Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Epimenides: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 17: Regel 17:
[[Diogenes Laërtios]] (i. 10) tekende op dat Epimenides, om de epidemie uit Athene te verwijderen, schapen losliet op de [[Areopagus]], en waar ze gingen liggen offers bracht aan de betreffende goden. Hiermee verklaart Diogenes Laërtios de altaren aan onbekende goden die in Athene voorkwamen.
[[Diogenes Laërtios]] (i. 10) tekende op dat Epimenides, om de epidemie uit Athene te verwijderen, schapen losliet op de [[Areopagus]], en waar ze gingen liggen offers bracht aan de betreffende goden. Hiermee verklaart Diogenes Laërtios de altaren aan onbekende goden die in Athene voorkwamen.


Epimenides overleed op hoge leeftijd: hij zou 157 of volgens de Kretenzers wel 299 jaar hebben geleefd.
Als enige vergoeding accepteerde hij van de Atheners een tak van de heilige [[olijf]]boom op de [[Acropolis]] en een belofte van een eeuwig vriendschapsverbond tussen Athene en Knossus.<ref>Plutarchus, Solon, 12; Aristoteles, Ath. Pol. 1.</ref>
 
Epimenides keerde terug naar Kreta en overleed op hoge leeftijd: hij zou 157 of volgens de Kretenzers wel 299 jaar hebben geleefd.


Volgens een ander verhaal werd hij gevangen genomen door de [[Sparta|Spartanen]] toen zij Knossos aanvielen, en door hen ter dood gebracht toen hij weigerde om een gunstige voorspelling te doen voor de Spartanen.
Volgens een ander verhaal werd hij gevangen genomen door de [[Sparta|Spartanen]] toen zij Knossos aanvielen, en door hen ter dood gebracht toen hij weigerde om een gunstige voorspelling te doen voor de Spartanen.

Versie van 29 mei 2021 19:15

Epimenides, een voorstelling uit het boek Promptuarii Iconum Insigniorum, uitgegeven door Guillaume Rouille in 1553.

Epimenides (Grieks: Ἐπιμενίδης) was een beroemd Kretenzisch profeet, ziener, filosoof, reinigingspriester (katharte) en dichter uit de oudheid (zesde eeuw v.Chr.). Omdat de periode van zijn grofweg samenvalt met de periode van de „Zeven Wijzen” uit de Griekse oudheid, is hij door sommige auteurs mee als een van deze zeven wijzen beschouwd.

Leven

Afkomst

Mogelijk was hij geboren in Phaistos en woonde hij in Knossos. (Volgens Diogenes Laërtios kwam hij uit Knossos; Plutarchus beschrijft hem als afkomstig uit Phaistos.) Volgens Theopompos en andere auteurs was hij een zoon van Faistia. Anderen geloofden dat hij een zoon was van Dosiadas of van Agisarchos.[1]

Verhalen

Volgens de mythische overleveringen over zijn leven, verdwaalde Epimenides toen zijn vader hem op weg had gestuurd om een aantal schapen in de velden te gaan zoeken. In een grot, die aan Zeus gewijd was, (de Dikti of Dikteon Andron grot), sliep hij 57 jaar. Toen hij wakker werd, dacht hij dat hij maar een kort dutje had gedaan en ging verder naar de schapen zoeken. Omdat hij de schapen niet vond ging hij terug naar de boerderij, maar het zag er allemaal anders uit en behoorde tot een andere eigenaar. Daarom ging hij naar de stad om uit te zoeken wat er aan de hand was, en daar vond hij zijn broer, intussen een oude man, die hem kon uitleggen hoe lang hij al verdwenen was.

Naar verluidt had hij nadat hij uit zijn langdurige slaap ontwaakte, lang haar en een lange baard en een verbazingwekkende kennis van geneeskunde en geschiedenis.

De Grieken beschouwden hem als een gunsteling van de goden.[1]

De enige gebeurtenis in zijn leven die verband houdt met een aanwijsbare historische gebeurtenis, was het jaar 596 v. Chr. (de 46e olympiade[1]). De Atheners leden in dat jaar aan een pestepidemie en raadpleegden het orakel om te weten te komen hoe zij de woede van de goden konden afwenden. Op Solons aanbeveling lieten zij Epimenides komen. Volgens sommige schrijvers verklaarde hij dat het onheil te wijten was aan de bloedschuld die op hen rustte sinds zij de staatsgreep van Cylon hadden neergeslagen.[1] Epimenides slaagde erin de stad te verzoenen en heilzame voorzieningen te treffen.[2]

Diogenes Laërtios (i. 10) tekende op dat Epimenides, om de epidemie uit Athene te verwijderen, schapen losliet op de Areopagus, en waar ze gingen liggen offers bracht aan de betreffende goden. Hiermee verklaart Diogenes Laërtios de altaren aan onbekende goden die in Athene voorkwamen.

