Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Sinterklaas
Sinterklaas (ook Sint-Nicolaas, Sint of de Goedheiligman) is de hoofdpersoon van het Sinterklaasfeest dat op 5 december in Nederland (en in enkele voormalige Nederlandse koloniën), en op 6 december in België wordt gevierd. Sinterklaas is gebaseerd op de bisschop Nicolaas van Myra, die in de derde eeuw na Christus in Klein-Azië leefde. Het personage van Sinterklaas is een statige oude man met witte baard en haren, rode mijter en mantel. Hij rijdt op een schimmel, en heeft een of meer helpers, Piet(en).
Oorsprong en geschiedenis
De moderne vorm van het Nederlandse sinterklaasfeest komt waarschijnlijk voort uit het prentenboekje Sint Nikolaas en zijn knecht (1850) van de onderwijzer Jan Schenkman (1806-1863), maar het feest heeft een veel oudere oorsprong. In veel landen in Europa wordt Sint-Nicolaasdag gevierd, maar de invulling van de folklore varieert per land en streek.
Nicolaas van Myra
Zie Nicolaas van Myra voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Nicolaas van Myra werd geboren in Patara te Lycië dat in Antalya, Turkije ligt, maar in het jaar 280 bij het toenmalige Romeinse Rijk hoorde. Later werd hij bisschop van Myra, de hoofdplaats van Lycië. Hij stierf op 6 december 342. Eeuwen later, na de inval van de moslims in het gebied, werden de stoffelijke resten van de heilige in 1087 gestolen en naar Bari gebracht uit angst voor vernietiging door de Seldsjoeken.[1]
Als heilige in het oosters christendom werd Nicolaas aanvankelijk alleen in het oosten van Europa geëerd, in het bijzonder in Griekenland en Rusland. Omdat Nicolaas de schutspatroon van de zeevaarders was, kreeg hij ook in de West-Europese kustnaties een grote aanhang. In de 13e eeuw werd zijn naamdag vastgesteld op 6 december. Vanaf dat moment verspreidde zich de Nicolaasverering over heel Europa.
Verschillende legendes staan ten grondslag aan Sint-Nicolaas als beschermheilige van kinderen. Zo is er een Noord-Franse legende over twee of drie kinderen of leerling-priesters die door een herbergier worden gedood en in een pekelvat gestopt, waarna Sint-Nicolaas de slachtoffers weer tot leven wekt en de herbergier en diens vrouw vergeving schenkt als ze berouw tonen.[2] Een andere legende verhaalt van drie arme dochters die dankzij giften van Sint-Nicolaas kunnen trouwen zonder dat ze daarvoor hoeven te vervallen tot prostitutie.[3] Er is ook nog een legende over het kind dat in het bad door Sint-Nicolaas wordt behoed voor verbranding.
Viering in de middeleeuwen
In de middeleeuwen werd op Duitse en Noord-Franse kloosterscholen het Sint-Nicolaasfeest gevierd. Tijdens een mirakelspel verscheen de heilige voor de kinderen, en hij beloonde de ijverige leerlingen en vermaande de luie.[4] De Sint-Nicolaasviering liep samen met het kinderbisschopsspel (ca. 1300 - ca. 1600). Op 6 december werd in die tijd een kinderbisschop met aanhang gekozen. Zij werden tot 28 december (Onnozele Kinderen) van voedsel en geschenken voorzien. Andere kinderen kregen geld en een vrije dag om op 6 december feest te kunnen vieren. De waarschijnlijk oudste vermelding daarover komt uit Dordrecht, 1360: "op St. her Nyclaes dach I L. gr. aen die schoelers voer het oerlof".[noten 1] Aanvankelijk werd de kinderbisschop pas op de vooravond van 28 december gekozen, maar vanwege ongewenste vermenging met het Narrenfeest werd dit verlegd naar 6 december.[5] In 1363 gaf de heer van Gouda, Jan van Blois, te Dordrecht "den scoelnaers tot hoere hoechtijt van St. Nyclaes en horen bisscop 5 L. 4 S."[noten 2] In 1403 is er sprake van het uitdelen van "honic, claescoeck en taert aen die kynders, op hunne patroen St. Nyclaes".[noten 3][6][7] Kinderen gingen in die tijd verkleed in een optocht door de straten en kregen bisschopsgeld van voorbijgangers (soortgelijke tradities komen nog voor in andere landen, zoals het Chlausjagen). In de Utrechtse Nicolaaskerk werd vanaf 1427 geld in kinderschoenen gedaan.
