Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Emotionele intelligentie
Emotionele intelligentie, gemeten met de index EQ, valt onder de verdeling meervoudige intelligentie en is ook een factor bij de meer algehele intelligentie (IQ). Het begrip kwam in 1995 onder de aandacht, toen het gelijknamige boek van de Amerikaan Daniel Goleman verscheen.
Het betreft de herkenning en inzichten aangaande iemand zelf en aangaande andere personen.
EQ-tests
EQ-tests worden gebruikt als onderdeel van personeelsselectie. Daarbij staat voorop dat niet alleen kennis maar ook empathie belangrijk is voor het succesvol functioneren in een organisatie. Logische beslissingen botsen immers vaak met emoties, spanningen en gevoeligheden. Een EQ-test probeert daarom antwoord te geven op vragen als:
- hoe gaat iemand om met de emoties van zichzelf of de anderen?
- hoe reageert iemand op situaties waaraan hij of zij niets kan veranderen?
- kan diegene zichzelf desnoods wegcijferen, om een ander te helpen?
- kunnen overtuigen wanneer andermans gevoelens anders kunnen zijn en worden (opbeuren)
Belangrijkste EQ-eigenschappen
- Zelfkennis - Mensen met een hoog EQ zijn zich bewust van wat ze voelen
- Optimisme - Mensen met een hoog EQ denken positief over hun eigen mogelijkheden en laten zich niet snel uit het veld slaan.
- Kunnen afzien - Mensen met een hoog EQ kunnen het opbrengen om te werken aan iets wat ze op lange termijn willen.
- Empathie - Mensen met een hoog EQ kunnen zich goed verplaatsen in de gevoelens van anderen.
- Sociale vaardigheden - Mensen met een hoog EQ kunnen goed met zowel bekenden als vreemden omgaan.
Het wordt ook wel omschreven als de interpersoonlijke en intrapersoonlijke intelligentie tezamen (zie meervoudige intelligentie).
EQ en autisme
Van autisten (in het algemeen) is het bekend dat ze weinig of amper hun persoonlijke intelligentie ontwikkelen. Hoewel autisten wel uit gaan van begrijpend denken (i.p.v. beredenerend denken), is de ontwikkeling van persoonlijke inzichten veelal niet een interesse, die er wel voor benodigd is. Sommigen met het Aspergersyndroom echter, hebben juist wel volledig begrepen inzichten binnen de EQ. Daarbij worden inter- en intrapersoonlijke inzichten of uitingen ervan intuïtief toegepast, naar een moment dat reeds eerder overdacht / begrepen / herkend was. Vaak komt dan op een later moment een onbewust ingegeven uiting, waar ze zich al-doende (nogmaals) bewust van worden. Sommigen van hen zijn zich op een gegeven moment bewust van allerlei onbewuste aandachtspunten, die opvallenderwijs ook aansluiten bij bepaalde bewuste interessen. Dat de meeste autisten niet vaardig zijn in gevoelszaken klopt, echter is het veralgemeniseren sowieso een tekortdoening aangaande (het verkrijgen van) bepaalde inzichten, zo ook betreffend autisten. Des te meer men begrijpt, des te meer men herkent, tot het herkennen van nieuwe inzichten en van onbewuste factoren (tijdens of na het bezigen ervan bewust worden, wat zowel het eigene als andere (vreemde) kan betreffen). Het hele (spreekwoordelijke) eiereten is het voortdurend (automatisch) trachten elk gevormd begrip of aanwezig onbegrip te verbeteren, veranderen danwel het dusdanig te laten beïnvloeden. Hierbij zijn intuïtieve begrippen het meest doorslaggevend vanwege dat deze uit het onderbewustzijn afkomstig zijn en van bepaalde gevoelswaarden voorzien of doordrongen, wat essentieel is voor het herkennen van wat nog onbekend was oftewel wat nog niet passend/aanwezig was in het eigen perspectief van persoonlijke inzichten (EQ).
EQ en religie
Als men vrijwel alle religies samenvat kan men stellen dat, afgezien van een God, hetgeen het om gaat of hetgeen bedoeld wordt (Boodschap), te begrijpen is middels emotionele intelligentie en overige mensenkennis. Echter wordt bij mensen die veelvuldig aannames van beredeneringen hanteren, slechts afzonderlijke begrippen gevormd, die dus tot stand zijn gekomen door de beschikbare (beperkte, lineaire) woorden van wèleer, te weten, van vér vóór de Middeleeuwen. Dit waren tijden waarin omgangsnormen, beschaving, menselijkheid e.d. nog amper ontwikkeld, en waar nog onmenselijke taferelen aan de orde van dag waren. Destijds waren voorzorgsmaatregelen zoals het dragen van een hoofddoek eenvoudigweg noodzakelijk omdat de beschaving van hen (nog) meer in de buurt kwam van die van Neanderthalers, dan de hedendaagse beschaving, manieren en vooral ook de omgang, verhoudingen enz. tussen de man en de vrouw. Het verborgen houden van het gelaat, temeer vanwege de ogen, is tegenstrijdig qua natuur, sociaal, maatschappelijk en andere hedendaagse normen en waarden, welke allen factoren zijn die binnen de EQ juist van belang zijn (zie gezichtsexpressie). Van het gelaat is het de normale gang van zaken, dat men emoties kan aflezen (of juist het ontbreken ervan) wanneer met elkaar wordt gecommuniceert, wat onder meer een beter begrip kan bewerkstelligen, of juist misverstanden kan voorkomen. Sowieso is het gepast (fatsoenlijk) om elkaar tijdens een rechtstreeks gesprek zo-nu-en-dan in de ogen te kijken, wat wanneer dat gedeeltelijk bedekt is een (spreekwoordelijk) eenrichtingverkeer is. Uitgesproken voorbeelden van deze onderontwikkelde emotionele intelligentie zijn de wantoestanden die gebeurd zijn en nog steeds zijn, binnen de katholieke kerk, waarbij in principe alle voorganger, met name de Paus, het-één-en-ander heeft mogelijk gemaakt, onder meer door amper de EQ te ontwikkelen, getuige het begrip van wat alleen al optisch te herkennen valt. Dat een wereldleider amper leiding geeft én amper een ontwikkelde EQ laat blijken, waar desondanks toch miljoenen zoniet miljarden mensen door beïnvloedt worden, is niet een logische of goede ontwikkeling. Deze gevoelskwestie wordt door vrijwel alle betrokkenen in deze beredeneerd toch (eveneens) gevoelens te hebben, wat uiteraard zo is, echter gaat het hum juist om het gebruik maken van gevoelens, sterker nog, waardebepalend en leidend laten zijn. Naar mate men dat verder doorvoert binnen het denken, wordt de intuïtie eveneens zekerder.
