Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
RSDO
Het Raamwerk voor Strategische Duurzame Ontwikkeling (RSDO) is oorspronkelijk ontwikkeld door de Zweedse stichting The Natural Step, onder leiding van oprichter, Blue Planet winner én oncoloog prof. dr. Karl-Henrik Robèrt. Na de publicatie van het Brundtland Rapport in 1987, ontwikkelde Robèrt het raamwerk, waarin de systeemvoorwaarden voor de duurzaamheid van menselijke activiteiten op Aarde worden uiteengezet. Het wordt gezien als een van de weinige wetenschappelijk verantwoorde alomvattende definities van duurzaamheid. Robèrt's acht systeemvoorwaarden zijn afgeleid van een wetenschappelijk begrip van universele wetten en de aspecten van ons sociaal-ecologisch systeem, waaronder de wetten van de zwaartekracht en thermodynamica, fotosynthese en een grote hoeveelheid sociale studies. Het raamwerk staat bekend om het concept van 'vereenvoudiging zonder reductie' (bekend in de kunst als abstractie, of 'de kunst van het weglaten') om te voorkomen dat men zich in de details verliest bij het complexe onderwerp duurzaamheid.
Een sleutelelement van het raamwerk is de "terugredeneren vanuit principes"-benadering ("backcasting from sustainability principles"), bedoeld om de samenleving vooruit te helpen naar meer duurzaamheid. Het raamwerk wordt reeds 30+ jaar toegepast - door een veelheid van partijen en vormen - telkens verder ontwikkeld en uitgebreid. Het systeemdenken, begrip van complexe adaptieve systemen en terugredeneren vanuit duurzaamheidsprincipes vormen de basis voor talrijke toepassingen en instrumenten die op het RSDO gebaseerd zijn. Het RSDO is op zo'n manier ontworpen dat het helpt bij samenwerking op individueel, organisatorisch en multi-stakeholder systeemniveau.
Naast The Natural Step zijn er vele organisaties en individuen in meer dan 50 landen, waaronder Nederland, die het raamwerk in de praktijk brengen om verandering naar een duurzame samenleving te versnellen.
Op weg naar duurzaamheid
Duurzaamheid kent vele gezichten, betekenissen en definities. Duurzaamheid binnen het RSDO betekent in essentie de instandhouding van het leven op aarde, met inbegrip van de mensheid – ofwel het welzijn van het sociaal-ecologisch systeem en haar sub-systemen gedurende een zo lang mogelijke tijd. Ook in Onze gemeenschappelijke toekomst uit 1987 (Brundtland-rapport) staat het voldoen aan de behoeften van de mens centraal in duurzame ontwikkeling. Er wordt echter niet gezegd welke behoeften. De manier waarop we onze menselijke behoeften bevredigen, leidt nu tot grote ecologische en sociale problemen. In navolging van sociale wetenschappers als Manfred Max-Neef maakt het RSDO daarom onderscheid tussen Fundamentele menselijke behoeften en hun bevredigers. Op weg naar een duurzame samenleving gaat het RSDO uit van een wetenschappelijk onderbouwde set fundamentele menselijke behoeften (zie onder) waarin voorzien moet worden op een manier die onze ecologische en sociale systemen niet uitholt.
Dagelijks nieuws[1] en de ene na de andere wetenschappelijke studie laat de symptomen zien van een steeds groter wordende invloed van de samenleving op de natuur.[2] Deze invloed is zo groot dat we tegenwoordig in een nieuw tijdperk leven – het Antropoceen.[3]
Het RSDO is is gebouwd op een analyse van langdurige maatschappelijke en ecologische trends die laten zien dat de mate waarin de mens beslag legt op de draagkracht van de Aarde toeneemt terwijl die draagkracht juist afneemt. Zo lang dat het geval is, is er geen sprake van duurzaamheid. De analyse van het RSDO gaat dan verder door te kijken naar de onderliggende hoofdoorzaken van on-duurzaamheid.
