Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Geschiedenis van de astrologie
Astrologie, de leer dat er een zinvol verband bestaat tussen de kosmos en aardse zaken, heeft een belangrijke rol gespeeld in de menselijke geschiedenis en dit in verschillende regio's en diverse culturen. Belangrijke regionale varianten zijn westerse astrologie, Indiase astrologie en Chinese astrologie.
Geschiedenis
De beweging van lichtpunten zoals die van de zon, maan, planeten en sterren langs de hemel heeft mensen van alle tijden gefascineerd. Men ontdekte regelmaat in deze bewegingen en probeerde die te beschrijven, waarbij niet alleen individuele lichtpunten een naam kregen maar ook schijnbare samenstellingen van die punten, de zogenaamde sterrenbeelden of tekens. Naast het beschrijven van de hemellichamen en hun bewegingen, de astronomie, kende men bij de Babyloniërs en later bij onder meer de Egyptenaren en Romeinen betekenis toe aan hun posities aan de hemel om bijvoorbeeld de toekomst van de staat, het slagen van de oogst, het stijgen van de Nijl of het lot van een heerser te voorspellen.
Pas in de 6e eeuw v.Chr. werden in de westerse astrologie de bestaande mythen over de goden verbonden met de planeten, die de ouden zagen als vertegenwoordigers van de goden, dus niet als de goden zelf. Dit gebeurde nog onafhankelijk van de astrologie. De planeten kregen zo namen als "Ster van Zeus", "Ster van Ares" en "Ster van Aphrodite" bij de Grieken. Later werden die namen bij de oude Romeinen respectievelijk "Ster van Jupiter", "Ster van Mars" en "Ster van Venus", tot ze in een andere opvatting nog slechts hun eigennaam behielden.[1] Later werden ook de vaste sterren in groepen ingedeeld en benoemd, niet met de namen van goden maar met die van helden: (Andromeda, Perseus, Herakles) en bijvoorbeeld dieren (Zwaan, Dolfijn, Leeuw). De sterrenbeelden waar de Zon doorliep kregen een bijzondere betekenis, en dat zijn nu nog steeds de namen van de huidige tekens van de Dierenriem.
China
De ontwikkeling van de Chinese astrologie is nauw verbonden met die van de astronomie, die tot bloei kwam gedurende de Han-dynastie in de 2e eeuw van onze jaartelling. We weten nu dat de Chinezen van ca. 2000 jaar geleden gedetailleerde kronieken van astronomische waarnemingen hebben bijgehouden, zoals zons- en maansverduisteringen en de bewegingen van planeten en kometen. Hoewel deze astrologie onafhankelijk van het westen begon, zouden door contacten met de hellenistische astrologie mengvormen ontstaan en nu is het zelfs zo dat de meeste Chinese astrologen een westerse vorm van astrologie bedrijven. Vroeger was het ambt van Groot-Astroloog aan het hof van de keizer een van de hoogste bereikbare posities.
De Chinese dierenriem bestaat uit 12 tekens, die een jaar gelden. Het jaar wordt enerzijds verdeeld in maanmaanden, overeenkomend met de fasen van de maan, en anderzijds in 24 gelijke perioden die "zonneweken" worden genoemd, afgeleid van de omloopbaan van de zon. De kalender vervult hierbij een functie van vitaal belang, vermits er bij de Chinese astrologie een rechtstreeks verband bestaat tussen de kalender en de astronomische gebeurtenissen.[2] Een ander verschil met de westerse astrologie, is dat de traditionele Chinese astrologie in feite eerder werd gebruikt om te voorspellen dan om iemands karakter te analyseren.
Zie Chinese astrologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
India
De Vedische astrologie, Indiase astrologie of Jyotisha wordt gezien als de oudste bekende astrologische stroming. In Sanskrietgeschriften Rig Veda worden beschrijvingen ervan aangetroffen. De Vedische astrologie is gebaseerd op de Maan en de daaraan gekoppelde siderische (sterren-)dierenriem met 27 tekens, waar de Westerse dierenriem is gebaseerd op de Zon met 12 tekens.
