Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Slowaakse literatuur: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Slowaakse_literatuur&oldid=44994278 FrederikaSvarcbacherova 29 sep 2015)
 
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Slowaakse_literatuur&oldid=45010669)
 
Regel 1: Regel 1:
'''Slowaakse literatuur''' is de literatuur van Slowakije.
'''Slowaakse literatuur''' is de [[literatuur]] van [[Slowakije]] of meer specifiek de literatuur in het [[Slowaaks]].


=== Geschiedenis ===  
== Geschiedenis ==


De eerste monumenten van literatuur uit het gebied dat huidig Slowakije vormt, stammen uit de tijd van Groot-Moravië. Dit rijk bestond in de periode van 863 na Christus tot aan het begin van de 10e eeuw. Bekende schrijvers uit deze periode waren Sint-Cyrillus, Sint-Methodius en Sint-Clemens van Ohrid. In geschriften uit dit tijdperk werden meestal christelijke onderwerpen beschreven. Een voorbeeld hiervan is het gedicht Proglas - een voorwoord van de vier evangeliën. Het is een gedeeltelijke vertalingen van de Bijbel naar het Oudkerkslavisch, wat ook wel het Zakon sudnyj ljudem werd genoemd.
=== Vroege Middeleeuwen ===
In de middeleeuwse periode (ca 1000 tot ca 1500) werd de Slowaakse literatuur geschreven in het Latijn, het Tsjechisch en het Tsjechische Slowaaks (Slowaaks met Tsjechische elementen). Een belangrijke vorm van literatuur was poëzie. Binnen de middeleeuwse poëzie waren twee stromingen te ontwaren: de lyrische poëzie en de epische poëzie. De lyrische poëzie bestond uit gebeden, liederen en formules. Deze stroming stond sterk onder de invloed van de kerk. De epische poëzie was seculier en gericht op legendes en kronieken. Een bekende kroniekschrijver was Johannes de Thuróczy, de auteur van The Chronic Hungarorum en Maurus.


==== Renaissance 1500-1650 ====
Na de grote [[Westelijke Slaven|Slavische migratie westwaards]] van de 6e eeuw stamt de eerste literatuur uit het gebied dat het huidige Slowakije vormt uit de tijd van het [[Groot-Moravische Rijk]], in de 9e tot begin 10e eeuw. Traditioneel viel dit gebied onder het invloedsbereik van de kerk van Rome, welke meerdere pogingen tot kerstening deed en daarbij het [[Latijn]] invoerde. Ontevreden met Rome zocht Rostislav (846-870) toenadering tot de Byzantijnse kerk. Deze stuurde de monniken [[Cyrillus en Methodius]], welke een op de Slavische volkstaal, tegenwoordig [[Oudkerkslavisch]] genoemd, gebaseerde liturgie met een eigen schrift, het [[Glagolitisch alfabet]] invoerden. Een andere bekende schrijver uit deze periode was [[Clemens van Ohrid]]. In geschriften uit dit tijdperk werden meestal christelijke onderwerpen beschreven. Een voorbeeld hiervan is het gedicht ''Proglas'' - een voorwoord van de vier [[Evangelie|evangeliën]]. Het is een gedeeltelijke vertalingen van de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]] naar het Oudkerkslavisch, wat ook wel het ''Zakon sudnyj ljudem'' werd genoemd. Uiteindelijk werd de Byzantijnse ritus en daarmee het Glagolitisch door het Latijn verdrongen.  
In de 16e eeuw kreeg de literatuur steeds meer  een nationaal karakter. Dit gebeurde in veel later dan in andere nationale  literaturen. In deze periode  domineerde het Latijn als de geschreven taal en schreven auteurs vooral over kerkelijke onderwerpen. Vanaf 1500 werd er steeds meer geschreven over klassieke onderwerpen die gerelateerd waren aan de klassieke cultuur van Griekenland en Rome.