Sinterklaasmarkten en functie als huwelijksmakelaar
In de late middeleeuwen ontstonden de Sint-Nicolaasmarkten. Na het kerkbezoek kocht men op de markt de geschenken voor het Sint-Nicolaasfeest. De speculaasvrijer was een karakteristiek geschenk. Het was een speculaaspop die een jongen schonk aan een meisje. Als zij de klaaskoek aannam, was dat een goed teken voor een relatie. Deze gewoonte gaat mogelijk terug op de functie van Sint-Nicolaas als "hijlickmaker" (hijlick: huwelijk), in de legende waarin hij drie meisjes hun bruidsschat geeft. Het sinterklaasfeest werd in grotere steden een woelig volksfeest dat soms tot opstootjes en openbare dronkenschap leidde. Tot het begin van de 20e eeuw bestond in Nederland de gewoonte om elkaar rond de sinterklaastijd liefdeskaarten te sturen, waarin werd toegespeeld op een mogelijk huwelijk.[8]
Protestantse bezwaren en contrareformatie
Het sinterklaasfeest stuitte in Nederland na de Reformatie op protestantse bezwaren tegen de katholieke heiligenverering. Protestantse predikanten probeerden het feest af te schaffen, omdat zij het als een katholiek bijgeloof veroordeelden. Rond 1600 werd het bijvoorbeeld in Delft verboden om deze feestdag te vieren[9] en vaardigden sommige steden een verbod af op schoen zetten, of openbare verkoop van sinterklaaslekkernijen. Ook de kerkhervormer Maarten Luther verzette zich tegen het sinterklaasfeest. Hij vond dat het geven van geschenken meer paste bij het kerstfeest.[10] Onder invloed van deze weerstand veranderde het sinterklaasfeest in Nederland van een religieus feest naar een volksfeest. In België bleef het religieuze karakter langer behouden.[11] Vanaf de Contrareformatie daalde ook in rooms-katholieke kringen het aanzien van Sint Nicolaas.[12] De traditie was echter zo populair dat deze nooit helemaal uitdoofde, zelfs niet bij het strengst protestantse volksdeel. Het feest verdween weliswaar voor een deel uit de straat, maar in huiselijke kring bleef het bestaan.
Nog in 1895 sprak de burgemeester van Sluis zich uit tegen de viering op openbare scholen, maar in de 20e eeuw kreeg het feest steeds meer de wind in de zeilen.
Van boeman tot kindervriend
De figuur van Sinterklaas is in de loop der eeuwen geëvolueerd van een beschermheilige van de kinderen, via een boeman en hardhandige pedagoog, naar een folkloristische kindervriend. Omdat Sinterklaas niet alles kan onthouden heeft Sinterklaas de beschikking over het Grote Boek. In dit boek staan alle kindernamen geschreven met daarbij genoteerd de ondeugendheden van het afgelopen jaar. Het kind moet de goedheiligman beloven niet meer in herhaling te vallen.
In de loop der jaren transformeerde Sinterklaas in de Noordelijke Nederlanden tot een boeman of kinderschrik, die gebruikt werd om kinderen angst in te boezemen. Dit had waarschijnlijk te maken met het verbod dat in de protestante gewesten gold voor het uitbeelden van katholieke heiligen. Hij werd uitgedost als een afschrikwekkende zwarte man met kettingen aan zijn voeten of met narrenbelletjes. Deze sinterklaasgestalte gaf snoepgoed aan brave kinderen en intimideerde ongehoorzame kinderen om hen tot gehoorzaamheid te bewegen. Als zodanig vormt hij in feite de voorloper van Zwarte Piet.