Zie Vedische astrologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Midden-Oosten
Zie Babylonische astrologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
De grondslag van de Westerse planeet-astrologie is gelegd in Mesopotamië, Babylon, wat tegenwoordig Irak heet. In oud-Babylonië werd astrologie beoefend door de bewegingen van de hemellichamen - vooral zon en planeten, maar bijvoorbeeld ook de ster Sirius - te bestuderen. Vooral de Chaldeeën werden er beroemd door. Deze werken zijn bij de ontwikkeling van de wetenschap van de hemellichamen, de astronomie, van nut geweest. De Enuma Anu Enlil is een reeks van 68 of 70 kleitabletten die betrekking hebben op de Babylonische astrologie, daterend uit het 7e millennium v.Chr. Het grootste deel van het werk is een verzameling van omens, die hemel- en atmosferische verschijnselen interpreteren als verbonden met het lot van de koning en de staat. Daaruit blijkt dat astronomische waarnemingen zoals maans- en zonsverduisteringen en planeetbewegingen gebruikt werden om voorspellingen te doen, bijvoorbeeld over welke stad of streek door een zonsverduistering getroffen zou worden.
De adviseurs van de koningen en farao's in Egypte waren tegelijkertijd priester, astroloog en wijsgeer. Een horoscoop werd ook alleen maar van de heerser van een land getrokken, teneinde adviezen te kunnen geven aangaande het sluiten van vrede, of het beginnen van een oorlog, instructies ten behoeve van zaaitijden en oogsten enzovoort. In die cultuur speelde de astrologie een dusdanig belangrijke rol dat men om astrologisch voorspeld onheil voor de koning te vermijden, soms een schijnkoning aanstelde. Met de hellenistische astrologie wordt de uit de 2e eeuw v.Chr. stammende astrologische traditie bedoeld die ontwikkeld werd in het hellenistische Egypte.
Zie ook Hellenistische astrologie |
Midden- en Zuid-Amerika
Geheel onafhankelijk van China, India en de andere beschavingen van Europa en Azië, creëerden de Maya's van Midden-Amerika, voortbouwend op oudere culturen, een complexe samenleving waarin de astronomie en de astrologie een belangrijke rol speelden. Duiding van de kalender had zowel praktische als religieuze betekenis. Zons- en maansverduisteringen waren belangrijk, net als de positie van de heldere planeet Venus. Van de Maya's is geen ontwikkelde wiskunde bekend die in verband kan worden gebracht met hun astronomie, maar de Maya-kalender is wel het resultaat van zorgvuldige observatie.[3]
Europa
Zie Westerse astrologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Astrologie was een belangrijk onderdeel van hellenistische mysteriegodsdiensten, die voor de komst van het christendom in Europa een belangrijke aanhang hadden. In de renaissance werd astrologie nog door astronomen als Johannes Kepler beoefend, onder meer als bron van inkomsten. Tijdens de Verlichting verminderde de belangstelling voor de astrologie, mede als gevolg van de opgang van de wetenschappen. Toch werd er nog geen echt onderscheid gemaakt tussen wat we nu pseudowetenschap noemen en 'echte' wetenschap. Zo is van Isaac Newton bekend dat hij zich zeer intensief met alchemie en astrologie bleef bezighouden.[4] In de twintigste eeuw groeide de belangstelling voor de astrologie opnieuw. Astrologen van nu blijven zich als argument voor de astrologie beroepen op het rijke verleden van hun kunst en de persoonlijkheden die zich ermee hebben beziggehouden.
