Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Donald Trump
Donald Trump | ||
Bestand:Official Portrait of President Donald Trump.jpg | ||
Geboren | 14 juni 1946 Queens, New York | |
Politieke partij | Republikeinse partij | |
Partner | Melania Trump | |
Beroep | Ondernemer Presentator Politicus | |
Religie | Presbyteriaans | |
Handtekening | Bestand:Donald Trump Signature.svg | |
Website | donaldjtrump.com | |
45e president van de Verenigde Staten | ||
Huidige functie | ||
Aangetreden | 20 januari 2017 | |
Vicepresident(en) | Mike Pence | |
Voorganger | Barack Obama |
Donald John Trump (New York, 14 juni 1946) is sinds 20 januari 2017 de 45e president van de Verenigde Staten. Trump behoort tot de Republikeinse Partij. Vóór zijn presidentschap had hij nooit eerder een politiek mandaat vervuld, van beroep was hij ondernemer.
Trump is de zoon van Fred Trump, een vastgoedontwikkelaar uit New York. Toen Donald Trump naar de Wharton School van de Universiteit van Pennsylvania ging, werkte hij al voor het bedrijf van zijn vader en grootmoeder, Elizabeth Trump & Son, de voorloper van The Trump Organization. In 1968 sloot hij zich officieel bij zijn vaders bedrijf aan. Hij kreeg in 1971 de zeggenschap over het bedrijf en veranderde de naam in The Trump Organization. Hij werd een steeds grotere mediapersoonlijkheid in de Verenigde Staten. Inmiddels was hij directeur en voorzitter van The Trump Organization en oprichter van Trump Entertainment Resorts. Door zijn promotie-inspanningen, carrière, verschijningen in media en boeken (vaak door ghostwriters geschreven) verwierf hij veel bekendheid. Trump presenteerde The Apprentice, een Amerikaans televisieprogramma op NBC.
Op 16 juni 2015 stelde Trump zich officieel kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 2016 als Republikein. Het eerste stadium van zijn campagne bracht hem veel populariteit, tot grote verontrusting van de leiders van de Republikeinse Partij. Vanaf eind juli 2015 stond hij bovenaan in de peilingen voor de Republikeinse nominatie en sinds juli 2016 was hij de presidentskandidaat voor de Republikeinse Partij. Op 8 november 2016 won hij de presidentsverkiezingen en werd hij president-elect van de Verenigde Staten. Op 6 januari 2017 werd hij bevestigd als president door het Amerikaans Congres. Op 20 januari werd hij beëdigd als president.
Afkomst
Trumps grootouders van vaders kant waren Duitse immigranten uit Kallstadt. Grootvader Friedrich Trumpf emigreerde in 1885 op 16-jarige leeftijd naar New York City waarna hij zijn Duitse naam verengelste tot Frederick Trump.[1]
Trumps moeder, Mary Anne MacLeod (1912-2000), werd in 1912 geboren in het dorp Tong op het eiland Lewis, aan de westkust van Schotland. In 1930, toen zij achttien jaar oud was, ontmoette zij Fred Trump (1905-1999) tijdens een vakantie in New York. Ze trouwden in 1936.
Jeugd en opleiding
Donald Trump werd geboren op 14 juni 1946 in Queens, één van de vijf stadsdelen (boroughs) van New York. Hij was het vierde van de vijf kinderen van Fred Trump en Mary Anne MacLeod. Donald Trumps oudste broer, Fred jr., overleed in 1981 op 43-jarige leeftijd.
Donald Trump in Jamaica Estates woonde, bezocht hij The Kew-Forest School in Forest Hills, waar zijn vader lid was van het schoolbestuur. Sommige van zijn broers en zussen gingen ook naar die school. Trump was dertien jaar toen hij door zijn school werd geschorst wegens slecht gedrag. Vervolgens werd hij door zijn ouders naar de New York Military Academy gestuurd, zodat hij zijn energie goed zou kunnen benutten.[2] Op 17-jarige leeftijd behaalde hij de rang van kapitein.[3]
In augustus 1964 startte Trump een studie aan de Universiteit van Fordham in The Bronx. Twee jaar later stapte hij over naar de Wharton School van de Universiteit van Pennsylvania.[4] Dit gebeurde omdat de Wharton School een van de weinige scholen in de VS was die een vastgoedstudie aanbood. Hij studeerde af in 1968 met een Bachelor of Science in de economie.
Hoewel Trump in de tijd van de Vietnamoorlog de dienstplichtige leeftijd had, is hij nooit daadwerkelijk opgeroepen en uitgezonden naar Vietnam. In zijn tijd als student (1964-1968) kreeg hij viermaal uitstel van de dienstplicht.[5] Daarna kreeg hij in 1968 nog uitstel op medische gronden vanwege een hielspoor. Toen de overheid begon met loterijen om te bepalen wie naar Vietnam zou worden uitgezonden, kwam Trump daar aanvankelijk nog niet in aanmerking voor vanwege zijn medische uitstel. Bovendien had hij voor de loterij een zeer hoog nummer gekregen, waardoor hij uiteindelijk ook nooit is opgeroepen.
Ondernemerscarrière
Begin in vastgoed
Trump begon zijn loopbaan bij zijn vaders vastgoedbedrijf, Elizabeth Trump & Son, dat zich richtte op huurhuizen voor de middenklasse in de New Yorkse boroughs Brooklyn, Queens en Staten Island. Een van Trumps eerste projecten, toen hij nog studeerde, was het revitaliseren van het appartementencomplex Swifton Village in Cincinnati, dat zijn vader in 1962 had gekocht voor $ 5,7 miljoen. Toen het bedrijf betrokken raakte in het project, ging het complex met 1.200 appartementen binnen twee jaar van een leegstand van 66% naar volledige bezetting met een investering van $ 500.000. Het bedrijf verkocht Swifton Village in 1972 uiteindelijk voor $ 6,75 miljoen.
In 1971 verhuisde Trump naar Manhattan. Hij raakte betrokken bij grotere projecten, waarbij hij aantrekkelijke ontwerpen gebruikte om publieke erkenning te verwerven. Trump kwam voor het eerst in de publieke belangstelling in 1973, toen hij door het Department of Justice ervan verdacht werd de Fair Housing Act te hebben geschonden bij het beheren van 39 gebouwen. Er was onderzoek verricht door de overheid, waarbij eerst zwarte undercoveronderzoekers vroegen naar beschikbare appartementen in bepaalde flats, waarbij het bedrijf tegen hen zei dat alles bezet was. Tegen de blanke undercoveronderzoekers die hetzelfde vroegen, werd wel verteld dat er appartementen beschikbaar waren.[6] Trump beschuldigde vervolgens het Department of Justice ervan zijn bedrijf aan te vallen met als reden 'dat het een groot bedrijf was'. Ook beschuldigde hij het overheidsorgaan ervan zijn bedrijf te verplichten om panden aan ontvangers van uitkeringen te verhuren. Op 10 juni 1975 werd buiten de rechtszaal een schikking getroffen. Als onderdeel van de schikking werd Trump Management gedwongen om een advertentie te plaatsen op hun kosten, waarin beloofd werd dat men niet discrimineerde op basis van huidskleur.[7]
In 1976 werden trustfondsen opgezet door Fred Trump voor zijn acht (klein)kinderen met 1 miljoen dollar aan startkapitaal per fonds. Donald Trump haalde de daaropvolgende vijf jaar ongeveer 440.000 dollar uit het hem toebedeelde fonds.[8]
The Trump Organization
Zie The Trump Organization voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Trump maakte plannen om het oude Penn Central voor $ 60 miljoen te kopen en te ontwikkelen zonder geld te verliezen. Ook wilde hij het Commodore-Hotel in Manhattan kopen. Burgermeester Beames, een persoonlijke vriend van Fred Trump, zorgde voor een aantal belastingvoordelen.[8] Fred Trump zette zijn eigen kredietwaardigheid in, zodat Donald Trump leningen voor de grondaankoop bij de banken kon krijgen.[8] In september 1980 opende de Grand Hyatt in het voormalige Commodore-Hotel. In dezelfde buurt werden andere hotels gebouwd die geen belastingvoordelen kregen.[8] In 1981 leende Trump een bedrag van 17,5 miljoen van zijn vader om een aantal van zijn schulden af te betalen.[9] Als gevolg van hoge bedrijfsschulden, moest Trump in 1996 zijn aandeel in het pand verkopen ter afbetaling.[8]
In 1985 bood Trump 28 miljoen dollar voor het landgoed Mar-A-Lago in Florida. De eigenaar vond dat bedrag te laag. Trump wilde zijn bod niet verhogen. In plaats daarvan kocht hij via een tussenpersoon de strook land tussen het landgoed en het strand. Hierna dreigde hij daar een groot en lelijk gebouw neer te zetten, zodat het uitzicht op het strand zou worden geblokkeerd. Door deze dreiging werden andere mogelijke kopers weggejaagd. Uiteindelijk kon Trump het landgoed kopen voor 5 miljoen dollar met daarnaast 2 miljoen dollar voor de inventaris.[10]
De stad New York wilde het Jacob K. Javits Convention Center bouwen op grond waarop Trump een koopoptie had. Trump schatte dat zijn bedrijf het project voor $ 110 miljoen zou kunnen bouwen. De stad verwierp zijn aanbod en Trump werd verplicht de makelaarskosten van de verkoop vergoeden.
