Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Anarchisme
Politieke ideologieën |
---|
Dit artikel is een deel van de reeks over politiek |
Ideologie
|
Anarchisme |
Christendemocratie |
Communisme |
Communitarisme |
Conservatisme |
Fascisme |
Feminisme |
Geoisme |
Islamisme |
Liberalisme |
Libertarisme |
Nationalisme |
Pan-nationalisme |
Nationaalsocialisme |
Sociaaldemocratie |
Sociaalliberalisme |
Socialisme |
Dorp:...... |
Anarchisme (Frans) is het streven naar anarchie oftewel een maatschappij zonder macht/dwang van autoriteiten. Het is de verzameling denkwijzen die terug te brengen is tot de gedachte dat een individu op geen enkele manier een ondergeschiktheid áán of vàn iets of iemand erkent. In de omgangstaal wordt de term anarchisme vaak verward met een andere duiding van het begrip anarchie, dat vooral gebruikt wordt om chaos en wanorde aan te geven. Met de term sociaal-anarchisme tracht men die verwarring tegen te gaan.
Als politieke stroming is de moderne anarchistische beweging rond 1860 ontstaan als een afsplitsing van het socialisme. Het belangrijkste verschil tussen beide stromingen is dat het anarchisme ook na de revolutie iedere vorm van centraal gezag afwijst. Wel zijn beide het erover eens dat de productiemiddelen collectief bezit behoren te zijn. De problemen met het huidige Griekenland heeft eveneens z'n voorgeschiedenis van vele anarchisten Citefout: Na het label <ref>
ontbreekt het afsluitende label </ref>
Propaganda van de daad
Het anarchisme kwam vooral in de publiciteit doordat aan het einde van de 19e eeuw de politieke leiders van de Franse Republiek (president Sadi Carnot, 1894), Italië (koning Umberto I, 1900), en de Verenigde Staten (president William McKinley, 1901) door anarchisten werden vermoord. Ook keizerin-koningin Elisabeth van Oostenrijk-Hongarije (1898) werd het slachtoffer van een aanslag door een anarchist. Deze anarchisten hingen het door Bakoenin geïnspireerde idee van propaganda van de daad aan, dat er vanuit ging dat men door directe actie revolutie kon ontketenen. Deze terroristische methoden maakten de anarchisten zeer gevreesd bij de autoriteiten, maar konden niet de goedkeuring van alle anarchisten wegdragen.
Communevorming en syndicalisme
De Russische anarchistische theoreticus Peter Kropotkin legde de grondslag voor een minder gewelddadige versie van het anarchisme. Hij pleitte voor een totale collectivisatie van de samenleving waarin niet alleen de productiemiddelen gecollectiviseerd werden, maar ook de consumptie, volgens de richtlijn: "Van ieder naar zijn vermogen, aan ieder naar zijn behoeften". Volgens hem toonden de biologie en de sociologie aan dat mensen en dieren eerder tot samenwerking dan tot competitie geneigd waren. Concreet gestalte kregen Kropotkins ideeën over collectivisering in verschillende communes en kolonies die op basis van gemeenschappelijk bezit werden gesticht, zoals Walden onder leiding van de Nederlandse schrijver Frederik van Eeden. De uitstraling van deze kleinschalige experimenten was echter vrij gering.
Belangrijker voor de ontwikkeling van het anarchisme als politieke beweging was de oproep van Kropotkin in 1895 dat anarchisten lid moesten worden van vakbonden om daar de discussie over de anarchistische revolutie op te starten en van zichzelf te bewijzen dat ze geen eigenbelang nastreefden. Na de slechte naam die het terrorisme hen had gegeven was dit voor veel militanten een welkome koers. De invloed die anarchisten op de vakbeweging uitoefenden vindt men in verschillende vormen terug.
Het revolutionair syndicalisme dat zich vanaf de jaren tachtig van de 19e eeuw in Frankrijk ontwikkelde als ideologie van de vakcentrale CGT ziet men soms ook wel als een anarchistische stroming. Syndicalisten en anarchisten zelf verschilden daarover van mening. In elk geval kenmerkten zij zich door verzet tegen de integratie van vakbonden met het politieke (autoritaire) socialisme (al dan niet reformistisch) en geloofden zij net als anarchisten dat directe actie (in hun geval de algemene staking) de revolutie kon brengen. Georges Sorel was voor de autonome arbeidersbeweging een belangrijk denker.
