Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Tweelingzielen

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De term tweelingzielen, twin souls (soms gelijkgesteld aan de term soulmates), duidt op de voorstelling dat elke ziel een originele tegenhanger heeft, waarmee zij voor altijd is verbonden. Deze twee zielen zijn nagenoeg twee helften van dezelfde persoon, twee aspecten van een enkele ziel of god, enz. Het denkbeeld van een oorspronkelijk mannelijk/vrouwelijk wezen dat in twee geslachten wordt gescheiden en diens latere verbinding komt in de mythologie of in de esoterische literatuur en religieuze studies van heel wat culturen voor.

Het concept wordt in esoterische naslagwerken e.d. gebruikt om de „perfecte” partner te beschrijven en een leidraad te geven voor de ontdekking ervan. In de vereniging van beiden zou dan de „zin van het leven” bestaan.[1]

Engelse begrippen

In het Engels gebruikt men hiervoor de begrippen twin flame, twin soul of ook soulmate. Het begrip soulmate wordt niet steeds gebruikt in de esoterische zin van een tweelingziel, maar betekent gewoonlijk een romantische partner, vaak met inbegrip van een exclusieve band voor het hele leven.[2] Soul mate of soulmate kan verwijzen naar de verstandelijke en emotionele band tussen twee personen.[3]

Griekse mythologie

Het overwinnen van de deling in twee geslachten wordt in verschillende culturele kringen beschreven in de vorm van een man-vrouw mens: in de Griekse mythologie, is dit Hermaphroditus, de zoon van Hermes en Aphrodite, die de liefde van de bronnimf Salmacis weigerde, waarna hun beide lichamen op haar bede voor altijd tot één tweeslachtig wezen werden verbonden.[4]

Plato

In Plato’s Symposion vertelt Aristophanes dat de oorspronkelijke mens tweegeslachtelijk (androgyn) was:

„Deze man-vrouw sekse had ooit een samengestelde vorm en naam van het mannelijk en vrouwelijk geslacht in één. … Het gehele wezen van elke persoon was toen rond, achterkant en zijkanten vormden een bal. De mens had dus vier handen en vier voeten, twee gezichten draaiden op de nek, en tussen de twee gezichten stak een hoofd, maar het hoofd had vier oren. De mens had de private delen tweemaal, en denken jullie je de rest zelf in: ook al het overige was dienovereenkomstig dubbel!” „Maar omdat de mensen gezondigd hadden tegen de goden, werden zij voor straf in tweeën gesneden en verspreid in de wind. Sindsdien is ieder mens als een gedeelde dobbelsteen in het leven op zoek naar diens andere helft.”[5]

Bij een andere gelegenheid antwoordde Plato op de vraag „Wat is een vriend?” (τί ἐστι φίλος;): „Een ziel in twee lichamen.” (μία ψυχὴ δύο σώμασιν ἐνοικοῦσα)[6]

Oude Testament

Genesis 1:27 vertelt:

„En God schiep de mens naar zijn beeld, naar het beeld van God schiep Hij hen, en schiep hen als man en vrouw.”

In het tweede hoofdstuk van Genesis (vanaf 2:18) volgt het verslag van de scheiding van de geslachten, waarna de vrouw werd gevormd uit de rib van de man. Het Hebreeuwse tsela (צֵּלָע) kan zowel met rib als zijde vertaald worden. Echter, in het verslag over de schepping van de vrouw wordt specifiek vermeld dat een geschikte tegenhanger voor de mens ontbrak.

„Toen zei de Here God: „Het is niet goed voor de mens om alleen te zijn. Ik zal hem een wezen maken dat bij hem past.”Genesis 2:18 (NBG):

Het bestaan van tweelingzielen (of een wezen dat gesplitst werd in twee geslachten) kan dus niet zonder meer uit de Hebreeuwse Bijbel worden afgeleid.

Gnostische mythen over de ziel

De Exegese over de Ziel, een gnostische tekst, gevonden te Nag Hammadi, beschrijft een mythe van de val en redding van de ziel.

