Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Overheid: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
k (recat) |
||
Regel 23: | Regel 23: | ||
[[Categorie:Overheid| ]] | [[Categorie:Overheid| ]] | ||
[[Categorie: | [[Categorie:Mens en Maatschappij]] | ||
Versie van 15 jun 2009 18:05
De overheid is het hoogste gezag op een bepaald territorium of grondgebied (= soeverein gezag). Zo spreekt men van nationale ("landelijke" in Nederland - "federale" in België), provinciale, gemeentelijke of gewestelijke overheid.
Soms slaat overheid niet op een territoriaal gezag, maar op inhoudelijke autoriteit, bijv. kerkelijke overheid of militaire overheid.
Nederland
Nederland heeft een parlementaire democratie. Daarin heeft de volksvertegenwoordiging, het parlement, het laatste woord. Verder bestaat de overheid uit een regering met een staatshoofd. Dat is in Nederland de koning of de koningin. Ook de gekozen volksvertegenwoordigers in de provincie (de Provinciale Staten) en bestuurders van de provincie (Gedeputeerden en Commissaris van de Koningin) zijn onderdeel van de overheid. Net zoals de volksvertegenwoordigers in de gemeenten (gemeenteraden) en de gemeentebestuurders (wethouders en burgemeester) bij de overheid horen. Tenslotte bestaat er in Nederland nog een vierde overheidslaag: de waterschappen. Het waterschap - ook met gekozen bestuurders en vertegenwoordiging - was de eerste Nederlandse vorm van overheid. Dat wordt verklaard door het feit dat het grootste deel van Nederland door wassend water werd (en wordt) bedreigd en dat dit de toenmalige bewoners noodzaakte om zich te organiseren.
Bij de overheid werken tienduizenden ambtenaren. Sommigen bereiden beleid en wetgeving voor, en anderen voeren het beleid uit (politiemensen, militairen, leraren in het openbare onderwijs).
De Grondwet regelt in grote lijnen hoe de overheid eruit ziet. De grondwet regelt ook welke rechten burgers hebben tegenover die overheid en welke plichten de overheid heeft tegenover de burgers.
De manier waarop de overheid met haar burgers om behoort te gaan wordt geregeld in de Algemene wet bestuursrecht. Voor de beslissingen die overheidsorganen nemen is in die wet verwoord hoe dergelijke beslissingen tot stand komen en op welke manier een burger daarbij betrokken wordt en of zich tegen de beslissing kan verweren.
De Algemene wet bestuursrecht is echter niet dekkend voor de moraliteit die de overheid erop na zou moetenhouden ten aanzien van haar burgers en samenleving. Hiervoor is de waardencatalogus in het leven geroepen. Van burgers voor de overheid.
België
De federale regering leidt het centraal bestuur van België. De grondwetsherzieningen van de voorbije kwarteeuw hebben haar heel wat bevoegdheden doen afstaan aan de nieuwe deelstaten van het land. Maar ze is nog steeds bevoegd voor het buitenlands en Europees beleid, defensie, justitie en politie, volksgezondheid, de sociale zekerheid, de belastingen, het macro-economisch beleid en de tewerkstelling, het wetenschapsbeleid, de mobiliteit, de telecommunicatie.
De federale regering telt maximaal 15 ministers. Samen vormen ze de ministerraad waarvan de eerste minister de eerste onder zijn gelijken is. Ministers en eerste minister worden benoemd door de koning(in) en zijn doorgaans vier jaar in functie. Zij moeten verantwoording afleggen aan het Federaal Parlement, dat bestaat uit de Kamer en de Senaat. Zij hebben een eigen kabinet (al is het de bedoeling dat die zullen verdwijnen) en werken samen met de administratie die overeenstemt met hun bevoegdheden. Ministers en regering overleggen ook met de deelstaatregeringen, met politieke partijen, met werkgevers en werknemers, met de media, met allerlei sociale organisaties, met de steden en de gemeenten, het leger, de universiteiten, de overheidsbedrijven enz.