Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Tenzin Namdak: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Tenzin_Namdak&oldid=43508120 Richard Gooi 10 jun 2014)
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
<!--
<!--
[[Image:Tenzin Lopen Namdak.jpg|thumb|Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche, [[Abt (abdij)|Abt]] van een [[Bön]] klooster in [[Nepal]]]] -->
[[Image:Tenzin Lopen Namdak.jpg|thumb|Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche, [[Abt (abdij)|Abt]] van een [[Bön]] klooster in [[Nepal]]]] -->
'''Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche''' (Khyungpo Karu (''khyung po dkar ru'') ([[Kham]], Tibet [[1926]]) is een religieus leider en de meest senior leraar in de [[böntraditie]], vooral in [[dzogchen]], de ma gyud of mother tantra welke hij naar veel Westerse landen heeft verspreid, wordt gezien als grootste expert in bön buiten [[Tibet (gebied)|Tibet]].  
'''Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche''' (Khyungpo Karu (''khyung po dkar ru'') ([[Kham]], Tibet [[1926]]) is een religieus leider en de meest senior leraar in de [[bön]]traditie, vooral in [[dzogchen]], dee ma gyud of moedertantra welke hij naar veel Westerse landen heeft verspreid. Hij wordt gezien als grootste expert in bön buiten [[Tibet (gebied)|Tibet]].  


==Leven en opleiding==
==Leven en opleiding==
Yongdzin Tenzin Namdak ([[Tibetaans]]: ''slob dpon bstan 'dzin rnam dag'') ging op 7-jarige leeftijd naar het Tengchen klooster en later in 1941 naar het [[Yungdrung Ling]] klooster waar hij hielp met een serie van [[muurschilderingen]]. In 1944 begon zijn [[bedevaart]] naar Solu-Khombu, [[Pokhara (stad)|Pokhara]], [[Mustang (district)|Mustang]] en [[Kathmandu (stad)|Kathmandu]] in [[Nepal]].
Yongdzin Tenzin Namdak ([[Tibetaans]], [[Wylie]]-transliteratie: ''slob dpon bstan 'dzin rnam dag'') ging op zevenarige leeftijd naar het Tengchen klooster en later in 1941 naar het [[Yungdrung Ling]] klooster waar hij hielp met een serie van [[muurschilderingen]]. In 1944 begon zijn [[bedevaart]] naar Solu-Khombu, [[Pokhara (stad)|Pokhara]], [[Mustang (district)|Mustang]] en [[Kathmandu (stad)|Kathmandu]] in [[Nepal]].


In 1933 ging hij op negentien jarige leeftijd terug naar Yungdrung Ling voor aanvang van een studie in [[filosofie]] (tsennyi; ''mtshan nyid''). Na 1945 leefde hij in kloosters voor vijf jaar, voornamelijk als een [[kluizenaar]] met zijn leermeester Gangru Rinpoche (sgang ru tshul khrims rgyal mtshan) die hem onderricht gaf in [[poëzie]] (Nyanga;'' snyan ngag''), [[kosmologie]] (dzopu;'' mdzod phug''), [[grammatica]] (da;'' sgra''), monastieke discipline (dulwa;'' 'dul ba'') en de belangrijkste fasen op weg naar [[verlichting (boeddhisme)|verlichting]] (salam;'' sa lam''). In 1950 ging hij naar het meest gerenommeerde onderwijsinstituut van de 200 Bon kloosters, genaamd het [[Menri Klooster]] (''Sman ri'', letterlijk 'de geneeskunde berg') in de [[Tsang]] provincie van centraal Tibet, waar in opdracht van Gangru Rinpoche hij zijn studie begon. In 1953 werd hij daar op 27 jarige leeftijd gekozen voor de functie van [[Lopön]] (hoofdleraar) en ontving hij de graad van [[Geshe]] (''dge bshes'').
In 1933 ging hij op negentienjarige leeftijd terug naar Yungdrung Ling voor een studie in oosterse [[filosofie]] (tsennyi; ''mtshan nyid''). Na 1945 leefde hij vijf jaar in kloosters, voornamelijk als een [[kluizenaar]] met zijn leermeester Gangru Rinpoche ''(sgang ru tshul khrims rgyal mtshan)' die hem onderricht gaf in [[poëzie]] (Nyanga;'' snyan ngag''), [[kosmologie]] (dzopu;'' mdzod phug''), [[grammatica]] (da;'' sgra''), monastieke discipline (dulwa;'' 'dul ba'') en de belangrijkste fasen op weg naar [[verlichting (boeddhisme)|verlichting]] (salam;'' sa lam''). In 1950 ging hij naar het meest gerenommeerde onderwijsinstituut van de 200 bönkloosters, genaamd het [[Menri Klooster]] (''Sman ri'', letterlijk 'de geneeskunde berg') in de [[Tsang]] provincie van centraal Tibet, waar hij in opdracht van Gangru Rinpoche zijn studie begon. In 1953 werd hij daar op zevenentwintigjarige leeftijd gekozen voor de functie van [[Lopön]] (hoofdleraar) en ontving hij de graad van [[Geshe]] (''dge bshes'').


