Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Tibetaans boeddhisme
Het Tibetaans boeddhisme, (vooral vroeger ook lamaïsme genoemd) is de verzameling boeddhistische scholen die zich ontwikkelden in Tibet en de landen in de Himalaya. De belangrijkste scholen zijn nyingma, kagyu, sakya en gelug. De term lama is een vertaling van het Indiase goeroe of spirituele leraar.
Kenmerken
Het Tibetaans boeddhisme onderscheidt zich van de andere scholen door een aantal kenmerken:
- een geloof in wedergeboren leraren (tulkus) zoals de dalai lama;
- een systeem waarbij geschriften worden verborgen om later, wanneer de wereld er klaar voor is, te worden herontdekt (termas);
- een geloof dat de Boeddha zich in menselijke gedaante kan manifesteren, bijvoorbeeld Padmasambhava;
- een gedetailleerde visie op wat er na de dood gebeurt en het geloof dat men de wedergeboorte actief kan beïnvloeden. Zie: Tibetaans dodenboek
Evenals de andere tantrische scholen is het Tibetaans boeddhisme esoterisch en tantrisch. Soms wordt dit ook wel occult-magisch genoemd, waarbij de overdracht via geschriften en lezingen maar een gedeelte van de overdracht is; een ander gedeelte vindt op mystieke wijze plaats tussen leraar en leerling. De reden voor het beoefenen van tantra is dat het geacht wordt een aanzienlijke versnelling op het pad naar verlichting te kunnen bewerkstelligen. De technieken die gebruikt worden zijn niet alleen zeer krachtig, maar kunnen bij onjuist gebruik ook schadelijke gevolgen hebben. Dit is de hoofdreden om boeddhistische tantra geheim te houden, zodat men de meditatietechnieken uitsluitend onder begeleiding van een leraar kan beoefenen.
Met name mantra’s (herhalingen van zinnen, meestal in het Sanskriet) zijn een belangrijk onderdeel van de tantrische scholen. Het bekendste voorbeeld van een mantra is: Om mani padme hum.
Tibetaans boeddhisme wordt in verschillende vormen beoefend: de monniken en nonnen in het klooster, de yogi’s, mannen en vrouwen die in de bossen en grotten de leer perfectioneren (al of niet leek), en de gewone leken. In het Westen wordt voornamelijk de leer voor yogi’s en leken onderwezen, maar er werden ook verscheidene kloosters gesticht, waaronder één in Nederland. (Zie: Kagyu klooster)
Ontstaansgeschiedenis
Het zuiden van Tibet kwam in 174 tijdens het bewind van Thothori Nyantsen voor het eerst in aanraking met boeddhisme vanuit India en gedurende de 3e eeuw verspreidde het zich naar het noorden van Tibet. De invloed van deze eerste stroming was beperkt en het ging om een beperkt aantal geschriften.
Rond 760 nodigde koning Trisong Detsen de boeddhistische meesters Shantarakshita en Padmasambhava uit om het boeddhisme in Tibet te introduceren en alle bekende geschriften te vertalen. Padmasambhava was degene die vooral het tantrisch boeddhisme naar Tibet bracht en in overeenstemming bracht met de plaatselijke bönreligie, wat resulteerde in de nyingma-school.
Tijdens het bewind van koning Langdarma (836–842) werd het boeddhisme onderdrukt. In het begin van de 11e eeuw werd het weer beoefend, maar veel kennis was verloren gegaan. De meester Atisha werd door de koning van Tibet uitgenodigd om het boeddhisme te herintroduceren en die vorm werd bekend als de kadampa-school.
Na de Chinese bezetting in 1949 werd religie in het algemeen onderdrukt. Door een versoepeling van het regime is het boeddhisme nu opnieuw gedeeltelijk toegestaan, maar vrijwel alle belangrijke leraren zijn intussen naar India, Nepal en het Westen gevlucht en hebben zich in de 20e eeuw ook gericht op het verspreiden van de leer naar het westen.
Vormen van boeddhisme
Het Tibetaans boeddhisme bestaat vooral uit het vajrayana, het ’diamanten voertuig’, of mantrayana; de beoefening van het tantrisch boeddhisme. Soms wordt Tibetaans boeddhisme als een synoniem hiervoor gebruikt; soms worden al deze benamingen licht verschillend uitgelegd. Binnen het mantrayana wordt vooral nadruk gelegd op de tantra’s van de anattura yogaklasse.
Daarnaast bevat het Tibetaans boeddhisme ook facetten uit andere vormen van het boeddhisme:
- Het hinayana of het fundamentele voertuig: met name de vinaya en de patimokkha, het beoefenen van samatha (éénpuntige concentratie) en vipassana (penetrerend inzicht).
- Het mahayana of soetrayana en het bodhisattva-ideaal: de beoefening van mededogen en altruïsme gekoppeld aan wijsheid en de beoefening van de zes perfecties (vrijgevigheid, ethiek, geduld, inzet, concentratie en wijsheid).
Onderverdeling
Historisch wordt het Tibetaanse boeddhisme opgedeeld in de oude school (nyingma) en de nieuwe school (narma). De laatste kent drie hoofdtradities: kagyu, sakya en kadam, dat later de gelugtraditie werd. Een weinig bekende school is de jonang-traditie, die rond de 17e eeuw onderdrukt werd, en die leek te zijn verdwenen, maar die vandaag nog op kleine schaal blijkt te bestaan in Oost-Tibet. Er is een eucumenische beweging met de naam rime (ook: rimed). De bön-religie werd in Tibet beoefend voor de opkomst van het boeddhisme, en stond lang op gespannen voet tegenover het boeddhisme; aanhangers van beide religies onderdrukten elkaar afwisselend. Toch vond er een wederzijdse beïnvloeding plaats. De bön werd door de dalai lama erkend als een vijfde religieuze stroming in Tibet. Beoefenaars van bön eren Tonpa Shenrab Miwoche als hun stichter in de plaats van Shakyamuni Boeddha.
Filmografie
Het Tibetaans boeddhisme is een veel terugkerend thema in de Tibetaanse film en sommige films hebben het Tibetaans boeddhisme uitsluitend als onderwerp. Bekende films in dit genre zijn bijvoorbeeld Little Buddha uit 1993 van Bernardo Bertolucci, Samsara van Nalin Pan uit 2001 en twee films van Neten Chokling: Travellers and Magicians uit 2003 en Milarepa uit 2006. De veertiende dalai lama Tenzin Gyatso werkte mee aan enkele documentairefilms over het Tibetaans boeddhisme, waaronder On Life & Enlightenment en Het Tibetaans dodenboek. Andere films in dit genre zijn God Wears My Underwear, The Jew in the Lotus en Trials of Telo Rinpoche.