Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Onderwijzer

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een onderwijzer of onderwijzeres is een persoon die kennis en technische bekwaamheid overdraagt aan leerlingen. In engere zin geeft een onderwijzer in het basisonderwijs (vroeger lagere school) les, en een leraar of docent in het voortgezet onderwijs. De algemene term is leerkracht.

Verder wordt bijvoorbeeld in bepaalde sporten over een leraar gesproken, zoals bij kungfu. Ook in bepaalde religies hanteert men de term, zoals in het jodendom.

In het basisonderwijs geeft de leerkracht les in alle vakken.
In het voortgezet of secundair onderwijs geeft de leraar een of enkele vakken, op grond van zijn vakkennis, aangevuld met een pedagogisch diploma dat hem onderwijsbevoegdheid geeft.
Op de universiteit doceren hoogleraren (professoren), universitair hoofddocenten, universitair docenten, en (kortweg) docenten. Universitaire docenten zijn doorgaans gepromoveerd. Promovendi die in dienst zijn van een universiteit geven ook wel les.

Nederland

Om in Nederland leerkracht te worden moet een pedagogische hoger beroepsonderwijs (HBO)-opleiding worden doorlopen, de zogenoemde pedagogische academie voor het basisonderwijs (PABO), of een lerarenopleiding voortgezet onderwijs (LVO) aan een Hogeschool. Zowel PABO als LVO duurt drie of vier jaar en leidt op tot "Bachelor of Education".

In het basisonderwijs spreken de leerlingen de leerkracht vaak aan met "meester" (heel soms "mees") of "juf". De benaming "juf" is hier de afkorting van het woord juffrouw, de vroegere aanspreektitel van een ongetrouwde vrouw. Tot 1957 was het verboden voor een getrouwde vrouw om als ambtenaar (waaronder ook als onderwijzeres) werkzaam te zijn, waardoor een lesgevende dame op een school altijd een "juf" was. Naast "meester" en "juf" wordt het onderwijzend personeel op basisscholen ook wel met "meneer" of "mevrouw" aangesproken. De leerkracht basisonderwijs is opgeleid om meerdere vakken te doceren.

Op Aruba wordt de mannelijke onderwijzer "meneer" genoemd en de vrouwelijke onderwijzer wordt "juffrouw, juf of juffie" genoemd. Sommige leerlingen noemen de vrouwelijke onderwijzer een "jufferd".

In het middelbaar onderwijs zijn er twee graden bevoegdheden van een leerkracht:

  1. Een leerkracht met eerstegraads bevoegdheid kan alle klassen van het voortgezet onderwijs of het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie lesgeven.
  2. Een leerkracht met de tweedegraad bevoegdheid kan lesgeven in het vmbo onderwijs en de onderbouw (klas 1 tot en met 3) van het havo en vwo en aan cursisten in het beroepsonderwijs en de volwassenen educatie.

De eerstegraads bevoegdheid is te halen via een universitaire lerarenopleiding (ULO) of bij een (HBO) lerarenopleiding nadat de tweedegraads bevoegdheid behaald is.

Vlaanderen

In Vlaanderen wordt men onderwijzer(es) in het lager onderwijs na een driejarige opleiding "Bachelor in onderwijs: lager onderwijs". Om aan deze opleiding te beginnen, moet men in het bezit zijn van het diploma secundair onderwijs. De vroegere onderwijsopleiding ("normaalschool") werd bij de schaalvergroting in het hoger onderwijs ondergebracht bij de grotere hogescholen.
Onderwijzer is de aanduiding voor een leraar op een basisschool of lagere school. De onderwijzer wordt door de leerlingen over het algemeen meester of juf(frouw) genoemd. De leiding van een basisschool is in handen van de hoofdonderwijzer, nu meestal aangesproken met de titel directeur.

De lesgevers in het secundair onderwijs zijn leraren (of leraressen). Over het algemeen worden ze aangesproken met "meneer" of "mevrouw". Je kan leraar worden na een driejarige opleiding "Bachelor in onderwijs: secundair onderwijs". Men kan ook les geven indien men bovenop een opleiding (Bachelor, Master of secundair onderwijs met nuttige ervaring) een "bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB)" behaalt. Dit kan onder andere door het volgen van een GPB-opleiding (getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)

In Vlaanderen is de titel docent voorbehouden voor hoger onderwijs, vergelijkbaar met universitair docent in Nederland, het is de laagste graad van het zelfstandig academisch personeel (Z.A.P.). Dit omvat enerzijds de universiteiten en anderzijds de hogescholen. Een docent moet dus houder zijn van de graad van doctor. Hij of zij kan later benoemd worden tot (achtereenvolgens) hoofddocent, hoogleraar en gewoon hoogleraar.

Tijdsbesteding

Bij een docent is niet meer te spreken van een 36- of 40-urige werkweek. Bij een aanstelling van 1,0 FTE heeft de docent een normjaartaak van 1659 uur. Deze normjaartaak levert verdeeld over 40 werkweken een werktijd van 41,5 uur per week op. Globaal is de verdeling als volgt:

  • 930 contacturen (daadwerkelijk voor de klas staan)
  • 314 groepsgebonden taken (lesvoorbereiding, nakijken, spreekuur)
  • 249 uur niet-groepsgebonden taken (MR, OR, vergaderingen enz.)
  • 166 deskundigheidsbevordering (Cursus, beursbezoek, vakverdieping)

Buitenland

Nederlandse docenten staan meer voor de klas dan collega's in Vlaanderen en Duitsland.

Basis Onderwijs VO (onderbouw) VO (bovenbouw)
Nederland 930 868 843
Vlaanderen 840 698 833
Duitsland 783 709 695


Bekende onderwijzers

Zie ook

WikiWoordenboek
WikiWoordenboek

Externe links

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
rel=nofollow

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Teaching op Wikimedia Commons.

rel=nofollow