In een langdurig proces met betrokkenheid van een grote en diverse groep wetenschappers is Dr. Karl Henrik Robèrt er in 1989 in geslaagd om de manieren waarop menselijke activiteiten on-duurzaam zijn terug te brengen tot de volgende hoofdoorzaken:
- De samenleving ontgint en verspreidt sneller materialen uit de aardkorst (lithosfeer) in de biosfeer, dan dat ze naar de aardkorst worden teruggevoerd (voorbeelden zijn olie, steenkool, mineralen zoals fosfor en metalen zoals kwik en lood).
- De samenleving produceert en concentreert stoffen sneller dan zij door natuurlijke processen kunnen worden afgebroken - als zij al kunnen worden afgebroken (voorbeelden van dergelijke stoffen zijn kunststoffen, dioxines, DDT en PCB's).
- De samenleving tast ecosystemen sneller aan dan deze zich kunnen herstellen (bijvoorbeeld door overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen zoals bossen, vispopulaties en zoet water), of door andere vormen van manipulatie van ecosystemen (asfalteren of bebouwen van vruchtbare grond, veroorzaken van bodemerosie, introductie van exotische soorten zoals de Amerikaanse rivierkreeft, of omleggen van rivieren).
Tegelijkertijd kunnen maatschappelijke systemen door verschillende factoren worden aangetast – waardoor het vertrouwen in de systemen en het vertrouwen in de individuen, organisaties en instituten waaruit zij bestaan, afbrokkelt. Voor een duurzame samenleving is het van belang dat mensen in hun fundamentele behoeften kunnen voorzien. Het RSDO gaat uit van de vijf onderstaande fundamentele behoeften en de analyse dat sociale on-duurzaamheid ontstaat als een samenleving structurele belemmeringen creëert of instandhoudt voor:
- Gezondheid (van individuen in het systeem);
- Invloed (van mensen op hoe het systeem is georganiseerd);
- Competentie (ontwikkeling van individuen waarbij vaardigheden worden geleerd en ingezet);
- Onpartijdigheid (gelijke behandeling) en;
- Betekenisgeving (zingeving, een groter doel).
Raamwerk voor Strategisch Duurzame Ontwikkeling
Overzicht
Het 5 Level Model (5LM) is een simpel raamwerk voor planning en besluitvorming in complexe adaptieve systemen en gebaseerd op systeemdenken. Het omvat 5 niveaus: 1) Systeem, 2) Succes, 3) Strategisch, 4) Acties en 5) Hulpmiddelen. Het kan worden gebruikt om elk complex systeem van elk type of schaal te analyseren (b.v. het menselijk lichaam, het schaak- of voetbalspel, een organisatie, een duurzaamheidsconcept). Het is zelf een Hulpmiddel om te zorgen dat Acties op een Strategische manier worden ingezet in de richting van Succes op basis van principes die worden bepaald door de werking van het Systeem. Het kan voor allerlei doeleinden worden gebruikt zoals kanker behandelen, schaken of voetballen winnen, een succesvol bedrijf leiden, nuttige hulpmiddelen ontwerpen, etc.
Wanneer dit 5LM wordt toegepast op het sociaal-ecologisch Systeem (of de samenleving binnen de biosfeer) wordt dit het Natural Step Framework, of het Raamwerk voor Strategisch Duurzame Ontwikkeling (RSDO) genoemd. Als raamwerk helpt het om het grote plaatje te zien: de huidige trends en onze duurzaamheidsuitdaging; hoe wij als samenleving het functioneren van het sociaal-ecologisch systeem negatief beïnvloeden (Systeem); aan welke voorwaarden moet worden voldaan om het Systeem niet negatief te beïnvloeden (Succes); en hoe daar strategisch naar toe te plannen (Strategisch); met geprioriteerde acties (Acties); en daarvoor de juiste instrumenten te selecteren (of te ontwerpen) en toe te passen (Hulpmiddelen).
Sinds de creatie door Dr. Karl Henrik Robèrt in 1989, is het RSDO door vele wetenschappers geëvalueerd, voortdurend verder ontwikkeld en een inspiratiebron geweest voor andere instrumenten en concepten op het gebied van duurzame ontwikkeling. Het raamwerk is getest in honderden organisaties (bedrijven, overheden, buurten, NGO's) wereldwijd. Op basis van de ervaring met het raamwerk zijn specifieke richtlijnen, methoden en toepassingen ontwikkeld en verfijnd om de toepassing van het raamwerk te versnellen en te verbeteren.