In 1980 startte de stad New York met de renovatie van de Wollman Rink, een schaatsbaan uit 1955, in Central Park. De renovatie zou 2,5 jaar duren. In 1986 was men nog niet klaar. Trump nam het beheer van het project over zonder extra kosten voor de stad; de renovatie eindigde drie maanden later.[bron?]
Financiële problemen
In 1988 kocht Trump het onvoltooide Trump Taj Mahal Casino van Merv Griffin en Resorts International in Atlantic City New Jersey.
In 1989 en 1990 zorgden slechte zakelijke besluiten ervoor dat Trump zijn leningen niet meer kon terugbetalen. Al zijn bedrijven samen hadden 3,2 miljard schuld.[11] In juni 1990 voldeed Trump niet aan een afbetalingstermijn van 43 miljoen dollar voor leningen voor het Trump Castle Hotel & Casino.[11] Zijn persoonlijk vermogen stond 295 miljoen dollar in de min.[11] Zijn slechte beleid uitte zich onder andere doordat hij de afbouw van zijn derde casino, het 1 miljard dollar kostende Taj Mahal, voornamelijk financierde via junk bonds met hoge rentes. Daarnaast had hij in 1988 het Plaza Hotel in New York gekocht met een lening van 125 miljoen dollar waarvoor hij zonder onderpand persoonlijk garant stond. Ook de vliegmaatschappij Trump Shuttle verloor 34 miljoen in 1990. Hij kocht aandelen van warenhuisketen Alexander's met geleend geld, waar hij in juni 1990 zo'n 63 miljoen aan rente over moest betalen.[11] Hoewel hij zijn bedrijven had versterkt met extra leningen en de rentebetalingen had uitgesteld, resulteerden zijn toenemende schulden in zakelijke faillissementen.
Door dreigende sluiting van Trumps bedrijven begon er overleg tussen Trump en 27 belanghebbende banken, bij wie Trump een schuld had van 3,2 miljard dollar. Uit angst voor grote verliezen wilden de banken met Trump rond de tafel om faillissement met executieverkoop te voorkomen. Er werd een overeenkomst gesloten waarbij de banken Trump 65 miljoen dollar zouden lenen, en de rente over leningen voor een bedrag van 1 miljard zou worden opgeschort voor maximaal 5 jaar.[11] Als onderpand zouden zijn casino's en hotels dienen. De banken dwongen hem zekere vastgoedobjecten te verkopen ter gedeeltelijke afbetaling van de schuld. Per jaar mocht hij niet meer dan 450.000 dollar aan persoonlijke uitgaven hebben. Dit bedrag werd langzaam verlaagd naar 300.000 dollar per jaar.[11] Deze overeenkomst werd uitgevoerd als pre-pack-faillissement waardoor de drie casino's een doorstart konden maken. Geldschieters wilden Trump niet uit de casino's halen: dat zou resulteren in veel verlies doordat er een nieuwe casinovergunning zou moeten worden aangevraagd en het casino stil zou liggen. Hierdoor kon Trump een meerderheidsbelang afdwingen van 50,5% in de casino's, terwijl de andere aandelen naar de schuldeisers gingen.<refname="KF_H11"/> De Taj Mahal kwam uit het faillissement op 5 oktober 1991.
Vliegtuigmaatschappij Trump Shuttle kon de rente van haar leningen niet afbetalen en het bestuur werd daarom overgenomen door de banken. In 1992 werd de vliegtuigmaatschappij verkocht aan US Airways.[11]
Op 2 november 1992 diende Trump Plaza Hotel een reorganisatieplan in in het kader van een faillissementsaanvraag (en dus bescherming tegen schuldeisers). In het plan ging Trump ermee akkoord om een aandeel van 49% in het hotel te geven aan Citibank en vijf andere geldschieters. In ruil daarvoor zou Trump betere voorwaarden krijgen over het overgebleven schuldbedrag van ruim $ 550 miljoen, dat hij nog aan de geldschieters verschuldigd was. Ook mocht hij als tegenprestatie zijn positie als directeur behouden, hoewel hij geen rol meer zou krijgen in de dagelijkse zaken van het bedrijf.[bron?] Plaza Hotel in New York ging ook failliet. Dit was het vierde faillissement van Trump in korte tijd na het faillissement van de drie casino's.[11]
Trump verkocht zijn aandeel in West Side Yards aan een Aziatische ontwikkelaar naar aanleiding van onderhandelingen met Chase Manhattan Bank.
Trump kon verschillende afbetalingstermijnen van zijn vijf helikopters niet betalen. Deze helikopters werden in beslag genomen nadat Trump eerst had geprobeerd om de locatie van de helikopters geheim te houden voor de banken. De banken dwongen Trump om de locatie aan hen bekend te maken, waarna zij de helikopters in beslag namen.[11]
Volgens Forbes was Trumps eerste faillissement het enige faillissement dat zijn persoonlijke rijkdom aantastte. Volgens Time was echter ook bij het faillissement in 2004 72 miljoen dollar van Trumps eigen geld betrokken.[bron?]
Trump zei jaren later over de faillisementen:
„I've used the laws of this country to pare debt. … We'll have the company. We'll throw it into a chapter. We'll negotiate with the banks. We'll make a fantastic deal. You know, it's like on 'The Apprentice'. It's not personal. It's just business."[Vertaling 1]”
Hij gaf aan dat andere "belangrijke ondernemers" hetzelfde deden.[bron?]
Kort na de doorstart van Trump Castle Hotel & Casino was de dreiging dat het bedrijf een afbetalingstermijn van een lening niet kon betalen. Fred Trump hielp zijn zoon door geld te geven voor deze afbetaling. Fred Trump kon geen geld schenken, want dan zou het geld direct naar de schuldeisers gaan. Daarom kocht de advocaat van Fred Trump in totaal voor 3,5 miljoen dollar aan fiches bij het casino. Het was verboden in New Jersey voor individuen of bedrijven die geen erkende financiële instellingen waren om geld te geven of te lenen aan casino's. Met deze regel wilde de overheid voorkomen dat de maffia gemakkelijk invloed kon krijgen bij casino’s. Het casino kreeg van de overheid een boete van 65.000 dollar.[11]
Casino's na 1995
In de late jaren negentig verbeterde Trumps financiële situatie. In 1995 begon Trump een naamloze vennootschap (nv) genaamd Trump Hotels & Casino Resorts, in eerste instantie alleen voor Trump Plaza Hotel & Casino in Atlantic City. Bij de beursgang haalde Trump 140 miljoen dollar op met aandelen van 14 dollar per stuk.[11] Hij verkocht junkbonds voor 155 miljoen dollar om onder andere een schuld van 88 miljoen af te betalen. De aandelenprijzen stegen naar 36 dollar per stuk.[11] De nv kocht de twee andere casino's in Atlantic City die Trump deels in privé-eigendom had. Trump fungeerde in de verkoop als koper én als verkoper. Het bedrijf van Trump kocht deze twee casino's voor tien miljoen dollar meer dan de werkelijke waarde. Trump verdiende persoonlijk 880.000 dollar aan de verkoop van zijn aandelen in de casino's aan de nv.[11] De nv had toentertijd 1,7 miljard dollar aan schuld. De meeste inkomsten gingen naar de afbetaling van deze schulden. Toch gaf Trump zichzelf in 1996 een loon van 2 miljoen en daar bovenop een bonus van 5 miljoen.[11] In 1996 daalde de aandelenprijs naar 12 dollar per stuk. In de periode dat Trump president van het bedrijf was, was er een verlies van 1 miljard dollar, maar hij gaf zichzelf een loon van miljoenen dollars. In de periode 1995-2005 daalde de aandelenprijs van 35 dollar naar 17 cent.[11]
In 2004 werd een faillissement geregeld voor een doorstart onder de nieuwe naam Trump Entertainment Resorts Holding. Trumps derde zakelijke faillissement vond plaats op 21 oktober 2004, toen Trump Hotels & Casino Resorts de herstructurering van zijn schulden aankondigde. Volgens het plan zou Trumps eigenaarschap van 56% worden verkleind naar 27% en zouden obligatiehouders aandelen ontvangen in ruil voor de kwijtschelding van een deel van de schuld.[bron?] Trump Hotels werd gedwongen om surseance van betaling aan te vragen om overeind te blijven. Nadat Trump Hotels & Casino Resorts een faillissement had aangevraagd, koos Trump ervoor afstand te doen van zijn positie als CEO (algemeen directeur) van het bedrijf. Hij bleef echter wel voorzitter van de raad van bestuur. In mei 2005 volgde een doorstart en kreeg het bedrijf de naam Trump Entertainment Resorts Holdings.
Van 2006 tot 2009 kocht het bedrijf onder het bestuur van Trump voor 1,7 miljoen dollar aan spullen van het merk Trump die waren ondergebracht bij andere bedrijven. Bijvoorbeeld 1,2 miljoen dollar aan waterflessen van Trump Ice.[11] Trump Entertainment Resorts vroeg in 2009 faillissement aan, vier dagen nadat Trump had aangekondigd af te treden als lid van de raad van bestuur. Op dat moment had Trump Entertainment Resorts drie bezittingen in Atlantic City: Trump Taj Mahal, Trump Plaza en Trump Marina, waarvan de laatste verkocht werd in 2011.
