Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Maniërisme

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Renaissance
"De Atheense filosofenschool" van Raphael
Onderwerpen

vroegrenaissance
hoogrenaissance
maniërisme
dans
filosofie
humanisme
literatuur
muziek
technologie
wetenschap

Landen

Engeland
Duitsland
Frankrijk
Italië
Nederlanden
Noord-Europa
Polen
Spanje

Maniërisme is een term die lange tijd de voornaamste aanduiding is geweest voor de stijl van Italiaanse of Italiaans geïnspireerde kunst in de 16e eeuw vanaf circa 1525 tot ongeveer 1580. De stijl die volgde op de hoogrenaissance wordt late renaissance of maniërisme genoemd. In de schilderkunst wordt de navolging van Michelangelo en Rafaël Santi als essentieel gezien, in de dichtkunst gelden Petrarca en Dante als grote voorbeelden. Verder heeft maniërisme in het taalgebruik de bredere betekenis gekregen van artificieel of gekunsteld, toepasbaar op legio onderwerpen.

De term

De aanduiding, hoewel zelf niet uit deze tijd, vindt zijn oorsprong in het begrip maniera uit de 16e-eeuwse literatuur. De schilder en biograaf Vasari gebruikt maniera in zijn 'De Levens' als 'stijl'; Iemands maniera is zijn persoonlijke artistieke stijl, zijn kenmerk, maar tegelijkertijd betekent het ook stijl in de zin van gratie en elegantie. In die laatste betekenis komt maniera enigszins in de buurt van sprezzatura (moeiteloze spontaneïteit, nonchalance, gemak) van Castiglione, zoals geïntroduceerd in zijn bekende handleiding voor het hofleven De Hoveling (Il libro del Cortegiano).

In de 17e eeuw kreeg de maniera een uitermate negatieve betekenis. De nieuwe barokke kunst, geïnspireerd door de contrareformatie en het opkomende absolutisme, verdoemde de haar voorgaande stijl als 'gekunsteld' en 'vervreemd van de natuur en eerlijke emoties' Deze negatieve connotatie wordt overgenomen op het moment dat in de 19e eeuw de term maniërisme standaard wordt. Vanaf het begin van de 20e eeuw komt er voor veel van de als maniëristisch aangeduide kunst echter enige rehabilitatie door eigentijdse ontwikkeling.

Umberto Eco beschrijft in zijn boek dat "terwijl de manieristen de modellen van de klassieke Schoonheid ogenschijnlijk imiteren, ontkrachten ze de regels ervan. De klassieke Schoonheid wordt als leeg en zielloos ervaren. Het accent ligt op het fantastische : hun figuren bewegen zich binnen een irrationele droomwereld, of, in hedendaagse termen, een "surreele" dimensie [1]. De manieristen verzetten zich tegen de strenge regels uit de Renaissance, maar wijzen de spele dynamiek van de barok af.

De manieristen geven de voorkeur aan 'bewegende' figuren, en dan met name aan de figuur "s", de slangvormige figuur die niet binnen geometrische cirkels of vierhoeken kan worden gevangen. Berekenbaarheid en meetbaarheid worden niet langer beschouwd als objectieve criteria en zijn uitsluitend instrumenten voor de verwezenlijking van steeds ingewikkeldere technieken (perspectivische verschuivingen, vertekeningen) en voor het verbeelden van ruimtes waarin niet langer sprake is van een vlakverdeling op grond van de "juiste proporties".

Het manierisme wordt pas in de moderne tijd ten volle begrepen en gewaardeerd : als voor Schoonheid niet langer criteria gelden als maat, orde en proportie, wordt ze onvermijdelijk beoordeeld op basis van vage, subjectieve criteria. Men heeft lang gemeend dat het manierisme niet meer was dan een overgangsfase tussen de Renaissance en de Barok maar tegenwoordig erkent men dat een groot deel van de Renaissance - vanaf de door van Rafaël in 1520- manieristisch is geweest.

Beeldende kunsten en architectuur

Bestand:Perseo Cellini.jpg
Perseus-standbeeld van Benvenuto Cellini (in Florence)
Bestand:Angelo Bronzino 038.jpg
Portret van Eleonora di Toledo en haar zoon Giovanni door Agnolo Bronzino, 1545, Galleria degli Uffizi, Florence
Bestand:Elgreco.christ.500pix.jpg
De doop van Christus, 1608-1614, door El Greco

Kunstenaars die traditioneel onder het maniërisme worden gerangschikt zijn onder meer de late Michelangelo, El Greco, Parmigianino, Giulio Romano, de Florentijnen Jacopo da Pontormo, Agnolo Bronzino, Rosso en Girolamo Macchietti en de Venetianen Tintoretto en Veronese. Van de kunstenaars die vooral als beeldhouwer bekend zijn, zijn Benvenuto Cellini, Giovanni da Bologna en Baccio Bandinelli. de belangrijksten. Giorgio Vasari behoorde ook tot het maniërisme.

