Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Internet
Een internet is een netwerk van computernetwerken (zie ook intranet en extranet). Een computernetwerk is over het algemeen alleen beschikbaar binnen een organisatie of gebouw, een beperking die opgeheven wordt door een internet. Om een internet goed te laten werken is het nodig om afspraken te maken over protocollen. Een bijna universeel gebruikt protocol is het zogenaamde Internetprotocol (IP). Computers in verschillende computernetwerken kunnen dankzij die afspraken met elkaar communiceren.
Het internet is de benaming voor een zeer groot, over de hele aarde verspreid openbaar netwerk van computernetwerken, waarbij de afspraken worden beschreven in de Requests For Comments die worden beheerd door de Internet Engineering Task Force. De oorsprong van het internet is terug te voeren tot ARPANET, een in 1969 in de Verenigde Staten gestart netwerk van militaire netwerken, en later ook universiteitsnetwerken. Inmiddels is het internet een mondiaal fenomeen, dat het karakter van massamedium heeft gekregen, en waarschijnlijk het meest gebruikte communicatiemiddel ooit is. Als een van de succesfactoren wordt wel genoemd dat het volledige internet eigendom van niemand is, terwijl de fysieke onderdelen wel degelijk een eigenaar hebben (bijvoorbeeld in de vorm van een IP-adres).
In het dagelijkse spraakgebruik wordt met internet vaak het World Wide Web bedoeld, maar dat is slechts één van de vele diensten die kunnen worden gebruikt via het Internet. Andere bekende diensten zijn e-mail, FTP en usenet.
Het woord internet
De term internet was oorspronkelijk een bijvoeglijk naamwoord, namelijk een afkorting van internetworking, dat wil zeggen: netwerken onderling verbindend. In de oorspronkelijke specificatie van TCP/ IP, het basis-internetprotocol, uit 1974 is deze term al te vinden. Men had het bijvoorbeeld over internet-mail en internet-verkeer. Hier betekende internet: werkend met TCP/IP, en het was een voorziening waar op sommige computernetwerken voor specifieke doeleinden bij tijd en wijle gebruik van werd gemaakt, als aanvulling op de faciliteiten van het computernetwerk zelf.
Door het ontstaan van een groot en explosief groeiend wereldwijd netwerk van via TCP/IP verbonden computers ging de term "internet" specifiek verwijzen naar dat specifieke netwerk, en het werd rond 1990 de officiële naam voor dat netwerk, een zelfstandig naamwoord, meestal met lidwoord en hoofdletter geschreven. In de daaropvolgende jaren werden alle andere vormen van computernetwerken naar de periferie verdrongen en groeide het Internet uit tot een algemene voorziening zoals TV, radio en telefoon. De oorsprong van de voorziening en van de naam ervan verdwenen naar de achtergrond.
Sinds de nieuwe Nederlandse spelling van oktober 2005 wordt internet in het Nederlands in alle gevallen zonder hoofdletter geschreven.
Geboorte van het internet
De grondslag voor het internet is ARPANET, een in 1969 door ARPA, een dienst van het Amerikaanse ministerie van Defensie, begonnen computernetwerk gebaseerd op packet switching. Men had ingezien dat met deze techniek en de toepassing van wachtrijtheorie en andere technieken voor gedistribueerde netwerken een erg robuust systeem op te zetten was. De term "Internet" werd in 1974 voor het eerst gebruikt in een document van Cerf en zijn manager, Robert Kahn, over TCP.
Op 1 januari 1983 stapte ARPANET over van NCP naar TCP/IP als netwerkprotocol (waarbij IP staat voor Internet Protocol), en daarmee was de geboorte van het internet in haar huidige technische vorm een feit.
Al bestond het vanaf 1984 dus al, Internet werd door het grote publiek echter pas ontdekt in de jaren negentig. In augustus 1991 publiceerden Tim Berners-Lee en Robert Cailliau het World Wide Web-project, nadat zij enige jaren hadden gewerkt aan HTTP en HTML. De eerste webpagina's verschenen bij CERN in Zwitserland, waar zij beiden werkten.
Door de uitvinding en introductie van klikbare aan elkaar gelinkte pagina's (HTML/WWW) heeft Tim Berners-Lee het internet in feite klaar gemaakt voor het grote publiek. Hij wordt daarom ook wel gezien als uitvinder / grondlegger van het huidige internet.
In 1993 werd de Mosaic-webbrowser gepubliceerd, en aan het einde van 1994 werd een groeiende belangstelling voor internet merkbaar. Pizza Hut was in 1994 één van de eerste bedrijven ter wereld die het WWW commercieel inzette door de mogelijkheid te bieden om bestellingen online te doen. In 1996 was het internet algemeen bekend bij het grote publiek, maar werd over het algemeen gebruikt als synoniem voor het World Wide Web.
Het huidige internet
Afgezien van de complexe fysieke verbindingen die de infrastructuur van internet vormen, wordt het internet bij elkaar gehouden door bi- en multilaterale commerciële contracten zoals peeringovereenkomsten en de technische standaarden die de te gebruiken protocollen beschrijven.
In tegenstelling tot oudere communicatieprotocollen is de set van protocollen die het internet gebruikt zoveel mogelijk onafhankelijk van het gebruikte fysieke medium. Hierdoor kan bijvoorbeeld TCP/IP-communicatie plaatsvinden over glasvezel-, koper- en radioverbindingen.