In 2010 verkocht Trump grotendeels zijn aandelen en hield 10% over. In 2014 ging het bedrijf failliet. Een groot deel van de aandeelhouders klaagde Trump aan voor misbruik van bedrijfsmiddelen. Trump en de aanklagers kwamen een schikking overeen.[11] Begin augustus 2014 spande Trump een rechtszaak aan om zijn naam te laten verwijderen van Trump Plaza Hotel and Casino en de voorzieningen van de Taj Mahal in Atlantic City, omdat hij het bedrijf niet meer bestuurde en slechts 10% van de aandelen had. In 2014 diende Trump Entertainment Resorts opnieuw een aanvraag voor een faillissement in.
Heropleving in vastgoed
Naast het bedrijf met casino's bleef hij werkzaam in andere vastgoedobjecten. In 2001 opende Trump World Tower, een appartementencomplex met 72 verdiepingen in de buurt van het Hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. Trump begon ook aan de bouw van Trump Place, een project bestaande uit meerdere gebouwen langs de Hudson. Hij bezit daarnaast bedrijfsruimte in Trump International Hotel and Tower, een multifunctioneel gebouw (hotel en appartementencomplex) met 44 verdiepingen aan de Columbus Circle. Trump is in totaal eigenaar van honderdduizenden vierkante meters aan vastgoed in Manhattan.[bron?]
Trump is een groot aantal vastgoedprojecten begonnen, waaronder Trump International Hotel and Tower (Honolulu), Trump International Hotel and Tower (Chicago), Trump International Hotel and Tower (Toronto) en Trump Tower (Tampa (Florida)). In Fort Lauderdale werd een van Trumps projecten (Trump International Hotel and Tower) stilgelegd wegens geldproblemen. Tegelijkertijd werd Trump Towers Atlanta One ontwikkeld.
In 2015 schatte het tijdschrift Forbes zijn netto vermogen op 4,1 miljard dollar. In juni 2015 publiceerde Business Insider een financieel verslag van Trump, waarin stond dat zijn vermogen $ 8,7 miljard bedroeg. Daarvan viel $ 3,3 miljard onder "licentieovereenkomsten op vastgoed, zijn merk en ontwikkelingen van zijn merk". Volgens Business Insider dacht Trump dus dat zijn persoon een waarde had van $ 3,3 miljard.[bron?]
Ondernemingen en investeringen
Naast zijn ondernemingen in de vastgoed- en amusementsindustrie heeft Trump zijn naam en merk ook verspreid in andere industrieën en producten. Voorbeelden hiervan zijn Trump Model Management en Trump Shuttle.
Naamlicenties
Na de start van het televisieprogramma The Apprentice begon Trump aan verkopen van naamlicenties, waarbij bedrijven voor hoge bedragen de naam Trump mochten verbinden aan hun producten.[12] Voor sommige licenties deed Trump mee met reclamecampagnes. Bij naamlicenties loopt Trump geen financieel risico en investeert hij niet in de bedrijven.[12] In 2016 had hij inkomsten uit 25 licenties.[12] Bij verschillende licenties van vastgoedprojecten waren er geheimhoudingsverplichtingen omtrent het bestaan van de licenties.[12] Producten onder de naamlicentie 'Trump' zijn bijvoorbeeld: Trump Financial (hypotheken), Trump Sales and Leasing (woningverkoop), Trump Restaurants (gesitueerd in Trump Tower, bestaat uit Trump Buffet, Trump Catering, Trump Ice Cream Parlor en Trump Bar), GoTrump (reiswebsite), Donald J. Trump Signature College (lijn van mannenkleding, -accessoires en -horloges), Donald Trump The Fragrance (parfum), een tijdschrift met de naam Trump, Trump Golf, Trump Chocolate, Trump home (huisinrichtingen), Trump Productions (televisieproducties), Trump Institute, Trump The Game (een bordspel uit 1989), Donald Trump's Real Estate Tycoon (videospel), Trump Books (boeken), Trump Ice (water), Trump Mortgage (hypotheken), Trump Vodka en Trump Steaks.
In 2011 werd door financieel deskundigen van Forbes de waarde van het merk Trump geschat op 200 miljoen dollar. Trump zelf betwijfelde deze schatting en verklaarde dat zijn merk ongeveer 3 miljard dollar waard is. Veel ontwikkelaars betalen Trump om hun producten op de markt te brengen en om het gezicht van die producten te zijn. Op die manier is Trump niet de eigenaar van een aantal gebouwen die wel zijn naam dragen. Volgens Forbes is het deel van Trumps imperium dat wordt bestuurd door zijn kinderen, verreweg het meest waardevol, met een waarde van $ 562 miljoen. Er zijn volgens Forbes 33 projecten met een vergunning in ontwikkeling,[bron?] waaronder zeven "appartementenhotels" (alle met de naam Trump International Hotel and Tower).
Netto vermogen
In april 2011, toen Trump overwoog zich kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen van 2012, citeerde Politico een bron dicht bij Trump die verklaarde dat als Trump presidentskandidaat zou worden, zijn financiële verklaring zou laten zien dat zijn vermogen meer dan 7 miljard dollar bedroeg, dat hij 250 miljoen dollar aan contanten had en dat hij nauwelijks schulden had.[13] Hoewel Trump zich niet kandidaat stelde, publiceerde hij wel zijn financiën in een boek van hem. Hij beweerde dat zijn vermogen 7 miljard dollar bedroeg.
Schattingen van Trumps vermogen schommelden over de jaren heen samen met de waarde van zijn vastgoed. In 2015 schatte Forbes zijn vermogen op $ 4,1 miljard. Op 16 juni 2015 publiceerde Trump zijn financiële verslag net voor zijn kandidaatstelling voor de presidentsverkiezingen. Daarin stond dat zijn vermogen ongeveer 9 miljard dollar bedroeg. In juli 2015 gaven toezichthouders van de verkiezingen nieuwe details over Trumps vermogen vrij: zijn bezittingen hadden een waarde van ruim $ 1,4 miljard, inclusief minstens $ 70 miljoen aan aandelen en hij had een schuld van minstens $ 265 miljoen.
Trump Tower
Zie Trump Tower (New York) voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Trump is eigenaar van Trump Tower, een 58 verdiepingen tellende wolkenkrabber in Midtown Manhattan, op het adres 725 Fifth Avenue op de hoek met East 56th Street.[14] De architect was Der Scutt van de architectenfirma Swanke Hayden Connell Architects.[15] De grond was aanvankelijk in bezit van de Equitable Life Assurance Society, die de grond aan Trump overdroeg in ruil voor een aandeel van 50% in het nieuwe gebouw.[16]
Beursinvesteringen
In 2011 investeerde Trump in de beurs, omdat hij teleurgesteld was in de Amerikaanse vastgoedmarkt die in een depressie verkeerde, en omdat hij naar zijn idee te weinig rente kreeg van de bank. Hij zei dat hij geen beurspersoon was, maar dat het moeilijk was om goed vastgoed voor goede prijzen te krijgen. Trump verklaarde dat hij onder andere aandelen had gekocht van Bank of America, Citigroup, Caterpillar, Facebook, Intel, Johnson & Johnson en Procter & Gamble. Toen hij zijn aandelen in 2014 verkocht, had hij een winst van 27 miljoen dollar en 40 van de in totaal 45 verschillende aandelen die hij had gekocht waren in waarde gestegen.
Sport
In 1983 kocht Trump de New Jersey Generals voor het eerste seizoen van de United States Football League. Het sportteam huurde Walt Michaels, voormalig coach van de New York Jets, in als hoofdcoach. Trump verkocht het team echter voorafgaand aan het begin van het eerste seizoen aan oliemagnaat J. Walter Duncan uit Oklahoma. Na het eerste seizoen verkocht Duncan het team terug aan Trump.
De United States Football League was van plan om het seizoen van 1986 in de herfst te organiseren, tegelijkertijd met de National Football League. Dat besluit werd grotendeels dankzij Trumps inspanningen genomen. Twee jaar eerder had Trump zijn mede-eigenaren tot de verplaatsing van het tijdstip van het seizoen overgehaald, omdat hij dacht dat dat uiteindelijk een fusie van de United States Football League en de National Football League zou veroorzaken. Daardoor zouden de eigenaren van alle teams in de competitie hun investeringen zien verdubbelen.
De New Jersey Generals fuseerden met de Houston Gamblers buiten het seizoen, waardoor het team onder andere quarterback Jim Kelly en wide receiver Ricky Sanders kreeg. Michaels, de coach, werd ontslagen en vervangen door Jack Pardee, de voormalige coach van de Houston Gamblers, die van plan was de tactiek van Houston Gamblers te gebruiken. Het nieuwe team speelde echter nooit wegens de afgelasting van het seizoen in 1986: een antitrustzaak van de United States Football League tegen de National Football League viel niet gunstig uit voor de USFL. Hoewel ze van de jury op veel punten gelijk kreeg, was er geen sprake van de grote schadevergoeding waarop ze had gehoopt. De competitie verdween definitief kort daarna.
Toen Trump in 1988 een gevecht tussen Mike Tyson en Michael Spinks in Atlantic City (New Jersey) organiseerde, was hij voor die gelegenheid financieel adviseur van Tyson.