Scheiding astrologie en astronomie
Pas na de middeleeuwen en bij de opkomst van de natuurwetenschappen voltrok zich een scheiding tussen astrologie als occulte wetenschap en astronomie als moderne wetenschap. Het was een geleidelijk proces. Zo bleven wetenschappers als Newton in deze overgangsperiode vanaf de 16e, 17e eeuw bijvoorbeeld tegelijk astronomie en astrologie bedrijven. Na de verwetenschappelijking van het wereldbeeld en het primaat van de wetenschappelijke methode kwam de astrologie hoe langer hoe meer in de marginaliteit en werd niet meer ernstig genomen als 'koningin van de wetenschappen'. De huidige controverse tussen astronomen en astrologen stoelt op de veranderde visie op hemellichamen. Astrologen handhaven voor de duiding van de horoscoop nog steeds het klassieke geocentrische wereldbeeld met de aarde als middelpunt. Astronomen daarentegen gaan sinds Copernicus uit van het heliocentrische wereldbeeld waarbij geen bijzondere betekenis meer gehecht wordt aan de schijnbare banen van de hemellichamen langs de ecliptica. Dit betekent niet noodzakelijk dat astrologen niet overtuigd zijn van de juistheid van het heliocentrisme. Het systeem met de aarde als middelpunt geeft in een horoscoop gewoon een bepaald perspectief weer: de hemel zoals gezien door de mens op een bepaald tijdstip vanuit een bepaalde plaats op aarde. Astronomen verwerpen op deze en andere wetenschappelijke gronden het werk van astrologen.
Dat deze overgang (van een mythisch naar een nadrukkelijk wetenschappelijk bepaald wereldbeeld) slechts geleidelijk verliep, illustreren de volgende (vaak verzwegen) feiten over enkele pioniers van de moderne natuurwetenschappen.
- van Isaac Newton is geweten dat hij een uitgebreide bibliotheek met astrologische werken bezat.[4]
- Tycho Brahe was vanaf zijn 15 jaar toegewijd aan de astrologie. Naast zijn observatorium in Uranienburg liet de koninklijke astronoom van Denemarken een laboratorium bouwen om alchemie te bestuderen. Zijn studie van de komeet van 1577 was voor hem ook aanleiding voor een astrologische voorspelling: hij voorspelde dat in het noorden van Denemarken een prins zou geboren worden die Duitsland zou overrompelen en in 1632 zou verdwijnen. Deze profetie werd ook bewaarheid: Gustavus Adolphus werd in Finland geboren, overrompelde Duitsland en stierf in 1632.[5]
- Johannes Kepler maakte in zijn jeugd almanakken met voorspellingen en bevolkte de planeten met zielen en 'geniï'. Hij kwam tot zijn drie beroemde wetten door middel van muzikale analogieën en koppelde een astrologische voorspelling aan de verdwijning van de schitterende ster die hij in 1572 had geobserveerd.[5]
Moderne ontwikkelingen
Marginalisering
In landen zoals India, waar slechts een minderheid opgeleid werd in westerse natuurwetenschappen, staat astrologie nog op voet van gelijkheid met de wetenschap. Het is zelfs zo dat sommige Indiase universiteiten een diplomaprogramma aanbieden in astrologie.[6] In het westen hebben de Verlichting en de natuurwetenschappen sinds Newton de astrologie wetenschappelijk in de marginaliteit verdreven.
Toch is astrologie in het westen verre van dood. Vanaf de 'newageperiode' van de jaren zestig van de 20e eeuw maakt de astrologie een ware opgang buiten het wetenschappelijk circuit en miljoenen mensen raadplegen regelmatig hun 'horoscoop' in dagbladen en tijdschriften. Astrologische scholen zoals de kosmobiologie van Ebertin hebben in de 20e eeuw getracht de astrologie meer aanzien te verlenen door een beroep te doen op statistische methodes. Merkwaardig nochtans is dat tegenwoordig enerzijds de psychologische astrologie terrein wint - zonder aanspraak te maken op het volgen van de wetenschappelijke methode - en anderzijds de klassieke astrologie ook weer opgang maakt. Astrologen zoals deze plaatsen zich bewust buiten de wetenschappelijke traditie, die volgens hen slechts een gereduceerd mens- en wereldbeeld oplevert. Daarbij wordt het causaal-mechanistische denken van de wetenschap geplaatst tegenover een soort 'allesomvattende' zienswijze, die astrologie als een vorm van holisme presenteert.[7] Er is dus sprake van een marginalisering die in twee richtingen werkt: de wetenschap van haar kant wil niets met de astrologische methodes te maken hebben, en moderne astrologie plaatst nu meer nadruk op de eigen-zinnigheid van de astrologie als alomvattend systeem met haar eigen regels.
