Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Psychose: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Herformulering waan. Gebaseerd op wikipedia:de:Wahn#Definition)
(1841)
 
Regel 68: Regel 68:
*Psychotische stoornis niet anderszins omschreven (restgroep)
*Psychotische stoornis niet anderszins omschreven (restgroep)


==Naam==
==Benaming==
De naam ''psychose'' werd in 1845 voor het eerst gebruikt door de Oostenrijkse psychiater [[Ernst von Feuchtersleben]], en stond jarenlang voor [[krankzinnig]] (in het algemeen). De naam ''psychose'' wordt ook gebruikt bij een ''abnormale [[gemoedstoestand]]'' van één of meerdere personen (bijvoorbeeld: een ''menigte'' of ''volk''), zoals een [[angstpsychose]].
De naam ''psychose'' werd in 1841 in gebruik genomen door de Duitse arts Carl Friedrich Canstatt en in 1845 opnieuw door de Oostenrijkse psychiater [[Ernst von Feuchtersleben]]. Jarenlang stond het voor [[krankzinnig]](in het algemeen).
 
De naam ''psychose'' wordt ook algemener gebruikt voor een ''abnormale [[gemoedstoestand]]'' van één of meerdere personen (bijvoorbeeld: een ''menigte'' of ''volk''), zoals een [[angstpsychose]].


{{wikt|psychose}}
{{wikt|psychose}}

Huidige versie van 18 feb 2019 om 10:54

Wikisage is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of toepassing van de in dit lemma gegeven medische informatie.    lees meer
rel=nofollow

Een psychose is een psychiatrisch toestandsbeeld (psychische aandoening), waarbij de patiënt het normale contact met de werkelijkheid kwijt is. Bij een psychose spreekt men van positieve en negatieve symptomen, positieve symptomen zijn symptomen die bij mensen zonder psychose niet voorkomen en negatieve symptomen zijn gedragspatronen die bij mensen zonder psychose wel voorkomen.

Positieve symptomen kunnen zijn:

  • Wanen: denkbeelden die niet overeenkomen met de realiteit, waaraan de patiënt met een subjectieve zekerheid blijft vasthouden ondanks ervaring en logische bewijsvoering. Vaak, maar niet altijd, is er ook sprake van paranoia: achtervolgingswaan, zich inbeelden dat er overal camera’s of microfoons verstopt zitten, dat er complotten zijn of dat de persoon in kwestie gezocht wordt door de politie of internationale veiligheidsdiensten.
  • Hallucinaties: Het waarnemen van zaken die er niet zijn (zoals stemmen in het hoofd, beelden, geuren, of zelfs aanrakingen)
  • Verward denken: Psychotici en hun omgeving begrijpen elkaar niet doordat het denkproces veranderd is door de psychose (chaotisch, te langzaam, te snel). Het gedrag van de patiënt is door zijn omgeving vaak niet meer te plaatsen (en vice versa). De gedachtenstop (waarbij de patiënt ervaart dat zijn gedachten plotseling volledig stoppen; „Mijn hoofd is leeg”) wordt meestal als een ernstige vorm van een denkstoornis gezien.
  • Verward spreken en schrijven: Zelfs als de gedachten van de patiënt nog coherent zijn, kan hij problemen hebben om deze in taal te uiten. Soms uit zich dit in gehaast spreken, vreemde woordkeuzes of het gebruik van neologismen. Bij grotere verwarring kunnen ook verschijnselen als echolalie, palilalie of glossolalie optreden.
  • Verstoorde emoties: de emoties van een patiënt kunnen flink verstoord zijn, een patiënt kan bijvoorbeeld versterkte emoties ervaren of juist totaal niet kloppende (bij de situatie) emoties zoals lachen op een begrafenis. Ook kan het zijn dat een patiënt schijnbaar zonder reden ineens emotioneel wordt: hij/zij begint bijvoorbeeld spontaan te huilen.

Negatieve symptomen kunnen zijn: Weinig spreken, een gebrek aan initiatief tonen, een verstoord dag/nacht ritme (o.a. omdraaien van het ritme), het hebben van weinig energie, een gebrek aan het maken van gebaren, een vlakke gezichtsuitdrukking hebben of zich terugtrekken.

Vaak duidt het opkomen van de negatieve verschijnselen, of beter gezegd het verdwijnen, bij mensen die een psychotische gevoeligheid hebben op een beginnende psychose, behandeling in dat stadium, of het wegnemen van de oorzaken (stressoorzaken of bijvoorbeeld druggebruik) kunnen de werkelijke psychose voorkomen.

Wie krijgt het?

De symptomen van een psychose (vooral de hallucinaties of de wanen) zijn vooral bekend bij schizofrenie en andere psychiatrische ziektebeelden zoals een bipolaire stoornis type I. Maar in feite kan iedereen een psychose krijgen onder zeer extreme omstandigheden zoals oorlog en mishandeling. Wel is erfelijkheid (grotere of kleinere aanleg) een belangrijke factor, aangaande het wél of níet krijgen van een psychose. Die specifieke erfelijke factoren hoeven niet perse terug te leiden (herkenbaar) te zijn (ouders, grootouders, broer(s), zuster(s) ), maar kunnen ook op een biochemische manier doorgegeven (veroorzaakt) worden middels erfelijke eigenschappen. Het betreft dan alle invloeden (stoffen) die het menselijke lichaam (ouders) binnendringen of ingenomen worden op elk mogelijke manier. Biologisch gezien is een mensenleven dan een continue invloed op het erfelijke materiaal dat doorgegeven wordt.