Golf
The Trump Organization beheert een aantal golfbanen en -resorts in de Verenigde Staten en de rest van de wereld. Op 11 februari 2014 werd bekendgemaakt dat Trump de Doonbeg Golf Club in Ierland had gekocht. De golfbaan zou worden omgedoopt tot de Trump International Golf Links. In 2006 kocht Trump het landgoed Menie in de Schotse plaats Balmedie in Aberdeenshire voor de aanleg van een omstreden golfresort. In juni 2015 werd Trumps hoger beroep afgewezen, waarin hij bezwaar maakte tegen een windmolenpark dat zichtbaar zou zijn vanaf dat golfresort. In april 2014 kocht Trump het hotel en golfresort Turnberry in Schotland, dat regelmatig voorkomt in het rooster van The Open Championship.
Schoonheidswedstrijden
Trump is sinds 1996 de eigenaar van de schoonheidswedstrijden Miss USA en Miss Universe. Miss Universe is een van de meest erkende schoonheidswedstrijden ter wereld.
In 2015 stopten NBC en Univision beide hun samenwerking met de Miss Universe Organization na de toespraak van Trump aan het begin van zijn campagne voor de presidentsverkiezingen van 2016 op 16 juni, waarin hij zei:
De Verenigde Staten zijn een vuilnisbelt geworden voor de problemen van alle anderen. [Applaus.] Dank u wel. Het is waar, en dit zijn de besten. Als Mexico zijn mensen stuurt, sturen ze niet hun beste mensen. Jou sturen ze niet. Jou sturen ze ook niet. Ze sturen mensen met veel problemen en ze brengen die problemen naar ons. Ze brengen drugs mee. Ze brengen misdaad mee. Het zijn verkrachters. En sommigen zijn, neem ik aan, goede mensen. |
Trump reageerde door een rechtszaak met een eis van 500 miljoen dollar in te dienen tegen Univison wegens contractbreuk en laster. De televisiezender Reelz kocht vervolgens de exclusieve rechten om Miss USA uit te zenden.
Amusementsmedia
In de media verwierf Trump onder andere bekendheid door zijn twee nominaties voor een Emmy Award, voor zijn verschijningen in films en televisieseries als een karikatuur van zichzelf (bijvoorbeeld in Home Alone 2: Lost in New York, The Nanny, The Fresh Prince of Bel-Air, Days of our Lives en Wall Street: Money Never Sleeps) en voor zijn rol in de film The Little Rascals. Hij is ook het onderwerp geweest van komieken, makers van flashanimaties en makers van online karikaturen. Trump had daarnaast een eigen dagelijks praatprogramma op de radio met de naam Trumped!.
In maart 2011 was Trump het onderwerp van het televisieprogramma Comedy Central Roast. De speciale aflevering werd gepresenteerd door Seth MacFarlane en Trump werd onder andere geroast door Larry King, Snoop Dogg en Anthony Jeselnik. In april 2011 ging Trump naar het diner van de White House Correspondents' Association. President Barack Obama maakte tijdens deze gelegenheid een aantal van tevoren voorbereide spottende grappen over Trump.
Voor een overzicht van Trumps film- en televisieoptredens, zie het artikel Filmografie van Donald Trump.
The Apprentice
Zie The Apprentice voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
In 2003 werd Trump de uitvoerende producent en presentator van een realityserie van NBC, genaamd The Apprentice. In die televisieserie streed een groep deelnemers om een belangrijke baan in een van de bedrijven van Trump. De deelnemers werden achtereenvolgend "ontslagen" en uit de serie gezet. In 2004 vroeg Trump een merknaam aan voor de uitdrukking "You're Fired".[Vertaling 2][bron?]
In het eerste jaar van de serie ontving Trump $ 50.000 per aflevering (rond de $ 700.000 voor het eerste seizoen), maar in 2010 was dat bedrag gestegen naar 3 miljoen dollar per aflevering.[17] In juli 2015 verklaarde Trump in zijn openbare financiële verklaring aan de Federale Verkiezingscommissie dat hij bijna $ 214 miljoen van NBC Universal had ontvangen voor het presenteren van veertien seizoenen van de televisieserie. In 2007 kreeg Trump een ster op de Hollywood Walk of Fame voor zijn bijdragen aan televisie.
Samen met de Britse televisieproducent Mark Burnett produceerde Trump The Celebrity Apprentice, waarin beroemdheden streden om geld voor hun goede doelen. Hoewel Trump en Burnett samen de televisieserie produceerden, bepaalde Trump alleen de winnaars en "ontsloeg" de verliezers.
Op 16 februari 2015 maakte NBC bekend dat er een vijftiende seizoen van The Apprentice zou komen, maar elf dagen later verklaarde Trump dat hij niet klaar was om het contract te tekenen voor een volgend seizoen wegens de mogelijkheid van een deelname aan de presidentsverkiezingen. Ondanks deze verklaring kondigde NBC op 18 maart aan door te gaan met de televisieserie. Op 29 juni, nadat Trumps toespraak aan het begin van zijn presidentiële campagne veel negatieve reacties had ontvangen, publiceerde NBC een verklaring waarin stond dat NBC Universal een einde zou maken aan de zakenrelatie met Trump wegens zijn uitspraken over immigranten.[bron?] Daarmee kwam een einde aan Trumps rol in The Apprentice. De nieuwe presentator wordt vanaf het vijftiende seizoen Arnold Schwarzenegger.
World Wrestling Entertainment
Trump staat bekend als een liefhebber van World Wrestling Entertainment (WWE) en is bevriend met de voorzitter van dat bedrijf, Vince McMahon. Hij heeft twee evenementen van WrestleMania gepresenteerd in Trump Plaza en was een actief deelnemer in verschillende shows. In 1991 werd het kampioenschap van de World Bodybuilding Federation, die in bezit was van de WWE (toen de World Wrestling Federation geheten), in Trump Taj Mahal in Atlantic City gehouden. Trump werd in 2004 tijdens WrestleMania XX bij de ring geïnterviewd door Jesse Ventura.
Hij verscheen ook in 2007 in WrestleMania 23 in een wedstrijd met de naam The Battle of the Billionaires,[Vertaling 3] een gevecht tussen Bobby Lashley en Umaga. Trump stond aan de kant van Lashley en Vince McMahon stond aan de kant van Umaga. Stone Cold Steve Austin was voor de gelegenheid de scheidsrechter in het zogenaamde "hair versus hair"-gevecht. Dat hield in dat het haar zou worden afgeschoren van Trump als Umaga zou winnen en het haar van McMahon als Lashley zou winnen. Lashley won uiteindelijk, waarna Trump McMahon kaal schoor.
Op 15 juni 2009 kondigde McMahon aan in de worstelshow Monday Night Raw dat hij het programma had "verkocht" aan Trump. Trump verklaarde in het programma dat hij in de volgende reclamevrije aflevering zou verschijnen en dat hij de tickets zou vergoeden van alle mensen die een ticket hadden gekocht voor die show. De daaropvolgende week werd Monday Night Raw zogenaamd "teruggekocht" door McMahon voor de dubbele prijs.[18]
In 2013 werd Trump opgenomen in de beroemdhedenvleugel van de WWE Hall of Fame in het Madison Square Garden in New York voor zijn bijdragen aan de promotie van WWE. De daaropvolgende nacht verscheen hij voor de vijfde keer in WrestleMania.
Politiek
Invloeden
Trump heeft in zijn leven zowel de Democraten als de Republikeinen gesteund en soms beide partijen tegelijk, omdat het – naar eigen zeggen – in zijn zakelijk belang was om goede connecties met politici te hebben.[19] Bij de presidentsverkiezingen van 1980 doneerde Trump geld aan de Democratische presidentskandidaat Jimmy Carter, en tegelijkertijd hielp hij diens tegenstrever Ronald Reagan met het werven van fondsen.[19] In 1985 gaf Trump in totaal 150.000 dollar aan lokale politici. Dit was driemaal hoger dan wettelijk was toegestaan.[19] In 1988 doneerde Trump in totaal 72.000 dollar aan federale politici, waarvoor hij een boete kreeg opgelegd van 15.000 dollar wegens overschrijding van het wettelijke maximum met tienduizenden dollars.[19] Tussen 1995 en 2006 doneerde hij 11.500 dollar aan de Democraat Charles Rangel.[19] In 2001 schreef hij zich in bij de Democratische partij en in 2003 stapte hij over naar de Republikeinen. In 2005 ging hij weer terug naar de Democraten en in 2009 stapte hij weer over naar de Republikein. In 2011 schreef hij zichzelf uit als Republikein en in 2012 schreef hij zich weer in als Republikein.[19] Hoewel hij was geregistreerd als Democraat doneerde hij in 2008 aan de verkiezingscampagne van Republikeinse presidentskandidaat John McCain.[19] Tussen 2009 en 2014 doneerde hij 620.000 dollar aan het fonds voor Republikeinse Gouverneurs.[19] In februari 2012 steunde Trump Mitt Romney voor het Amerikaanse presidentschap.
In april 2011 betwijfelde hij het Amerikaanse staatsburgerschap van president Barack Obama. Trump betwijfelde ook of Obama's resultaten goed genoeg waren geweest om aan de Harvard Law School te studeren. Op 25 april 2011 riep hij president Obama op om de lange versie van zijn geboorteakte vrij te geven. Twee dagen later publiceerde het Witte Huis de lange versie van Obama's geboorteakte. Trump liet in een daaropvolgende persconferentie merken dat hij trots was op zijn rol in de publicatie van het geboortebewijs.[bron?]