Statistisch onderzoek
De Franse psycholoog en statisticus Michel Gauquelin (1928-1991) deed zijn leven lang statistisch onderzoek naar astrologie. Tussen divers onderzoek naar samenhang tussen planeten en uitgesproken eigenschappen zoals karakter en roeping vond hij een correlatie tussen de stand van Mars bij de geboorte en topsporters.[8] Dit veelgeciteerde Mars-effect berust volgens zijn tegenstrevers echter op een voorselectie van 'eminente sporters'.
Bewustzijnsonderzoeker Richard Tarnas, hoogleraar filosofie en psychologie aan het California Institute of Integral Studies in San Francisco, deed een retrospectief onderzoek naar de samenhang tussen planetaire constellaties, ingrijpende historische gebeurtenissen zoals de Franse Revolutie en de politiek-culturele jongerenopstand van de jaren zestig, historische crisisperiodes zoals de beide Wereldoorlogen, de Amerikaanse Revolutie, de Romantiek, de Verlichting, 9/11 en allerlei archetypische menselijke ervaringspatronen. In zijn tweede boek Cosmos and Psyche[9] doet Tarnas echter verslag van dit onderzoek en suggereert tevens nieuwe mogelijkheden om religie en wetenschap, ziel en intellect, oude wijsheid en moderne ratio te verenigen in de zoektocht om de dynamiek van het verleden te begrijpen en de toekomst te scheppen. In dit boek stelt hij het moderne wetenschappelijke wereldbeeld in vraag. Hij postuleert het bestaan van een consistente samenhang tussen planeetbewegingen (in het bijzonder de aspecten) en archetypische patronen van menselijke ervaring, waardoor hij zich opwerpt als verdediger van de zaak van de astrologie.
De scholen van Witte en Ebertin
Vanaf de 20e eeuw zijn heel wat nieuwe ontwikkelingen binnen de westerse astrologie te signaleren. Midden 20e eeuw waren Alfred Witte en zijn volgeling Reinhold Ebertin de pioniers van het gebruik van midpunten in de horoscoop, iets wat in de klassieke astrologie niet erg gebruikelijk was. Zij spitsten zich vooral toe op de voorspellende astrologie en maakten geen gebruik meer van huizen in de horoscoop.
Zie Kosmobiologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Zie Hamburger Schule voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Psychologische astrologie
Zie Psychologische astrologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
De psychologische astrologie kreeg vooral door het werk van Dane Rudhyar tijdens de newagebeweging in de jaren zestig van de 20e eeuw veel belangstelling. Rudhyar had zijn werk over de 'harmonische astrologie' , "The Astrology of Personality" al in 1936 gepubliceerd. Daarin verzette hij zich tegen de deterministische astrologie en inspireerde zich op Jungs begrip van synchroniciteit om de planeten te postuleren als 'afbeeldingen' die gesynchroniseerd waren met menselijke wezens.
De psychologische astrologie aanvaardt de vrije wil van de mens en zweert voorspellingen af. Vanaf 1930 tot de jaren 80 van de 20e eeuw waren astrologen zoals Dane Rudhyar, Liz Greene en Stephen Arroyo - geïnspireerd door het werk van Carl Jung - bezig met psychologische interpretaties van de horoscoop. Zij vonden dat astrologie in de vorm die zij nastreefden perfect samen kon gaan met de inzichten uit de dieptepsychologie. Jungs opvatting over het bestaan van archetypen paste bij het idee van de astrologie over planeten als 'goden' of symbolen die onbewust invloed konden uitoefenen op de mens. Jung trachtte de psyche te doorgronden door de analyse van dromen, kunst, mythologie, religie en filosofie. Voor het onderzoek van zijn concept over archetypen exploreerde hij ook de symbolen van alchemie en astrologie.[10] Het is van belang hierbij aan te tekenen dat Jung niet aan astrologie dacht toen hij zijn theorieën ontwikkelde en dat hij slechts af en toe een horoscoop gebruikte bij zijn psychiatrische praktijk.[11] Wel heeft Jung de astrologie onderzocht in het kader van het door hem benoemde begrip synchroniciteit. Jung gaat er van uit dat er acausale zinvolle verbanden zijn tussen verschillende gebeurtenissen. Hij ziet astrologie als een op synchroniciteit gebaseerd principe. Synchroniciteit biedt echter alleen een model voor een mogelijke verklaring van de astrologie; het zegt niets over de manier waarop een astroloog werkt.
