Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Bipolaire stoornis
Een bipolaire stoornis is een stoornis die wordt gekenmerkt door wisselende stemmingen, dan weer manisch of hypomaan, dan weer depressief. De manische periode is het tegenovergestelde ofwel de tegenpool van een depressieve periode, vandaar de term bipolair.
De stemmingswisselingen kunnen af en toe optreden, met periodes van een normale stemming tussendoor, maar ook snel achter elkaar. Snelle en wisselende op elkaar volgende vormen van stemmingen heet "rapid cycling". Ook gemengde episodes komen soms voor.
Deze stoornis openbaart zich vaak voor het eerst tussen de 15- en 25-jarige leeftijd.
In het verleden sprak men van een "manisch-depressieve stoornis (MDS)", een stigmatiserende term van de Duitse psychiater Emil Kraepelin. De term bipolair werd in 1953 voor het eerste gebruikt door Karl Kleist. Deze term benadrukt de tweepoligheid van de ziekte: van tijd tot tijd extreem uitgelaten of juist extreem neerslachtig.
Soorten
In het DSM-IV worden drie vormen van bipolaire stoornis onderscheiden:
- Bipolaire stoornis I: er treedt minimaal één manische of gemengde episode op, maar er kunnen ook hypomane of depressieve perioden optreden. Deze vorm komt het dichtst in de buurt van wat men vroeger "manisch-depressief" noemde.
- Bipolaire stoornis II: er is minimaal één episode van hypomanie en minimaal één depressieve episode. Er is geen manische of gemengde episode opgetreden.
- Cyclothyme stoornis: er treedt een reeks hypomane episoden op, onderbroken door episoden van lichtere depressie en uitputting.
Verder wordt in het handboek ook nog melding gemaakt van een restgroep: bipolaire stoornis niet anderszins omschreven. Hieronder vallen stoornissen die wel kenmerken van een bipolaire stoornis hebben, maar niet onder de bovenstaande ziektebeelden vallen.
Het is een blijvende (levenslang durende) geestelijke aandoening, vaak met terugkerende episoden die ernstig van aard kunnen zijn. Het vereist daarom een actieve behandeling. De stemmingswisselingen kunnen normale relaties bemoeilijken en kunnen ook van invloed zijn op alle overige aspecten van het leven.
Oorzaken
De oorzaak van een bipolaire stoornis is waarschijnlijk een samenhang van verschillende factoren:
Biochemische factoren
Volgens verschillende onderzoeken naar biochemische factoren in relatie tot een bipolaire stoornis hebben noradrenaline, dopamine en serotonine een belangrijke rol bij deze stemmingsstoornis. Hiervan is een tekort bij een depressieve episode en waarschijnlijk een overvloed bij een manie. Mogelijk is een andere oorzaak een tekort aan vetzuren zoals omega-3 in de kinder- of latere leeftijden. Deze vetzuren staan bekend als DHA vetzuren, EPA. Er zijn conclusies en bevindingen uit onderzoeken waarin omega-3-vetzuren (EPA en DHA) worden toegepast op depressieve patiënten en/ of patiënten met mentale stoornissen zoals ADHD, bipolariteit, schizofrenie en autisme.
Biogenetische factoren
Uit vele onderzoeken blijkt dat de individuele kwetsbaarheid c.q. erfelijkheid een belangrijke factor zou kunnen zijn voor een bipolaire stoornis. De kans op deze stemmingsstoornis is bijvoorbeeld groter wanneer naaste familieleden ook aan de stoornis lijden. De kans dat kinderen van een ouder met de bipolaire stoornis zelf ook lijden aan de bipolaire stoornis is 20%. Als beide ouders de bipolaire stoornis hebben dan is de kans dat kinderen de stoornis ontwikkelen 50%.
Psychoanalytisch
Volgens theorieën zou tijdens de opvoeding van een kind een haat-liefdeverhouding kunnen ontstaan tussen het kind en de moeder/verzorger, wanneer het kind onafhankelijk wordt. De verzorgende zal het kind opdragen te gehoorzamen, ook wanneer dit ten koste gaat van de behoeften en verlangens van het kind. Het kind wil aan de verwachtingen van zijn ouder voldoen, maar tegelijkertijd is hij kwaad over de eisen van zijn ouders. De bipolaire stoornis komt voort uit de verstoorde ik-ontwikkeling waarbij woede zich naar binnen keert (depressie). Door een ‘ontkenning van een innerlijke depressie’ zal er zich een spiegelbeeld manifesteren. De vorming van dit superego is de manie.
Cognitief
Door verstoorde denkprocessen kan men een negatief zelfbeeld ontwikkelen wat bijdraagt aan een depressie. Door de cognitieve disfunctie kan de betrokkene een pessimistisch denkpatroon krijgen en zich bijvoorbeeld waardeloos voelen. Dit kan een depressie veroorzaken of een terugval en de duur bevorderen.
Leertheoretisch
Door echt en vermeend falen, kunnen mensen er van overtuigd raken dat alles in het leven bij hen mislukt en dat zij geen grip meer hebben op het leven. Dit kan een factor zijn bij de ontwikkeling van een depressie. Er wordt dan gesproken over een ‘aangeleerde hulpeloosheid’.
Object- verliestheoretisch
Dit is een theorie die gaat over een onderbroken hechtingsproces tijdens de eerste 6 maanden van het leven. Na het verlaten of het scheiden met een belangrijk persoon in deze levensfase, gaat het kind zich terugtrekken van anderen.
Verdere mogelijke oorzaken
A.L. Querido (psychiater) schrijft over de verschillen tussen psychische factoren en psychosociale factoren. Het grootste verschil is dat bij psychosociale factoren gedacht moet worden aan omgevingsfactoren. Positieve of negatieve gebeurtenissen, zoals echtscheiding of promotie, kunnen zeer veel stress met zich meebrengen. Te veel stress voor iemand die daar gevoelig voor is kan bijdragen aan een depressie of manie. Daarnaast is steun van de sociale omgeving ook een belangrijke factor. Het is wetenschappelijk bewezen dat iemand beter in een groep of netwerk functioneert dan dat bijvoorbeeld iemand niet geaccepteerd wordt in een groep. Bij psychische factoren gaat het over levensgebeurtenissen die in het verleden zijn gebeurd en niet (goed) verwerkt zijn. Naast het feit dat de kans vergroot wordt op een depressie na een traumatische gebeurtenis, speelt juist het (verkeerd) verwerken hiervan een grote rol bij het ontwikkelen van een manie of depressie, omdat trauma kan leiden tot het blokkeren van de pijnlijke gevoelens.
Behandeling
Behandeling richt zich op lange termijn op het voorkomen van manische en depressieve episoden. Hierbij wordt vaak een combinatie van medicatie, voorlichting en soms psychotherapie toegepast.
Als medicatie voor het voorkomen van episoden worden stemmingsstabiliserende middelen gebruikt. Lithium is het meest gebruikte middel. Daarnaast bestaan ook de middelen valproaat, Aripiprazol en carbamazepine.
Voor de behandeling van manieën worden als medicijnen antipsychotica gebruikt. Voor de behandeling van depressies worden antidepressiva terughoudend gebruikt, want hierbij bestaat het risico dat deze middelen een manie uitlokken. Naast deze middelen worden ook angstdempende en rustgevende middelen gebruikt.