Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Psychoanalyse
Psychoanalyse, of dieptepsychologie, werd uitgevonden in Wenen in de jaren 1890 door Sigmund Freud (1856-1939), die het omschreef als 'een procedure voor de medische behandeling van de zenuwzieken'.
Psychoanalyse is een methode voor het analyseren van psychische verschijnselen en de behandeling van emotionele stoornissen, waarbij de patiënt wordt aangemoedigd om vrij te praten over persoonlijke ervaringen, in het bijzonder over zijn vroege kindertijd en zijn dromen. Anders dan tot dan toe gebruikelijk was werd er niet gekeken naar het bewuste, maar naar het onbewuste. Een behandeling bestaat uit frequent vertrouwelijk overleg tussen een patiënt en een analist, soms verspreid over vele jaren, waarbij zoals Freud zei: "niets anders tussen hen plaatsvindt dan dat ze met elkaar praten". De bijdrage van de patiënt aan het gesprek bestaat uit herinneringen, verslagen van dromen, en verbale vrije associaties. De bijdragen van de analyticus zijn zorgvuldig afgewogen interpretaties van wat de patiënt heeft gezegd. Het doel van de psychoanalyse is om ervaringen te ontdekken die het geheugen van de patiënt kwellen, maar die zo pijnlijk zijn dat ze zijn 'verdrongen' in 'het onbewuste' . Het zijn immers deze verdrongen herinneringen die volgens Freud de meeste ziekten van het zenuwstelsel veroorzaken.
De bewustzijnsniveaus
Volgens Freud vinden de psychische processen plaats op drie bewustzijnsniveaus:
- Het bewuste niveau; waar het individu zich bewust is van zijn gedachten, gevoelens, waarnemingen, e.a.
- Het voorbewuste niveau; waar de psychische inhouden grenzen aan het bewustzijn. Hier zitten zaken die tijdelijk vergeten zijn, ze kunnen echter terug bewust gemaakt worden. De inhoud van het bewustzijn is immers zeer beperkt.
- Het onbewuste niveau; wat te definiëren valt als de grote hoeveelheid geestelijk leven die nooit bewust geweest is, of nadat ze bewust geweest is weer onbewust geworden is.
De driftenleer
Irrationele driften (verenigd in het Es) bepalen in grote mate het menselijk handelen. De mens wordt gezien als een wezen dat primair streeft naar lustbeleving. Een drift is een aangeboren drang naar bevrediging van bepaalde levensbehoeften.
Werking van een drift
Men kan in de werking van een drift drie momenten onderscheiden:
- De bron van de drift; is te vinden in het fysio-chemisch evenwicht van het organisme. Wanneer door ontbering van iets, dat nuttig is voor het zelfbehoud (bijvoorbeeld voedsel), er een fysiologische onevenwichtstoestand komt, ontstaat behoefte.
- Het doel van de drift; is de bevrediging van de behoefte (zoals honger stillen). De bevrediging van de behoefte leidt tot spanningsreductie en wordt als lustvol ervaren.
- Het object van de drift; is iets (persoon of zaak) uit de buitenwereld dat tot bevrediging kan leiden. Het driftobject kan veranderen van de ene levensperiode tot de andere. Driftobjecten zijn ook in grote mate afhankelijk van milieubeïnvloeding: ze kunnen dan ook verschillen van cultuur tot cultuur.
Soorten driften
Sigmund Freud onderscheidt twee tegengestelde en complementaire driften die van bij de geboorte werkzaam zijn:
- De levensdrift of libido, gericht op behoud van de soort en op zelfbehoud. De mens ervaart echter geen levensdrift (eros). Wel de psychische variant ervan: de seksualiteit. In de eerste fase van zijn theorievorming spreekt Sigmund Freud van libido sexualis. In een later stadium tempert hij zijn pan-seksualisme en spreekt van libido als een op leven gerichte ongedifferentieerde energie.
- De doodsdrift of destructiedrift. De mens ervaart evenmin doodsdrift (thanatos). Wel de psychische variant ervan: de agressie. Deze agressie is primair tegen de persoon zelf gericht en zou secundair tegen de buitenwereld zijn gericht.