Hieronder volgt een verdiepende uitleg van de vijf niveaus van het 5LM zoals die in het RSDO gebruikt worden.
RSDO-systeemniveau
De duurzaamheidsuitdaging
In het RSDO wordt de uitdaging van duurzaamheid samengevat met de metafoor van een trechter. De wanden die zich sluiten vertegenwoordigen de vele (systematische en vaak exponentieel toenemende) trends die van invloed zijn op, en degradatie van, het systeem. De wanden van de trechter komen mettertijd steeds dichter bij en Individuen, organisaties en de samenleving raken mettertijd de wanden van de trechter, ze beperken de manoeuvreerruimte. Bijvoorbeeld: slachtoffers van klimaatveranderingsgerelateerde weersomstandigheden, bevolkingsgroei, het afnemen van het aantal en de kwaliteit van natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen (uitputting van visbestanden, ontbossing, toename van het aantal gevallen van kanker, luchtvervuiling, waterverontreiniging, bodemverontreiniging, stikstofcrisis, toenemende toxiciteit en microplastics), erosie van vertrouwen, klimaatactivisme, zoönosen, overstromingen, faillissementen als gevolg van prijsstijgingen van schaarse hulpbronnen en extremer weer, strengere milieuwet- en regelgeving.
Overzicht van de wetenschap - Systeemfuncties
Achter het raamwerk gaat een wetenschappelijk gefundeerd inzicht schuil in de dynamische onderlinge relaties binnen en tussen sociaal-ecologische subsystemen en is (o.a.) gebaseerd op studie van ecosystemen, natuurwetten (o.a. thermodynamica, behoudswetten, zwaartekrachtwetten, biogeochemische kringlopen, fotosynthese, systeemdenken, stromen van hulpbronnen en afvalstoffen), sociale systemen, sociale instituties (o.a. vertrouwen en fundamentele menselijke behoeften), psychologie.
Als samenvatting van de werking van de Aarde, omvat het RSDO met name de logica van de samenhang van essentiële begrippen waarover wetenschappelijke consensus bestaat, niet de achterliggende details.
Ecologisch systeem
De biosfeer van de aarde is een open systeem met betrekking tot energie. Energie komt binnen in de vorm van zonlicht en energie gaat weg in de vorm van warmtestraling. De biosfeer van de aarde is een (relatief) gesloten systeem wat materie betreft, er komen wat meteorieten en stof binnen en er verlaat slechts een beperkte hoeveelheid materie door de zwaartekracht (b.v. sommige ruimteraketten, stof).
De Eerste en Tweede Wet van de Thermodynamica (WTD) en de Wetten voor behoud van materie stellen beperkende voorwaarden voor het leven op aarde: De Eerste Wet zegt dat energie behouden blijft; niets verdwijnt, de vorm verandert alleen (b.v. warmte, beweging). Een andere manier om dit te zeggen is: "Energie kan niet worden gecreëerd of vernietigd, alleen van vorm veranderen." De implicaties van de tweede wet en de tweede wet van behoud van materie, zijn dat materie en energie de neiging hebben zich in de loop van de tijd te verspreiden. Voor materie wordt dit "entropie" genoemd. Als we de verschillende wetten samenvoegen en toepassen op ons planetenstelsel, worden de volgende feiten duidelijk:
Alle materie die ooit op aarde zal bestaan, is nu hier (1e WTD).
Wanorde neemt toe in alle gesloten systemen en de aarde is een gesloten systeem met betrekking tot materie (2e LCoM). Het is echter een open systeem met betrekking tot energie, omdat het energie ontvangt van de zon.