„De ziel verlaat haar ware bruidegom en geeft zich over aan de aardse ontucht met overspeligen … Zij erkent evenwel haar fout en wil terugkeren naar haar ware bruidegom ... Nadat de ziel zichzelf heeft gereinigd van haar zonden uit het verleden … Verenigt zij zich weer met haar echte bruidegom en krijgt kinderen van hem”.[7]

Ook het geheime Boek van Johannes (Nag Hammadi Codex II.1) verbindt het heil van de ziel met een oorsprongsmythe, met de schepping van de ziel uit een rib van Adam en een latere unie van man en vrouw:

„En ik zei tegen de Heiland: ’Wat is het Vergeten?’ En hij zei: ’Het is niet, zoals Mozes schreef en je gehoord hebt. Want hij zei in zijn eerste boek, „Hij bracht hem in slaap.” Integendeel, (het was alleen) in zijn waarneming (dat hij sliep). Want hij zei door de profeet: „Ik maak hun hart zwaar, zodat ze niet attent zijn en niet zien.” Daarop verborg zich de Epinoia van het licht in hem (d.w.z. Adam). En de eerste Archon wilde haar produceren uit zijn rib. Maar de Epinoia van het licht kan niet worden genomen. Toen de duisternis haar achtervolgd had, ving ze haar niet. En hij haalde een deel van zijn kracht uit hem. En hij maakte een andere entiteit in de vorm van een vrouw naar het beeld van de Epinoia, die zich aan hem had geopenbaard. En hij bracht het deel, dat hij van de kracht van de mens genomen had, in de schepping van de vrouwelijkheid, en niet, zoals Mozes zei, „zijn rib”. En Adam zag de vrouw naast hem. En vanaf dit moment ging het licht van Epinoia schijnen en legde ze de sluier af die over zijn gedachten lag. En hij werd nuchter van de roes van de duisternis. En hij herkende zijn eigen beeld, en hij zei: „Deze nu is been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten en hij zal zijn vrouw aanhangen en zij zullen beiden één worden. Want zijn echtgenote zal hem gezonden worden, en hij zal zijn vader en zijn moeder verlaten.”’[8]

Zohar

De Zohar smukt het verhaal uit het Oude Testament op.

Rabbi Chiya zei: En als eerst gezegd is: „En hij nam één van zijn ribben”, zo wordt hiermee hetzelfde bedoeld als met de woorden: „Eén is zij, mijn duif, mijn reine, één van haar moeder (Hooglied 6:9).[9] „Rib” betekent ook „zijkant” zoals in de woorden „aan de zijde van de Tabernakel” (Exodus 26:20)[10]

En het vervolg hierop:

Het begon voor Rabbi Acha met de Schriftregel: „Zo sprak JHWH Elohim: ’Het is niet goed dat de mens alleen zij.’ (Genesis 2:18) Er werd geleerd dat om die reden niet van de tweede dag gezegd werd ’dat het goed was’, ’omdat de mens zou vereenzamen.’ Maar wás hij dan wel eenzaam, wanneer toch gezegd wordt: ’Als man en als vrouw schiep Hij hen’? Ook hebben wij geleerd dat de mens met twee gezichten gemaakt werd, en toch zegt u: ’Het is niet goed dat de mens alleen zij’? Veeleer bekommerde hij zich niet om zijn vrouwelijke deel en had geen steun aan hem, daar deze alleen aan zijn zijkant ontwikkelde en zij langs achter gezien als slechts één waren; zo was de mens dan toch alleen. ’Ik wil hem een helper maken tegenover hem’ (Genesis 2:18). Dit betekent: tegenover zijn gezicht, dat één aan de ander vastzit. Gezicht aan gezicht. Wat deed de Alheilige? Hij zaagde aan hem en nam het vrouwelijke van hem. Zoals het heet: ’En hij nam een van zijn ribben.’ (Genesis 2:21)[11]

Volgens de Zohar is alleen de mens in zijn totaliteit, dat is zowel mannelijk als vrouwelijk, daadwerkelijk een mens te noemen.[12] Wanneer het mannelijke en het vrouwelijke zich met elkaar verbinden, dan lijken zij werkelijk als één lichaam te zijn. Daaruit volgt, dat het mannelijke alléén slechts als een half lichaam lijkt te zijn … en evenzo het vrouwelijke, pas wanneer zij zich verbinden, worden ze een eenheid.[13]

Koran

De Koran lijkt ook in te gaan op het aspect van geslachtsdeling:

„Hij heeft jullie uit één ziel geschapen, dan maakte Hij ervan zijn vrouw, …”
(Soera 39 (Az-Zumar):6, vertaling Sofian S. Siregar)[14]

Indische mythologie en het hindoeïsme

In India kent men Ardhanarishvara als de man die voor de helft vrouw is. Over de oorsprong of de exacte betekenis van Ardhanarishvara bestaan verschillende versies. Men zegt dat de hindoegod Shiva zijn eeuwige gemalin Parvati zo vast tegen zich aangedrukt heeft, dat de twee zijn samengesmolten tot één wezen. Volgens een andere overlevering was het de oorspronkelijke mannelijk-vrouwelijke gestalte van de godheid voordat deze zich in twee geslachten deelde.