In de late 18e eeuw keerde men zich tegen het straatfeest van Sinterklaas en de leegloperij en ook tegen het beeld van de boeman. Het feest moest gebruikt worden om kinderen op een positieve manier gehoorzaamheid en ijver bij te brengen. Het sinterklaasfeest werd nu een onderdeel van de opvoeding en kreeg een volwaardige plaats in het onderwijs en het gezin. Nu de boeman was afgedaan, werd de traditionele bisschop teruggehaald.
Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw begon Sinterklaas in persoon zijn opwachting te maken in de maatschappij. Tot dan toe was hij slechts een mythisch persoon geweest, wiens sporen weliswaar in de schoentjes op 6 december van zijn aanwezigheid getuigden, maar die verder niet zichtbaar was. Toch zijn er tot in de 20e eeuw nog sporen van de boeman die met kettingen rinkelde en zijn zwarte knecht die kinderen in een zak stopt.[13] Voorheen heette het dat de zak van Sinterklaas diende om kinderen mee te nemen naar Spanje (zie ook man met de zak). Dit verhaal vindt wellicht zijn oorsprong in de marskramers die vanaf de late middeleeuwen met hun manden vol koopwaar van stad naar stad trokken.[14] Nu dient deze zak uitsluitend om de geschenken in te vervoeren.
Band met Spanje
Sancte Claus, goed heylig man! Trek uwe beste Tabaert aen, Reiz daer mee na Amsterdam, Van Amsterdam na Spanje, Daer Appelen van Oranje, Daer Appelen van granaten, Die rollen door de Straaten. Sancte Claus, myn goede Vriend! Ik heb U allen tyd gedient, Wille U my nu wat geven, Ik zal U dienen alle myn Leven —John Pintard, 1810 |
De geografische herkomst van de folkloristische Sinterklaas is volgens de huidige Nederlandse traditie niet meer Klein-Azië of Italië, maar Spanje. Waarom dat zo is, is onduidelijk. Soms wordt erop gewezen dat Zuid-Italië met Bari een deel van de Kroon van Aragón is geweest.
Van oudsher wordt in sinterklaasliedjes niet gezegd dat Sinterklaas zelf uit Spanje komt, maar dat hij naar Spanje reist om lekkernijen te halen. Het oudst bekende voorbeeld waarin Sinterklaas en Spanje samen genoemd worden is het naaststaand pamflet. Sinterklaas reist daarin naar Amsterdam en gaat vervolgens in Spanje sinaasappelen en granaatappelen halen.[15][16] John Pintard, oprichter van de New-York Historical Society, liet het pamflet in 1810 drukken, maar het vers was waarschijnlijk al ouder. Pintard schreef in 1828 aan zijn dochter dat het in 1810 moeilijk was geweest om de tekst van het lied te achterhalen. Verschillende mensen herinnerden zich enkele regels. Alleen een mevrouw Hardenbrook, 87 jaar, kende het nog volledig.[17][noten 4] Het is in ieder geval gebaseerd op een veel ouder 4-regelig rijmpje uit 1655, waarin Spanje nog niet wordt genoemd:
Sinter Klaas, o Heil'ge Man. Trek je beste Tabbaart an; En wilje me dan wat geven, Zo dien ik je al men leven[18][noten 5]
|
Algemeen wordt aangenomen dat de onderwijzer Jan Schenkman (1806-1863) de eerste was die Sinterklaas uit Spanje liet komen. Volgens hem was Sinterklaas de "Bisschop van Spanje".[19] Schenkman introduceerde ook de knecht die later Zwarte Piet zou gaan heten, en de stoomboot waarmee hij naar Nederland kwam. Nu nog steeds komt Sinterklaas tijdens de intocht per boot aan. Schenkman gebruikte in zijn prentenboekje Sint Nikolaas en zijn knecht uit circa 1850 de zeer bekend geworden beginregels Zie, ginds komt de stoomboot/ Uit Spanje weer aan!.[20][noten 6] Schenkmans boekje was gewild, en de afbeeldingen zorgden er ook voor dat het uiterlijk van Sinterklaas − een statige oude man met witte baard en haren, rode mijter en mantel − in de navolgende decennia als het enige echte werd aangenomen.