Het eerste Slowaakse gedrukte boek was Het Boek van Eden (1561) door Vašek Zaleský. Een vroeg Renaissance Slowaaks liefdesgedicht is het anonieme epische Siládi and Hadmázi (1560), gezet tegen een achtergrond van de Turkse invallen in Centraal-Europa.
===Hongaarse verovering===


Juraj Tranovský werd ook wel de vader van de Slowaakse hymne genoemd en bracht verschillende bundels van hymnen uit. Zijn eerste werk was het Latijnse Odarum Sacrarum sive Hymnorum Libri III uit 1629 en zijn belangrijkste en meest bekende werk was Cithara Sanctorum (Lier van de Heiligen). Deze hymne is tot op vandaag de dag een belangrijke lofzang voor Lutherse Tjechen en Slowaken. Deze lofzang werd  in het Tsjechisch geschreven en werd in 1636 in de Slowaakse stad Levoča gepubliceerd. Mede vanwege de beperkte literatuur zorgden de Slowaakse liederen van Tranovský voor een verhoogd nationaal bewustzijn.   
Nadat rond 900 de [[Hongaren]] het Moravische Rijk binnenvielen werd Slowakije deel van het [[Koninkrijk Hongarije (1000-1526)|Koninkrijk Hongarije]]. In de latere middeleeuwen (tot ca 1500) werd de Slowaakse literatuur geschreven in het Latijn, het [[Tsjechisch]] en Tsjechische Slowaaks (Slowaaks met Tsjechische elementen) en het [[Hongaars]]. Een belangrijke vorm van literatuur was de poëzie. Binnen de middeleeuwse poëzie waren twee stromingen te ontwaren: de [[Lyriek|lyrische poëzie]] en de [[epische poëzie]]. De lyrische poëzie bestond uit gebeden, liederen en formules. Deze stroming stond sterk onder de invloed van de kerk. De epische poëzie was seculier en gericht op legendes en kronieken. Een bekende kroniekschrijver was [[Johannes de Thurocz]], de auteur van de ''[[Chronica Hungarorum]]'', en [[Maurus van Pécs]].  
==== Barok/Vroegmoderne Tijd 1650-1780 ====
In de Renaissance ontwikkelde er zich een onderscheid tussen religieuze en seculiere (niet-religieuze) literatuur. In de tijd van de Barok leidde dit tot serieuze religieuze conflicten.  
Daniel Sinapius-Horčička schreef Latijnse gedichten en schooldrama’s, religieuze proza, spreekwoorden en uitgesproken Slowaakse spirituele poëzie. Zijn proza getuigt van een nationaal bewustzijn. Het loof de Slowaakse taal en bekritiseert het gebrek aan patriottisme onder zijn landgenoten.


Hugolín Gavlovič was ten tijde van de Barok de meest bekende auteur van Slowakije. Hij schreef  religieuze, morele en educatieve geschriften in de West- Slowaakse volkstaal.  Zijn meest beroemde werk heet Valašská škola, mravúv stodola en bevat 17.862 verzen en talrijke couplet-kanttekeningen in dichtvorm.
=== Renaissance ===
In de 16e eeuw kreeg de literatuur meer een nationaal karakter. In deze periode domineerde het Latijn als de geschreven taal en schreef men vooral over kerkelijke onderwerpen. Vanaf 1500 werd er steeds meer geschreven over onderwerpen die gerelateerd waren aan de klassieke cultuur van [[Griekse Oudheid|Griekenland]] en [[Oude Rome|Rome]].


==== Verlichting 1780-1840 ====
Het eerste Slowaakse [[Boekdrukkunst|gedrukte boek]] was ''Het Boek van Eden'' door [[Vašek Zaleský]] uit 1561. Een vroeg-[[Renaissance]] Slowaaks liefdesgedicht is het anonieme epische ''Siládi en Hadmázi'' (1560), zich afspelend tegen een achtergrond van de [[Ottomaanse Rijk|Ottomaanse invallen in Centraal-Europa]].  
De Franse Revolutie van 1789 zorgde voor een opleving van nationalistische gevoelens in Slowakije. De neo-classisistische beweging die geïnspireerd was op de Verlichting beïnvloedde ook de Slowaakse literatuur. 
Tot het midden van de negentiende eeuw was de Slowaakse taal meestal een mengeling van het Tsjechisch en het Slowaaks. Een belangrijk standaard werk uit deze tijd, Gramatica Slavija (1790) van Anton Bernolák, gebruikte het West-Slowaakse dialect als de standaard schrijfvorm. Dit was een belangrijk initiatief om de Slowaakse taal te accenturen, maar uiteindelijk leidde het tot een mislukking. Toch werden er belangrijke werken met de normen van Bernolák gepubliceerd, bijvoorbeeld  Dúverná zmlúva medzi mňíchom a ďáblom (Een vertrouwelijk verdrag tussen de monnik en de Duivel) van Juraj Fándly van 1879. Anton Bernolák was naast schrijver ook een katholieke priester. Lutherse Slowaken zoals Augustin Doležal, Juraj Palkovič and Pavel Jozef Šafárik gaven de voorkeur aan de gemeenschappelijke Tsjechisch-Slowaakse identiteit en taal.  


