Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Republikeins gedachtengoed in Nederland

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Nederlands republicanisme na 1830 is de maatschappelijke beweging die streeft naar afschaffing van de Nederlandse monarchie en de vervanging ervan door een (presidentiële) republiek. Hoewel er enig politiek en maatschappelijk draagvlak bestaat voor het beperken van de politieke bevoegdheden en/of financiële subsidie van het koningshuis, is de populariteit van de georganiseerde republikeinse beweging die de monarchie geheel wil afschaffen over het algemeen gering (2013: 15%).[1]

Historische ontwikkeling

Voorgeschiedenis

Nederland werd in 1806 een monarchie doordat keizer Napoleon Bonaparte van Frankrijk zijn jongere broer Lodewijk Napoleon Bonaparte als vazal aanstelde over het Koninkrijk Holland, dat het Bataafs Gemenebest verving. Na een korte annexatie door Frankrijk waarin Napoleon rechtstreeks over Nederland heerste (1810–1813), keerde de zoon van de vorige stadhouder (Willem V van Oranje-Nassau) terug om het huis Oranje-Nassau te herstellen. Het anti-Franse reactionaire en orangistische klimaat onder de Nederlandse bevolking en de militaire macht van de conservatieve Zesde Coalitie, die met het Congres van Wenen de Restauratie doorvoerde, stelden hem in staat om als koning Willem I heerser te worden van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.[2][3] Hiermee gingen zijn bevoegdheden als verlicht despoot veel verder dan onder zijn voorouders als stadhouders in de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was geweest. Na de Belgische Revolutie in 1830 beperkte de macht van de Oranje-Nassaus zich weer tot de Noordelijke Nederlanden en heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal geleidelijk aan invloed gewonnen.

1830–1890

Aanvankelijk weigerde Willem I de Belgische onafhankelijkheid te aanvaarden en meende bovendien dat als Nederland van een krachtig vastelandsrijk teruggebracht zou worden tot de oude republikeinse grenzen, een monarchie geen zin zou hebben.[4] Zijn populariteit leed steeds meer onder zijn weigering om België te erkennen en de oppositie in de Staten-Generaal werd steeds feller totdat hij uiteindelijk in 1839 instemde met het Verdrag der XXIV artikelen. Dit maakte een grondwetsherziening noodzakelijk, waarbij de parlementaire oppositie erin slaagde een begin te maken met de invoering van ministeriële verantwoordelijkheid, hetgeen koning Willem te sterk tegenstond om nog door te regeren en één van de redenen was voor zijn abdicatie op 7 oktober 1840. Een andere was dat hij de rest van zijn populariteit dreigde te verliezen door zijn huwelijk met de half-katholieke Belgische hofdame Henriëtte d'Oultremont de Wégimont dat als landverraad werd gezien.[5][6]

Ten tijde van Willem III verloor het Nederlandse vorstenhuis aan populariteit, omdat Willem III grote moeite had zich aan de nieuwe Grondwetsherziening van 1848 te houden. Het liefst wilde hij dezelfde macht als zijn voorgangers. In 1866 vormde hij na het Kabinet-Thorbecke II een conservatief kabinet. Dat kabinet werd direct weggestemd in de Tweede Kamer. In plaats van dat de koning het kabinet liet vertrekken schreef hij nieuwe verkiezingen uit. Alle kiezers kregen een brief waarin hij de kiezers opriep conservatief te gaan stemmen. De conservatieven wonnen wel, maar haalden geen meerderheid. Willem III schreef nogmaals nieuwe verkiezingen uit, en nu verloren de conservatieven. De koning staakte de strijd, en gaf toestemming aan de vorming van Kabinet-Thorbecke III. Dit soort acties deden de populariteit van het koningshuis geen goed.[bron?] Het overlijden van Willem III werd door Luxemburg aangegrepen om de personele unie met Nederland op grond van de Salische wet te verbreken, maar via de tak Nassau-Weilburg zette men daar de monarchie voort.

1890–1980

Onder koningin-regentes Emma en Wilhelmina wonnen de Oranjes snel populariteit. De poging van Troelstra om in november 1918 (einde Eerste Wereldoorlog) in navolging van bewegingen elders in Europa de socialistische revolutie uit te roepen mislukte dan ook. Er ontstonden overal grote demonstraties voor Oranje.

1980: het Kroningsoproer

Ten tijde van de troonsafstand van Juliana ten gunste van haar dochter Beatrix ontstonden opnieuw rellen, die bekend zijn geworden als het Kroningsoproer. Onder de leus 'Geen woning, geen kroning!' gingen krakers, autonomen en andere al dan niet radicale jongeren de straat op met verschillende doelen: een deel protesteerde tegen de woningnood, anderen waren van plan de inhuldiging te verstoren. De dag eindigde in grote krakersrellen. De inhuldiging en balkonscène werden echter niet verhinderd.

