Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Noodlot
Zie ook : noodlot ₯ (doorverwijzing) en lot (doorverwijzing), voor andere betekenissen van ’noodlot’ en ’lot’.
Lot of noodlot is een term die gebruikt wordt om de gedachte uit te drukken dat er een noodzakelijk en onvermijdelijk verloop in het leven van een mens plaatsvindt, waarbij de persoon in kwestie niet bij machte is zelf invloed op deze gang van zaken uit te oefenen. In een verwante betekenis denoteert de term een specifieke stand van zaken die in de reeks der gebeurtenissen (noodzakelijkerwijs) geactualiseerd wordt. Als zodanig past de term binnen een deterministische wereldbeschouwing.
In verscheidene grote verhalen is het lot gepersonifieerd. Zo zijn bijvoorbeeld in de Griekse mythologie de Moirae verantwoordelijk voor de levensbestemming van een persoon en is inzake het geloven in het christendom, God de bovennatuurlijke kracht die het wordingsdoel van de mens bepaalt. In het bijzonder de protestantse predestinatieleer is hier een voorbeeld van.
In de filosofie vervult het noodlot onder meer een belangrijke rol in het systeem van de Stoa, van Benedictus de Spinoza, van Arthur Schopenhauer en van Friedrich Nietzsche. De Natuur wordt door hen beschouwd als een volledig gedetermineerd zijnde, waarin alles zich volgens noodzakelijke wetten voltrekt.
Extreem determinisme, ofwel het geloof dat het noodlot allesbepalend is, leidt tot de ontkenning van het bestaan van een vrije wil. Een filosoof die het mechanistische determinisme, dat noodzakelijk is voor de verklaring van natuurlijke fenomenen en voor de beoefening van wetenschap überhaupt, probeerde te verzoenen met de morele noodzaak van de vrije wil, was Immanuel Kant. Volgens hem bestonden er twee ratio's: de zuivere (theoretische) rede en de praktische rede. De vervreemding die aan deze denkwijze inherent is, poogde Georg Wilhelm Friedrich Hegel op te heffen. Kant zelf meende deze vervreemding geëlimineerd te hebben door beiden te herleiden tot het oordeelsvermogen.