Zonlicht, of energiestraling, (WTD) is verantwoordelijk voor bijna alle toenames in netto materie op de planeet via fotosynthese en zonnewarmte-effecten. Chloroplasten in plantencellen halen energie (en mineralen en zuurstof) uit zonlicht voor de groei van planten (suikers, structuur, zuurstof). Planten leveren op hun beurt energie voor andere levensvormen, zoals dieren. Verdamping van water uit de oceanen door zonnewarmte produceert het meeste zoete water van de aarde. Deze stroom van energie van de zon schept structuur en orde uit de wanorde.
Het mondiale ecosysteem en de lokale ecosystemen hebben zich in de evolutiegeschiedenis van miljarden jaren ontwikkeld tot een complex adaptief systeem met veel onderlinge afhankelijkheden.
Sociaal systeem
Een sociaal (sub)systeem is ook een complex adaptief systeem. Vertrouwen is essentieel voor de goede werking van maatschappelijke systemen en kan worden gezien als de lijm die de samenleving bindt (economisch, politiek, sociaal). Een gebrek aan vertrouwen, bijvoorbeeld in de toekomst en in elkaar, zorgt voor maatschappelijke onrust en instabiliteit, omdat individuen en (sub)systemen binnen de samenleving zullen proberen te blijven voorzien in individuele fundamentele menselijke behoeften (zoals onder meer verwoord door Manfred Max-Neef).
Je gezondheid kunnen behouden, invloed hebben op hoe het systeem in elkaar zit, leren & ontwikkelen om zo goed mogelijk te worden; gelijke behandeling en het nastreven van een groter doel zijn belangrijke factoren om vertrouwen te hebben in het systeem waar je deel van uitmaakt en erin te 'geloven'.
Menselijke invloed
Op basis van het inzicht in het hele systeem en onderzoek dat zich richt op de oorzaken en hoofdmechanismen in plaats van de gevolgen en symptomen van on-duurzaamheid binnen het sociaal-ecologische systeem, komen we tot 8 hoofdoorzaken van on-duurzaamheid.
Deze hoofdoorzaken van on-duurzaamheid zijn in twee groepen onder te verdelen, namelijk het ecologische en het sociale systeem.
Het ecologische systeem is structureel onderhevig aan:
- Concentraties van stoffen die aan de aardkorst worden onttrokken (b.v. winning van fossiele brandstoffen, metalen, mineralen)
- Systematische toename van concentraties van stoffen die door de samenleving worden geproduceerd (b.v. ontstaan van kunststoffen, gifstoffen, gezuiverde stoffen, suiker, nanochemicaliën)
- Systematische toename van fysieke aantasting van ecosystemen (bijv. ontbossing, overbevissing, vismethoden, onnatuurlijke barrières, introductie van exotische soorten, lekkages van gewonnen of gecreëerde stoffen)
De mensen in de sociale systemen ondervinden systematisch belemmeringen voor vertrouwensrelaties, als gevolg van structurele belemmeringen voor:
- Gezondheid, d.w.z. letsel en ziekte (fysiek, fysiologisch, psychisch, emotioneel) (b.v. gevaarlijke werkverhoudingen of onvoldoende rust)
- Invloed, d.w.z. het onvermogen om deel te nemen aan de vormgeving van de sociale systemen waarvan zij deel uitmaken (bijv. onderdrukking van vrije meningsuiting, meningen die worden genegeerd)
- competentie, d.w.z. het onvermogen om individueel of gezamenlijk competenties te ontwikkelen en te vergroten (bijv. obstakels voor informeel, formeel of beroepsonderwijs)
- Onpartijdigheid, d.w.z. anders behandeld worden om een andere reden dan competentie (bv. seksisme, racisme, homofobie, klassisme, enz.)
- Betekenisgeving, d.w.z. belemmerd in het creëren en co-creëren van betekenis in ons leven (bijv. onderdrukking van culturele expressie, enz.)
Deze laatste 5 zijn het resultaat van recent onderzoek onder leiding van dr. Merlina Missimer.[4] Door een aanzienlijke granulariteit van de onderliggende oorzaken van niet-duurzaamheid van het sociale systeem, vervangt dit in toenemende mate de vroegere enkelvoudige, en zeer hoogstaande, oorzaak van niet-duurzaamheid van het sociale systeem:
Systematische toename van belemmeringen voor het vermogen van mensen om in hun behoeften te voorzien (bv. ongelijkheid, discriminatie, lange werktijden, toegang tot gezondheidszorg, marteling, recht om te demonstreren of te stemmen, landroof, corruptie, ontzegging van onderwijs).