De eerste Hongaarse krant Magyar Hírmondó werd in Pressburg (Bratislava) in 1780 gepubliceerd, gevolgd door de eerste Slowaakse krant, het kortstondige tijdschrift Prešpurské Noviny dat in 1783 voor het eerst verscheen.
[[Juraj Tranovský]] bracht verschillende bundels van hymnen uit en werd ook wel de vader van de Slowaakse hymne genoemd. Zijn eerste werk was het Latijnse ''Odarum Sacrarum sive Hymnorum Libri III'' uit 1629, en zijn belangrijkste en meest bekende werk was ''Cithara Sanctorum'' ("Lier der Heiligen"). Deze hymne is tot op vandaag de dag een belangrijke lofzang voor [[Lutheranisme|Lutherse]] Tsjechen en Slowaken. De lofzang werd in het Tsjechisch geschreven en in 1636 in [[Levoča]] gepubliceerd. Mede vanwege de beperkte literatuur zorgden de Slowaakse liederen van Tranovský voor een verhoogd nationaal bewustzijn.


Jozef Ignác Bajza werd bekend door zijn roman René mláďenca príhodi a skúsenosťi. Dit werk is erg belangrijk omdat het de eerste roman is die in het Slowaaks geschreven was.
===Barok en Vroegmoderne Tijd===
In de Renaissance ontwikkelde zich een onderscheid tussen religieuze en seculiere (niet-religieuze) literatuur. In de tijd van de [[Barokliteratuur|Barok]] leidde dit tot religieuze conflicten.  


De Pan-Slavische eenheid diende als model voor vele gedichten uit deze periode. Slávy Dcera is een  verzameling van 150 gedichten van Ján Kollár en verheerlijkt de Pan-Slavische idealen in drie cantos die naar de Saale, Elbe en Donau werden vernoemd. De epos Svätopluk (1833) van Ján Holly was de belangrijkste tekst van deze tijd.  
[[Daniel Sinapius-Horčička]] schreef Latijnse gedichten en schooldrama’s, religieuze proza, spreekwoorden en Slowaakse spirituele poëzie. Zijn proza getuigt van een [[Nationalisme|nationaal bewustzijn]]. Het looft de Slowaakse taal en bekritiseert het gebrek aan [[vaderlandsliefde]] onder zijn landgenoten.


==== 1840-1871 ====
[[Hugolín Gavlovič]] was ten tijde van de Barok de meest bekende auteur van Slowakije. Hij schreef religieuze, morele en educatieve geschriften in de West-Slowaakse [[Volkstaal (moedertaal)|volkstaal]]. Zijn bekendste werk heet ''Valašská škola, mravúv stodola'' welke 17.862 verzen en talrijke couplet-[[kanttekening]]en in dichtvorm bevat.
Ľudovít Štúr was de literaire leider van de Slowaakse nationale opleving in de 19e eeuw. Hij wordt herinnerd als de grondlegger van de Slowaakse  taal die tot op de dag van vandaag gebruikt wordt.   Hij koos het middel-Slowaakse dialect als basis voor de Slowaakse taal. Het codificatieprogramma (1834) van Štúr werd door Ján Kollár en de Tsjechen afgekeurd. Zij zagen het  als ondermijning van het idee van de  gemeenschappelijk Tsjechisch-Slowaakse natie en bovendien als een verzwakking van de solidariteit . Echter, de meerderheid van de Slowaakse wetenschappers, onder andere vele katholieken verwelkomde het idee van codificatie. Zij gebruikten immers nog de codificatie van Bernolák uit 1790. In 1844 schreef Štúr Nárečja slovenskuo alebo potreba písaňja v tomto nárečí (Het Slowaakse dialect of de noodzaak om in dit dialect te schrijven). In 1853 werd de enige compilatie van zijn poëzie, Spevy a piesne (Gezangen en liederen) in Pressburg gepubliceerd.  


Janko Kráľ was een van de eerste dichters die begon met het schrijven in de moderne Slowaakse standaardtaal die nieuw (in 1843) door Štúr en zijn metgezellen was gecodificeerd.  
=== Verlichting===
De [[Franse Revolutie]] van 1789 zorgde voor een opleving van nationalistische gevoelens in Slowakije. De [[Neoclassicisme|neoclassicistische beweging]] die geïnspireerd was op de [[Verlichting (stroming)|Verlichting]] beïnvloedde ook de Slowaakse literatuur.  