Trump heeft toespraken gehouden voor supporters van de Tea Party-beweging. Trump kwam in december 2008 naar voren als een vroege aanhanger van het reddingsplan van de auto-industrie uit 2009, dat door de overheid werd ondersteund.[bron?] Volgens een peiling van het Pew Research Center was 56% van de Amerikaanse bevolking voorstander van het plan. Verklaringen waarin Trump beweerde dat vaccinaties autisme zouden veroorzaken, stuitten op kritiek van verschillende media van de wetenschappelijke gemeenschap. Hij is ook bekritiseerd op zijn verklaringen waarin hij de opwarming van de Aarde ontkent, omdat deze verklaringen tegenstrijdig zijn met de algemene mening van wetenschappers.
In januari 2013 publiceerde Trump een video waarin hij de Israëlische presidentskandidaat Benjamin Netanyahu tijdens de parlementsverkiezingen van 2013 behartigde. Hij zei in die video dat "een sterke premier een sterk Israël betekent". Trump is een populair persoon in Israël, doordat zijn naam daar is verbonden aan verschillende producten, soms ook zonder zijn toestemming.[bron?] In 2015 ontving Trump de Liberty Award tijdens het Algemeiner Jewish 100 Gala wegens zijn positieve bijdragen aan de relatie tussen de Verenigde Staten en Israël.
(Overwogen) kandidaatstellingen
Trump heeft overwogen om zich kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen van 1988, 2004 en 2012 en voor gouverneur van New York in 2006 en 2014, maar zag daar uiteindelijk van af. Hij stelde zich kandidaat voor de Reform Party voor de presidentsverkiezingen van 2000 en won de voorverkiezing in Californië. Toen Trump in het openbaar overwoog zich aan de kant van Republikeinen kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen van 2012, publiceerden The Wall Street Journal en NBC News in maart 2011 een peiling waarin Trump de grootste aanhang bleek te hebben onder mogelijke tegenstanders. Hij stond één punt voor op Mitt Romney. In een in februari 2011 afgenomen peiling van Newsweek liep Trump met een paar punten achter op Barack Obama met veel onbesliste stemmen voor de presidentsverkiezingen van 2012.
Toen Trump een kandidaatstelling aan het overwegen was, publiceerde Public Policy Polling in april 2011 een peiling, die toonde dat Trump een voorsprong van negen punten op andere Republikeinse presidentskandidaten zou hebben als hij zich kandidaat zou stellen voor de verkiezingen van 2012. Sommige media beweerden dat hij met zijn zetten zijn realityserie The Apprentice wilde promoten. Op 16 mei 2011 kondigde Trump aan zich niet kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen. Public Policy Polling beschreef de gebeurtenissen in mei 2011 als "een van de snelste stijgingen en dalingen in de geschiedenis van het presidentschap". In een peiling van USA Today en Gallup uit december 2011 stond Trump in de top zes van de tien meest geliefde levende mannen en vrouwen.
In 2013 was Trump een spreker op de Conservative Political Action Conference. Zijn toespraak werd niet drukbezocht. Hij besteedde vervolgens ruim 1 miljoen dollar aan een onderzoek naar een eventueel kandidaatschap voor de presidentsverkiezingen.[bron?] In oktober 2013 verspreidden New Yorkse Republikeinen een memo, waarin zij Trump voorstelden om zich in 2014 kandidaat te stellen voor het gouverneurschap van de staat New York, tegen Andrew Cuomo. Trump zei dat hoewel New York problemen had en de belastingen te hoog waren, hij er geen groot belang bij had om aan de verkiezingen mee te doen. In februari 2015 besloot Trump zijn contract voor de televisieserie The Apprentice niet te verlengen, waardoor speculatie ontstond dat hij presidentskandidaat zou worden voor de verkiezingen van 2016.
Presidentiële campagne 2015 - 2016
Zie Amerikaanse presidentsverkiezingen 2016 voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Op 16 juni 2015 stelde Trump zich officieel kandidaat voor het ambt van president van de Verenigde Staten, namens de Republikeinse Partij. Op Twitter zette hij zijn persoonlijke leus: Make America Great Again.[20]
Voorverkiezingen
Op 9 juli 2015 werden de resultaten van de eerste grote nationale peiling bekendgemaakt, die liet zien dat Trump op dat moment de grootste aanhang had onder de Republikeinse kandidaten. De peiling was uitgevoerd door The Economist en YouGov. Een peiling van de Suffolk University en USA Today vijf dagen later liet zien dat 17% van de Republikeinse stemmers Trump steunde en 14% Jeb Bush. Een peiling van The Washington Post en ABC News, die tussen 16 juli en 19 juli gehouden werd, had als uitslag dat 24% van de Republikeinse stemmers Trump aanhing en dat Scott Walker, de nummer twee van de peiling, een aanhang had van 13%. Uit een peiling van CNN en ORC onder Republikeinse stemmers bleek dat Trump met een steun van 18% de grootste steun had. Hij versloeg daarmee Jeb Bush, die een percentage van 15% kreeg. In de peiling van CBS News van 4 augustus stond Trump wederom op de eerste plaats met een steun van 24%. Tweede stond Bush met 13% steun en derde stond Walker met 10% steun. In september 2015 kwam een groep van veertig voorgangers op het hoofdkantoor van Trump in New York, waaronder Paula White van de New Destiny Christian Center, Robert Jeffress van de First Baptist Dallas en David Jeremiah van de Shadow Mountain Community Church.
Als reactie op een schietpartij in het Californische San Bernardino in december 2015 riep Trump op tot een volledige stop op immigratie van moslims naar de Verenigde Staten, "totdat onze congresleden hebben kunnen onderzoeken wat er aan de hand is".
In februari 2016 won Trump twee Republikeinse voorverkiezingen achter elkaar, in de staten New Hampshire en South Carolina. In Iowa werd hij tweede, na Ted Cruz.[21]
Op 3 mei won Trump de voorverkiezingen in Indiana, waarmee hij zijn tegenstander Ted Cruz uitschakelde.[22] Nadat Cruz en Kasich begin mei 2016 uit de race voor de nominatie stapten, was Trump de enige overgebleven kandidaat namens de Republikeinen.[23] Op 9 mei stelde Trump Chris Christie, de gouverneur van New Jersey, aan als degene die een team moest samenstellen ingeval Trump de aankomende verkiezingen zou winnen.[24] Trump kondigde zijn kandidatuur officieel aan op 16 juni 2015, vanuit zijn hoofdkantoor in Trump Tower in New York. Tijdens de start van zijn campagne speelde hij Rockin' in the free world af, tegen de zin van de singer-songwriter hiervan, Neil Young. Hij opende met de slogan "We are going to make our country great again."[Vertaling 4] Daarbij zei hij toe de "beste banenpresident die God ooit gemaakt heeft" te worden. Op 20 juni ontsloeg hij zijn campagnemanager, Corey Lewandowski.[25]
Op 18 juli 2016 hield Trumps vrouw Melania tijdens de Republikeinse Partijconventie een toespraak met passages die opmerkelijke overeenkomsten vertoonden met een speech van Michelle Obama uit 2008. Dit leidde tot veel ophef; gedacht werd in de eerste plaats aan een blunder van de speechschrijvers.[26]
Nominatie
Op 20 juli werd Trump officieel voorgedragen als presidentskandidaat namens de Republikeinen[27] en de volgende dag accepteerde hij de nominatie.[28]
Midden augustus maakte Trump tijdelijk een duidelijke val in de peilingen en verloor veel aanhang in belangrijke staten. Hierop reorganiseerde hij zijn campagne en stelde Stephen Bannon aan als de nieuwe hoofdman.[29] Een paar weken later had Trump de achterstand op zijn Democratische tegenstander Hillary Clinton weer grotendeels ingehaald.[30]
Schandalen
Zie Anti-Trumpbeweging voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Op 1 oktober 2016 bracht The New York Times het nieuws naar buiten dat Trump mogelijk 18 jaar lang nauwelijks of geen federale inkomstenbelasting had betaald, door een verlies van 916 miljoen dollar – dat hij begin jaren negentig als gevolg van slechte deals had gemaakt – op volledig legale wijze hiermee te verrekenen. Een week eerder had Clinton Trump ertoe aangespoord om zijn belastingaangiften te openbaren, tijdens hun eerste rechtstreekse verkiezingsdebat, daarbij suggererend dat hij ze niet wilde openbaren omdat weleens zou kunnen blijken dat hij nauwelijks belasting zou betalen.[31]
Op 7 oktober, exact een maand voor de verkiezingen, raakte Trump flink in opspraak toen The Washington Post een videofragment uit 2005 vrijgaf waarin hij zich op een uiterst seksistische en minachtende manier over vrouwen uitliet.[32] Hieropvolgend zegden meer dan 150 prominente Republikeinen hun steun aan de presidentskandidaat op, onder wie John McCain.[33] Trump bood schriftelijk en op Facebook zijn excuses aan, maar dit werd in het algemeen als weinig overtuigend ervaren, mede omdat Trump tegelijk de gelegenheid vol aangreep om zijn Democratische tegenstander Hillary Clinton onderuit te halen.[34] Op 10 oktober zei ook Paul Ryan, de belangrijkste Republikein in het Congres, in een telefonisch gesprek met partijgenoten dat hij Trump niet meer zou steunen.[35] In de daaropvolgende dagen trad een aantal vrouwen in de openbaarheid met verklaringen dat zij door Trump ooit ongewenst waren betast. Onder hen waren de winnares van Miss Arizona USA uit 2001,[36] een voormalig model en een vrouw die in 2007 had deelgenomen aan The Apprentice.[37]
Na het bekend worden van het voornoemde videofilmpje maakte Trump een vrije val in de peilingen. Op 14 oktober staakte hij zijn campagne in de staat Virginia volledig. Zijn achterstand op Clinton was hier zo groot geworden dat Trumps team hem geen enkele kans meer gaf.[38]
Verkozen tot president
Kort voor de verkiezingen lag Clinton nog voor in de meeste peilingen. Op 8 november won Trump echter, tegen de algehele verwachtingen in, onder meer in de belangrijke staten Florida, Ohio, Pennsylvania en North Carolina. Hiermee behaalde hij de overwinning.[39] In aantallen kiezers (de popular vote) behaalde Trump overigens nagenoeg 3 miljoen stemmen minder dan zijn tegenstander Clinton. Door de wijze waarop het Amerikaanse kiesstelsel werkt, haalde Trump echter de drempel van 270 leden van het kiescollege ruimschoots.[40][41] In de dagen nadat Trump was verkozen werd in veel grote steden van de VS gedemonstreerd.
