Verenigd Koninkrijk en Tibet ratificeren het Akkoord van Simla op 3 juli; China weigert het akkoord te ratificeren[17] |
1913-25 | Er worden meerdere moderniseringen doorgevoerd, vooral in Lhasa: onder meer van het schoolsysteem, het Tibetaans leger, een eigen Tibetaanse valuta en Tibetaanse posterijen[21] |
1923 | De dertiende dalai lama en de negende pänchen lama hebben een conflict; de pänchen lama vlucht naar Mongolië en vervolgens naar China[17] |
1926 | Hervormingen in Tibet lopen spaak en verschillende zaken, zoals Europese kleding en de import van tabak. worden verboden[27] |
1933 | De dertiende dalai lama overlijdt[13] |
1933-40 | De vijfde Reting Rinpoche wordt benoemd tot regent van Tibet[28] |
1933 | De Tibetaanse regeringsfunctionaris Lungshar ijvert voor hervormingen[27] |
1935 | De veertiende dalai lama wordt geboren in Taktser[13] |
1937 | De negende pänchen lama overlijdt in ballingschap[29] |
1938-39 | De Duitse expeditie naar Tibet vindt onder leiding van Ernst Schäfer plaats |
1939 | De veertiende dalai lama komt aan in Lhasa en wordt een jaar later ingehuldig[17][29] |
1939-49 | Püntsog Wangyal en Ngawang Kesang richten samen de Tibetaanse Communistische Partij op; tien jaar later wordt deze opgenomen in de Communistische Partij van China[30] |
1941-50 | De tweede Tagdrag Rinpoche treedt aan als regent van Tibet[31] |
1943 | Het Britse ministerie van buitenlandse zaken stuurt het Edenmemorandum naar de Chinese minister van buitenlandse zaken aangaande het standpunt van het Verenigd Koninkrijk ten opzichte van Tibet[9] |
1944 | In Lhasa wordt een Engelse school geopend; na vijf maanden sluit de school de poorten alweer vanwege de tegenwerking van de Tibetaanse geestelijkheid[27] |
1944 | De aankomst van de Oostenrijkers Heinrich Harrer en Peter Aufschnaiter in Tibet. Ze bereiken Lhasa in 1946.[32] |
1947 | De vijfde Reting Rinpoche probeert een coupe te plegen.[8] Hij wordt gevangengenomen en overlijdt kort erna[27] |
1947 | De Indiase onafhankelijkheid maakt een einde aan het Britse Tibetbeleid.[33] |
1947-48 | Een eerste officiële handelsagentschap wordt uitgezonden naar India, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en China onder leiding van Tsepon Wangchug Deden Shakabpa. Doel van de handelsagentschap was het invoeren van machines voor de landbouw en veeteelt in Tibet en de verwerking van wol, de ontspanning van de Indiase controle over de Tibetaanse exporten en de inkoop van goud voor Tibetaanse munten. Vanuit politiek perspectief was de missie bedoeld om de onafhankelijke status in het buitenland te benadrukken, omdat de informatie over Tibet in de wereld in die tijd voornamelijk afkomstig zou zijn geweest van Chinese bronnen.[34] |
1949 | De Volksrepubliek China wordt op 1 oktober opgericht[26] |
1949 | Aankomst van het communistische Volksbevrijdingsleger in Amdo[29] |
1950 | De derde Trijang Rinpoche schrijft het Tibetaanse volkslied Gyallu op een oud heilig Tibetaanse muziekstuk[35] |
Machtsovername door China
Kenmerk:
- De Volksrepubliek China neemt de macht over
Zie ook:
periode 1950 - 1959
Kenmerken:
- De Volksrepubliek China neemt militair de macht over in Tibet
- Aan het eind van het decennium vlucht de veertiende dalai lama in ballingschap
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1950 | In oktober trekken de troepen van het Chinese Volksbevrijdingsleger Kham binnen en nemen de hoofdstad Chamdo in; hierop volgt de verdere invasie van Tibet[27] |
1950 | In november neemt de veertiende dalai lama de leiding op zich van de regering van historisch Tibet[29] |
1950 | De dalai lama vlucht naar het klooster Dungkhar in het Chumbidal[29] |
1950 | De veertiende dalai lama doet een appel aan de Verenigde Naties. Het Verenigd Koninkrijk brengt een Office Message uit, waarin het verklaart achter de onafhankelijkheid van Tibet te staan[9] |
1951 | Op 23 mei wordt het 17 puntenakkoord getekend tussen de Chinese regering: en de afgevaardigden van de dalai lama over een autonome status van Tibet binnen Chinese soevereiniteit[9][36] |
1951 | Het Volksbevrijdingsleger neemt geheel Centraal-Tibet in[27] |
1954 | De veertiende dalai lama en tiende pänchen lama brengen een bezoek aan Mao Zedong in Peking[27] |
1954 | China en India tekenen het Sino-Indiaas handelsverdrag[9] |
1955 | Het voorbereidingscomité van de Tibetaanse Autonome Regio wordt ingesteld[27] |
1955-56 | De opstand van Kangding vindt plaats in Kangding in Kham[27] |
1956 | Het klooster Thupten Jampaling bij Litang wordt na een belegering van een maand door een vliegtuig platgebombardeerd; als eerste uit meerdere kloosters die daarna volgden.[37] |
1956 | De verzetsbeweging Chushi Gangdruk wordt opgezet, later onder leiding van Gönpo Tashi Andrugtsang omgedoopt naar National Volunteer Defense Army[38] |
1956-57 | De dalai lama bezoekt India van november tot februari[29] |
1958 | Ani Pachen, ook wel de Jeanne d'Arc van Tibet genoemd erft met het overlijden van haar vader het leiderschap over diens clan. Ze gebruikt die rol in de verzetsstrijd tegen het Chinese Volksbevrijdingsleger[39] |
1958-59 | Het Chinese Volksbevrijdingsleger herwint grote delen van Amdo en Kham op de rebellen[40] |
1959 | Op 10 maart breekt de opstand in Tibet uit[20] |
1959 | Op 17 maart vlucht de veertiende dalai lama met zijn gezelschap uit Lhasa[17] |
periode 1959 - heden
Kenmerken:
- Tibet wordt steeds meer ingevoegd in de bestuurlijke structuur van de Volksrepubliek China; in 1965 wordt de Tibetaanse Autonome Regio gevormd uit wat voorheen voor een deel U-Tsang (Centraal-Tibet) was.
