Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Opiumwet
De Opiumwet (Opw) is een Nederlandse wet uit 1919, die sindsdien vele malen is gewijzigd. In deze wet wordt sinds 1976 onderscheid gemaakt in harddrugs (lijst I, artikel 2 en 10) en softdrugs (lijst II, artikel 3 en 11).
Softdrugs, benzodiazepines en dergelijke, lijst II, artikel 3 en 11
Met softdrugs wordt meestal marihuana (of wiet) en hasj bedoeld. Officieel vallen ook veel benzodiazepinen, barbituraten en andere slaapverwekkende en kalmerende middelen hieronder, alsmede een groot aantal hallucinogene paddenstoelen (paddo's). Ook tramadol valt onder 'softdrugs', als een van de weinige opioïde pijnstillers. Vrijwel alle andere opioïde pijnstillers vallen onder 'harddrugs'.[1]
Nederlandse wetgeving harddrugs, lijst I, artikel 2 en 10
Tot de harddrugs worden volgens de Nederlandse wetgeving worden onder meer gerekend:
- 2C-B
- Amfetamine of speed
- Cocaïne
- GHB
- Flunitrazepam (de enige benzodiazepine die wisselend wel of niet onder harddrug valt, wel legaal als medicijn)
- Heroïne
- Lsd
- Ecstasy / MDMA
- Morfine (legaal als medicijn)
- Methylfenidaat (ritalin(e), legaal als medicijn)
- Opium
In beide gevallen is het in beginsel verboden om middelen die op de lijst staan:
- A. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen (smokkelen);
- B. te telen, te bereiden, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren;
- C. aanwezig te hebben (het bezit);
- D. te vervaardigen.
- E.(uitgezonderd is medicinaal gebruik, zoals sterke pijnstillers en benzodiazepines)
In bepaalde gevallen is er ontheffing mogelijk, bijvoorbeeld voor medicinaal gebruik. Op grond van een uitzondering in de Opiumwet mogen apotheken bepaalde stoffen (grondstoffen en bereidingen) in bezit hebben, zij worden echter verplicht deze stoffen correct op te bergen (in een speciale, afsluitbare ruimte) en een zeer nauwkeurige administratie bij te houden. In de praktijk worden verder coffeeshops in bepaalde gevallen gedoogd, maar dit staat niet in de wet. Het in de handel brengen van producten die onder de Opiumwet vallen is dus strafbaar. Het gedoogbeleid wordt geregeld in de instructie van het Openbaar Ministerie, de zogeheten 'Richtlijnen voor het opsporings- en strafvorderingsbeleid inzake strafbare feiten van de Opiumwet'. De Opiumwet zelf is met slechts 15 artikelen tamelijk beknopt.
De hoogste straf op een delict uit de Opiumwet is twaalf jaar gevangenisstraf, voor drugssmokkel.
De lijsten kunnen bij Algemene Maatregel van Bestuur worden gewijzigd, na voorlegging aan de beide Kamers. Elk van de Kamers kan bepalen dat de wijziging geregeld dient te worden bij wet.
Er zijn in Nederland ook een Opiumwetbesluit en een Uitvoeringsregeling Opiumwet van kracht, die praktische zaken regelen middels een ministeriele regeling.
Legalisatie gebruik
De Opiumwet verbiedt productie, bezit en verkoop van harddrugs. Wat niet in de Opiumwet staat is het gebruik van harddrugs. Gemeentes kunnen het gebruik zelf verbieden door het op te nemen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Legalisatie van gebruik is derhalve te realiseren door het verbod uit de APV te schrappen[2][3] (voor zover het mogelijk is ze te gebruiken zonder ze op dat moment of direct daarvóór te bezitten). Op deze wijze wordt het gebruik zelf, niet langer gecriminaliseerd.
Externe links
- Opiumwet van 12 mei 1928
- Opiumwetbesluit van 9 december 2002
- Drugsrichtlijn OM
- Uitvoeringsregeling Opiumwet
Bronnen, noten en/of referenties
|