Eerste werken van toneelschrijver Ján Chalupka waren in het Tsjechisch, maar na 1848 begon hij in het Slowaaks schrijven en Tsjechische originelen naar het Slowaaks vertalen.
Tot het midden van de negentiende eeuw was het gesproken Slowaaks meestal een mengeling van Tsjechisch en Slowaaks. Een belangrijk standaardwerk uit deze tijd, ''Gramatica Slavija'' (1790) van [[Anton Bernolák]], gebruikte het West-Slowaakse dialect als de [[Standaardtaal|standaard schrijfvorm]]. Dit leidde uiteindelijk tot een mislukking. Toch werden er belangrijke werken met de normen van Bernolák gepubliceerd, bijvoorbeeld ''Dúverná zmlúva medzi mňíchom a ďáblom'' ("Een vertrouwelijk verdrag tussen de monnik en de Duivel") van Juraj Fándly van 1879. Anton Bernolák was naast schrijver ook een katholieke priester. Lutherse Slowaken zoals Augustin Doležal, Juraj Palkovič and Pavel Jozef Šafárik gaven de voorkeur aan een gemeenschappelijke Tsjechisch-Slowaakse identiteit en taal.  


==== 1872-1917 ====
De eerste [[Hongaars]]e krant ''Magyar Hírmondó'' werd in Pressburg ([[Bratislava]]) in 1780 gepubliceerd, gevolgd door de eerste Slowaakse krant, het tijdschrift ''Prešpurské Noviny'' dat in 1783 kortstondig verscheen.  
Pavol Országh Hviezdoslav schreef tot 1860 zijn gedichten in het Hongaars. In 1871 participeerde hij in de voorbereiding van de almanak Napred (Naar voren) die het begin van een nieuwe literaire generatie in de Slowaakse literatuur markeert. Hij introduceerde de syllabische-tonic versen in de Slowaakse poëzie en hij was een toonaangevende vertegenwoordiger van het literaire realisme in de Slowaakse literatuur. Zijn stijl kenmerkt zich door het veelvuldige gebruik van zelf-bedacht woorden en uitdrukkingen die moeilijk zijn om naar vreemde talen te vertalen.  


Martin Kukučín was de meest opmerkelijke vertegenwoordiger van het Slowaaks literaire realisme. Hij wordt als een van de grondleggers van de moderne Slowaakse proza  beschouwd.
[[Jozef Ignác Bajza]] werd bekend door zijn roman ''René mláďenca príhodi a skúsenosťi''. Dit werk is belangrijk als de eerste roman in het Slowaaks.


==== 1918-1945 ====
Het [[Panslavisme]] diende als inspiratie voor vele gedichten uit deze periode. ''Slávy Dcera'' is een verzameling van 150 gedichten van Ján Kollár en verheerlijkt de Pan-Slavische idealen in drie liederen die naar de [[Saale (rivier)|Saale]], [[Elbe (rivier)|Elbe]] en [[Donau]] werden vernoemd. Het epos ''Svätopluk'' (1833) van Ján Holly was een belangrijk werk uit deze tijd.
Als gevolg van het uiteenvallen van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk en de daaropvolgende oprichting van Tsjechoslowakije verdween de invloed van het Hongaars op de Slowaakse taal. Tijdens het interbellum gaf men aan poëzie voorrang ten koste van de proza. Zowel Živý bič (Levende zweep) van Milo Urban (1927) als de roman Jozef Mak van Jozef Ciger-Hronský (1933) waren gericht op de verandering van het leven van de gewone mens. 
Tijdens de turbulente jaren van de Slowaakse Republiek en de vorming van Tsjecho-Slowakije domineerden twee aparte literaire stromingen. Er is sprake van lyrische proza, waarin persoonlijke gevoelens worden verwoord. Enkele bekende schrijvers binnen dit thema zijn Hronský, František Švantner, Dobroslav Chrobák, Ľudo Ondrejov en Margita Figuli. Daarnaast stond de surrealistische proza, waarin men een droomachtige werkelijkheid probeerde te creëren. Štefan Žáry, Rudolf Fabry en Pavel Bunčák zijn bekende schrijvers die zich met deze proza hebben bezig gehouden.