Gemeenschappelijke factoren in hun werk zijn het lenen van bepaalde poses en technieken van de grote voorbeelden Michelangelo en Rafael, alsook een neiging tot een irrealistische weergave van lichamen, ruimten en perspectief. De zogenaamde 'figura serpentinata' is een goed voorbeeld van beide aspecten, gebaseerd op een beeld van Michelangelo (de steenwerpende David in het Palazzo Vecchio in Florence), maakten kunstenaars veelvuldig gebruik van lichamen in een zeer onnatuurlijk aandoende, gedraaide pose.

In de architectuur is het zeer moeilijk een maniërisme aan te wijzen, omdat hier eigenlijk tot diep in de 17e eeuw de navolging van klassieke voorbeelden overheersend is geweest. Vanwege gelijktijdigheid worden de gebouwen van architect Andrea Palladio vaak in dit verband genoemd. Een echt 'maniëristisch' te noemen ontwikkeling binnen de architectuur zou het ontstaan van de 'grotto' zijn. Deze nep-grotten, vaak om beelden in tentoon te stellen, werden in tuinen gebouwd.

Toch zijn er soms kenmerken die duiden op een maniëristische bouwkunst: 1. Doorlopende zuilen; een zuil met de hoogte van meerdere verdiepingen. Dit maakt de voorgevel meer een geheel. 2. Trappen voor een huis, wat al sterk richting de gotiek gaat.

Bestand:Kmska - Meester van de Antwerpse Aanbidding (werkzaam tussen 1500 en 1520) - Aanbidding door de koningen 28-02-2010 13-53-28.jpg
Meester van de Antwerpse Aanbidding Aanbidding door de koningen in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (Antwerpen)

Literatuur

In de literatuur valt een maniërisme aan te duiden bij dichters als Torquato Tasso, Ludovico Ariosto en Giovanni Battista Guarini, die vele, kwalitatief veel mindere, volgers hadden. De navolging van vooral Petrarca, maar in mindere mate van Dante en Boccaccio, leidde tot een levendige cultuur van Italiaans kunstproza en poëzie. Men bezat een vocabulaire aan gestandaardiseerde metaforen en beeldspraken, overgeërfd van Petrarca en de Occitaanse liefdesliteratuur. Naast het liefdesgedicht, in het bijzonder het sonnet en de canzone, raakte in deze periode ook het (middeleeuws geïnspireerde) helden- of ridderepos weer zeer in zwang. De twee meesterwerken op dit gebied zijn de Orlando Furioso van Ariosto en Tasso's Gerusalemme Liberata, die tot de canon van de wereldliteratuur zouden gaan behoren.

De stroming kwam later in Frankrijk aan, toen men zich er in Italië al vanaf begon te keren. Het waren voornamelijk vrouwen van aristocratische afkomst die zich in salons met maniëristische poëzie bezig hielden. De bekendste waren die van Madame de Scudéry en Catherine de Rambouillet. Zij noemden zichzelf de précieuses. Twee thema's genoten de voorkeur van de Précieuses: de Bucolische poëzie, die het landleven verheerlijkte, en het heldenepos met een liefdesplot. Een van de belangrijkste werken is L'Astrée van Honoré d'Urfé. Deze stroming wordt later door de classicistische Molière belachelijk gemaakt in zijn stuk Les précieuses ridicules.

Muziek

Ook in de muziek is wellicht een pleidooi te houden voor een aparte maniëristische stijlperiode. De 16e eeuw was in Italië voornamelijk de gouden eeuw van de madrigaal, een genre voortgekomen uit het chanson en het motet van de Franco-Vlaamse componisten die het Italiaanse muziekleven sinds de 15e eeuw domineerden. Het madrigaal was een eerste echt eigen Italiaanse vorm, een gezongen (liefdes)gedicht voor een tot zeven stemmen, oorspronkelijk a capella. 'Belangrijkste componisten van het Cinquecentomadrigaal zijn Jacques Arcadelt, Giaches de Wert, Giovanni de Macque, Luzzasco Luzzaschi en Carlo Gesualdo, de Prins van Venosa. Vaak, en dit is een belangrijke reden de madrigaal een product van het maniërisme te noemen, worden teksten van Guarini, Tasso en Ariosto op muziek gezet. De nauwgezette uitbeelding van de teksten, zowel in de vorm als in de uitdrukking is voor de madrigaalcomponist het streven. Dit leidt ook tot een vorm van 'woordschildering' waarbij woorden vaste muzikale patronen krijgen, bijvoorbeeld een snel toonladdermotief op 'gioa' (vreugde). Juist dit fenomeen is iets waar de componisten van de prille barok, de Seconda Prattica van Monteverdi, mee wilden afrekenen ten gunste van een 'eerlijke weergave van het menselijk gevoel.