De structuur van de persoonlijkheid
Freud heeft de totale persoonlijkheid ingedeeld in drie delen:
De verdedigingsmechanismen van het 'Ich'
Volgens Freud moet het verloop van het psychisch gebeuren aldus gedacht worden, dat vanuit het Es driften onbewust in werking treden. Zij ontmoeten weerstand in de moraal van de maatschappelijke orde, die haar neerslag vindt in het persoonlijk geweten. Het conflict hier tussen wordt door het Ich beslecht.
Het Ich komt dus vaak tussen de wensen van het Es, de eisen en restricties van de werkelijkheid en de eisen van het Über-ich in te staan. Het Ich kan beroep doen op een aantal verdedigingsmechanismen, die elk verschillende middelen inhouden waarmee de persoon zich tegen psychische spanningen, die ontstaan uit het conflict van bepaalde eisen, beschermt.
- Compensatie
- Sublimering
- Verdringing
- Ontkenning van de realiteit
- Intellectualisatie
- Isolatie
- Emotionele afzondering
- Rationalisatie
- Identificatie
- Introjectie
- Reactievorming
- Verplaatsing
Het gebruik van deze mechanismen lost de conflicten niet op. Als de conflicten niet heftig zijn, kunnen de verdedigingsmechanismen het ongemak kleiner maken. Is het conflict echter ernstig, zodat de verdedigingsmechanismen intensief worden gebruikt, dan is het enige dat ze doen, het buiten de werkelijkheid verbergen van de omvang van het probleem.
De ontwikkeling van het libido
In zijn theorie over de ontwikkeling van de persoonlijkheid onderscheidt Freud twee innig verbonden en parallel verlopende ontwikkelingsprocessen:
- De ontwikkeling van het Ich: evolutie van het lust- naar het realiteitsprincipe; betere uitbouw van de verdedigingmechanismen, enz. Deze ontwikkeling wordt uitgewerkt door de Ego-psychologie.
- De psycho-seksuele ontwikkeling: volgens Freud begint het seksuele leven voor de puberteit. Uiteraard hecht hij aan het begrip seksualiteit een veel bredere betekenis dan in de gewone omgangstaal, waarin het woord seksualiteit meestal met voortplanting, met geslachtsorganen of coïtus geassocieerd wordt. Volgens Freud slaat de term seksualiteit op gedrag dat lustervaringen meebrengt, en omvat dus ook lustgevende functies zoals voeding, ontlasting, aanraking, kijken, enz. Freud kwam tot volgende fasen in de ontwikkeling van het lustleven:
- De orale fase
- De anale fase
- De fallische fase
- De latentiefase
- De genitale fase
Oppositie
Naast fervente aanhangers heeft de psychoanalyse van het begin af ook hevige tegenstanders gehad. De kritiek is onder meer van:
- wetenschappelijke aard; de psychoanalytische theorie is onvoldoende empirisch bevestigd door experimenteel onderzoek;
- politieke of religieuze aard; zie de aanvallen uit zowel christelijke, marxistische als nationaal-socialistische hoek;
- morele aard;
- de psychoanalyse is autoritair: de alwetende psychoanalyticus verplicht de onmondige patiënt zijn visie, over de oorzaken van zijn problemen en hoe ze op te lossen, te aanvaarden.
- de psychoanalyse als therapie is duur: de psychoanalytische therapie duurt lang en is dus enkel toegankelijk voor mensen met veel geld en veel tijd.
Verder lezen
Vertalingen van Freuds werken:
- Strachey, J. (vertaler), Standard Edition of the Complete Psychological works of Sigmund Freud, The Hogarth Press
- Oranje, W. (vertaler), Werken, Boom
Inleidingen in Freuds werken:
- Freud, S. (oorspr. uitgave 1917): Inleiding tot de psychoanalyse
- Gay, P. (ed.) (1989): The Freud Reader, W.W. Norton & Company
Kritieken op Freud:
- Dufresne, T. (2007): Against Freud. Critics Talk Back, Stanford University Press
- Gruenbaum, A. (1984): The Foundations of Psychoanalysis. A Philosophical Critique, University of California Press
- Israëls, H. (1999): De Weense kwakzalver. Honderd jaar Freud en de freudianen, Prometheus
- Meyer, C. et al. (2005): Le Livre noir de la psychanalyse. Vivre, penser et aller mieux sans Freud, Les Arènes
- Rillaer, J. van (1980): Les Illusions de la psychanalyse, Mardaga
- Webster, R. (1996): Why Freud was Wrong. Sin, Science and Psychoanalysis, HarperCollins