Na 1995

Op 11 september 1996 werd het Republikeins Genootschap opgericht. Deze beweging wil dat Nederland een republiek wordt, maar onderneemt hiervoor geen acties en verwacht dat dit vanzelf zal gebeuren. In 1998 werd het Nieuw Republikeins Genootschap (NRG) opgericht. In tegenstelling tot het Republikeins Genootschap organiseert deze beweging ook acties tegen het koningshuis. Beide bewegingen zijn echter marginaal in de Nederlandse samenleving.

In de aanloop naar de troonswisseling van 2013 kwam de Utrechtse studente Joanna spontaan in het nieuws toen zij in aanwezigheid van toenmalig koningin Beatrix protesteerde met een kartonnen bord met de tekst 'Weg met de monarchie. Het is 2013' en door politieagenten werd verwijderd. Het voorval inspireerde de oprichting van de antimonarchistische actiegroep "Het is 2013" die in samenwerking met het NRG op de inhuldigingsdag 30 april middels ludieke acties wilde oproepen tot een referendum over afschaffing van de monarchie.[7] Van de zes door de gemeente Amsterdam aangeboden protestplekken werd er één door republikeinen gebruikt, op het Waterlooplein.[8] Joanna en Hans Maessen van het NRG, die individueel tegen de monarchie demonstreerden, werden op de Dam aangehouden. De arrestaties waren onterecht, zo liet de politie later op de dag weten.[9] Joanna meende dat ze "monddood" was gemaakt.[10] Sinds de troonswisseling hebben zij en de actiegroep weinig meer van zich laten horen.

Opiniepeilingen

Volgens onderzoeksbureau TNS NIPO had de Nederlandse monarchie vanaf 1964 ongeveer 90% steun onder de Nederlandse bevolking, met een kleine piek midden jaren '90. Tussen 1996 en maart 2003 groeide de roep om een republiek met 14% (5% > 19%), maar de populariteit van de monarchie stabiliseerde na 2003 tot 85% (2013).[1]

Wat is volgens u het beste voor ons land: dat Nederland een koninkrijk blijft of dat Nederland een republiek wordt?[1]
% respons 1964 1969 1976 1980 1995 1996 1999 2000 mrt '03 2004 2005 apr '07 nov '07 apr '08 apr '09 apr '11 apr '13
Monarchie 91 89 93 88 93 95 91 90 81 86 86 87 87 85 87 87 85
Republiek 9 11 7 12 7 5 9 10 19 14 14 13 13 15 13 13 15

In opdracht van het Nieuw Republikeins Genootschap hield de Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam eind 2007 een enquête onder 1210 Amsterdammers over het koningshuis. Hieruit bleek onder meer dat volgens 35% van de ondervraagden de politieke rol van de monarchie moet verdwijnen en volgens nog eens 23% de monarchie helemaal moet verdwijnen; 38% wilde de huidige rol van de Nederlandse monarchie handhaven.[11]

In de aanloop naar de troonswisseling van 2013 deed opiniepeiler Maurice de Hond in opdracht van Hart van Nederland een onderzoek, waaruit bleek dat 65% van de ondervraagde Nederlanders tegen en 22% vóór een republiek was, terwijl 13% geen mening had. Wel vond de helft dat het koningshuis te duur was, 42% vond dat niet.[12]

Partijpolitieke standpunten

De meeste Nederlandse politieke partijen menen dat het koningshuis een bindende factor is in de samenleving.[13][14][15][16][17][18][19] Het merendeel van de partijen vindt echter dat de monarchie zou moeten hervormd tot een meer ceremonieel koningschap (zoals dat bijvoorbeeld in Zweden het geval is). Daarbij dient de koning(in) minder of helemaal geen politieke functies meer te bekleden zodat hij/zij beter 'boven de partijen kan staan'. Dit zou in feite een republikeinse staatsvorm dichterbij brengen, maar alleen de Socialistische Partij en GroenLinks stellen een republiek met een gekozen staatshoofd ook expliciet als einddoel.[20][21] De christelijke partijen CDA, ChristenUnie en SGP en de liberale VVD menen dat het huidig koninklijk ambt geheel gehandhaafd dient te worden. Ze waren er tegen dat de Tweede Kamer zelf een informateur of formateur zou aanstellen,[22] maar zij hebben zich ernaar geschikt toen dit toch (voor het eerst) gebeurde tijdens de kabinetsformatie van 2012.