- Begin Tibetaanse diaspora
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1959 | Begin Tibetaanse diaspora, met grote aantallen vluchtelingen tussen 1960 en 1965 [17] |
1959 | VN-resolutie 1353[9] |
1961 | VN-resolutie 1723[9] |
1962 | In de Sino-Indiase oorlog wordt over delen van Tibet gestreden, als Aksai Chin en Zuid-Tibet[41] |
1962 | De tiende pänchen lama overhandigt de Petitie van 70.000 karakters in bij premier Zhou Enlai; in 1964 wordt hij blootgesteld aan een strijdbijeenkomst van 50 dagen en wordt vervolgens 18 jaar naar een heropvoedingsprogramma gezonden.[42][43] |
1965 | VN-resolutie 2079[9] |
1965 | De Tibetaanse Autonome Regio wordt formeel opgericht[27] |
1966-76 | De Culturele Revolutie raast door de gehele Volksrepubliek China. Systematisch wordt Tibetaans cultureel erfgoed door de Rode Gardes vernietigd[27] |
1967 | Eerste buitenlandse reis (op de Himalayaregio en India na) van de dalai lama[17] |
1972 | Na een bezoek van president Richard Nixon aan Peking wordt de Amerikaanse steun aan de Tibetaanse guerrillabeweging in Nepal stopgezet.[44] |
1975 | Een nieuwe Chinese nederzettingsstrategie wordt ingeluid: duizenden Han-Chinezen verhuizen naar de hoge Tibetaanse vlaktes[27] |
1979 | Het eerste bezoek van vertegenwoordigers van de dalai lama aan Tibet en China[17] |
1982-87 | Langzaam worden de grenzen in Tibet geopend, wordt het mogelijk om religie in Tibet uit te oefenen en worden vernielde kloosters en tempels hersteld[27] |
1985 | In Lhasa wordt de Tibet-universiteit opgericht[27] |
1987 | De dalai lama doet het 5 puntenvoorstel in het Amerikaanse parlement in Washington[9][17] |
1987-93 | Er breken enkele jaren lang grote onlusten uit in Tibet.[42][45] |
1989 | De tiende pänchen lama overlijdt onverwacht, terwijl hij enkele dagen eerder een kritische toespraak had gehouden[45] |
1989 | Hu Jintao is op dit moment de partijsecretaris van Tibet en kondigt de noodtoestand af[8] |
1989 | De dalai lama ontvang de Nobelprijs voor de Vrede[17] |
1992 | Pälden Gyatso wordt na 33 jaar vrijgelaten. Hij was de langst vastzittende Tibetaanse politiek gevangene[46] |
1992 | In 1992 erkennen de veertiende dalai lama en de twaalfde tai situ de jongen Orgyen Trinley Dorje als zeventiende karmapa. De veertiende shamarpa erkende in 1994 echter Trinley Thaye Dorje als zeventiende karmapa. Deze tweevoudige benoeming van deze tulku wordt ook wel de Karmapa-controverse genoemd.[47] |
1994 | Karmapa Trinley Thaye Dorje vluchtte naar India[48] |
1995 | De veertiende dalai lama erkent het kind Gendün Chökyi Nyima als elfde pänchen lama; de Chinese regering stelt een tegenkandidaat in, Gyancain Norbu: een controverse tussen de Tibetaanse regering in ballingschap en de Chinese regering is geschapen[27] |
1996 | Er vinden protestdemonstraties in Lhasa plaats[8] |
1999-2000 | Karmapa Orgyen Trinley Dorje vlucht naar India;[8] |
2001-06 | De hoogste spoorwegverbinding ter wereld, de Peking-Lhasa-spoorlijn, wordt gebouwd en in gebruik genomen[8] |
2002 | Voor het eerst worden er weer gesprekken gevoerd tussen de Chinese regering en de Tibetaanse regering in ballingschap. In dit jaar en de jaren erop volgen meerdere besprekingsrondes.[8] |
2008 | In aanloop tot de Olympische Spelen in Peking wordt de fakkeltocht naar China meerdere malen verstoort en er breekt een opstand in Tibet uit in Lhasa en andere delen van Tibet[49] |
2008 | In mei vindt een grote aardbeving in Sichuan plaats |
2010 | In april vindt een aardbeving in Qinghai plaats |
2011 | De dalai lama draagt zijn politieke macht over aan de kalön tripa (premier), waardoor Lobsang Sangay dat jaar de eerste democratisch gekozen leider van de Tibetanen wordt; de dalai lama blijft wel aan in zijn rol als spiritueel leider[50] |
Zie ook
Linken
Bronnen, noten en/of referenties
Bronnen
Referenties
|