Literatuur
- Azgarde: Astrologie anders, uitgeverij Bzztôh, 1990, ISBN 90-6291-533-7
- Paul Couderc: L'Astrologie, in de reeks "Que sais-je" (1951)
- Toonder, J.G. en John Anthony West: Het Astrologisch Argument, uitgeverij Schors
- Vestdijk, S.: Astrologie en wetenschap, Meulenhoff, Amsterdam, 1977
- Martin Boot: Astrologie leren, uitgeverij Servire, Katwijk, 1986
- Martien Hermes: Astrologie als ambacht, uitgeverij Synthese, Den Haag, 397 p., 2008
- Richard Tarnas: Cosmos and Psyche: Intimations of a New World View, Viking, New York, 2006
- Reinhold Ebertin - Kombinatie Van Planeetinvloeden - Uitgeverij Schors, 1983 - ISBN 90 6378 105 9
- Arthur Dione: Jungian Birth charts - Aquarian astrology
- Ellynor Barz: Goden en planeten - Uitgeverij Kosmos, Utrecht/Antwerpen
- C.G. Jung: Archetypen - Uitgeverij Servire Katwijk
- William Lilly: Christian Astrology, Book I,II, Book III, Uitgeverij Astrology Classics (2004)
Zie ook
- Archeoastronomie
- Lijst van bekende overleden astrologen
- Dierenriem
- Geboortehoroscoop
- Westerse astrologie
- Aspect (astrologie)
- Astrologie (onderzoek)
- Astrologie en wetenschap
- Occulte wetenschappen
Externe links
- Skepsis: waarom astrologen blijven geloven, door Rudolf Smit
- Cosmos and Psyche
- An Introduction to Archetypal Astrological Analysis door Richard Tarnas
- Wat Jung zelf over astrologie zei
- Artikel over astrologie in het Woordenboek van de Skepticus
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Astrology op Wikimedia Commons.
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- Dane Rudhyar: 'The Astrology of Personality: A Reformulation of Astrological Concepts and Ideals, in Terms of Contemporary Psychology and Philosophy' - New York: Lucis Publishing, (1936)
- Keith Thomas: 'De Ondergang van de Magische Wereld' - Uitgeverij Agon (1989)
- C.G. Jung: 'Archetypen en het Onbewuste', uit deel II van 'Verzameld Werk' - Uitgeverij Lemniscaat (1984)
- C.G. Jung: 'Verlossing in de Alchemie', deel VI van 'Verzameld Werk' - Uitgeverij Lemniscaat (1984)
- º Boll-Bezodl-Gundel: Sternglaube und Sterndeutung, Darmstadt 1977
- º Zo houdt de Chinese kalender bijvoorbeeld perfect rekening met het feit dat de tijdsduur van 12 maanfasen niet juist overeenkomt met de duur van een jaar, wat veel ingewikkelder is dan de westerse kalender die gebaseerd is op de omlooptijd van de aarde rond de zon.
- º Encyclopaedia Britannica Premium: History of science/America
- ↑ 4,0 4,1 Keith Thomas: "De Ondergang van de Magische Wereld" - Uitgeverij Agon (1989)
- ↑ 5,0 5,1 Encyclopæaedia Britannica 11th edition (Public domain)
- º Encyclopaedia Britannica 15th Edition: 'Astrology in modern times'
- º Ellynor Barz, een jungiaans astrologe, stelt in het voorwoord van 'Goden en Planeten, Astrologische archetypen, astrologie op die manier voor.
- º The Mars Effect Jan Willem Nienhuys
- º Cosmos and Psyche: Intimations of a New World View - by Richard Tarnas
- º C.G.Jung: 'Verlossing in de Alchemie', Deel VI van Verzameld Werk - Uitgeverij Lemniscaat (1984)
- º Wat Jung zelf over astrologie zei kun je hier lezen.
Astrologie |
---|
Dierenriem · Ram · Stier · Tweelingen · Kreeft · Leeuw · Maagd · Weegschaal · Schorpioen · Boogschutter · Steenbok · Waterman · Vissen |