Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Holisme

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Holisme (Grieks: ὅλος; holos: ’geheel’) is de idee dat systemen als geheel moeten worden bekeken en niet enkel als een samenstelling van hun afzonderlijke delen.

Term

Het woord holisme en holistisch werd ingevoerd door de Zuid-Afrikaanse generaal, staatsman en filosoof Jan Christiaan Smuts. In zijn boek Holism and Evolution uit 1926 definieerde hij holisme als „De tendens in de natuur gehelen te vormen die groter zijn dan de som der delen door creatieve evolutie”. Hij steunde hierbij op opvattingen van John Scott Haldane, die zich zowel tegen het mechanisch monisme als tegen het vitalistisch dualisme keerde, en op zijn beurt verderbouwde op eerder werk van Smuts.[1]

Een tegenovergestelde van holisme is reductionisme. Verdedigers van wetenschappelijk reductionisme stellen dat holisme beter als het tegendeel van ’gulzig’ (d.w.z.: radicaal) reductionisme kan worden beschouwd. Het kan ook tegenover atomisme worden gesteld.

Theorie

Eén theorie van het holisme is gebaseerd op de hypothese dat de natuur uit een hiërarchie van ’gehelen’ bestaat (of ’holons’, een term die door Arthur Koestler werd geïntroduceerd). Deze ’gehelen’ zijn quarks, protonen, atomen, moleculen, organellen, cellen, weefsels, organismen, populatie en vormen uiteindelijk de aardse biosfeer en het heelal.

Elk geheel ontleent uiteraard kenmerken aan de samenstellende delen, maar ook (en wellicht meer) aan de samenhang of ordening van die delen en hun interactie. Een toneelvereniging kan een theatervoorstelling geven met acteurs die dat geen van allen in hun eentje kunnen. Doel, gedragsafspraken, frequentie van vergaderen, rolverdeling en tientallen andere relaties bepalen mee het geheel. Zo ook is het atoom een verzameling van elektronen en een kern die door hun organisatie en interactie een hoger niveau van stabiliteit vertonen dan de delen afzonderlijk zouden doen. Was dat niet het geval, dan zou het nooit kunnen ontstaan of zou het instabiel zijn en dus een beperkte levensduur hebben. Het woord ’atoom’ werd voor het eerst gebruikt door Democritus (Grieks: atomos = ondeelbaar).

Natuurwetenschappen

Met de ontwikkeling van de systeemtheorie, de chaostheorie en de fractale wiskunde van Benoît Mandelbrot heeft het holisme ook binnen de natuurwetenschappen op beperkte schaal grotere bekendheid gekregen. Door deze ontwikkelingen is het namelijk duidelijk geworden dat er inderdaad vele systemen zijn die niet als een eenvoudige optelsom van de componenten te begrijpen zijn en wier toekomstige ontwikkeling maar beperkt voorspelbaar is. Het weer is daar een goed voorbeeld van.

Sociale wetenschappen

In de sociale wetenschappen verwijst methodologisch holisme (of methodologisch collectivisme) naar de holistische positie volgens welke sociale gehelen zoals instellingen, rechtssystemen of culturen als geheel worden onderzocht en niet moeten worden gereduceerd tot individueel gedrag of acties van individuen. Sinds Émile Durkheim (The Rules of the Sociological Method, 1898) werd deze benadering vaak gebruikt als methodologische basis voor de sociale wetenschappen. Om sociale feiten (faits sociaux) te kunnen beschrijven, moeten ze volgens Durkheim van buitenaf worden bekeken: ze bestaan onafhankelijk van het individu en liggen buiten zijn controle; omgekeerd oefenen ze echter beperkingen uit op het individu. Wanneer Durkheim spreekt over de aard van het sociale, volgt hij hierin Auguste Comte, die zei dat de samenleving en sociale fenomenen meer zijn dan de som van de individuen die er deel van uitmaken. Volgens Durkheim hebben sociale gehelen onherleidbare (emergente) eigenschappen.

Vanuit het standpunt van het methodologisch individualisme wordt tegen het methodologisch holisme aangevoerd dat het geen rekening houdt met de vragen over de intenties, motieven, overtuigingen en het doel van individueel handelen bij het onderzoek naar de betekenis van sociale feiten zoals instellingen, wetten of gebruiken.

Methodologisch holisme moet worden onderscheiden van methodisch monisme. Dit verwijst naar de verklaring van een feit met een enkele methode die hiervoor geschikt lijkt (of met behulp van een universele methode). Methodologisch monisme staat tegenover methodepluralisme, dat benadrukt dat de onderzoeksmethode niet moet worden aangepast aan het onderwerp, maar dat onderzoeksobjecten alleen worden gecreëerd door de keuze van de methode. Dat een onderzoeksmethode specifiek bij een onderwerp past, is geen goed reden om een methode te kiezen: het kan namelijk leiden tot een reductionistische benadering.

Levensovertuiging

Holisme is ook de naam die gegeven wordt aan de levensovertuiging waarbij de essentie is dat alles onlosmakelijk met elkaar verbonden is. Een holist ziet zichzelf voortdurend als deel van het geheel en beschouwt de ander (mens, dier, plant of voorwerp) als de andere ik. De holist ziet afgescheidenheid als een illusie, gecreëerd door het denken.

Geneeskunde

Zie ook

Literatuur

  • Smuts, Jan C., Holism and Evolution, 1926 MacMillan, Compass/Viking Press 1961 reprint: ISBN 0-598-63750-8, Greenwood Press 1973 reprint: ISBN 0-8371-6556-3, Sierra Sunrise 1999 (mildly edited): ISBN 1-887263-14-4
  • Hagenaar, Edith, Licht Leven, de kern van holisme uitgelegd, 2007, Palaysia Productions, ISBN 978-90-76541-044
  • Hayek, F. A. von, The Counter-revolution of Science. Studies on the abuse of reason. Free Press. New York, 1957.
  • Mandelbaum, M., Societal Facts in Gardner 1959.
  • Phillips, D. C., Holistic Thought in Social Science. Stanford University Press. Stanford. 1976.
  • Dreyfus, H. L., Holism and Hermeneutics in The Review of Metaphysics. 34. pp. 3-23.
  • James, S. The Content of Social Explanation. Cambridge University Press. Cambridge, 1984.
  • Harrington, A., Reenchanted Science: Holism in German Culture from Wilhelm II to Hitler. Princeton University Press. 1996.
  • Pirard Ben J. G., Het grijpbare Niets – Metafysisch model als antwoord op de fundamentele zijnsvraag, 2005, ISBN 9081069713
rel=nofollow
  1. º John S. Haldane, The Philosophy of a Biologist, Oxford 1935.