Aan het begin van de 20e eeuw bestonden nog veel verschillen tussen de stedelijke viering en de viering op het platteland. Het nu nog incidenteel voorkomende klaasjagen, sunteklaaslopen of andere lokale varianten waren op het platteland nog gebruikelijk, maar in steden was het feest al georganiseerd rond pakjesavond en het bezoek van Sinterklaas. Onder invloed van het onderwijs en later de commercialisering en de massamedia ontstond een standaardisatie van het feest, dat hierdoor gaandeweg zijn huidige vorm kreeg.[4] De surpriseavond, de uitwisseling van geschenken in vermakelijke verpakkingen begeleid door belerende of gekscherende gedichten, is een relatief nieuw fenomeen binnen de traditie. Volgens een enquête in 1943 van het Meertens Instituut werd het op dat moment nog maar sporadisch gedaan.[21]
-
Sinterklaas als boeman, waartegen weerstand ontstond. (Uit De Beminnelijke Gerrit (1830) van Roelf Gerrit Rijkens. Het leesboekje veroordeelt het angstbeeld)
-
Uit Tante Keetje's prentenboek (1854) (Bewerking van Pocci's lustiges Bilderbuch, München, 1852)
-
Sinterklaas geeft een jongen billenkoek, Sint Nikolaas-vertellingen voor de jeugd, 1852
-
Sinterklaas draagt zakken met speelgoed, De ondeugende kinderen, 1852
Introductie van Zwarte Piet
Zie Zwarte Piet voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Sinterklaas had in Nederland tot de 19e eeuw waarschijnlijk geen vaste helper.[22] Wel werd hij soms afgebeeld met zwarte duivels die hem begeleidden.[23] Sinds Schenkmans boekje Sint Nikolaas en zijn knecht hebben drie zaken een vaste plaats gekregen in de sinterklaasfolklore: een donkere knecht van Sinterklaas, de intocht en de stoomboot. De knecht had in zijn boekje nog geen naam. Het was een gekleurde jongeman, gekleed als een page. Namen als Pieter met de Pooten (1749), Pietermansknecht (1833) en Pieter-me-Knecht (1850) waren echter al langer in zwang. Andere, meest regionale namen bleven nog een tijdlang in gebruik; zo heette hij bijvoorbeeld Jan de Knecht, Trappadoeli, Nicodemus, Assiepan, Sabbas, Hans Moef, Pikkie, Robbert, Krik-krak, Micheltje, Hansje van Vese (of Hansje van Kese), Jacques Jour (of Sjaak Sjoor).[21] In 1895 was de naam Zwarte Piet echter al gangbaar.[noten 7]
Het bleef niet bij één Zwarte Piet; in 1880 traden al twee knechten op.[noten 8] Na de Tweede Wereldoorlog organiseerden Canadese militairen in Nederland een sinterklaasviering met een massa Zwarte Pieten.[24] Sindsdien wordt Sinterklaas vergezeld door vele Pieten, vaak met voor ieder een eigen taak, onder leiding van een Hoofdpiet. Terwijl Sinterklaas altijd statig en gedistingeerd is gebleven, gedragen de Pieten zich veelal als acrobaten en grappenmakers die vaak kwajongensstreken uithalen.