Partijpolitieke standpunten over de monarchie
Is de koning(in) idealiter... VVD[13] PvdA[14] PVV[15] SP[20] CDA[16] D66[17] CU[18] GL[21] SGP[19] PvdD[23] 50Plus[24]
...deel van de regering? Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee[22] Nee Nee
...voorzitter van de Raad van State? Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja Ja ?[25][26] Nee Nee
...initiatiefnemer in de formatie? Ja Ja[22] Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja[22] Nee Nee Ja Ja[22] Nee Nee Ja Ja[22] Nee Nee Nee Nee
...de huidige subsidie vergund? Ja Ja[27] Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja[27] Nee Nee[27] Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee[25] ?
...op lange termijn ook staatshoofd? Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja[28] Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. 1,0 1,1 1,2 T. de Beer & P. Kanne. Vertrouwen in nieuwe koning stabiel; Willem-Alexander minder boeiend en ‘dicht bij het volk’ dan Max. TNS NIPO (april 2013) Geraadpleegd op 3 februari 2014 Let op: de stemmen 'weet niet / geen mening' zijn niet in de tabel opgenomen.
  2. º Ernst Heinrich Kossmann, De Lage Landen 1780-1980. Twee eeuwen Nederland en België. Deel I: 1780–1914 (2005) 95-99. Amsterdam/Antwerpen: Olympus (onderdeel van Atlas Contact).
  3. º In de jaren 1813–1815 hield Willem I de titel van soeverein vorst.
  4. º Kossmann, 140. "In 1832 zei Willem in een van zijn opwellingen van kortaangebonden negativisme tot een persoonlijke afgezant van de Tsaar: "Je ne suis roi que d'occasion. Ik ben mij ervan bewust de zoon te zijn van een stadhouder. Als ik mijn koninkrijk niet verdedigen kan, zal ik op voorbeeld van Willem III Holland onder water kunnen zetten en dan naar Indië vertrekken..."."
  5. º Kossmann, 154-156.
  6. º Encarta-encyclopedie Winkler Prins (1993-2002) s.v. "Willem [Nederland]. § Willem I". Microsoft Corporation/Het Spectrum.
  7. º "Republikeinen: ludiek op 30 april", NOS, 25 februari 2013. Geraadpleegd op 4 februari 2014.
  8. º "Nauwelijks protest republikeinen", NOS, 1 mei 2013. Geraadpleegd op 4 februari 2014.
  9. º Excuses politie na aanhoudingen. NOS (30 april 2013) Geraadpleegd op 4 februari 2013
  10. º "Interview met activiste Joanna over arrestatie", NOS, 30 april 2013. Geraadpleegd op 4 februari 2014.
  11. º L. van Oirschot, J. Sloot en W. Bosveld. Republiek of monarchie?. Gemeente Amsterdam (januari 2008) Geraadpleegd op 1 februari 2014
  12. º "Meerderheid Nederlanders voor monarchie", Hart van Nederland, 7 maart 2013. Geraadpleegd op 1 februari 2014.
  13. 13,0 13,1 Standpunten: Koningshuis. Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Geraadpleegd op 3 februari 2014
  14. 14,0 14,1 Standpunten diversen: Monarchie. Partij van de Arbeid Geraadpleegd op 3 februari 2014
  15. 15,0 15,1 Sebastiaan Timmermans. Wilders: Koning uit regering, Raad van State en zonder rol bij formatie. de Volkskrant (1 september 2011) Geraadpleegd op 3 februari 2014
  16. 16,0 16,1 Standpunt: Koninklijk huis. Christen-Democratisch Appèl Geraadpleegd op 3 februari 2014
  17. 17,0 17,1 Standpunten: Koningshuis. Democraten 66 Geraadpleegd op 3 februari 2014
  18. 18,0 18,1 Standpunten Politiek & Bestuur: Koningshuis. ChristenUnie (27 augustus 2012) Geraadpleegd op 3 februari 2014
  19. 19,0 19,1 Standpunten ABC: Koningshuis. Staatkundig Gereformeerde Partij Geraadpleegd op 3 februari 2013
  20. 20,0 20,1 Standpunten: Koninklijk Huis. Socialistische Partij Geraadpleegd op 3 februari 2014
  21. 21,0 21,1 Standpunten: Koningshuis. GroenLinks Geraadpleegd op 3 februari 2014
  22. 22,0 22,1 22,2 22,3 22,4 22,5 ANP/Redactie. "Welke partij wil wat met het koningshuis? Een overzicht", Trouw, 1 september 2011. Geraadpleegd op 3 februari 2014.
  23. º Verkiezingsprogramma Tweede Kamerverkiezingen 2012. Partij voor de Dieren (2012) Geraadpleegd op 3 februari 2014
  24. º Maurice Koopman. Tot 21 februari amendementen op beginselprogramma. 50Plus Geraadpleegd op 3 februari 2014 "50PLUS is voor een ceremonieel koningschap".
  25. 25,0 25,1 Marianne Thieme. Bijdrage Thieme Debat Begroting Algemene Zaken en Begroting Koning. Partij voor de Dieren (9 oktober 2012) Geraadpleegd op 5 februari 2014
  26. º Thieme (PvdD) betoogde dat de rol van de koning(in) 'veel verder dan alleen ceremonieel' ging door de mogelijkheid om de notulen van de Raad van State in te zien en daardoor onterecht toegang tot informatie zou hebben die anderen niet hebben. Maar Thieme pleitte niet expliciet voor beëindiging van het koninklijk voorzitterschap.
  27. 27,0 27,1 27,2 Sebastiaan Timmers. "Koningsdebat van minuut tot minuut: Rutte wil rol Koning niet veranderen", de Volkskrant, 13 oktober 2011. Geraadpleegd op 4 februari 2014.
  28. º In 2000 koos het D66-congres met een krappe meerderheid tegen een republiek. D66 tegen de republiek: 'Hoera, hoera, hoera!'. Trouw (20 november 2000) Geraadpleegd op 6 februari 2014
rel=nofollow
rel=nofollow