Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag is het gezag met speciale bevoegdheden, het gezag waaraan men bijvoorbeeld bepaalde vrijheden heeft overgedragen in ruil voor bescherming of mentorschap. De term wordt doorgaans gereserveerd voor het gezag van controlerende instanties van de overheid en schoolbesturen.
In Nederland heeft de overheid een aantal organen aangewezen als instanties met een controlerende functie.
De overheidsinstanties zijn:
- het Rijk,
- de provincies,
- de gemeentes,
- de waterschappen.
Een voorbeeld van extern bevoegd gezag is:
- de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR), een milieudienst van Zuid-Holland.
Gezag
Gezag is een beladen term. Het zou bijvoorbeeld autoritair zijn, geen tegenspraak dulden. Opgroeiende kinderen zetten zich af tegen het ouderlijk gezag. Al in de 19e eeuw schreef de dichter P.A. de Génestet hierover het gedicht Autoriteits–ongeloof, opgenomen in de bundel Dichtwerken uit 1869:[1]
- Gelooven op gezag –
- Dat mag
- Niet meer in onze dagen!
- Maar ach,
- 't schijnt, niet–gelooven op gezag
- Komt nu aan de orde van den dag,
- Bij zeker slag;
- Is 't beter? wou ik vragen.