Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed
Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Lijst van uitdrukkingen en gezegden ontleend aan de Bijbel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
Dit is een lijst van uitdrukkingen en gezegden ontleend aan de Bijbel die ingang hebben gevonden in het algemeen Nederlands taalgebruik.
A
- Een aanfluiting — Jeremia 19:8
- Abraham zien — Johannes 8:57
- In Adamskostuum — Genesis 3:10
- Er zit een adder(tje) onder het gras — ondanks de Bijbelse verwijzingen naar slangen en adders, komt een addertje onder het gras in de Bijbel niet voor — Genesis 3:1, Matteüs 12:34, Matteüs 3:7
- De alfa en de omega — Openbaring 1:8
- Zalig de armen van geest — Matteüs 5:3
B
- Babylonische spraakverwarring — Genesis 11:7-9
- De beker aan je voorbij laten gaan — Matteüs 26:39
- De Benjamin van de familie — Genesis 35
- Een berg werk verzetten — Marcus 11:23
- Als de ene blinde de andere leidt, vallen beiden in de sloot. — Matteüs 15:14
- Uit den boze — Matteüs 5:37
- Niet bij brood alleen zult gij leven — Matteüs 4:4
- De buik der goddelozen heeft nimmer genoeg — Spreuken 13:25
D
- Je dagen zijn geteld — Daniël 5:26
- Komen als een dief in de nacht — 1 Tessalonicenzen 5:2
- De dood in de pot — 2 Koningen 4:40
- Een doorn in het oog — Numeri 33:55 en Jozua 23:13
- Zelfs een dwaas die zijn mond houdt gaat nog door voor wijs — Spreuken 17:28
E
- Te elfder ure (of de werkers of arbeiders van het elfde uur) — Matteüs 20:9
F
- Een Farizeeër zijn — Matteüs 23:26
- De Filistijnen over u — Rechters 16:9-20
- Naar de Filistijnen — Rechters 13:1
G
- Op twee gedachten hinken — 1 Koningen 18:21
- Vanwaar Gehazi? — 2 Koningen 5:25
- Daar zal geween zijn en tandengeknars — Matteüs 8:12
- Gewogen en te licht bevonden — Daniël 5:27
- Niet van gisteren zijn — Job 8:9
- Hij moest strijden tegen een Goliath — 1 Samuël 17
H
- De harp aan de wilgen hangen: zie „De lier aan de wilgen hangen”
- Het heilige der heiligen — Exodus 27:33 e.v.
- Je kunt geen twee heren dienen — Matteüs 6:24
- Je broeders hoeder zijn — Genesis 4:9
- Hoogmoed komt voor de val — Spreuken 16:18
I
- Alles is ijdel(heid) — Prediker 1:2
- De innerlijke mens sterken — 2 Korintiërs 4:16
J
- Zo arm als Job — Job
- Hij is een echte Judas — Lucas 22:48
- Jeremiëren, jammeren als Jeremia; synoniemen| jammeren, lamenteren, weeklagen. Afgeleid van de Klaagliederen of Jeremiaden.[1]
K
- Je hebt zeker met mijn kalf geploegd — Rechters 14:18
- Geef de keizer wat des keizers is — Matteüs 22:21
- Laat de kinderen tot mij komen — Matteüs 19:14, Marcus 10:14, Lucas 18:16
- Zijn kruis dragen — Matteüs 16:24, Marcus 8:34 en Lucas 9:23
- Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in. — Spreuken 26:27
L
- De laatsten zullen de eersten zijn — Marcus 10:31, Matteüs 20:9
- Het land der levenden — Jesaja 53:8
- Het land van melk en honing — Exodus 3:8
- En zie het was Lea — Genesis 29:25
- Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde — 1 Korintiërs 13:13
- De lier aan de wilgen hangen (vaak ook: „De harp aan de wilgen hangen”) — Psalm 137:2
- Een lust voor het oog — Genesis 3:6
M
- Wijze en dwaze maagden — Matteüs 25:1-13
- Met dezelfde maat meten — Spreuken 20:10
- Een mene-tekel[2] — Daniël 5:25-28
- Zo oud als Methusalem — Genesis 5:27
- Al het mijne is het uwe — Lucas 15:31
- Woorden in de mond leggen — Exodus 4:15, Jesaja 51:16
- Een geloof als een mosterdzaad — Lucas 17:6
- Muggenziften — Matteüs 23:24
N
- Nederigheid siert de mens — Matteüs 23:12, Lucas 14:11 en Lucas 18:14