De ontwikkeling van het maniërisme buiten Italië

Het maniërisme heeft ook een aanzienlijke rol gespeeld in, vooral de beeldende kunst buiten Italië; sommige onderzoekers gaan zelfs zo ver te beweren dat het de eerste grote internationale stijl is geworden na de gotiek. Vast staat in ieder geval dat bepaalde tendenzen in de schilder- en beeldhouwkunst vrij snel in andere landen van Europa werden overgenomen. Belangrijke centra van maniëristische kunst buiten Italië zijn Praag en dan met name het hof van Rudolf II, waar onder andere de Vlaamse schilder Bartholomeus Spranger en de Italiaan Arcimboldo werkzaam waren.

Een anonieme meester uit Antwerpen, die de Meester van de Antwerpse Aanbidding wordt genoemd, schilderde tussen 1500 en 1520 de Aanbidding door de koningen (zie afbeelding). Het maniërisme komt hier tot uiting door de plooival van de kledij van de personages die ontsnapt aan Newtons Wetten van de zwaartekracht en hun weinig natuurlijke lichaamshoudingen. Het decor vertoont architectuur die aan de fantasie van de meester is ontsproten en zijn virtuositeit wil benadrukken.

Vroeger in de 16e eeuw speelde Fontainebleau bij Parijs een belangrijke rol. Daar had koning Frans I een aantal Italiaanse kunstenaars geëngageerd die later de 'School van Fontainebleau' zullen gaan vormen. Behalve Italianen die in het buitenland werden tewerkgesteld kwamen nu ook steeds grotere aantallen Noordelijke kunstenaars ('oltramontagnesi') naar Italië om daar de laatste kneepjes te leren[2]. Een goed voorbeeld is de graveur en schilder Hendrick Goltzius, die onder meer door zijn prenten in binnen- en buitenland groot succes zal oogsten. In Nederland en Vlaanderen kunnen de maniëristen Abraham Bloemaert, Lambert Sustris en Carel van Mander genoemd worden. Een fascinerende eenling blijft El Greco, de Krentenzer Domenikos Theokopolis, waarschijnlijk grotendeels gevormd in Venetië, die het grootste gedeelte van zijn oeuvre in Spanje schiep.

Musea

Musea met veel kunst uit de renaissance zijn:

Maniëristische werken

Voorbeelden van maniëristische schilderijen zijn:

  • Een allegorie met Cupido en Venus, 1540-1550 van Agnolo Bronzino
  • Jozef en Jacob in Egypte, 1518 van Pontormo
  • Farao met bediende en bakker, 1525 van Pontormo
  • Jozef wordt aan Potiphar verkocht, 1515 van Pontormo
  • Het mystieke huwelijk van de heilige Catharina, 1527-1532 van Parmigianino
  • Madonna en kind met heiligen, 1526-1527 van Parmigianino
  • Madonna en kind met de heilige Johannes de Doper en een vrouwelijke heilige Anna, 1540-1550 van Agnolo Bronzino
  • Portret van Eleonora di Toledo en haar zoon Giovanni door Agnolo Bronzino, 1545, in het Uffizi in Florence
  • Melancholia I door Albrecht Dürer, 1514, Florence, Gabinetto dei Disegni e delle Stampe

Verwante stromingen

Verwante stromingen aan het maniërisme is:

Zie ook

Voetnoten

  1. º Umberto Eco : "de geschiedenis van de schoonheid", uitgave Bert Bakker , 2005 ISBN 90 351 2813 3
  2. º zie: Nicole Dacos, Bert W. Meijer, Claire Billen e.a., Fiamminghi a Roma 1508-1608: kunstenaars uit de Nederlanden en het prinsbisdom Luik te Rome tijdens de renaissance, tent.cat., Brussel, Paleis voor Schone Kunsten - Rome, Palazzo delle Esposizioni, 1995, Gent, Snoeck-Ducaju & zn., 1995

Externe links

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Mannerism op Wikimedia Commons.

rel=nofollow