Presidentschap
Zie Kabinet-Trump voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Eedaflegging
Op 20 januari 2017 legde Trump de presidentiële eed af. In zijn eerste toespraak als president benadrukte hij dat vanaf nu de Verenigde Staten in alles op de eerste plaats zouden komen.[42]
Vrijwel meteen na zijn aantreden als president baarde Trump internationaal veel opzien door omstreden beslissingen. Zo ondertekende hij reeds op 25 januari het uitvoeringsbesluit voor de te bouwen muur langs de Mexicaans-Amerikaanse grens.[43] Een week na zijn inauguratie stelde hij een inreisverbod in dat zou gaan gelden voor zeven islamitische landen. Dit verbod werd echter door diverse federale rechtbanken opgeschort, net als een aangepaste versie ervan in maart.[44]
Covfefe
Trump schreef op 31 mei 2017 in een tweet het onbestaande woord covfefe. De tweet luidde: "Despite the constant negative press covfefe". Op het internet werd er vervolgens met verbazing gereageerd. Twitter overstroomde[45] met mensen die zich afvroegen wat Trump exact bedoelde. #covfefe was tijdelijk de meest gebruikte hashtag.
Op diezelfde 31 mei vroeg Yahoo!-journalist Hunter Walker tijdens de persbriefing van het Witte Huis aan perschef Sean Spicer of mensen niet ongerust moeten zijn over de ietwat "incoherente" tweet verstuurd door president Trump en vroeg zich tevens af waarom de tweet zolang online bleef staan. Spicer antwoordde dat "de president en een kleine groep mensen precies weten wat hij bedoelde". Conservatief columnist Jonah Goldberg zag in National Review twee mogelijke interpretaties van Spicer's verklaring. Als Spicer de waarheid sprak tijdens de briefing, wat Goldberg sterk betwijfelt, dan is dit absurd omdat de president geen cryptische berichten via Twitter zou mogen verzenden. De uitspraak kan ook een leugen zijn, wat volgens de columnist betekent dat het Witte Huis zelfs de kleinste fout als een typo niet kan toegeven, wat veel onthult over de werking van het Witte Huis.[46]
Wereldwijd werd aandacht besteed aan #covfefe, ondertussen ook wel #covfefe-gate genoemd. De betreffende tweet werd verwijderd door Trump, die zich afvroeg of iemand de ware betekenis ervan kon achterhalen[47] Het Democratische lid van het Huis van Afgevaardigden Mike Quigly diende een amendement in, Communications Over Various Feeds Electronically for Engagement Act (C.O.V.F.E.F.E Act), om ook uitlatingen via sociale media van de president onder de Presidential Records Act te laten vallen en zo te bewaren.[48]
Pogingen tot afzettingsprocedure (impeachment)
Sinds Trump als president is beëdigd, zijn er verschillende pogingen ondernomen een afzettingsprocedure (impeachment) tegen hem te beginnen door een of meer zogeheten Articles of impeachment in te dienen in het Huis van Afgevaardigden. Deze pogingen zijn feitelijk kansloos zolang de Republikeinse fractie in het Huis van Afgevaardigden, die daar de meerderheid heeft, achter de president blijft staan.[49][50]
- 17 mei 2017: Al Green, lid van het Huis van Afgevaardigden voor de Democratische Partij, wegens belemmering van de rechtsgang Als onderbouwing voerde hij aan het ontslag door Trump van FBI-baas James Comey en Trumps uitspraak dat hij dat had gedaan in verband met het FBI-onderzoek naar beïnvloeding van de presidentsverkiezingen door de Russische staat. De motie werd niet in stemming gebracht.[50]
- Juli 2017: Brad Sherman, lid van het Huis van Afgevaardigden voor de Democratische Partij, wegens belemmering van de rechtsgang door het ontslaan van James Comey.[49][51]
- November 2017: Al Green, lid van het Huis van Afgevaardigden voor de Democratische Partij, met vijf ondersteuners van de motie, eveneens Democraten. Dit omdat president Trump volgens hen de grondwet heeft geschonden. Het ontslaan van FBI-directeur James Comey en het schenden van de zogenoemde Emoluments Clause (het verbod voor overheidsfunctionarissen om giften te accepteren van buitenlandse overheden) zijn twee argumenten van de Congresleden om de procedure van afzetting op te starten. Ook wezen de Democraten op het "ondermijnen" van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de persvrijheid door Trump.[52] Green gaf aan beslist een (zuiver symbolische) stemming te willen over de motie, die geen werkelijke kans maakte om te worden aangenomen.[53] De motie kreeg uiteindelijk 58 stemmen in het Huis van Afgevaardigden, dat 435 leden telt waarvan 193 Democraten.
Competentie voor uitoefening van het ambt
Afgezien van afzetting (impeachment) kent de Amerikaanse grondwet nog een tweede procedure om een zittende president uit zijn ambt te ontzetten, namelijk via toepassing van het 25ste Amendement. Dat kan worden toegepast in het geval dat "hij/zij niet in staat is om de bevoegdheden en verplichtingen van zijn ambt uit te oefenen". Tweemaal initieerden Congresleden – Republikein Jamie Raskin en Democraat Jackie Speier – het op gang brengen van deze procedure. In het eerste geval betrof het een reactie op een rancuneuze tweet van de president tegen een duo tv-presentatoren van MSNBC. Speiers belangrijkste argument was dat de president "wispelturig gedrag en mentale onstabiliteit vertoont, dat het land in groot gevaar brengt". Directe aanleiding hiervoor vormden voor haar, enerzijds Trumps wijze van omgaan met de door extreem-rechtse groepen uitgelokte rellen in Charlottesville, en anderzijds Trumps ondiplomatieke reacties op de provocaties van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un.
Na het verschijnen van het controversiële boek Fire and Fury van Michael Wolff begin januari 2018 verklaarde de auteur dat 100 % van de insiders in het Witte Huis tijdens zijn maandenlange verblijf aldaar met hem hadden gedeeld dat Trump niet geschikt was voor het ambt van president. Volgens Trump bevatte het boek heel wat leugens, onder andere over zijn geestelijke gezondheid.[54] De auteur is in het verleden ook beschuldigd van het verzinnen van gebeurtenissen en is niet onbesproken. Enkele personen uit de Trump-entourage die geciteerd worden in het boek, ontkenden de hen toegedichte woorden.[55] Zijn tekst werd door advocaten en factcheckers echter door de molen gehaald.[56]
#MeToo
De kwestie van ongewenste seksuele benadering van vrouwen door Donald Trump (zie #Schandalen), flakkerde ook op na de wereldwijde #MeToo-golf van ontmaskeringen, die volgde op die van filmproducer Harvey Weinstein in oktober 2017. Tal van topmannen uit diverse maatschappelijke sectoren, zoals de media, de sport, de wetenschap enz. werden ermee geconfronteerd dat vrouwelijke collega's hun grensoverschrijdende intimidatie en machtsmisbruik niet langer duldden en voor het eerst wel durfden publiek te maken. Vrijwel in alle gevallen met terugtreden, dan wel onmiddellijk ontslag van deze hooggeplaatste machthebbers als gevolg.
Naast het vele malen onverwacht binnendringen in kleedkamers bij "zijn" missverkiezingen, lopen er tenminste 13 individuele beschuldigingen van vrouwen van seksueel overschrijdend gedrag tegen Trump, die dateren van voor zijn aantreden als president.[57]]. Hij dreigde deze vrouwen gerechtelijk aan te klagen, maar heeft dat nog altijd niet in daden omgezet. Bij monde van zijn Witte Huis- woordvoerster Sarah Huckabee Sanders blijft Trump alles ontkennen.