Gaandeweg rezen er, in eerste instantie vooral vanuit andere landen en uit naam van de VN, steeds meer bezwaren tegen het traditionele zwarte uiterlijk van Zwarte Piet. Deze bezwaren werden ingegeven door de associaties met het slavernijverleden. In 2013 laaide de discussie hierover zover op dat er in Nederland een werkgroep in het leven werd geroepen die moest onderzoeken of de sinterklaastraditie inderdaad racistische elementen bevatte.[25] Het sinterklaasfeest ging dat jaar echter gewoon door in zijn traditionele vorm. In augustus 2014 kwam het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed met een eerste alternatief, waarin enkele zaken waren aangepast. Zo zag Zwarte Piet er niet meer uit als een Moor, maar had hij zwarte vegen in zijn gezicht als van roet.[26] In de daaropvolgende jaren is met name in de grote steden het uiterlijk van Zwarte Piet aangepast bij de intocht. In 2015 begon men ook in Vlaanderen het uiterlijk van Zwarte Piet aan te passen.
Etymologie van "Sinterklaas"
Hoe en wanneer het woord Sinterklaas zich heeft ontwikkeld uit de naam Sint-Nicolaas, is niet bekend. De mogelijk vroegste vermelding in schrift stamt uit 1283: senter cloes bunre (sinterklaasbunder) is de naam voor een bunder land te Rijkhoven. Vermoedelijk was de opbrengst van het land bestemd voor een Sint-Nicolaasaltaar.[27]
De volgende etymologische verklaringen zijn voorgesteld:
- de ontwikkeling van een wisselvorm voor heiligennamen beginnend met een R, zoals Sinte Remeis naar Sinter Meis, waarna analoog daaraan die vorm werd gekopieerd voor Sint-Nicolaas
- een versteende taalvorm van het datief vrouwelijk enkelvoud, ontstaan uit bijvoorbeeld sinter claes messe
- de zwakke betoning van de eerste lettergreep van Niclaes, waardoor de vervorming sinter de kans kreeg de zwakke N te verdringen; dus sinteneklaas naar sintereklaas
De theorie dat Sinterklaas een samentrekking van Sint heer Nicolaas zou zijn, wordt niet meer aangehangen.[28]
Kleding
De kleding van Sinterklaas is in hoofdlijnen gebaseerd op die van een bisschop, inclusief de pontificalia, maar vertoont enkele opvallende afwijkingen daarvan. Sinterklaas is daardoor duidelijk te onderscheiden van een echte bisschop. Opgemerkt dient te worden dat de kleding van Sinterklaas vaak om praktische redenen eenvoudiger is uitgevoerd dan hier beschreven.
Wat bij Sinterklaas doorgaans een tabberd of tabbaard wordt genoemd, is in de katholieke liturgie de soutane of toog/toga: een lang priesterkleed dat bij bisschoppen paars is. De eigenlijke soutane heeft 33 knoopjes ("33" verwijst naar het aantal levensjaren van Christus), maar bij Sinterklaas is deze vaak eenvoudiger uitgevoerd. Wanneer de Sint gaat paardrijden, draagt hij vaak een tot broekrok vermaakte tabberd. Over de tabberd draagt de Sint een albe. De albe is met kant afgezet en eindigt tussen knieën en enkels. Op de albe draagt de Sint over zijn schouders een rode stola. Om deze op zijn plaats te houden, draagt Sinterklaas vaak een cingel (koord met kwastjes aan het einde) om zijn middel.
Een van de grootste en opvallendste paramenten is de rode koormantel. Deze mantel draagt Sinterklaas over alle andere kledingstukken heen. Het is een wijde rode lap die vanaf de schouders tot bijna op de grond hangt en aan de voorkant met een ketting en twee haakjes wordt vastgemaakt. De mantel van Sinterklaas is met goud en band versierd. De binnenkant is goudgeel of wit. De mantel heeft meestal ook nog een kap met gouden franjes eraan.
