Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Serapion (monnik)
Serapion (1179-1240) was een monnik uit een geestelijke uit de geestelijke ridderorde van de mercedariërs en de eerste martelaar van deze orde. Zijn geboortenaam is onbekend. Men neemt aan dat Serapion (een Griekse naam, gebaseerd op een Hebreeuws woord: ’de Ontvlamde’) zijn ordenaam was. Hij leefde in de periode waarin het iberische schiereiland door de katholieke kerk werd heroverd van de islam (reconquista).
Leven
Serapions familie was afkomstig uit Schotland of Ierland. In middeleeuwse bronnen wordt hij Serapio Scotus genoemd. Waarschijnlijk werd hijzelf omstreeks 1175-1179 in Londen geboren. Hij diende in het leger van Richard Leeuwenhart en vervolgens in het leger van de hertog van Leopold VI van Oostenrijk, waarmee hij naar Spanje trok. Leopold bood versterking aan het leger van Alfons VIII van Castilië in diens strijd tegen de Moren. Na zijn komst in Spanje besloot Serapion in dienst te treden in het leger van de koning van Castilië, om zich volledig te kunnen wijden aan de verdediging van het christelijke geloof tegen de moslims. Kort nadien leerde hij Petrus Nolascus kennen, die de orde der mercedariërs gesticht had, een geestelijke ridderorde, die zich eveneens inzette voor de verspreiding van het christendom.
Serapion trad in 1222 toe tot deze orde. Hij slaagde erin in het door de Moren bezette Zuid-Spanje verschillende gevangen en slaven te bevrijden.
Op een van deze tochten bleef hij samen met zijn ordebroeder Berenguer de Bañeres als gegijzelde achter in Algiers. Zo kon hij een groep gevangen vrijkopen die het gevaar liep hun christelijk geloof af te zweren en over te gaan naar de Islam. Berenguer keerde alleen terug naar Barcelona, de hoofdzetel van de orde, om een losprijs te halen om Serapion vrij te kopen. Er ging waardevolle tijd verloren: Petrus Nolascus, de overste van de orde, verbleef op dat moment in Montpellier, en moest verwittigd worden. Hij gaf zijn plaatsvervanger Guillermo de Bas de opdracht om in alle kloosters bijdragen te laten inzamelen. De beloofde geldsom werd inderdaad bijeengebracht, maar bereikte Algiers niet op de afgesproken tijd. Toen de tijd verstreek liet de Algierse sultan, Selín Benimarin, Serapion op 14 november 1240 aan een X-vormig kruis (een ’Sint-Andreaskruis’) nagelen en liet vervolgens zijn lichaam deel voor deel in stukken hakken. Serapion werd hierdoor de eerste martelaar van de nieuwe orde.
Voor de heilige Raymundus Nonnatus en andere mercedariërs was Serapion een groot voorbeeld.
Zijn verering werd bevestigd door het Vaticaan in 1728. Zijn katholieke gedenkdag valt op 14 november. Op sommige plaatsen hebben de mercedariërs de traditie om olie te wijden ter ere van de heilige Serapion. Deze olie wordt verondersteld om te werken tegen de pijn, vooral bij keelaandoeningen.