Ook de hindoeïstische Upanishad Brihadaranyaka maakt melding van een geslachtsscheiding uit één enkele persoon. De mens was in eerste instantie helemaal alleen en wenste zich gezelschap:

Het was zo groot als man en vrouw in de omhelzing. Het liet zich in twee delen uiteenvallen. Zo ontstond man en vrouw. „Daarom zijn we allebei hier slechts een half wezen”, sprak Yajnavalkya.[15]

Premoderne poëzie

Een Arabisch verhaal beschrijft een band die bestaat tussen Qais ibn Darih en zijn vrouwelijke helft Lubna:

„Mijn geest was één met haar geest, voor de Heer ons riep. En toen ik nog in de baarmoeder en in de wieg sliep. Eenheid van geest groeide bij ons, elke dag heeft het zich vermenigvuldigd. En zelfs in de dood wordt het verbond van de geest niet vernietigd. Nee, wat er ook gebeuren mag, hij tart het lot van de macht. Hij woont nog steeds bij ons in de kluis en in de nacht van het graf.”[16]

Moderne literatuur

In het werk van de Duitse dichter Friederich Hölderlin discussieert Hyperion met het lot omdat hij niet één ziel is met zijn beminnelijke wederhelft en in Emily Brontë’s Woeste Hoogten komt Catherine Earnshaw over haar relatie met Heathcliff tot het besluit:

„Uit wat voor stof onze zielen ook gemaakt zijn, die van hem en die van mij zijn gelijk.”[17]

In zijn briefroman Julie of de Nieuwe Héloise schrijft Jean-Jacques Rousseau (eerste deel, brief 26):

„’s Hemels eeuwige besluit bestemde ons voor elkaar. – Kom, o mijn ziel, kom in de armen van je vriend, om de twee helften van ons wezen te verenigen!”

Ook de in 1891 gepubliceerde roman Peter Ibbetson uit de pen van George du Maurier herinnert aan de intensiteit van de liefde tussen tweelingzielen. Hij vertelt het tragische verhaal van een liefde tussen Peter en Mary, die elkaar in het echte leven niet meer kunnen ontmoeten, maar elkaar ’s nachts treffen in hun gemeenschappelijke dromen, die de essentie van hun leven worden. Tenslotte sterft Mary. Voor de laatste keer slaagt ze erin om terug te keren naar een gedeelde droom, waarin ze Peter laat weten dat zij voor altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn:

„Een liefde als de mijne is sterker dan de dood zelf. Ik ben gekomen om je te vertellen dat wij beiden onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn voor alle tijd, jij en ik … een korreltje zout, een enkele druppel water. … Maar alleen wanneer je je bij mij voegt, zullen we perfect zijn en kunnen we opgaan in de ruimte en aan alles wat nog komt, als één deelnemen.”[18]

In de Amerikaanse film Fatal Past komt een (fictieve) Japanse patriarch Tatsuya uit de zesde eeuw aan het woord met de uitspraak:

„Er is een liefde die boven elke liefde verheven is; die het leven overleeft. Twee zielen, uit één ontstaan. Verenigd als twee vlammen. Identiek – en toch gescheiden. Soms samen, door gevoel en verlangen gelast. Soms apart, om te leren en te groeien. Maar elkaar altijd weer vindend. In andere tijden, andere plaatsen. Opnieuw en opnieuw.”[19]

Parapsychologie en esoterie

De Amerikaanse parapsycholoog Edgar Cayce (1877-1945), die door aanhangers wordt gezien als een medium, drukte het als volgt uit:

„Toen in het begin de zielen werden geschapen, waren ze noch mannelijk noch vrouwelijk, maar beide een afgerond geheel.”[20]

En verder:

„Dankzij hun androgyne goddelijke natuur konden de eerste zielen door een wilsdaad een metgezel verwekken, door de metgezel van zichzelf af te splitsen.”[21]