Voorheen werden dit de systeemvoorwaarden of -condities genoemd waaraan moet worden voldaan om het sociaal-ecologisch systeem niet te degraderen.
RSDO - Succes niveau
In 1989 schreef Robèrt een paper waarin hij de systeemvoorwaarden voor duurzaamheid beschreef, onder meer gegeven de bovenstaande natuurwetten. Hij stuurde het naar 50 wetenschappers, met de vraag of zij hem konden vertellen wat er mis was met zijn paper. Op versie 22 had Robèrt wetenschappelijke consensus over wat het Raamwerk voor Strategische Duurzame Ontwikkeling RSDO zou worden (oorspronkelijk The Natural Step raamwerk).[5] Dit werd voor het eerst gepubliceerd in een peer-reviewed academisch tijdschrift in 1991 onder de titel "From the Big Bang to Sustainable Societies".[bron?]
Sindsdien zijn er nog twee ronden van wetenschappelijke consensus over het raamwerk geweest: één werd geïnitieerd door serie-ondernemer, auteur en milieuactivist Paul Hawken in de VS (1994); één vond plaats in Australië. Sinds de eerste versie zijn er verschillende wijzigingen in de formulering van de principes doorgevoerd (2001, 2006, 2015), en een doorlopend programma van aanvullend onderzoek, toepassing en praktijk over de hele wereld.
Duurzaamheidsprincipes
De huidige wetenschappelijk geverifieerde definitie van duurzaamheid van het RSDO omvat acht duurzaamheidsprincipes (wetenschappelijke principes van de eerste orde), of criteria voor herontwerp. De eerste drie zijn ecologische duurzaamheidsprincipes, de laatste vijf zijn sociale duurzaamheidsprincipes. Samen beschrijven zij een sterk duurzame samenleving binnen een sterk duurzaam ecologisch systeem:
"In een duurzame samenleving is de natuur niet onderhevig aan systematisch toenemende concentraties van...
... stoffen die aan de aardkorst worden onttrokken;
... stoffen geproduceerd als bijproduct van de samenleving ;
... aantasting door fysieke middelen,
... en mensen zijn niet onderhevig aan structurele belemmeringen voor...
... gezondheid;
... invloed;
... competentie;
... onpartijdigheid; en
... betekenisgeving."
De laatste vijf sociale duurzaamheidsprincipes breidden één sociaal duurzaamheidsprincipe uit, regelmatig blijft er daarom gesproken worden over 4 principes (Missimer, et al.,2017[bron?])
De acht duurzaamheidsprincipes kunnen in lekentaal anders worden geformuleerd, om het begrip te vereenvoudigen en om ze van toepassing te laten zijn op elke samenleving, organisatie of product. In het kort, om een duurzame samenleving te worden moeten we:
... onze bijdrage aan de progressieve opbouw van stoffen die aan de aardkorst worden onttrokken elimineren;
... onze bijdrage aan de progressieve opbouw van chemische stoffen en verbindingen die door de samenleving worden geproduceerd elimineren;
... onze bijdrage aan de progressieve fysieke degradatie en vernietiging van de natuur en natuurlijke processen elimineren; en
... onze bijdrage aan structurele obstakels voor: gezondheid; invloed; competentie; onpartijdigheid en; betekenisgeving elimineren.
Over de negatieve formulering wordt vaak gediscussieerd, omdat het gebruik van "niet" een negatieve emotionele connotatie kan hebben. Zoals in een spel met spelregels, wordt niet alles verteld wat je moet doen, dat laten ze over aan de verbeelding van de spelers, ze staan toe dat je alles doet zolang het binnen alle afgesproken spelregels valt. De beperkingen die door deze "spelregels" worden gesteld, stimuleren de creativiteit wanneer zij worden toegepast in persoonlijke, professionele of gemeenschapsplanning en besluitvorming. Op het succesniveau voegen organisaties, instituten en individuen hun eigen (secundaire) succesprincipes toe op basis van hun specifieke context of behoeften.