=== 1840-1871 ===
[[Ľudovít Štúr]] was de literaire leider van de Slowaakse nationale opleving in de 19e eeuw. Hij wordt herinnerd als de grondlegger van de moderne Slowaakse taal zoals deze tot op de dag van vandaag gebruikt wordt. Hij koos het middel-Slowaakse dialect als basis. Het codificatieprogramma (1834) van Štúr werd door Ján Kollár en de [[Tsjechen]] afgekeurd. Zij beschouwden het Slowaaks als een Tsjechisch dialect en zagen een onafhankelijke Slowaakse schrijftaal als ondermijning van de gemeenschappelijke Tsjechisch-Slowaakse natie en een verzwakking van de solidariteit. Echter, de meerderheid van de Slowaakse wetenschappers, onder andere vele katholieken, verwelkomde het. Zij gebruikten immers nog de codificatie van Bernolák uit 1790. In 1844 schreef Štúr ''Nárečja slovenskuo alebo potreba písaňja v tomto nárečí'' ("Het Slowaakse dialect of de noodzaak om in dit dialect te schrijven"). In 1853 werd de enige compilatie van zijn poëzie, ''Spevy a piesne'' ("Gezangen en liederen") in Pressburg gepubliceerd.


[[Janko Kráľ]] was een van de eerste dichters die begon met het schrijven in de moderne Slowaakse standaardtaal die door Štúr en zijn metgezellen was gecodificeerd.


=== 21ste eeuw ===
De eerste werken van toneelschrijver [[Ján Chalupka]] waren in het Tsjechisch, maar na 1848 begon hij in het Slowaaks te schrijven en Tsjechische originelen naar het Slowaaks te vertalen.
 
==== Michal Hvorecký ====
Michal Hvorecký (29 december 1976, Bratislava) is een Slowaakse auteur.
 
Hvorecký is de auteur van twee verhalenbundels: Silný pocit čistoty (Het sterke gevoel van de reinheid - 1998) en Lovci a zberači (De Jagers & Verzamelaars- 2001). Verder schreef hij meerdere romans waaronder Posledný hit (De laatste hit- 2003), Pluche in 2005 (gepubliceerd in het Duits in 2006 als Stad: Der unwahrscheinlichste aller Orte) en Eskorta in 2007 (vanaf 2009 verscheen de Duitse vertaling). Vertalingen van zijn fictie en journalistiek  verschenen in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Slovenië, Hongarije, Polen en de Tsjechische Republiek  .
 
Hij ontving verschillende literaire prijzen en beurzen vanuit verschillende instituten, waaronder Literaire Colloquium in Berlijn, het MuseumsQuartier in Wenen, het Goethe Institut in München en een International Writing Program in de Verenigde Staten.
 
==== Tamara Heribanová ====
Tamara Heribanová (6 mei 1985, Bratislava) is een Slowaakse schrijfster, journaliste en presentatrice.


Heribanová is een van de meest getalenteerde jonge Slowaakse romanschrijfsters. Haar korte verhalen werden vertaald en gepubliceerd in bloemlezingen en tijdschriften in Oostenrijk, Nederland, Servië, Tsjechië en Taiwan. Haar debuutroman Predavačky bublín (Verkoopsters van de bubbels- 2010) gaat over de wrede wereld van de showbusiness. Heribanová heeft aandacht voor  valse gecorrumperde mensen en de huidige generatie. In haar boek Bola to len láska (Het was alleen de liefde- 2012) beschrijft ze de angst van intensieve gevoelens en analyseert het thema van de innerlijke vrijheid. Haar boek Misia Eva, prísne tajné (De missie Eva, strikt geheim- 2012) is vol van liefde en fragiele wereld van kinderen waarin de sterkte op echte waarden en goede goedhartigheid is gebaseerd. Naast de hardcopy werd er een elektronische interactieve applicatie van dit boek voor tablets ontworpen. In 2013 eindigde Misia Eva, prísne tajné op de derde plaats in de lezersenquête Knižná revue en in 2012 werd dit boek als het mooiste Slowaakse boek in de categorie literatuur voor kinderen en tieners bekroond. Het boek was onderwerp van tientallen gesprekken, lezensessies en workshops op scholen en bibliotheken in Slowakije .  
=== 1872-1917 ===
[[Pavol Országh Hviezdoslav]] schreef tot 1860 zijn gedichten in het Hongaars. In 1871 nam hij deel aan de voorbereiding van de [[almanak]] ''Napred'' ("Naar voren") die het begin van een nieuwe literaire generatie in de Slowaakse literatuur markeert. Hij introduceerde syllabische-tonische verzen in de Slowaakse poëzie en was een toonaangevende vertegenwoordiger van het [[Realisme (literatuur)|realisme]] in de Slowaakse literatuur. Zijn stijl kenmerkt zich door het veelvuldige gebruik van zelfbedachte woorden en uitdrukkingen die moeilijk om naar andere talen te vertalen zijn.  