In het boek De volkeren der aarde door gene zijde bezien, wijdt de Nederlandse helderziende Jozef Rulof een apart hoofdstuk aan tweelingzielen:

„Wanneer man en vrouw het geestelijke geluk op aarde bezitten, zij elkander volkomen liefhebben en begrijpen, bezitten zij meestal de tweelingliefde en zijn tweelingzielen. Ze zijn dan één van kleur en één in voelen en denken.”[22]

Tegenargument

Diegenen die al moeite hebben met het begrip „ziel”, vinden de voorstelling van tweelingzielen nog onbegrijpelijker. Anderen vinden het idee van een tweelingziel of soulmate weliswaar extreem romantisch, maar onlogisch en onrealistisch. Een voorbeeld demonstreert dit. Persoon A was heel gelukkig gehuwd met B. Toen B overleed, hertrouwde A na een tijdje met persoon C. Ook deze keer was het een heel gelukkig huwelijk.[23] Het geluk was niet afhankelijk van het vinden van de tweelingziel, maar van het samenwerken aan een gelukkig huwelijk.

Om in tweelingzielen te geloven, moet men ook in het noodlot geloven, dat personen voor elkaar voorbestemd zijn of gebeurtenissen van te voren vastgelegd zijn.[24]

Onrealistische romantische verwachtingen (om zijn „andere helft” te vinden e.d.) hebben een negatieve invloed op de relatie.[25][26]

Literatuurlijst

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  • CHURCH, Howard W., Die 17 Leben des Edgar Cayce, Genève 1988
  • MÜLLER, Ernst (red.): De Zohar – het heilige boek van de Kabbala München: Diederichs, 1993
  • LÜDEMANN, JANSSEN, Bibel der Häretiker („Bijbel van de ketters”), Inleiding tot Die Exegese der Seele („de exegese van de ziel”)
  • RULOF, Jozef, De volkeren der aarde vanuit gene zijde bezien, hoofdstuk 17. ISBN 9789070554149
  1. º Voorbeelden van dit gebruik kunnen worden gevonden in de boeken van Thomas Ulrich en Petra Raab.
  2. º Soul mate in de Merriam-Webster Dictionary
  3. º Patsy Rae Dawnson, Soulmating for a Lifetime of Ravishing Lovemaking
  4. º Ovidius, Metamorfoses, 4.285–388
  5. º Plato, Symposion, 189d–193d Grieks Engels
  6. º Diogenes Laertius, Leven en leer van beroemde filosofen, 5.1.28 (20).
  7. º Lüdemann / Janssen
  8. º Lüdemann / Janssen
  9. º Müller, p. 140, toelichting over Hooglied 6:9: Lees niet: „Mijn reine,” maar „mijn tweeling”.
  10. º Zohar, Tazria 12:44; Müller, p. 125.
  11. º Müller, p. 145-
  12. º Müller, p. 98
  13. º Müller, p. 140
  14. º http://koran.nl/soera-39-az-zumar-de-drommen/
  15. º Upanishaden – Die Geheimlehre der Inder, München: Diederichs, 1990, ISBN 3424005754. p. 53
  16. º Thomas Ulrich, Dualseelen und Seelenpartner, Grafing, Aquamarin-Verlag 1997; Darmstadt, Schirner Verlag 2007. ISBN 9783897675827. p. 88
  17. º „Whatever our souls are made of, his and mine are the same.”
  18. º George du Maurier, Peter Ibbetson
  19. º Citaat uit de film Fatal Past (USA 1993)
  20. º Church, p. 25–
  21. º Thanks to their androgynous divine nature, the first souls were able to create a companion self by an act of will, splitting that companion off from themselves.Church, p. 34
  22. º Rulof, hoofdstuk 17
  23. º Christianity Today, 10 november 2004, Do you believe in soulmates? artikel op Crosswalk.com, p. 3, Terri.
  24. º Christianity Today, 10 november 2004, Do you believe in soulmates? artikel op Crosswalk.com, p. 1, Dikeledi.
  25. º Bass, Brenda L; Drake, Teske R; Linney, Kirsten D., Impact of an Intimate Relationships Class on Unrealistic Relationship Beliefs, in: Journal of Family and Consumer Sciences 99.1 (Jan 2007): 52-59.
  26. º https://theartinlife.blog/2013/07/22/my-husband-is-not-my-soul-mate/
rel=nofollow
rel=nofollow