== Hoogleraarschap aan Menri Klooster, retraite in Sezhig Klooster ==
== Hoogleraarschap aan Menri Klooster, retraite in Sezhig Klooster ==
Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche werd in 1953 hoogleraar ('' slob dpon'') in het Menri klooster. Als gevolg van toenemende conflicten tussen de inheemse Tibetanen en de oprukkende Chinese communisten vertrok hij naar de Sezhig klooster op de Dangra Lake in noordelijk Tsang waar hij in spirituele retraite bleef tot 1960.
Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche werd in 1953 hoogleraar ('' slob dpon'') in het Menri-klooster. Als gevolg van toenemende conflicten tussen de inheemse Tibetanen en de oprukkende Chinese communisten vertrok hij naar de Sezhig-klooster op de Dangra Lake in noordelijk Tsang waar hij in spirituele retraite bleef tot 1960.


==Gevangenschap door de Chinezen en ontsnapping naar Nepal==
==Gevangenschap door de Chinezen en ontsnapping naar Nepal==
Nadat op 10 maart 1959 in [[Lhasa]] de [[Opstand in Tibet (1959)|opstand in Tiibet]] begon zochten veel hoogwaardige lama's uit Tibet inclusief de huidige [[Dalai Lama]] and the [[Gyalwa Karmapa]] hun toevlucht tot [[India]] en [[Nepal]]. Tijdens deze [[Tibetaanse diaspora|Tibetaanse uittocht]] ondernam Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche de reis naar India in 1960 maar werd neergeschoten, raakte gewond en werd gearresteerd door Chinese soldaten en gevangen gehouden voor tien maanden. Hij ontvluchtte via [[Mustang (district)|Mustang]] naar het veilige Nepal.
Nadat op 10 maart 1959 in [[Lhasa]] de [[Opstand in Tibet (1959)|opstand in Tiibet]] begon zochten veel hoogwaardige lama's uit Tibet inclusief de huidige [[Dalai Lama]] en de [[Gyalwa Karmapa]] hun toevlucht tot [[India]] en [[Nepal]]. Tijdens deze [[Tibetaanse diaspora|Tibetaanse uittocht]] ondernam Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche de reis naar India in 1960 maar werd neergeschoten, raakte gewond en werd gearresteerd door Chinese soldaten en tien maanden gevangen gehouden. Hij ontvluchtte via [[Mustang (district)|Mustang]] naar het veilige Nepal.