Voorafgaand aan de tussentijdse verkiezing ter vervulling van de vacature van Senator voor de staat Alabama promootte president Trump – na aanvankelijke aarzeling wegens grote weerzin van de Republikeinen in de Senaat – voluit de kandidatuur van de Republikein Roy Moore. Tegen deze radicaal-christelijke oud-rechter zijn ettelijke beschuldigingen ingediend van grensoverschrijdend seksueel gedrag met tienermeisjes, toen hij zelf begin dertig was. Naast zijn overige extreme opvattingen was dat voor de Republikeinen in het Capitool een reden om Moore eerst persona non grata te verklaren. Hij won echter de Republikeinse voorverkiezing van zijn gematigde Republikeinse tegenkandidaat in Alabama. Na de nipte overwinning van de Democratische kandidaat Doug Jones op 12 december 2017, feliciteerde Trump laatstgenoemde onmiddellijke met zijn overwinning zonder enige aandacht te schenken aan Moores claim op een hertelling. Deze eerste Democratische verkiezingswinst in Alabama na meer dan 20 jaar werd door onderzoekers[bron?] verklaard uit de opkomst van in het bijzonder vrouwen en Afro-Amerikaanse kiezers.[58]
Internationale handel
Zoals aangekondigd tijdens de verkiezingscampagne, gaf president Trump er in het verlengde van zijn "America First"-agenda van meet af aan blijk van om een protectionistische benadering te prefereren boven de globale trend van vrijhandel. Zo pleitte hij voor een heronderhandeling van de voorwaarden van NAFTA een vrijhandelsovereenkomst tussen de VS, Canada en Mexico, die in 1994 in werking trad. Trump toonde zich een tegenstander van het Trans-Pacific Partnership (TPP), een vrijhandelsovereenkomst van verscheidene landen die grenzen aan de Grote Oceaan. Kort na zijn aantreden tekende hij een decreet om de VS hieruit terug te trekken.
In april 2017 legde hij hogere invoerrechten op aan de Canadese houtindustrie om tegemoet te komen aan de klachten van zuivelproducenten in de staat Wisconsin over het Canadese prijsbeleid voor zuivelproducten.
In mei 2017 maakte het kabinet-Trump een overeenkomst met China bekend, waardoor China de import van rundvlees uit de VS zouden opvoeren. Ook zou China de goedkeuring van genetisch gemodificeerde producten versnellen. Daartegenover zullen de VS de import van gekookt gevogelte toestaan, de export van vloeibaar aardgas naar China aanmoedigen en stilzwijgend steun verlenen aan China's geopolitieke en economische plan om de Zijderoute nieuw leven in te blazen. Aanvankelijk werd de deal door het kabinet-Trump "gigantisch en onovertroffen" genoemd en tegelijk als een gebaar van toenadering tot China beschouwd. Onderzoek van de Financial Times bracht echter naar voren dat de meeste Chinese toezeggingen al deel uitmaakten van reeds bestaand beleid.[59]
Tijdens de G7 Top in Quebec op 10 juni 2018 verbaasde Trump de ministers van de andere landen door te pleiten voor de afschaffing van alle invoerrechten tussen de lidstaten. Donald Tusk, de president van de EU, sprak zijn bezorgdheid erover uit dat Trump daarmee de gereguleerde internationale orde ondermijnde. Trumps suggesties kwamen op na toenemende dreiging met tegenmaatregelen door zijn bondgenoten als het kabinet-Trump de eerder dit jaar aangekondigde verhoging van invoerrechten op staal en aluminium, resp. met 25% en 10% doorzet.[60] Op het moment van Trumps opmerkingen bedroegen de invoerrechten tussen de VS, Canada en de EU een percentage in de orde van 3 %. De Canadese premier Justin Trudeau noemde Trumps dreigementen "bijna beledigend". Trump herriep daarna zijn akkoord over de slotverklaring, wat tot afkeuring leidde in binnen- en buitenland.[61]
Noord-Korea
Op 9 maart 2018 bevestigde het Witte Huis dat er een ontmoeting was gepland tussen Donald Trump en Kim Jong-un, de leider van Noord-Korea. De uitnodiging ging uit van Noord-Koreaanse zijde. Deze ontmoeting, op 12 juni 2018, werd de eerste ontmoeting tussen een Amerikaans president en de leider van Noord-Korea in 70 jaar.[62]
De totstandkoming van de Noord-Koreaanse uitnodiging lag in het verlengde van de spectaculaire toenadering die zich vanaf de Olympische Winterspelen 2018 tussen de beide Korea's ontwikkelde. Zowel in het laatste als in de opening naar de VS speelde de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in een belangrijke rol. Vooruitlopend op de top bracht de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo tweemaal een bezoek aan de Noord-Koreaanse leider. Dit mondde uit in een voorgenomen ontmoeting van Kim en Trump, gepland op 12 juni in Singapore.
Op 24 mei besloot president Trump de ontmoeting vooralsnog af te gelasten. Als argumenten voerde hij recente vijandige uitingen van Noord-Koreaanse zijde aan. Onder andere ging het daarbij om de betiteling van vicepresident Mike Pence als een "dummy", nadat deze de door Nationaal Veiligheidsadviseur John Bolton beoogde Amerikaanse doelstelling voor de top, te weten de realisering van het Lybie-model oftewel volledige ontmanteling van de nucleaire capaciteiten op het Koreaans Schiereiland had bevestigd.
In een opvallende hoffelijke brief aan de leider Kim Jong-un, waarin hij hem wederom dreigde met de onvergelijkbaar grote nucleaire kracht van de VS, hield president Trump de optie nog volledig open dat Kim zich zou kunnen bedenken, zodat de top op een later tijdstip nog wel zou kunnen doorgaan. Op 1 juni zei hij dat de top wat hem betrof toch door kon gaan, op de eerder vastgestelde datum van 12 juni.[63]
Juridische zaken
Rechtszaken
In 1973 klaagde het Justice Department het bedrijf Trump Management Corporation aan, toen Trump de directeur van dat bedrijf was. Zijn vastgoedbedrijf werd aangeklaagd omdat het zwarte huurders zou discrimineren. Trump heeft nooit bekend. In 1975 werd buiten de rechtszaal een schikking getroffen.
In de periode 1986-2016 hadden Trump en zijn bedrijven ongeveer 1900 aanklachten ingediend en waren er ongeveer 1450 rechtszaken waarbij Trump en zijn bedrijven aangeklaagd werden.[64]
In maart 1990 dreigde Trump het bedrijf Janney Montgomery Scott aan te klagen. Een analist van het bedrijf zei dat Trumps Taj Mahal in Atlantic City "records zou breken," maar voor het einde van het jaar zou mislukken. Trump zei dat hij het bedrijf zou aanklagen, tenzij de analist zou worden ontslagen. De analist weigerde de uitspraken terug te trekken en werd uiteindelijk ontslagen. In november 1990 diende de Taj Mahal een faillissementsaanvraag in. De analist klaagde Trump vervolgens aan voor 2 miljoen dollar. De zaak werd uiteindelijk geschikt. De uitspraken van de analist over de Taj Mahal werden later "verbazingwekkend nauwkeurig" genoemd.[bron?]
Tijdens de kredietcrisis in 2008 had Trump moeite voldoende appartementen te verkopen in Trump International Hotel and Tower in Chicago. Toen hij de prijzen wilde verlagen om zo de verkopen te laten toenemen, weigerde de lener, Deutsche Bank, dit. Trump redeneerde dat de financiële crisis en de daardoor veroorzaakte daling van de vastgoedmarkt niet binnen zijn controle lagen, en gebruikte een clausule in het contract om de lening niet meer te betalen. Trump klaagde de Deutsche Bank vervolgens aan vanwege gezichtsverlies en de Deutsche Bank diende ook een rechtszaak tegen Trump in. Beide partijen besloten uiteindelijk hun rechtszaken te laten vallen en de verkoop van de appartementen ging door.
In september 2011 werd in hoger beroep het uiteindelijke vonnis vastgesteld in een rechtszaak van Trump tegen auteur Timothy L. O'Brien. De schadeclaim ging voornamelijk over de inschatting van het netto vermogen van Trump.[64] Trump eiste een bedrag van 5 miljard dollar van O'Brien, omdat O'Brien in zijn boek TrumpNation: The Art of Being The Donald uit 2006 had geschreven dat Trumps vermogen in werkelijkheid tussen de 150 en 250 miljoen dollar bedroeg, in plaats van de miljarden dollars die Trump in 2005 had verklaard te hebben. Trump noemde in interviews met O’Brien voor het boek een waarde tussen de 5 en 6 miljard, terwijl op een reclamefolder van een bedrijf van Trump de waarde van 9,5 miljard werd genoemd. Financiële experts kwamen uit tussen 150 en 250 miljoen dollar.[64] Daarnaast kwam de Deutsche Bank met een nettowaarde van 788 miljoen.[64] Volgens Trump had die onderschatting, die de auteur volgens hem uit boosheid in het boek had gezet, ertoe geleid dat zakenovereenkomsten waren mislukt en dat Trump gezichtsverlies had geleden. Bij de officiële verklaring voor de rechtszaak, zei Trump: “Mijn nettowaarde varieert en stijgt en daalt afhankelijk van de markten en meningen en mijn eigen gevoelens, zelfs van mijn eigen gevoelens, maar ik doe mijn best. (…) Dus ja, ook mijn gevoelens hebben invloed op de waarde die ik in mijn ogen vertegenwoordig.”[64] Een rechter uit New Jersey wees Trumps geldclaim af en in hoger beroep besloot een rechter het vonnis van de rechter uit New Jersey te handhaven wegens de samenhang van de drie vertrouwelijke bronnen van O'Brien.[64] In een interview met Kranish en Fisher beweerde Trump dat hij de rechtszaak begon, omdat hij dacht dat de rechtszaak O’Brien “een hoop tijd en een hoop energie en een hoop geld heeft gekost.”[64]
In 2013 klaagde Trump Bill Maher aan voor 5 miljoen dollar, nadat Trump zijn geboortebewijs had laten zien. Maher had in The Tonight Show gezegd dat hij Trump zou belonen met een bedrag van 5 miljoen dollar voor een goed doel als Trump, die langdurig het Amerikaans staatsburgerschap van president Obama in twijfel had getrokken, zou bewijzen dat hij niet de zoon was van een orang-oetan. Volgens Trump was het aanbod serieus en geen grap. Trump trok de rechtszaak echter acht weken later in.[bron?]