Alles dat op persoonlijk gebied weerspiegeld wordt met beredeneringen uit het verleden op persoonlijk gebied, ontwikkelt geen nieuwe inzichten welke het algehele begrip erover groter maakt. Met andere woorden kan in het heden al het persoonlijke beter begrepen worden door elk nieuw begrip te prefereren vóór elke beredenering die er al was, dat beperkt namelijk het denken, te weten ontwikkelt zich geen samenhang van begrippen. De woordelijke beredeneringen, die rechtlijnig zijn, brengen eveneens afzonderlijke begrippen tot stand. Dat is de reden waarom waarnemingen afhankelijk zijn van de eigen beschikbare beredeneringen erover/ervoor, anders dan waarnemingen automatisch te begrijpen door herkenning als zijnde een onderdeel van het geheel dat begrepen wordt/is. Dit ontbreken van samenhang is tevens wat onzekerheid behoudt oftewel geen volledige (of nagenoeg volledige) zekerheid (voor 100% begrijpen dat het zo is, wat niet hetzelfde is als het toeschrijven van een bepaalde beredenering met de (veronder)stelling dat dat zeker is) verschaft. Een onontkomelijk gevolg van een vergroting van het aantal personen met dit inzicht en manier van denken (verwerken), is een vermindering van onenigheid, onbegrip en uitersten aangaande verschillende meningen. Het collectieve bewustzijn is dan meer algemeen van aard en meer doordrongen tot ieders respectievelijke bewustzijn, wat dan tegelijkertijd een meer doordrongen zijn van de werkelijkheid is. Dit zal bij vrijwel alle betrokkenen een out-of-the-box-denken benodigd maken om het te bewerkstelligen, wat veelal de benodigde aanpassingen inhoudt van bepaalde overtuigingen. Een uitgesproken voorbeeld van een dergelijk inzicht dat men verkrijgt door de realiteit anders/beter/meer te begrijpen, is die aangaande de vijf componenten van het brein, welke te ervaren zijn binnen een kort tijdsbestek en zo ook te begrijpen als één geheel zijnde, alsook op elk willekeurig moment. Hieruit valt uiteindelijk te begrijpen dat doodgaan eenvoudigweg het wegebben van deze vijf componenten is, wat inhoudt dat er géén verdere ontwikkelingen (meer) zijn. Dit wordt binnen het naturalisme op meerdere manieren bevestigt, namelijk valt ook te begrijpen dat slechts het beredenerende bewustzijn van mensen het doet voorkomen dat mensen niet gewoon ontwikkelde dieren zijn. Temeer ook dieren onder meer sociaal, creatief of bijvoorbeeld altruïstisch kunnen zijn, en mensen onder meer nog bepaalde dierlijke instincten en gewoonten hebben. Dit komt ook overeen met begrijpend denken (denken zonder woordelijke beredeneringen).
EQ en intuïtie
Met rechtstreekse contacten (communicatie, uiterlijke kenbaarheden, interacties) waarbij intuïtief wordt gereageerd (terstond reageren, zonder er eerst over na te denken), wordt naar mate men dit vaker toepast die zelfde intuïtie ontwikkeld (gedetailleerder, zekerder, alerter enz.). Intuïtie kan ook één zijn met het bewustzijn oftewel wordt men zich dan voortdurend bewust van alles door intuïtieve ingevingen, wat bij begrijpend denken het geval is. Zo worden ook (indien ontwikkeld) persoonlijke inzichten aangaande anderen en een persoon zelf ontwikkeld, naar automatische herkenning (niet naar beschikbare beredeneringen), waarbij dus ook de kleinste opvallendheden (gedragingen, bewegingen, mimiek, spraak enz.) automatisch opvallen (kan ook een detail zijn die een groter begrip doet inzien). Hieruit blijkt ook de méér-of-mínder aanwezige onbewuste alertheid, welke ondanks dat men zich daar niet bewust van is veel waarnemingen registreert, maar op een gegeven moment (veelal door een bepaalde prikkel, herkenning) wel bewust kan worden, waarbij het-één-en-ander dan wordt bevestigt. Bij empathie geldt dit zelfde principe, namelijk dat waarnemingen goed begrepen moeten worden, wat het herkennen van bepaalde aanwijzingen bevordert, ten aanzien van iemands situatie en gevoelens.
Zie ook
- Sociologie
- Mensenkennis
- Zelf (doorverwijzing).
- Ego (doorverwijzing).
- Anders zijn
- Communicatie en nonverbale communicatie.