De Anarchistische Internationale van Amsterdam 1907
Nadat in 1896 op de Tweede Internationale in Londen de anarchisten daar definitief van werden uitgesloten kwamen er nieuwe initiatieven om een Anarchistische Internationale te houden. Niet alle anarchisten vonden dit overigens een goed idee: de Franse anarchist, maar ook de Nederlandse anarchist Domela Nieuwenhuis vonden een Internationale een begin van corrumperend centralisme dat de autonomie van de lokale organisaties zou aantasten. Volgens hen moest samenwerking op tijdelijke basis met een vastomlijnd doel. Het Internationale Anarchistische Congres in Amsterdam in 1907 werd evenwel goed bezocht. De belangrijkste tegenstelling was hier tussen de oude Italiaanse anarchist Errico Malatesta en, een revolutionair syndicalist die de oude anarchisten vroeg zich bij de nieuwe beweging aan te sluiten. Malatesta wees het syndicalisme echter van de hand omdat vakbonden uiteindelijk reformistische instituties zijn en de revolutie op basis van morele (ideële) solidariteit moet plaatsvinden, niet op basis van 'illusoire' economische solidariteit. Malatesta vond klassenstrijd een marxistische fictie. [1]
Historische anarchistische bewegingen
Het anarchisme werd begin 20e eeuw vooral in Zuid-Europa en de Latijns-Amerikaanse wereld een massabeweging. Anarchisme als historische massabeweging is volgens Peter Lösche in te delen in drie (sociologische) typen:
- Agraranarchismus van kleine boeren en landarbeiders, zoals in het Spaanse Andalusië (1890-1936).
- Handwerkersanarchismus van ambachtslieden of arbeiders in ambachtelijke beroepen, zoals in de Zwitserse Jura, maar ook het Nederlandse en Belgische anarchisme is van die aard.
- Syndicalismus van industriële arbeiders die teleurgesteld zijn in het reformisme en centralisme van politiek socialisme, zoals in Frankrijk. [2]
Volgens Gaetano Manfredonia zijn er drie 'modellen' van anarchisme die wel tegelijk voorkwamen in een regio:
- insurrectionnel, bijvoorbeeld de propagandisten van de daad of andere dissidenten die eventueel samen kwamen in anarchistische organisaties
- syndicaliste, anarchisten die zich met de vakbeweging bemoeiden
- educationiste-realisateur, die zich richtten op de 'vorming van de nieuwe mens' door onderwijs dat onafhankelijk was van kerk en staat, bijvoorbeeld de enthousiastelingen voor Esperanto. [3]
Een voorbeeld van een (agrarisch) anarchistische massabeweging is te vinden in de Mexicaanse Revolutie (1910-1917). Deze was in hoge mate geïnspireerd door anarchistische ideeën (bekende anarchisten waren Ricardo Flores Magón, Antonio Díaz Soto y Gama en Emiliano Zapata).
In Spanje telde het anarcho-syndicalistische CNT meer dan een miljoen leden onder de arbeiders en boeren, en kwam het in 1936 tot een ware anarchistische revolutie, dat wil zeggen de hele maatschappij in grote delen van Spanje (vooral Catalonië) werd op anarchistische wijze georganiseerd. De burgeroorlog die uitbrak toen de fascistische generaal Franco de macht wilde grijpen, brak het élan van deze revolutie. Temeer omdat de socialistische en communistische krachten in de regering van de Republiek zich tegen de anarchisten keerden en de revolutie, desnoods met geweld, begonnen terug te draaien. Met de overwinning van Franco werden tienduizenden 'roden' vermoord, tienduizenden vluchtten het land uit. Vele Spaanse anarchisten bleven voort strijden in de verzetsbewegingen tegen het fascisme en het kapitaal in Europa, een handvol ook na de Tweede Wereldoorlog (Sabate, Facerías), anderen waren actief in de eerste Latijns-Amerikaanse guerrillagroepen (bijvoorbeeld Cienfuegos in Cuba).
Recenter anarchisme
Na onderdrukking overal ter wereld in de jaren dertig van de 20ste eeuw, leek het anarchisme als invloedrijke beweging dood te zijn. Maar in de jaren zestig herleefde het toch weer, met onder meer de tegenculturen situationisten en de provo-beweging. Daarna ook binnen de punk- en de kraakbeweging.
Recentelijk kreeg anarchisme aandacht door acties tegen de globalisering en het kapitalisme, zoals de top van de WTO in Seattle in 1999, en van de G8 in Genua in 2001, waarbij anarchisten een belangrijke rol speelden.
Anarchisme in Nederland
De (internationaal) bekendste Nederlandse anarchist is Domela Nieuwenhuis. Het blad De Vrije Socialist dat hij uitgaf (tegenwoordig on-line voortgezet als De Vrije) propageerde het anarchisme. In 1910 publiceerde hij zijn memoires Van Christen tot Anarchist.
In de jaren zestig herleefden anarchistische ideeën, wat onder andere uiting vond in de Provo-beweging.
Het belangrijkste anarchistisch tijdschrift in Nederland is Buiten de Orde, uitgegeven door de Vrije Bond. Het enige andere expliciet anarchistische periodiek is De AS. Sinds 1934 komen Nederlandse anarchisten rond Pinksteren bij elkaar op de Pinksterlanddagen, die jaarlijks plaatsvinden op de 'Camping tot Vrijheidsbezinning' in Appelscha. Anarchisme vindt tevens een uiting in de kraakbeweging, actiebewegingen als GroenFront!, weggeefwinkels, en zogeheten vrijplaatsen, zoals Eurodusnie in Leiden en ACU in Utrecht.