Voorgaande versies duurzaamheidsprincipes
De voorgaande versie van de RSDO principes zijn uit 2006. In Nederland worden deze nog veel wordt gebruikt. Het heeft als basis op Systeemniveau de fundamentele basis behoeften en op Success niveau wordt dit '4e duurzaamheidsprincipe' als volgt verwoord:
"... en in die samenleving ... ... zijn mensen niet onderworpen aan omstandigheden die hun vermogen om in hun behoeften te voorzien systematisch ondermijnen." (Henrik Ny, et al., 2006[bron?])
RSDO - Strategisch niveau
Strategisch
Wordt vaak verward met diverse andere definities van Strategie. Binnen het RSDO gaat men uit van Strategisch, om strategisch te kunnen zijn, moet men weten waar men wil zijn, of waar men naar op weg is.
Backcasting
Het raamwerk baseert zijn planningsbenadering op een concept dat backcasting wordt genoemd en meer specifiek backcasting vanuit duurzaamheidsprincipes. Backcasting is het proces van achteruitkijken vanuit een denkbeeldige visie op succes. Men begint met een doel voor ogen, gaat achteruit van de visie naar het heden, en gaat stap voor stap in de richting van de visie. Het is in wezen onszelf in de toekomst plaatsen, ons voorstellen dat we succes hebben bereikt en terugkijken om de vraag te stellen:
"Wat moeten we vandaag doen om dat succesvolle resultaat te bereiken?"
In plaats van ons voor te stellen hoe succes eruit zou kunnen zien, wordt backcasting bepleit vanuit een principiële visie op succes waarin specifieke voorwaarden worden vervuld een gedeeld begrip van succes creëert.
Verschillende algemene strategieën kunnen worden toegepast om succes te bereiken op basis van een algemeen begrip van het systeem, waaronder:
- Dematerialisatie over de gehele levenscyclus van een product of proces.
- Vervanging van materialen die niet voldoen aan de duurzaamheidsbeginselen door materialen die dat wel doen.
- Toepassing van het voorzorgsbeginsel
- Toepassing van de 'gouden regel' ('doe anderen niet aan wat je niet wilt dat zij jou aan doen')
RSDO - Actie Niveau
De acties die u kunt ondernemen binnen de strategie om succes te bereiken binnen het systeem, bv. Bewustmaking over specifieke duurzaamheidsthema's, opleidingsprogramma's over wat duurzaamheid is en hoe het kan worden benaderd, verschillende leveranciers selecteren op basis van duurzaamheidscriteria, beleid ontwerpen of implementeren, de levenscyclus van een product analyseren, een duurzaamheidsrapport opstellen, een dialoog faciliteren met specifieke stakeholders rond een bepaalde uitdaging, enz.
RSDO - Hulpmiddelen Niveau
Een verscheidenheid aan instrumenten en concepten kan ondersteunend zijn bij de aanpak van duurzaamheid. Geïnformeerd door het kader en de prioriteiten van de acties kan dit helpen bij het selecteren en implementeren van de juiste instrumenten. Hulpmiddelen kunnen dan optimaal worden gebruikt: voor het doel waarvoor ze zijn ontworpen, samen met andere, aanvullende hulpmiddelen.
ABCD-methode
De ABCD-methode is vast onderdeel van het raamwerk en de benadering waarmee het raamwerk 'backcasting vanuit de 8 duurzaamheidsprincipes' kan worden toegepast. De letters staan voor de volgende stappen (Notitie: De RSDO academische ABCD en TNS ABCD methode verschillen enigszins):
A: Bewustwording en visievorming.
Na inzicht in het systeem waarbinnen uw organisatie werkt en de principes, creëren de leden van de organisatie een visie over hoe zij zouden willen dat de organisatie was. Organisaties zouden ook de dienst die zij leveren moeten identificeren, onafhankelijk van het product, wat meer creatieve doelstellingen stimuleert.