- Neemt en eet — Matteüs 26:26
- Zie, ik maak alle dingen nieuw — Openbaring 21:5
- Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde — Jesaja 65:17 en Openbaring 21:1
- Er is niets nieuws onder de zon — Prediker 1:10
O
- Zich niet onbetuigd laten — Handelingen 14:17
- Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede — 1 Tessalonicenzen 5:19-21
- Zijn handen in onschuld wassen — Matteüs 27:24
- Door het oog van de naald gaan — Matteüs 19:24
- Oog om oog, tand om tand — Exodus 21:24
- Oogappel — Psalm 17:8
- Oud en der dagen zat — Genesis 25:8
- De overheid draagt het zwaard niet tevergeefs — Romeinen 13
P
- Parels (of: paarlen) voor de zwijnen gooien — Matteüs 7:6
R
- Een rib uit je lijf — Genesis 2:21-22
- Laat mij toch slokken van dat rode, dat rode daar — Genesis 25:30
- Een roepende in de woestijn — Jesaja 40:3, geciteerd in — Matteüs 3:3, Lucas 3:4, Johannes 1:23
S
- Een Salomonsoordeel — 1 Koningen 3:16-28
- Een barmhartige Samaritaan — Lucas 10:25-37 een onverwachte helper in nood.
- De schellen vallen van zijn ogen — Handelingen 9:18
- Nog even slapen, nog even sluimeren, nog even liggen met gevouwen handen. . . — Spreuken 6:10 en Spreuken 24:33
- Een slachtoffer — Exodus 34:25
- Het is hier een Sodom en Gomorra — Genesis 18:20
- Sodomie — Genesis 19:4-11
- Een steen des aanstoots — 1Petrus 2:7
T
- Je talenten niet verspillen — Matteüs 25:14-30
- Een teken aan de wand — Daniël 5:25
- Een teken des tijds — Matteüs 16:3
- Een ongelovige Thomas — Johannes 20:24-29
- Alles op zijn tijd — Prediker 3:1
- Geen tittel of jota veranderen — Matteüs 5:18
- De loftrompet blazen — 2 Kronieken 7:6
V
- Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here, uw God, u geven zal — Exodus 20:12
- Vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen — Lucas 23:34
- Gaat heen en vermenigvuldigt u — Genesis 1:28 en Genesis 9:1
- Alles is onuitsprekelijk vermoeiend — Prediker 1:8
- Zoekt en gij zult vinden — Matteüs 16:3
- Ik vrees met groten vreze — Lucas 2:9
- Wie zijn naaste ’s morgens in alle vroegte op luidruchtige wijze groet, het worde hem als een vloek aangerekend — Spreuken 27:14
W
- Wat is waarheid? — Johannes 18:38
- Iemand de andere wang toekeren — Lucas 6:29
- Een wet van Meden en Perzen — Esther 1:19 en Daniël 6:9
- Nieuwe wijn in oude zakken — Matteüs 9:17, Marcus 2:22 en Lucas 5:37
- Woest en ledig — Genesis 1:2
- De woestijn zal bloeien als een roos — Jesaja 35:1
Z
- In zak en as zitten — Esther 4:1-3
- Zeven vette en zeven magere jaren — Genesis 41:25-31
- Zoekt en gij zult vinden — Matteüs 7:7
- Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen — Johannes 8:7
- De zondebok — Leviticus 16:21 en Hebreeën 10:4
- Ga heen, en zondig niet meer — Johannes 8:11
- De verloren zoon — Lucas 15:11-31
- Maak je geen zorgen voor de dag van morgen — Matteüs 6:34
- Wie het zwaard gebruikt, zal door het zwaard omkomen — Matteüs 26:52
- Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen — Jesaja 2:4
- In het zweet uws aanschijns — Genesis 3:17-19
Literatuur
- Karina van Dalen-Oskam en Marijke Mooijaart, Nieuws bijbels lexicon. Woorden en uitdrukkingen uit de Bijbel in het Nederlands van nu, druk 2005, 444 blz., uitgeverij Prometheus/Bert Bakker/Vassallucci, Amsterdam, ISBN 9035128648
Zie ook
- Gezegde (zegswijze) voor algemene overzichten van spreekwoorden en gezegden
Weblinks
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
Tenzij anders vermeld, wordt op deze pagina de Statenvertaling gebruikt.