Op zijn hoofd draagt Sinterklaas een rode mijter. Deze wijkt zowel qua vorm als kleur enigszins af van de mijters die bisschoppen thans dragen: rode mijters worden in de Katholieke Kerk niet gedragen. Meestal zijn ze wit of een andere basiskleur met een bij de gelegenheid passende versiering. Op de mijter kan een kruis, een enkele verticale streep, of een grote letter 'S' van Sinterklaas voorkomen. Een kruis wordt ervaren als christelijk symbool waardoor de keuze bij gemeentes, scholen, en organisaties eerder ligt bij een neutrale mijter zonder kruis.[29]
De kromstaf is van oorsprong een waardigheidsteken van een bisschop dat afkomstig was van de Etrusken. De staf van Sinterklaas heeft wel een duidelijk andere vorm dan die van een bisschop: de krul is groter en steekt aan beide zijden van de staf uit. De krul is een symbolische slang, teken van wijsheid en oneindigheid, die uitloopt in een verticale lijn naar beneden, de afdaling van geest of wijsheid naar aardse sferen.
Verder draagt Sinterklaas meestal zwarte schoenen en lange witte of soms paarse handschoenen. Om zijn ringvinger draagt hij een gouden bisschopsring met een robijn erin. Deze hoort traditioneel om de rechterringvinger, maar vaak draagt Sinterklaas hem links zodat hij met het handen geven niet zo in de weg zit.
In het verleden droeg Sinterklaas ook wel andere kleding, zoals te zien is op afbeeldingen uit de betreffende periodes.
Sinterklaas draagt tot slot een groot aantekeningenboek bij zich. Hierin staan alle kindernamen geschreven met daarbij genoteerd hoe ze zich het afgelopen jaar hebben gedragen en wat hun cadeauwensen zijn.
Aandacht in de media
Zie ook Lijst van sinterklaasprogramma's en -films |
Er zijn vanaf de 20e eeuw talloze televisieprogramma's rondom het sinterklaasfeest gemaakt. Ook in de bioscoop bleef de goedheiligman niet ongezien.
Nederland
Lange tijd was er op de Nederlandse televisie een standaardgroepje dat verscheen in (bijna) alle sinterklaasprogramma's: Sint Bram van der Vlugt, Hoofdpiet en Wegwijspiet. Eind jaren negentig begonnen steeds meer zenders sinterklaasprogramma's die, naast de standaardcast, ook andere karakters prominent in het verhaal betrokken. Gevolg is dat het standaardgroepje steeds minder te zien was.
Bij de publieke omroep is nog steeds één televisiesint. Vanaf 2011 nam Stefan de Walle deze rol over van Bram van der Vlugt.[noten 9] Echter Van der Vlugt verscheen dat jaar nog als Sinterklaas bij Paul de Leeuw in het programma Sint & De Leeuw. Na dit jaar verving Hans Kesting hem als Sinterklaas en was van 2012 tot en met 2017 in het programma te zien.
Tot de bekendste Nederlandse sinterklaasprogramma's behoren sinds eind 20e eeuw het Sinterklaasjournaal en De Club van Sinterklaas. Het Sinterklaasjournaal, uitgezonden sinds 2001, is een soort van kinderjournaal waarin allerhande zogenaamd plaatsgevonden gebeurtenissen omtrent Sinterklaas worden uitgezonden, plus kort nieuws en een weervoorspelling. Het wordt uitgezonden bij NPO Zapp op NPO 3. De Club van Sinterklaas was sinds 1999 een dagelijkse soapserie rondom Sinterklaas en de Zwarte Pieten. De jaarlijkse theatershow Het Feest van Sinterklaas sloot aan op deze serie, die datzelfde jaar (1999) bij RTL 4 begon. De Club en Het Feest werden sinds 2000 pas samen uitgezonden op Fox Kids, vanaf 2005 Jetix en in 2009 zond RTL 4 de televisieserie uit. Het Feest van Sinterklaas ging datzelfde jaar (2009) naar SBS 6 en werd tevens voor het laatst georganiseerd. Weer datzelfde jaar kwam RTL 4 met een concurrerend theatraal popconcert rondom de sinterklaassoap, genaamd Het Club van Sinterklaas Feest, maar viel voor de jeugdserie zelf het doek. In 2012 kwam er een vervolgende doorstart in de bioscoop, en Het Club van Sinterklaas Feest werd sinds 2009 een jaarlijkse traditie. Nog ieder jaar komt er een film van De Club van Sinterklaas uit in de bioscoop.