Literatuur
- A.L. Constandse, Grondslagen van het anarchisme, Uitg. F.A.N., Rotterdam, 1938
- Hans Ramaer, Anarchisme in domineesland, Uitg. F. Domela Nieuwenhuisfonds, Amsterdam, 2008
Anarchisme in België
In 1904 werd er in Charleroi een congres gehouden waar de Fédération Amicale des Anarchistes de Belgique uit voortvloeide. Georges Thonar speelde een prominente rol. De federatie kende een aantal afdelingen en ging in 1908/09 de Féderation Anarchiste de Belgique heten.
Andere Belgische anarchisten van die tijd zijn Lucien Hernault en Emile Chapelier. Het levenswerk van deze laatste was de anarcho-communistische kolonie L'Experience te Stokkel, een gehucht in Sint-Pieters-Woluwe, waarvan de bewoners zichzelf Groupement Communiste Libertaire noemden.
Anarchisme en geweld
De connotatie van gewelddadigheid en chaos die vaak bij het anarchisme opkomt is vooral het gevolg van een strategie die een klein aantal anarchisten aan het einde van de 19e eeuw gebruikten - de zogenaamde 'propaganda van de daad' - maar ook door de manier waarop het woord gebruikt wordt in de media. De meeste anarchistische ideologen propageren geen geweld, maar accepteren zelfverdediging. Er is een stroming binnen het anarchisme, het anarchopacifisme, dat elke vorm van geweld verwerpt, dus ook zelfverdediging. Andere stromingen maken een onderscheid tussen individueel geweld en georganiseerd geweld.
Anarchisme en recht
Het anarchisme zoals hierboven beschreven draait om twee kernen, te weten:
- de revolte tegen opgelegd gezag, zowel individueel (leider) als institutioneel (overheid) en
- de omarming van de vrije associatie en gelijkheid, waarvan de zelfbesturende gemeenschappen de institutionele uitdrukking zijn. Dat wat het anarchisme aangaat.
Met betrekking tot het recht komen opnieuw de twee genoemde kernen in beeld. Dan valt op dat het recht in de sfeer van de revolte niets te zoeken heeft (of het moet gaan om de erkenning van een ‘recht op verzet’). Het recht introduceert zich evenwel nadrukkelijk in hetgeen door het anarchisme wordt omarmd. Daarmee is een paradox ontstaan waar men niet zonder discussie om heen komt: het recht wordt op de ene plek afgewezen en tegelijk op een andere plek aanvaard.
Die paradox komen we al tegen bij de klassieke anarchist Michail Bakoenin. In anarchistische kringen is hij vooral bekend vanwege zijn permanente revolte tegen elke vorm van opgelegd gezag, tegen elke reglementering. Het is een revolte ten behoeve van een vrije wereld. Maar is een wereld zonder reglementering wel een vrije wereld? Dit is de vraag die bij alle verzet gesteld moet worden, meent de Franse schrijver en filosoof, Albert Camus in zijn boek De mens in opstand.[4] Hier kondigt zich nadrukkelijk het onderwerp Anarchisme en recht aan.
Bekende anarchisten
- Michail Bakoenin
- Alexander Berkman
- Noam Chomsky
- Buenaventura Durruti
- William Godwin
- Emma Goldman
- Peter Kropotkin
- Errico Malatesta
- Erich Mühsam
- Pierre-Joseph Proudhon
- Élisée Reclus
- Murray Rothbard
- Max Stirner (Johann Caspar Schmidt)
- Emiliano Zapata
- Buenaventura Durruti
- John Zerzan
Nederlandse anarchisten
- Ferdinand Domela Nieuwenhuis
- Clara Wichmann
- Arthur Lehning
- Anton Constandse
- Roel van Duijn (Provo)
- Albert de Jong
- Hans Ramaer
- Marius de Geus
Externe links
- Buiten de Orde (tijdschrift)
- www.anarchisme.nl
- De Vrije (nieuws)
- De AS – Anarchistisch Tijdschrift
- Pinksterlanddagen
- Weggeefwinkels
- www.anarchie.be
- (en) Anarchy Archives
- Anarchopedia
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- "Anarchism" in Encyclopadia Britannica 2001 (cd-rom)
- Spiegel Historiael 1979 afl. 11 (themanummer "Anarchisme")
- Fischer Weltgeschichte deel 31: Rußland (2002; 1e druk 1973), p. 225-234
- º Jan Moulaert, Rood en Zwart. De anarchistische beweging in België (Leuven, 1995) p. 20 en 288.
- º Moulaert, Rood en zwart, p. 18-20; gebaseerd op Peter Lösche, "Anarchismus", in: Politische Vierteljahresschrift 15 (1974), 53-73.
- º Gaetano Manfredonia, L'anarchisme en Europe [=Que sais-je? 3613] (Parijs, 2001).
- º Albert Camus, De mens in opstand (Amsterdam, 1973), p. 130-131.
Politieke stromingen |
---|
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Anarchism op Wikimedia Commons.