Als enige vergoeding accepteerde hij van de Atheners een tak van de heilige olijfboom op de Acropolis en een belofte van een eeuwig vriendschapsverbond tussen Athene en Knossus.[3]

Epimenides keerde terug naar Kreta en overleed op hoge leeftijd: hij zou 157 of volgens de Kretenzers wel 299 jaar hebben geleefd.

Volgens een ander verhaal werd hij gevangen genomen door de Spartanen toen zij Knossos aanvielen, en door hen ter dood gebracht toen hij weigerde om een gunstige voorspelling te doen voor de Spartanen.

Werken

Aan hem werden een verzameling orakelspreuken toegeschreven, een theogonie, kosmogonie, een episch gedicht over de reis van de Argonauten, en prozawerken over rituele reiniging en offergaven.

Volgens de beschrijving van Aristoteles deed Epimenides geen voorspellingen, maar verklaarde hij de betekenis van dingen uit het verleden die onbegrijpelijk waren gebleven.

Samen met Melampos en Onomakritos geldt hij als een stichter van het orphisme.

Geciteerd in de Bijbel

De apostel Paulus gebruikt een citaat uit zijn werk De Oraculis (’Orakels’), een hexameter, in de brief aan Titus 1:12.

Εἴπέν τις ἐξ αὐτῶν, ἴδιος αὐτῶν προφήτης,
Κρῆτες ἀεὶ ψεῦσται, κακὰ θηρία, γαστέρες ἀργαί.

Eventueel staat er een andere verwijzing in het bijbelboek Handelingen 17:28, maar dit lijkt ook sterk op de teksten van andere auteurs.[4] In een artikelenreeks stelde professor J. Rendel Harris dat deze teksten samen afkomstig zijn uit het gedicht Minos in Epimenides’ werk Cretica. Het gedicht is verloren gegaan, maar een vertaling is te vinden in het anonieme werk Gannat Busame (Tuin van geneugten), een Syrische commentaar op de Handelingen van de Apostelen van rond het jaar 850. Volgens Harris zou een reconstructie vanuit het Syrisch naar het Oudgrieks als volgt luiden:[5]

Τύμβον ἐτεκτήναντο σέθεν, κύδιστε, μέγιστε,
Κρῆτες, ἀεὶ ψεῦσται, κακὰ θηρία, γαστέρες ἀργοί·
Ἀλλὰ σύ γ᾿ οὐ θνῇσκεις, ἕστηκας γὰρ ζοὸς αἰεί·
Ἐν γὰρ σοὶ ζῶμεν καὶ κινούμεθ᾿ ἠδὲ καὶ ἐσμέν

De nestoriaan Isjodad van Merv gaf gelijkaardige gegevens, maar iets meer uitgebreid. In deze context gaat het erover dat de Kretenzen beweerden dat Zeus gestorven is, en dat Zeus’ graf bij hen te vinden was. Daarom maakte Minos (een ’zoon van Zeus’) een lofreden voor Zeus, waarin hij zei dat de Kretenzen altijd liegen en dat we in [Zeus] leven, bewegen en zijn.

Paradox

Epimenides is bekend uit een logische paradox, die vermeldt wordt in Titus 1:12:

Kretenzen zijn altijd leugenaars.

Aangezien Epimenides zelf een Kretenzer was, zegt deze zin over zichzelf dat deze onjuist is. Het is mogelijk dat Epimenides dit niet als paradox stelde, maar dat hij bedoelde dat de andere bewoners van Kreta leugenaars waren, maar hijzelf (tenminste op dat moment) niet.

Een andere mogelijkheid is, dat de zin afkomstig is

Bronnen, noten en/of referenties

Weblinks
  • (en) Epimenides, in: Encyclopædia Britannica, 1911 (public domain).
Verwijzingen
  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 Diogenes Laërtius, Leven van de filosofen, boek I, 109.
  2. º Brockhaus Konversationslexikon, F. A. Brockhaus in Leipzig, Berlin und Wien, 14e uitgave, 1894-1896, deel 6, Epimenides
  3. º Plutarchus, Solon, 12; Aristoteles, Ath. Pol. 1.
  4. º Namelijk: Aratus, (uit Solis in Cilicië, 3e eeuw v. Chr.), Phainomena, 5; en Kleanthes, (uit Assos in Mysia, een volgeling van Zeno), Hymne aan Zeus, 5
  5. º The Expositor (10/1906, p. 305-317, 4/1907, p. 332-337, 1912, p. 348-353, geciteerd door T. Nicklin, Epimenides Minos, The Classical Review, Vol. 30 maart 1916, p. 33-37)
rel=nofollow
rel=nofollow