Tamara Heribanová werkte in 2012 mee aan het project AVON proti domácemu násiliu (AVON tegen huiselijk geweld) door twee boeken te schrijven: Príbehy v znamení túžby (Verhalen in het sein van het verlangen) en V dobrom aj v zlom a v ešte horšom (Goed en slecht en erger). Tamara is de lid van het Slowaakse PEN-centrum en staat achter het project Knihobežník. Het idee achter dit project is dat lezers eerst zelf een boek lezen en deze dan vervolgens aan iemand anders geven. Tamara schonk haar boek Predavačky bublín aan het project.
[[Martin Kukučín]] was een van de meest opmerkelijke vertegenwoordigers van het Slowaaks literaire realisme. Hij wordt als een van de grondleggers van de moderne Slowaakse proza beschouwd.


==== Peter Pišťanek ====
=== 1918-1945 ===
Peter Pišťanek (28 april 1960 Devínska Nová Ves - 22 maart 2015, Bratislava) was een Slowaakse schrijver.
Als gevolg van het uiteenvallen van het [[Oostenrijks-Hongaarse Rijk]] en de daaropvolgende oprichting van [[Tsjechoslowakije]] verdween de invloed van het Hongaars op de Slowaakse taal. Tijdens het [[interbellum]] gaf men aan poëzie voorrang ten koste van de proza. Zowel ''Živý bič'' ("Levende zweep") van Milo Urban (1927) als de roman ''Jozef Mak'' van Jozef Ciger-Hronský (1933) waren gericht op de verandering van het leven van de gewone mens.


Pišťanek’s  eerste roman Rivers of Babylon werd in 1991 gepubliceerd en in 2007 door Peter Petro naar het Engels vertaald. Hierna volgde nog twee romans:  Drevená dedina (Het houten dorp) en Fredyho koniec (Het eind van Fredy). Deze boeken vormen samen een trilogie. Ze vertellen over het leven van Rácz, een fictieve gangster die in de herfst van 1989 naar voren kwam toen het communistisch bewind werd gedesintegreerd. Pišťanek was ook een actieve schrijver  voor de alcohol-industrie. Zo voorzag hij labels van sterke dranken en wijnen (met inbegrip van cognac en bourbon) van zijn inzicht en humor.
Tijdens de turbulente jaren van de [[Eerste Slowaakse Republiek|Slowaakse Republiek]] en de vorming van Tsjecho-Slowakije domineerden twee aparte literaire stromingen. Er is sprake van lyrisch proza, waarin persoonlijke gevoelens worden verwoord. Enkele bekende schrijvers binnen dit thema zijn Hronský, František Švantner, Dobroslav Chrobák, Ľudo Ondrejov en Margita Figuli. Daarnaast stond het [[Surrealisme|surrealistisch proza]], waarin men een droomachtige werkelijkheid probeerde te creëren. Štefan Žáry, Rudolf Fabry en Pavel Bunčák zijn bekende schrijvers die zich hiermee hebben bezig gehouden.


Op 22 maart 2015 heeft Pišťanek zelfmoord gepleegd.
{{Appendix|2=
*{{Bronvermelding anderstalige Wikipedia|taal=en|titel=Slovak literature|oldid=681174477|datum=20150930}}
{{References}}
{{Wikidata|Q3182860}} }}
[[Categorie:Taal in Slowakije]]

Huidige versie van 13 okt 2015 om 21:44

Slowaakse literatuur is de literatuur van Slowakije of meer specifiek de literatuur in het Slowaaks.

Geschiedenis

Vroege Middeleeuwen

Na de grote Slavische migratie westwaards van de 6e eeuw stamt de eerste literatuur uit het gebied dat het huidige Slowakije vormt uit de tijd van het Groot-Moravische Rijk, in de 9e tot begin 10e eeuw. Traditioneel viel dit gebied onder het invloedsbereik van de kerk van Rome, welke meerdere pogingen tot kerstening deed en daarbij het Latijn invoerde. Ontevreden met Rome zocht Rostislav (846-870) toenadering tot de Byzantijnse kerk. Deze stuurde de monniken Cyrillus en Methodius, welke een op de Slavische volkstaal, tegenwoordig Oudkerkslavisch genoemd, gebaseerde liturgie met een eigen schrift, het Glagolitisch alfabet invoerden. Een andere bekende schrijver uit deze periode was Clemens van Ohrid. In geschriften uit dit tijdperk werden meestal christelijke onderwerpen beschreven. Een voorbeeld hiervan is het gedicht Proglas - een voorwoord van de vier evangeliën. Het is een gedeeltelijke vertalingen van de Bijbel naar het Oudkerkslavisch, wat ook wel het Zakon sudnyj ljudem werd genoemd. Uiteindelijk werd de Byzantijnse ritus en daarmee het Glagolitisch door het Latijn verdrongen.