B: Baseline beoordeling.
De organisatie analyseert en brengt in kaart wat ze momenteel doet en evalueert het op basis van de 4 principes. Het stelt de organisatie in staat om kritieke kwesties, implicaties en kansen te identificeren.
C: Creatieve oplossingen.
Leden van de organisatie brainstormen voor oplossingen voor de eerder genoemde kwesties, zonder beperkingen. Met de visie en potentiële acties, backcast de organisatie om strategieën voor duurzaamheid te ontwikkelen.
D: Beslissen over prioriteiten.
De organisatie prioriteert de verschillende eerder ontwikkelde acties die haar op de snelste en meest optimale manier naar duurzaamheid helpen, door een reeks vragen te stellen: door te vragen:
i) Brengt deze actie ons in de juiste richting?
ii) Kan op deze actie in de toekomst worden voortgebouwd?
iii) Levert deze actie een aanvaardbaar financieel, ecologisch en/of sociaal rendement op? Deze stap omvat stapsgewijze implementatie en planning.
Backcasting wordt voortdurend gebruikt om de acties te beoordelen en te evalueren, om te bepalen of de organisatie zich beweegt in de richting van de in 'A' vastgestelde visie.
Raakvlakken met andere instrumenten en concepten
Er is veel onderzoek gedaan naar de raakvlakken van de RSDO met andere bekende instrumenten en concepten binnen de arena van duurzame ontwikkeling (Er zijn raakvlakken met de meeste duurzaamheidsinstrumenten en -concepten beschreven). Hieronder diverse voorbeelden:
- Factor X; Factor 4; Factor 10; biological footprinting; IS0 14001; EMAS; EMS
- Global Reporting Initiative - Mind The Gap! Strategically Driving GRI Sustainability Reporting Towards Sustainability.
Hulpmiddelen gebaseerd op het Raamwerk
Verder zijn er verschillende hulpmiddelen en andere vormen van ondersteuning ontwikkeld door en in samenwerking met TNS. Andere zijn geïnspireerd door, of gebaseerd op het TNS raamwerk, de een wat rigoureuzer dan de ander. Hieronder diverse voorbeelden:
- Future-Fit Business Benchmark mede-ontwikkeld met TNS praktijkmensen
- Strategische LevensCyclusAnalyse (SLCA)
- VinylVerified Product Label een productlabel voor specifieke PVC bouwtoepassingen in Europa.
- Living Building Challenge (LBC)
- Sustainable Apparel Coalition Higgs Index (oorspronkelijk ontwikkeld als Materials Sustainability Index door Nike in samenwerking met The Natural Step)
Toepassingen van het raamwerk
Sinds de eerste versie van het raamwerk zijn er diverse varianten geweest en op gezette momenten werd op basis van de laatste inzichten een versie vastgelegd veelal door Karl-Henrik Róbert, The Natural Step en diverse betrokken academici en ervaringsdeskundigen. De laatste versie is van 2014, op basis van het werk gedaan door Missimer.
Het raamwerk is toepasbaar op organisaties (van elke sector, industrie, grootte, locatie), processen, producten, diensten, bedrijfs- en verdienmodellen. Het kan worden gebruikt om andere duurzaamheidsinstrumenten en -concepten te analyseren en versterkt andere instrumenten door ze in de context te plaatsen en te richten op datgene waarvoor ze bedoeld zijn. Al bijna 30 jaar wordt de aanpak toegepast, bewezen en verfijnd in onderwijs, onderzoek, bedrijven, gemeenten, regionale en nationale overheden, intergouvernementele organisaties (bv. VN, EU) en een groot aantal NGO's over de hele wereld.
Wanneer het correct wordt toegepast, wordt ook rekening gehouden met de business case voor duurzaamheid en de sustainability case voor business om inspirerende cases en best practices te creëren.
