Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Peter Constant Coops
Peter Constant Coops | ||
Peter Constant Coops aan boord van de Noord-Brabant | ||
Peter Constant Coops aan boord van de Noord-Brabant | ||
Land/partij | Koninkrijk der Nederlanden | |
Onderdeel | Koninklijke Marine | |
Dienstjaren | 1885-1921 (36) | |
Onderscheidingen | ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, ridder der vierde klasse in de Orde van het Borstbeeld van de Bevrijder (Venezuela), het Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven met de gesp Atjeh 1873-1896, commandeur tweede klasse in de Orde van het Zwaard en het Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier met het cijfer XXX. |
Peter Constant Coops (Stad-Doetinchem, 9 juli 1870 - 's-Gravenhage, 7 december 1936) was een Nederlands kapitein-ter-zee, directeur van het marine-etablissement te Soerabaja en onder meer ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Familie
Coops, telg uit het patricische geslacht Coops, trouwde op 1 november 1900 (echtscheiding ingeschreven op 27 oktober 1910) met Suzanna Margaretha Vinkhuyzen, geboren 's-Gravenhage op 18 augustus 1876. Hij trouwde voor de tweede keer te 's-Gravenhage op 21 november 1912 met Helena Catharina Kesper, geboren te Amsterdam op 1 maart 1874 en overleden te Haarlem op 4 maart 1973. Uit het eerste huwelijk werd een zoon geboren.
Loopbaan
Vroege loopbaan
Coops werd met ingang van 1 september 1885 benoemd tot adelborst der derde klasse bestemd, voor de zeedienst, aan het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord;[1] hij werd bij Koninklijk Besluit van 2 augustus 1889 tot adelborst der eerste klasse bevorderd.[2] Met ingang van 1 september van datzelfde jaar werd hij geplaatst aan boord van Zr. Ms. stoomschip Tromp en vervolgens overgeplaatst aan boord van het oorlogsstoomschip Johan Willem Friso, dat een reis naar onder meer Curaçao maakte, onder bevel van kapitein-ter-zee G. Doorman.[3] Na deze reis werd hij op nonactiviteit gesteld en ingedeeld bij de zeemacht in Nederlands-Indië. Hij vertrok op 5 december 1891 per mailboot Prins van Oranje naar Indië.[4]
Aldaar aangekomen werd Coops geplaatst op Hr. Ms. Koningin Emma der Nederlanden,[5] in december van dat jaar, op de rol van luitenant-ter-zee tweede klasse, overgeplaatst op Hr. Ms. opnemingsvaartuig Melvill van Carnbee[6] en bij Koninklijk Besluit per 1 februari 1893 bevorderd tot luitenant-ter-zee tweede klasse.[7] Coops nam in deze tijd deel aan de strijdperikelen in de wateren rond Atjeh, waarvoor hij het ereteken voor belangrijke krijgsbedrijven verwierf. Hij werd in december 1894 van de Melvill van Carnbee overgeplaatst op Hr. Ms. wachtschip Gedeh[8] en werd vervolgens geplaatst op Hr. Ms. fregat Van Speijk, commandant kapitein-ter-zee L. Backer Overbeek, dat van Batavia onder meer een reis maakte naar Marokko en Cadix en in juli 1895 Nieuwe Diep binnenliep.[9] Coops werd in september van dat jaar bij het Departement van Marine toegevoegd aan de chef der afdeling hydrografie[10] en kreeg in oktober van dat jaar vergunning tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder vierde klasse in de Orde van het Borstbeeld van de Bevrijder van Venezuela.[11]
In juni 1897 werd Coops onder commandant kapitein-ter-zee L.J.K.A. Jeekel overgeplaatst op Hr. Ms. fregat Koningin Emma der Nederlanden, dat bestemd was voor de buitenlandse dienst (Nederlands-Indië)[12] en dat op dat moment nog te Nieuwe Diep lag.[13] Hij werd in oktober 1897 van genoemd vaartuig als eerste officier overgeplaatst op het flottieljevaartuig Pontianak, in februari 1898 op de Bromo en in april van dat jaar teruggeplaatst op de Koningin Emma der Nederlanden.[14]Hierna werd hij geplaatst op de Banda, in juli 1899 overgeplaatst op de Makassar, onder commandant luitenant-ter-zee eerste klasse E.E. Dullemond, en in december 1899 als eerste officier geplaatst aan boord van de Makassar.[15]
Loopbaan in Nederland en Chili
Coops verkreeg wegens langdurige dienst in Indië vergunning te repatriëren en reisde in oktober 1900 per stoomboot Gedeh van de Rotterdamse Lloyd naar Nederland; dat was als hoofdbegeleider van een detachement onderofficieren en minderen, sterk 50 man, die na aankomst naar het wachtschip te Hellevoetsluis werden gebracht.[16] Hij werd ter afwachting van een nieuwe bestemming op nonactiviteit geplaatst[17] en vervolgens tot 1 oktober 1901 geplaatst op Hr. Ms. artillerie-instructieschip Bellona.[18] Op 16 november 1901 werd hij geplaatst aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord[19] en op 2 april geplaatst bij het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord.[20] De 29ste augustus 1902 vertrok een compagnie, bestaande uit 150 mariniers en 50 matrozen, waarbij ook Coops was ingedeeld, naar legerplaats de Harskamp om aldaar deel te nemen aan de gevechtschietoefeningen.[21]