Hongaarse verovering

Nadat rond 900 de Hongaren het Moravische Rijk binnenvielen werd Slowakije deel van het Koninkrijk Hongarije. In de latere middeleeuwen (tot ca 1500) werd de Slowaakse literatuur geschreven in het Latijn, het Tsjechisch en Tsjechische Slowaaks (Slowaaks met Tsjechische elementen) en het Hongaars. Een belangrijke vorm van literatuur was de poëzie. Binnen de middeleeuwse poëzie waren twee stromingen te ontwaren: de lyrische poëzie en de epische poëzie. De lyrische poëzie bestond uit gebeden, liederen en formules. Deze stroming stond sterk onder de invloed van de kerk. De epische poëzie was seculier en gericht op legendes en kronieken. Een bekende kroniekschrijver was Johannes de Thurocz, de auteur van de Chronica Hungarorum, en Maurus van Pécs.

Renaissance

In de 16e eeuw kreeg de literatuur meer een nationaal karakter. In deze periode domineerde het Latijn als de geschreven taal en schreef men vooral over kerkelijke onderwerpen. Vanaf 1500 werd er steeds meer geschreven over onderwerpen die gerelateerd waren aan de klassieke cultuur van Griekenland en Rome.

Het eerste Slowaakse gedrukte boek was Het Boek van Eden door Vašek Zaleský uit 1561. Een vroeg-Renaissance Slowaaks liefdesgedicht is het anonieme epische Siládi en Hadmázi (1560), zich afspelend tegen een achtergrond van de Ottomaanse invallen in Centraal-Europa.

Juraj Tranovský bracht verschillende bundels van hymnen uit en werd ook wel de vader van de Slowaakse hymne genoemd. Zijn eerste werk was het Latijnse Odarum Sacrarum sive Hymnorum Libri III uit 1629, en zijn belangrijkste en meest bekende werk was Cithara Sanctorum ("Lier der Heiligen"). Deze hymne is tot op vandaag de dag een belangrijke lofzang voor Lutherse Tsjechen en Slowaken. De lofzang werd in het Tsjechisch geschreven en in 1636 in Levoča gepubliceerd. Mede vanwege de beperkte literatuur zorgden de Slowaakse liederen van Tranovský voor een verhoogd nationaal bewustzijn.

Barok en Vroegmoderne Tijd

In de Renaissance ontwikkelde zich een onderscheid tussen religieuze en seculiere (niet-religieuze) literatuur. In de tijd van de Barok leidde dit tot religieuze conflicten.

Daniel Sinapius-Horčička schreef Latijnse gedichten en schooldrama’s, religieuze proza, spreekwoorden en Slowaakse spirituele poëzie. Zijn proza getuigt van een nationaal bewustzijn. Het looft de Slowaakse taal en bekritiseert het gebrek aan vaderlandsliefde onder zijn landgenoten.

Hugolín Gavlovič was ten tijde van de Barok de meest bekende auteur van Slowakije. Hij schreef religieuze, morele en educatieve geschriften in de West-Slowaakse volkstaal. Zijn bekendste werk heet Valašská škola, mravúv stodola welke 17.862 verzen en talrijke couplet-kanttekeningen in dichtvorm bevat.

Verlichting

De Franse Revolutie van 1789 zorgde voor een opleving van nationalistische gevoelens in Slowakije. De neoclassicistische beweging die geïnspireerd was op de Verlichting beïnvloedde ook de Slowaakse literatuur.

Tot het midden van de negentiende eeuw was het gesproken Slowaaks meestal een mengeling van Tsjechisch en Slowaaks. Een belangrijk standaardwerk uit deze tijd, Gramatica Slavija (1790) van Anton Bernolák, gebruikte het West-Slowaakse dialect als de standaard schrijfvorm. Dit leidde uiteindelijk tot een mislukking. Toch werden er belangrijke werken met de normen van Bernolák gepubliceerd, bijvoorbeeld Dúverná zmlúva medzi mňíchom a ďáblom ("Een vertrouwelijk verdrag tussen de monnik en de Duivel") van Juraj Fándly van 1879. Anton Bernolák was naast schrijver ook een katholieke priester. Lutherse Slowaken zoals Augustin Doležal, Juraj Palkovič and Pavel Jozef Šafárik gaven de voorkeur aan een gemeenschappelijke Tsjechisch-Slowaakse identiteit en taal.