Over het laten gebeuren van verandering
In een artikel in In Context (1991) beschreef Robèrt hoe The Natural Step Framework verandering tot stand zou brengen:
Ik geloof niet dat de oplossingen in de samenleving van links of van rechts of van het noorden of het zuiden zullen komen. Ze zullen komen van eilanden binnen die organisaties; eilanden van mensen met integriteit die iets willen doen... Dit is wat een netwerk zou moeten doen - de mensen identificeren die iets goeds zouden willen doen. En die zijn overal. Dit is hoe de verandering zich zal voordoen - je zult het verschil niet merken. Het zal niet zo zijn dat iemand het van iemand wint. Het zal zich gewoon verspreiden. Op een dag heb je geen bordjes meer nodig met "Niet op de grond spuwen" of "Geen stoffen in het meer doen die niet verwerkt kunnen worden". Het zal zo natuurlijk zijn. Het zal iets zijn dat intelligente mensen doen, en niemand zal zeggen dat het te danken is aan The Natural Step of uw tijdschrift. Het zal gewoon verschijnen.[6]
Internationaal
Eco-gemeenten principes zijn o.a. gebaseerd op de systeemvoorwaarden van The Natural Step, zoals ontstaan in Finland en later Zweden. Meer dan 80 gemeenten en verschillende regio's (25 procent van alle Zweedse gemeenten) hebben de TNS-duurzaamheidsprincipes op basis van de systeemvoorwaarden overgenomen. Naast Scandinavië zijn er eco-gemeenten in Europa, de Verenigde Staten, Zuid America, Afrika. De American Planning Association en de North American Eco-Municipality Network (NAEMN)[7] hebben duurzaamheidsdoelstellingen aangenomen op basis van dezelfde principes.[bron?] Canadese gemeenten zoals Whistler, Canmore (Alberta, Canada)[8] en Dawson Creek hebben de aanpak omarmd voor intern gebruik bij de gemeentelijke organisatie, en lokale bedrijven, maar ook bij de voorbereiding van de Olympische Winterspelen van 2010.[9] Daarnaast zijn ook de principes van Ecodorpen o.a. aangescherpt op bases van de principes.
De Canadese provincies Alberta en British Columbia hebben hun duurzaamheidsstrategieën gebaseerd op de aanpak. Ook speelt dit bij de debatten en aanpak van de teergronden van Alberta, een zeer vervuilende vorm van energiewinning, een rol op gemeentelijk, provinciaal en nationaal niveau.[10] Ook bij de introductie van de Circulaire Economie in Noord Amerika is dat het geval.[11]
Åland (autonome eilanden regio binnen Finland en EU) zijn het eerste land (2014) die het raamwerk hebben gebruikt om de lange termijn visie (2051) te bepalen om vervolgens met unanieme consensus van alle politieke partijen en overheden deze ook vast te leggen en om per thema de beleidsstrategieën te bepalen.[12]
Vele commerciële bedrijven, ook onbekende namen, hebben het raamwerk toegepast bij het bepalen van een nieuwe, duurzame, lange termijn visie, hun bedrijfsstrategie, innovatie van producten, diensten en business modellen. Voorbeelden van bekendere bedrijven zijn: Interface (het eerste bedrijf wat het raamwerk in Amerika omarmde, al snel ook in de Scherpenzeelse fabriek)[13], Nike, Inc, ICI Paints, Scandic Hotels, MaxHamburgers[14], Electrolux, Panasonic, McDonalds Zweden, Hydro Polymers, Avery Dennison, Stahl, Geox, Rohm en Haas, en IKEA[15][16]. Elk van deze bedrijven heeft zijn bedrijfsvoering volledig heroverwogen en al zijn processen onderzocht en veranderd, inclusief de aankoop van materialen, productie, transport, bouw van faciliteiten, onderhoud en afvalbeheer.[16]
Nederland
Het raamwerk in de afgelopen decennia door Nederlanders in buiten- en binnenland geïntroduceerd. In Nederland is het ingezet, toegepast, opgenomen bij een veelheid aan gemeenten, woningcorporaties, gemeenten, ministeries, universiteiten, scholen, broedplaatsen, etc.
- Hogeschool Utrecht
- Gemeente Eindhoven
- ImpactHub Amsterdam
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
Voetnoten
Bronnen
Literatuur
Externe links
|