Coops kreeg bij Koninklijk Besluit vergunning om zich met ingang van 16 augustus 1904 in Chileense militaire zeedienst te begeven[22] en verkreeg per die datum tijdelijk eervol ontslag uit de Nederlandse zeedienst. Minister van Waterstaat J. Kraus bezocht Chili in maart 1906; hij werd aldaar verwelkomt door Coops en op 28 maart werd een grote vergadering gehouden met onder meer de secretarissen-generaal van binnenlands bestuur en publieke werken, Chileense autoriteiten en onder meer Coops. Door de Chileense autoriteiten werd vervolgens een commissie, onder leiding van Kraus, benoemd die van advies moest dienen voor de havenwerken te Valparaiso, waarvoor de plannen in 1904 door de commissie Kraus waren gemaakt. [23]
Coops maakte aldaar de aardbeving van augustus 1906 mee[24] en schreef daarover in oktober 1906 in het tijdschrift Eigen Haard het artikel De ramp van Valparaiso. Hij werd bevorderd tot luitenant-ter-zee eerste klasse en keerde in 1908 terug naar Nederland, waar hij in november 1909 werd geplaatst aan boord van Hr. Ms. pantserdekschip Holland, commandant kapitein-ter-zee E.E. Dullemond.[25]
Latere loopbaan
Coops werd in februari 1910 overgeplaatst van de Holland op de Hr. Ms. Van Doorn en in december van dat jaar geplaatst op Hr. Ms. Koning der Nederlanden.[26] Het jaar daarop voer hij onder meer op Hr. Ms. Hertog Hendrik en vervolgens weer op de Koning der Nederlanden;[27]dat was als onderdeel van het eskader in de Indische wateren, waarna hij in de loop van 1912 terugkeerde naar Nederland en aldaar werd benoemd tot chef van het bureau van de marinestaf.[28] Hij werd op 27 januari 1915 met ingang van 1 maart bevorderd tot kapitein-luitenant-ter-zee en keerde op 12 april 1916 naar Indië terug als eerste officier (naast kapitein-luitenant-ter-zee J.W.F.J. de Wal) op Hr. Ms. Noord-Brabant; lid van het etat major was onder meer luitenant-ter-zee derde klasse A.S. Pinke.[29] In augustus 1916 keerde het schip uit Nederlands-Indië terug, waarop Coops in februari 1917 De Wal opvolgde als commandant van de Noord-Brabant.[30] Met ingang van 3 september 1918 werd hij eervol ontheven van dit commando[31] en met ingang van 6 oktober van datzelfde jaar bevorderd tot kapitein-ter-zee.[32]
Coops werd in juli 1918 benoemd tot directeur van het marine-etablissement te Amsterdam, tevens ondercommandant van de marine aldaar en maakte in maart 1919 deel uit van de commissie, belast met het afnemen van het examen aan de adelborsten eerste klasse bij het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord.[33] Hij verkreeg met ingang van 1 september 1921 eervol ontslag uit de zeedienst en werd ter beschikking gesteld van de gouverneur-generaal, om in december van dat jaar benoemd te worden tot directeur van het marine-etablissement te Soerabaja.[34][35] Te Soerabaja werd Coops lid van de commissie van toezicht op de H.B.S.[36] Hij verkreeg met ingang van 8 november 1926 op zijn verzoek eervol ontslag als directeur van het marine-etablissement[37] en werd bij deze gelegenheid benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.[38] Voor de afdeling Den Haag van de vereniging Onze Vloot hield hij in januari 1927 een lezing over het marine-etablissement te Soerabaja, waarbij onder meer de oud-viceadmiraals J.J. Rambonnet en E.P. Westerveld aanwezig waren.[39]
Coops was ridder der vierde klasse in de Orde van het Borstbeeld van de Bevrijder (Venezuela), ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, bezat het Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven met de gesp Atjeh 1873-1896, was commandeur tweede klasse in de Orde van het Zwaard (1921) en bezat het Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier met het cijfer XXX. Hij overleed in december 1936 in de leeftijd van 66 jaar en werd gecremeerd te Westerveld.[40]
-
Coops en zijn vrouw bij vertrek voor een zeereis
-
Peter Constant Coops (links) met de staf der marine
-
Hr. Ms. Noord-Brabant, waar Coops op voer
Bronnen, noten en/of referenties
|