De eerste Hongaarse krant Magyar Hírmondó werd in Pressburg (Bratislava) in 1780 gepubliceerd, gevolgd door de eerste Slowaakse krant, het tijdschrift Prešpurské Noviny dat in 1783 kortstondig verscheen.

Jozef Ignác Bajza werd bekend door zijn roman René mláďenca príhodi a skúsenosťi. Dit werk is belangrijk als de eerste roman in het Slowaaks.

Het Panslavisme diende als inspiratie voor vele gedichten uit deze periode. Slávy Dcera is een verzameling van 150 gedichten van Ján Kollár en verheerlijkt de Pan-Slavische idealen in drie liederen die naar de Saale, Elbe en Donau werden vernoemd. Het epos Svätopluk (1833) van Ján Holly was een belangrijk werk uit deze tijd.

1840-1871

Ľudovít Štúr was de literaire leider van de Slowaakse nationale opleving in de 19e eeuw. Hij wordt herinnerd als de grondlegger van de moderne Slowaakse taal zoals deze tot op de dag van vandaag gebruikt wordt. Hij koos het middel-Slowaakse dialect als basis. Het codificatieprogramma (1834) van Štúr werd door Ján Kollár en de Tsjechen afgekeurd. Zij beschouwden het Slowaaks als een Tsjechisch dialect en zagen een onafhankelijke Slowaakse schrijftaal als ondermijning van de gemeenschappelijke Tsjechisch-Slowaakse natie en een verzwakking van de solidariteit. Echter, de meerderheid van de Slowaakse wetenschappers, onder andere vele katholieken, verwelkomde het. Zij gebruikten immers nog de codificatie van Bernolák uit 1790. In 1844 schreef Štúr Nárečja slovenskuo alebo potreba písaňja v tomto nárečí ("Het Slowaakse dialect of de noodzaak om in dit dialect te schrijven"). In 1853 werd de enige compilatie van zijn poëzie, Spevy a piesne ("Gezangen en liederen") in Pressburg gepubliceerd.

Janko Kráľ was een van de eerste dichters die begon met het schrijven in de moderne Slowaakse standaardtaal die door Štúr en zijn metgezellen was gecodificeerd.

De eerste werken van toneelschrijver Ján Chalupka waren in het Tsjechisch, maar na 1848 begon hij in het Slowaaks te schrijven en Tsjechische originelen naar het Slowaaks te vertalen.

1872-1917

Pavol Országh Hviezdoslav schreef tot 1860 zijn gedichten in het Hongaars. In 1871 nam hij deel aan de voorbereiding van de almanak Napred ("Naar voren") die het begin van een nieuwe literaire generatie in de Slowaakse literatuur markeert. Hij introduceerde syllabische-tonische verzen in de Slowaakse poëzie en was een toonaangevende vertegenwoordiger van het realisme in de Slowaakse literatuur. Zijn stijl kenmerkt zich door het veelvuldige gebruik van zelfbedachte woorden en uitdrukkingen die moeilijk om naar andere talen te vertalen zijn.

Martin Kukučín was een van de meest opmerkelijke vertegenwoordigers van het Slowaaks literaire realisme. Hij wordt als een van de grondleggers van de moderne Slowaakse proza beschouwd.

1918-1945

Als gevolg van het uiteenvallen van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk en de daaropvolgende oprichting van Tsjechoslowakije verdween de invloed van het Hongaars op de Slowaakse taal. Tijdens het interbellum gaf men aan poëzie voorrang ten koste van de proza. Zowel Živý bič ("Levende zweep") van Milo Urban (1927) als de roman Jozef Mak van Jozef Ciger-Hronský (1933) waren gericht op de verandering van het leven van de gewone mens.

Tijdens de turbulente jaren van de Slowaakse Republiek en de vorming van Tsjecho-Slowakije domineerden twee aparte literaire stromingen. Er is sprake van lyrisch proza, waarin persoonlijke gevoelens worden verwoord. Enkele bekende schrijvers binnen dit thema zijn Hronský, František Švantner, Dobroslav Chrobák, Ľudo Ondrejov en Margita Figuli. Daarnaast stond het surrealistisch proza, waarin men een droomachtige werkelijkheid probeerde te creëren. Štefan Žáry, Rudolf Fabry en Pavel Bunčák zijn bekende schrijvers die zich hiermee hebben bezig gehouden.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow

Q3182860 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
rel=nofollow