Op 24 augustus 2013 diende de procureur-generaal van de staat New York, Eric Schneiderman, een rechtszaak in tegen Trump voor het afzetten van ruim 5.000 mensen voor 40 miljoen dollar door zijn vastgoedtechnieken te onderwijzen in een trainingsprogramma met winstoogmerk, onder de naam Trump University. Het Manhattan Supreme Court had de aanklacht eerder afgewezen. Op 30 januari 2014 wees ook de rechtbank van New York alle aanklachten af, behalve het onderdeel over vergunningen. In oktober 2014 vond de rechtbank dat Trump alleen aansprakelijk kon worden gesteld voor het niet hebben van een vergunning voor zijn investeringsschool. Van de drie nog lopende rechtszaken[65] zou er in ieder geval een naar verwachting nog voor de presidentsverkiezingen voor de rechter worden gebracht.[66][67] Op 18 november 2016 werd bekend dat Trump in deze zaak een schikking van 25 miljoen dollar had getroffen. Wegens het schenden van onderwijswetten moest hij bovendien 1 miljoen dollar aan de staat betalen.[68]
In augustus 2014 trof Trump een schikking met Miss Pennsylvania Sheena Monnin, waarin Monnin 5 miljoen dollar moest betalen. Zij beweerde dat de resultaten van Miss USA 2012 waren gemanipuleerd. Monnin schreef op haar Facebookpagina dat een andere deelnemer haar had verteld dat zij tijdens een repetitie een lijst had gezien met de vijf finalisten in de uiteindelijke volgorde. Monnin stond vervolgens haar titel Miss Pennsylvania af. Volgens Trumps advocaat was een lucratieve sponsordeal met BP door de beschuldigingen mislukt en dreigden de beschuldigingen vrouwen te ontmoedigen om deel te nemen aan de wedstrijden van Miss USA. Volgens Monnin bleek uit getuigenissen van de Miss Universe Organization en van Ernst & Young dat de vijftien eerste plaatsen van de schoonheidswedstrijd niet door de jury, maar door de directeuren van de schoonheidswedstrijd werden bepaald. Volgens de voorwaarden van de schikking hoefde Monnin haar verklaringen niet in te trekken. Zij zei het volgende: "Standing on truth has cost me much."[Vertaling 5]
In 2015 klaagde Trump Palm Beach County voor 100 miljoen dollar aan, omdat volgens hem ambtenaren de Federal Aviation Administration onder druk hadden gezet om vliegtuigen die naar Palm Beach International Airport vlogen specifiek over zijn landgoed, Mar-A-Lago, te sturen. Het vliegverkeer zou de bouw van het gebouw en de sfeer verstoren. Trump was twee keer eerder ook een rechtszaak begonnen wegens geluidsoverlast van het vliegveld.[bron?]
In 2015 spande Trump een rechtszaak voor 10 miljoen dollar aan tegen José Andrés omdat Andrés zich zou hebben teruggetrokken uit een overeenkomst over de opening van een restaurant in de Old Post Office in Washington D.C..
Vermeende zaken met criminele families
Zowel journalist David Cay Johnston, die een Pulitzerprijs won, als onderzoeksjournalist Wayne Barrett, die in 1992 een biografie van Trump schreef, heeft beweerd dat Trump en zijn bedrijven zaken hebben gedaan met aan de Amerikaanse maffia gerelateerde families uit New York en Philadelphia. Trump kocht het perceel in Atlantic City waar hij later Trump Plaza zou laten bouwen voor twee keer de marktprijs van Salvatore Testa, een lid van een criminele familie uit Philadelphia. Daarnaast zouden twee bedrijven van maffialid Nicodemo Scarfo volgens een verslag uit 1986 van de Commission of Investigation van de staat New Jersey betrokken zijn geweest bij de bouw van het casino. Trump Tower en andere bezittingen in New York werden gebouwd met beton van een bedrijf waarvan Anthony Salerno, de leider van de misdaadfamilie Genovese, en Paul Castellano, de leider van de misdaadfamilie Gambino, de eigenaren waren. Hoewel Trump in 1979 deel uitmaakte van een onderzoek naar omkoping en in 1981 werd ondervraagd in een onderzoek naar afpersing, leidde geen van beide onderzoeken tot strafrechtelijke vervolging.[69]
Trump liep eens weg uit een interview in het televisieprogramma BBC Panorama, nadat hem gevraagd werd waarom hij een jaar zaken bleef doen met Felix Sater, een voormalige veroordeelde, nadat bekend was geworden dat deze banden had met de maffia en Russische criminelen en dat hij in 1998 werd verdacht van afpersing. Sater noemde zichzelf de "hoofdadviseur van Donald Trump", een titel die door Trumps woordvoerders werd ontkend.[70]
Privéleven
De in Queens geboren Donald Trump heeft twee broers, Fred jr. (overleden) en Robert S. Trump, en twee zussen, Maryanne en Elizabeth. Zijn oudere zus Maryanne is een rechter van het Hof van Beroep voor het 3e circuit.
In 1977 trouwde Trump met de Tsjechische Ivana Zelníčková. Ze kregen samen drie kinderen, Donald jr. (1977), Ivanka (1981) en Eric (1984), en scheidden in 1992. In 1993 trouwde Trump met Marla Maples. Trump en Maples hebben samen één kind, Tiffany (1993). Het paar scheidde op 8 juni 1999.
Sinds 22 januari 2005 is Trump getrouwd met de Sloveense Melania Knauss.[71] Met Knauss heeft hij een zoon, Barron William Trump (2006).
Trump heeft negen kleinkinderen: vijf van zijn zoon Donald jr., drie van zijn dochter Ivanka en één van zijn zoon Eric.
Trump is presbyteriaan.[72] Dochter Ivanka heeft zich in 2009 bekeerd tot het jodendom.[73]
Prijzen en onderscheidingen
- Gaming Hall of Fame (benoeming in 1995)
- Ster op de Hollywood Walk of Fame (2007)
- Ride of Fame (benoeming in 2010)
- Eredoctoraat in bedrijfseconomie van de Robert Gordon University (2010)
- Eredoctoraat in business van de Liberty University (2012)
- WWE Hall of Fame (benoeming in 2013)
- TIME's Person of the Year (2016)
Bibliografie (selectie)
Zie Bibliografie van Donald Trump voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Trump heeft een aantal boeken geschreven, waaronder:
- Trump: The Art of the Deal (1987), medeauteur: Tony Schwartz
- Trump: Surviving at the Top (1990)
- Trump: The Art of Survival (1991)
- Trump: The Art of the Comeback (1997), medeauteur: Kate Bohner.
- The America We Deserve (2000), medeauteur: Dave Shiflett
- Trump: How to Get Rich (2004)
- The Way to the Top: The Best Business Advice I Ever Received (2004)
- Trump: Think Like a Billionaire: Everything You Need to Know About Success, Real Estate, and Life (2004)
- Trump: The Best Golf Advice I Ever Received (2005)
- Why We Want You to be Rich: Two Men – One Message (2006), medeauteur: Robert Kiyosaki.
- Think Big and Kick Ass in Business and Life (2007), medeauteur: Bill Zanker
- Trump: The Best Real Estate Advice I Ever Received: 100 Top Experts Share Their Strategies (2007)
- Trump 101: The Way to Success (2007)
- Trump Never Give Up: How I Turned My Biggest Challenges into Success (2008)
- Think Like A Champion: An Informal Education in Business and Life (2009)
- Midas Touch: Why Some Entrepreneurs Get Rich-And Why Most Don't (2011), medeauteur: Robert Kiyosaki
- Crippled America: How to Make America Great Again (2015)
Wetenswaardigheden
- Bioloog Vazrick Nazari noemde een door hem ontdekte nachtvlinder met opvallende hoofdtooi (Neopalpa donaldtrumpi) naar Donald Trump.[74]
Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
Bronnen
Referenties
Vertalingen
|
Voorganger: - |
CEO van Trump Hotels and Casino Resorts (1995-2004) | Opvolger: Robert Griffin |
Sjabloon:Navigatie WWE Hall of Fame
President van de Verenigde Staten |
---|
Washington · J. Adams · Jefferson · Madison · Monroe · J. Q. Adams · Jackson · Van Buren · W. H. Harrison · Tyler · Polk · Taylor · Fillmore · Pierce · Buchanan · Lincoln · A. Johnson · Grant · Hayes · Garfield · Arthur · Cleveland · B. Harrison · Cleveland · McKinley · T. Roosevelt · Taft · Wilson · Harding · Coolidge · Hoover · F. D. Roosevelt · Truman · Eisenhower · Kennedy · L.B. Johnson · Nixon · Ford · Carter · Reagan · G. H. W. Bush · Clinton · G. W. Bush · Obama · Trump |
Hulp genealogie en geschiedenis (Nederland) • Deepl vertaler • Schrijfassistent VRT • ChatGPT (Opgepast! Altijd verifiëren!) • Claude.ai (Opgepast! Altijd verifiëren!) • Copilot (Opgepast! Altijd verifiëren!) • tekst herschrijven met scribbr.io •