Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Expeditie naar de westkust van Sumatra

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Leeswaarschuwing   Onderstaande tekst is gebaseerd op bronnen uit de 19de eeuw. (Publieke domein)
De tekst geeft hierdoor de zienswijzen van die tijd weer.

De expeditie naar de westkust van Sumatra was een strafexpeditie van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger naar de westkust van Sumatra in 1831.

Inleiding

Al geruime tijd waren er problemen met Atjeh; Nederland was in een moeilijke toestand geraakt door het Sumatra-tractaat van 1824, dat het Nederlandse handelen belemmerde en Atjeh straffeloos liet inzake de zeeroverijen die het land pleegde. In het trataat was bepaald dat het Nederlandse gouvernement zou zorgen zijn betrekkingen met Atjeh op zo'n wijze te regelen dat deze staat, zonder iets van zijn onafhankelijkheid te verliezen, er voor zou zorgen dat de scheepvaart en handel veilig zouden zijn. Die veiligheid was echter alleen te bereiken indien Nederland daar invloed op kon uitoefenen. Volgens het verdrag diende Nederland zich echter strikt te bepalen tot vriendschappelijke vertogen, waar Atjeh zich weinig van aantrok.

De expeditie

In 1831 werd het Amerikaanse schip Friendship bij Kuala Batee door Atjehnezen geplunderd; kort daarna werd de Nederlandse schoener Dolfijn afgelopen. Pogingen om dit schip terug te krijgen mislukten maar de vrees voor verwikkelingen met Groot-Brittannië en voor een oorlog met Atjeh leidde ertoe dat de Nederlands-Indische regering geen nadere actie ondernam. De gevolgen bleven niet uit: de overmoed der Atjehnezen nam toe; zij bezetten Baros en vielen de Nederlandse posten aan. Daarom werd besloten het Nederlandse gezag op de westkust van Sumatra tot Singkil uit te breiden: Barus, Tapus en Sinkel waren namelijk onafhankelijk van het Sultanaat van Atjeh, hoewel deze er wel aanspraak op maakte. Op grond van die onafhankelijkheid achtte men zich te Batavia niet gebonden door het Sumatra-tractaat.

Luitenant-kolonel Roeps (commandant te Baros) werd opgedragen alleen in de uiterste noodzakelijkheid offensief te werk te gaan. Gedwongen door het opdringen van vijandig gezinde Atjehnezen deed hij een aantal verkenningen, waarbij hij stootte op gewapend verzet. Bij een van die ontmoetingen werd hij door een schot dodelijk getroffen. Michiels begaf zich nu met 700 man en de equipage van een eskader naar Baros en viel de Atjehnezen in hun versterkingen aan; luitenant Bisschoff beklom de borstwering van een van die werken en haalde de Atjenese vlag neer; de Atjehnezen wierpen zich op hem en maakten hem met elf klewanghouwen af.[bron?] Met achterlating van wapens en munitie vluchtten de Atjehnezen naar Tapus en Singkil, waar de hoofdmacht der Atjehnezen, onder aaanvoering van Mohamed Arief, zich bevond. Nadat hun geschut tot zwijgen was gebracht werden ook hier de Atjehnezen verdreven. Het Nederlandse gezag te Singkil was hierdoor gevestigd.

Portaal KNIL

q2642199 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • 1900. W.A. Terwogt. Het land van Jan Pieterszoon Coen. Geschiedenis van de Nederlanders in Oost-Indië. P. Geerts. Hoorn
  • 1900. G. Kepper. Wapenfeiten van het Nederlands Indische Leger; 1816-1900. M.M. Cuvee, Den Haag.'
  • 1876. A.J.A. Gerlach. Nederlandse heldenfeiten in Oost Indië. Drie delen. Gebroeders Belinfante, Den Haag.
rel=nofollow
rel=nofollow