De protocollen worden vastgesteld door de Internet Engineering Taskforce (IETF). De protocollen komen tot stand via een publieke discussie. De IETF legt standaarden vast in documenten die RFC's worden genoemd. Sommige van deze worden door de Internet Architecture Board (IAB) verheven tot internetstandaard.
De meest gebruikte protocollen binnen internet zijn op dit moment IP, TCP, UDP, DNS, PPP, SLIP, ICMP, POP3, IMAP, SMTP, HTTP, HTTPS, SSH, Telnet, FTP, LDAP, SSL en TLS.
Populaire diensten die gebruikmaken van de hiervoor genoemde protocollen zijn bijvoorbeeld e-mail, Usenet, het World Wide Web, Gopher, IRC en MUD. Van deze diensten worden e-mail en het World Wide Web het meest gebruikt. Andere diensten bouwen hierop voort, zoals mailinglijsten en weblogs. e-mail en Usenet zijn echter niet toegangsafhankelijk van de bovenstaande protocollen, je kan deze ook via andere netwerkprotocollen bereiken..
Andere populaire diensten zijn van oorsprong bedrijfseigen ontwikkelingen. Voorbeelden hiervan zijn Windows Live Messenger (MSN), ICQ en Gnutella.
Toegang tot het internet
Gebruikelijke methoden om thuis toegang te krijgen tot het internet bevatten de inbelverbinding, breedband (over een coaxiale kabel, glasvezel kabel of koperen kabel), Wi-Fi, satelliet en 3G technologische mobiele telefoons.
Openbare gelegenheden om het internet te gebruiken zijn onder andere bibliotheken en internetcafés. Op deze plaatsen zijn computers beschikbaar met internet verbindingen. Er zijn ook internet toegangspunten in veel openbare plaatsen zoals op vliegvelden en coffeeshops.
Robuustheid van het internet
Het internet is vanaf het begin zo gebouwd dat het netwerk stabiel is en blijft. Het is ook ontworpen om een kernoorlog te overleven. Als een verbinding wegvalt, zoeken de pakketjes een andere route. Daarom wordt verondersteld dat de stabiliteit van het internet niet te beïnvloeden is door terroristen. Als een kabel wordt doorgesneden, of een knooppunt wordt opgeblazen, zullen de datapakketjes zonder dataverlies een andere route kiezen. Dit bleek inderdaad zo te zijn bij de terreuraanslagen op 11 september 2001 in New York. Onder het World Trade Center lag een belangrijk knooppunt van internet maar er werd bij de verwoesting hiervan geen noemenswaardige vertraging geconstateerd in het internetverkeer.
Kijken we echter kritisch naar het internet in Nederland, dan zien we dat bijna al het internationale verkeer via Amsterdam Internet Exchange ((AMS-IX)) in Amsterdam loopt, een van de drukste internetknooppunten ter wereld. Zo zijn er vanuit Amsterdam verbindingen met o.a. Londen en Hamburg (easynet), met Düsseldorf, New York en Kopenhagen (KPN) en met Chicago, Praag en Stockholm (Netherlight). In het scenario dat alle verbindingen naar Amsterdam wegvallen, moet al het internationale internetverkeer van en naar Nederland een omweg maken, via bijvoorbeeld Rotterdam en Antwerpen. Overbelasting van dat deel van het netwerk is dan een logisch gevolg. Voor de volledigheid zij opgemerkt dat het Amsterdamse internetknooppunt verdeeld is over vier verschillende locaties, hetgeen de kans op algehele uitval verkleint.
Nadelen van het internet
De opmars van computernetwerken heeft ook zijn negatieve kanten:
- Via de talrijke verbindingen kunnen virussen zich snel verspreiden en kan spyware gemakkelijk geïnstalleerd worden.
- Persoonlijke gegevens zijn vaak slecht beveiligd en daarmee gemakkelijk toegankelijk voor onbevoegden, wat gevolgen heeft voor de privacy van individuen.
- Het internet geeft ook een gevoel van anonimiteit, wat voor sommige mensen aanleiding is om extremer te reageren dan anders.
- Net als in de fysieke wereld heeft internet ook last van vandalisme. Een goed voorbeeld van dit laatste zijn de "scriptkiddies".
- Ongewenste informatie, bijvoorbeeld recepten voor het vervaardigen van explosieven, kan ook eenvoudig verspreid worden.
- Het internet verbruikt steeds meer elektriciteit. Een datacenter kan evenveel energie verbruiken als een fabriek.
Men hoopt een aantal van bovenstaande problemen te verhelpen door nieuwe protocollen te ontwikkelen met een verbeterde authenticatie en een sterkere encryptie. Een voorbeeld daarvan is AS2. Het ontwikkelen van zuiniger computerchips en efficiëntere software moet het elektriciteitsverbruik van het internet afremmen.
Wetenswaardigheid
- De Heilige Isidorus van Sevilla is de beschermheilige van het internet.
Zie ook
Geschiedenis
Theorie/algemeen
Internetdiensten
Aangeboden via internet maar niet per se onderdeel van een internetdienst
Gebruik
- User Agent
- browser
- Zoekmachine
- Nettiquette
- Internetjargon
- Nieuwsgroep
- Gebruikersgroep
- Portaal
- Weblog
- Murfen
- Internetsoap