Acteurs
Jan Gajentaan was vanaf 1950 de Amsterdamse sinterklaas en tevens de eerste "nationale" televisiesinterklaas. In 1960 werd zijn rol overgenomen door Dick van Bommel (de landelijke intocht op televisie was dat jaar die van Rotterdam), maar de twee opvolgende jaren zou Gajentaan weer Sinterklaas zijn. In 1963 werd zijn rol (in Amsterdam) overgenomen door Gerard de Klerk. Vanaf 1964 was de landelijke intocht op tv elk jaar in een andere plaats, en werd Adrie van Oorschot de landelijke sinterklaas.
(1) voor de commerciële omroepen
Vlaanderen
Sinds 1993-1994 wordt in Vlaanderen het programma Dag Sinterklaas uitgezonden. Deze reeks eindigt op 5 december met de laatste aflevering waarin de Sint vertrekt om het snoep en speelgoed langs huizen te brengen en daarna terug reist naar Spanje. De acteur Jan Decleir speelt hierin de hoofdrol.
Acteurs
Rol | Acteur | Periode (jaren) | Bekend van onder andere |
---|---|---|---|
Sinterklaas | Jan Decleir | 1993, 2003-heden | Dag Sinterklaas Hij komt, hij komt... De intrede van de Sint Sinteressante dingen |
Zwarte Piet | Frans Van der Aa | 1993, 2003-heden | Dag Sinterklaas Hij komt, hij komt... De intrede van de Sint Sinteressante dingen |
Ramon Iglesias | Pieter Embrechts | 2003-2005, 2007-2008, 2010-heden | Hij komt, hij komt... De intrede van de Sint |
Conchita Garcia | Els Dottermans | 2004-heden | Hij komt, hij komt... De intrede van de Sint Sinteressante dingen |
Kapitein Paelinckx | Adriaan Van den Hoof | 2003, 2005-2007, 2009-heden | Hij komt, hij komt... De intrede van de Sint Sinteressante dingen |
Kapitein Verscheepen | Tom Van Dyck | 2004-heden | Hij komt, hij komt... De intrede van de Sint Sinteressante dingen |
Professor Van den Uytleg | Lucas Van den Eynde | 2006-heden | Hij komt, hij komt... De intrede van de Sint Sinteressante dingen |
Zie ook
Externe links
Jan Schenkman
- Sinterklaas, Koninklijke Bibliotheek
- Tekst en illustraties van Jan Schenkmans Sint Nikolaas en zijn Knecht, 1850
Overig
- Het Meertens Instituut over het sinterklaasfeest
- Ter Gouw, Jan, De volksvermaken, 1871
- Sinterklaas, Amsterdam en de Sint-Nicolaaskerk op amsterdam.nl(Dode link)
- Rituelen en Tradities: Sinterklaas. Jef de Jager
- (en) St. Nicholas center Informatie over het sinterklaasfeest wereldwijd
- Nederlands Normalisatie-instituut (NEN): Sinterklaasnorm. Herziene versie, 2010.
- Beeld en Geluid Wiki: Aankomst Sinterklaas
Bronnen, noten en/of referenties
Noten
Referenties
|
Sinterklaas: | Jan Gajentaan (1952 - 1964) · Adrie van Oorschot (1965 - 1985) · Bram van der Vlugt (1986 - 2010) · Stefan de Walle (2011 - heden) | Jan Decleir |
Hoofdpiet: | Piet Römer (1968 - 1983) · Frits Lambrechts (1984 - 1993) · Erik de Vogel (1994 - 1997) · Erik van Muiswinkel (1998 - heden) | Frans Van der Aa |
Wegwijspiet: | Michiel Kerbosch (1981-2005) |