Er zijn diverse psychoses, zoals de zwangerschapspsychose of de postnatale psychose, veroorzaakt door grote hormonale schommelingen en slaapgebrek. Ook kan men een psychose krijgen door drugsgebruik. Bij een alcoholvergiftiging kan ook een psychose optreden, meer bekend onder de naam delirium. Soms krijgt een persoon een psychose na een ernstige depressie of burn-out. Toch kan men zeggen dat een psychose niet iets is dat je 'normaal' gesproken zomaar kunt krijgen. De meeste mensen krijgen ondanks de meest extreme omstandigheden (vluchtelingen uit een oorlog) geen echte psychose, maar hooguit dissociatie en angstaanvallen. Maar een kleine groep mensen krijgt bij relatief weinig externe factoren (verlies van baan, echtscheiding, verhuizing) toch een psychose. Waarschijnlijk heeft dit met aanleg te maken: een te weinig of te veel voorkomen van stoffen in de hersenen.

Wat is het?

Soms is de aanloop naar een psychose heel langzaam, maanden. En soms snel.

Iedereen kent het fenomeen dat na het horen van een ernstig bericht (overlijden van een dierbare) of na een ernstig auto-ongeluk enz., men even 'van de wereld' is. Men ervaart de wereld anders.

De mens ervaart de wereld altijd subjectief, maar heeft normaal gesproken het rationele deel van de hersenen nog om zaken te relativeren en in context te plaatsen. Als je een slecht humeur hebt lijken alle mensen op straat lelijk. Als je vrolijk bent ziet de wereld er ook vrolijker uit. Maar bij een psychose wordt de waarneming van de buitenwereld helemaal gekleurd en niet meer gerelativeerd door de ratio. Uiteindelijk staat men tijdelijk los van de realiteit. Er is niet echt een verschil meer tussen jezelf en de rest van de wereld. Een typisch voorbeeld van een psychose is bijvoorbeeld dat je denkt dat personen op de tv tegen jou praten, dat reclames een speciale boodschap aan jou laten zien, dat de buren jou steeds in de gaten houden enz.

Soms is de situatie niet zo duidelijk en verandert een burnout of depressie langzaam in een psychose. Het is een glijdende schaal, een grijs gebied tussen dissociatie (van de wereld zijn) dat iedereen wel kent, en de totale psychose waarbij men dingen ziet die er niet zijn. Er zijn vele gradaties hier tussenin.

Sommige mensen weten van zichzelf niet dat ze een psychose hebben (gehad), terwijl anderen zelfs tijdens de psychose weten dat ze dingen zien die er niet kunnen zijn, en zichzelf aanmelden voor opname.

Het is belangrijk dat psychose bij jonge mensen tijdig wordt vastgesteld. Hoe sneller hulp kan worden geboden, hoe kleiner de kans op een chronisch worden. Recente projecten zijn gericht op vroegtijdige detectie en interventie van psychose (VDIP). [1] Er is ook een checklist waarmee familieleden of betrokkenen kunnen nagaan of er mogelijk sprake is van psychose. [2]

Behandeling

Psychosen worden doorgaans behandeld met antipsychotica zoals dopamineblokkers die bekend staan om hinderlijke bijwerkingen die de motoriek storen, energie wegnemen, afvlakken en initiatief wegnemen. Gebrek aan medicatietrouw kan een probleem zijn bij behandeling van een psychose. Antipsychotica moet vaak bij manisch depressieven of schizofrenen levenslang geslikt worden, terwijl de patiënt geen psychoseverschijnselen meer ervaart. Veel patiënten kunnen na een behandeling af met een lage dosis antipsychotica, sommigen zelfs zonder. Sommige patiënten zijn van mening dat hem/haar niets mankeert; het is de rest van de wereld die raar doet. Zodra de medicatie gestopt wordt komt bij sommigen de psychose terug, en meestal heviger.

Daarentegen voelen anderen juist de psychose lang van tevoren aankomen. Zij hebben al eerder een psychose gehad en herkennen de symptomen. Een volgende psychose kan eenvoudig voorkomen worden door op zo’n moment een lage dosering antipsychoticum te nemen.

Een psychose is schadelijk voor de hersenen, het kan wel een half jaar duren voor de persoon weer een boek kan lezen. Tijdige behandeling kan langdurig ziekteverzuim voorkomen of mensen behouden voor de arbeidsmarkt.

Men zou mensen die gevoelig zijn voor psychosen kunnen vergelijken met diabetici. Bij suikerziekte wacht men ook niet net zolang tot iemand bewusteloos in het ziekenhuis ligt, om pas daarna insuline toe te dienen. Zo zou men antipsychotica ook kunnen zien: er is een teveel van een stofje (dopamine, een neurotransmitter) in de hersenen; het is dan nodig om een medicijn in te nemen.

Psychotische stoornissen

In het psychiatrisch handboek DSM-IV worden de volgende psychotische stoornissen onderscheiden:

Benaming

De naam psychose werd in 1841 in gebruik genomen door de Duitse arts Carl Friedrich Canstatt en in 1845 opnieuw door de Oostenrijkse psychiater Ernst von Feuchtersleben. Jarenlang stond het voor ’krankzinnig’ (in het algemeen).

De naam psychose wordt ook algemener gebruikt voor een abnormale gemoedstoestand van één of meerdere personen (bijvoorbeeld: een menigte of volk), zoals een angstpsychose.

Bronvermelding

rel=nofollow