==Samenwerking met David Snellgrove en Helmut Hoffmann==
==Samenwerking met David Snellgrove en Helmut Hoffmann==
Tijdens zijn verblijf in Kathmandu in 1961 werd Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche uitgenodigd om naar Londen te komen, (samen met [[Samten Gyaltsen Karmay]] en Lungtok Tenpei Nyima, de huidige [[Menri Trizen]] van de Bön) door zijn collega de Britse [[tibetoloog]] [[David Snellgrove]] via een [[Rockefeller Foundation]] subsidie als bezoekende student aan de School van Oosterse en Afrikaanse Studies. Hij verbleef gedurende die periode bij de [[Universiteit van Cambridge]]. De samenwerking met David Snellgrove resulteerde in de publicatie van 'De Negen manieren van Bön' met daarin vertaalde uittreksels uit het zeer gewaardeerde 'Ziji' (''gzi brjid'') bestaande uit: een uitgebreid biografie van de Bön-Boeddha [[Tonpa Shenrab]]. Dit gezamenlijke werk was de eerste wetenschappelijke studie naar de Yungdrung Bön traditie die werd uitgevoerd in het Westen. Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche verbleef in Engeland voor drie jaar tot 1964. In 1969 maakte hij een tweede bezoek aan Europa op uitnodiging van professor Helmut Hoffmann waar hij bezoekende student werd aan de universiteit van München terwijl hij meewerkte aan het tot stand komen van het 'Woordenboek van het Geschreven Tibetaans'.
Tijdens zijn verblijf in Kathmandoe in 1961 werd Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche uitgenodigd om naar Londen te komen, (samen met [[Samten Gyaltsen Karmay]] en Lungtok Tenpei Nyima, de huidige [[Menri Trizen]] van de bön) door zijn collega de Britse [[tibetoloog]] [[David Snellgrove]] via een subsidie van de [[Rockefeller Foundation]] als bezoekende student aan de School van Oosterse en Afrikaanse Studies. Hij verbleef gedurende die periode bij de [[Universiteit van Cambridge]]. De samenwerking met David Snellgrove resulteerde in de publicatie van ''De negen manieren van bön'' met daarin vertaalde uittreksels uit het zeer gewaardeerde 'Ziji' (''gzi brjid'') bestaande uit: een uitgebreide biografie van de [[Tonpa Shenrab]], die in de VN als de Boeddha wordt beschouwd. Dit gezamenlijke werk was de eerste wetenschappelijke studie naar de yungdrung bön-traditie die werd uitgevoerd in het Westen. Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche verbleef drie jaar lang in Engeland tot 1964. In 1969 maakte hij een tweede bezoek aan Europa op uitnodiging van professor Helmut Hoffmann waar hij bezoekende student werd aan de universiteit van München terwijl hij meewerkte aan het tot stand komen van het ''Woordenboek van het Geschreven Tibetaans''.


== Het bouwen van de Tibetaanse Bönpo Foundation in Dolanji ==
== Het bouwen van de Tibetaanse Bönpo Foundation in Dolanji ==
Arts Khepa die werkte als maatschappelijk werker in 'Dorthang' Bon gemeenschap in Nepal, was naar India gegaan en keek uit naar elke Bonpo gemeenschap om te helpen. Op een of andere manier kreeg hij te horen over de kleine Bonpo gemeenschap en besloot om die Bon gemeenschap zijn blijvende steun te geven. Op het moment dat hij daar aankwam was het hoofd van het Menri klooster, zijn heiligheid Menri Trizin net overleden en was de volgende opvolger nog niet was aangesteld. Dus op dat moment moest er een waarnemend hoofd worden benoemd waarvoor de organisatie 'Bod Kyi Bonpo Tsokpa' werd opgericht werd door de leden van de groep als bestuurders aangesteld Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche en dr. Khepa. Hierna zorgde dr. Khepa via een katholieke hulporganisatie voor een donatie bedoeld om een stuk grond te kopen waar de bönpos een kleine Bon gemeenschap kon beginnen. Na het bekijken van veel plaatsen werd Dolanji uitgekozen. Maar de Bonpo gemeenschap werd verhinderd tot de aankoop van het stuk grond door bepaalde wettelijke belemmeringen. Tenslotte hielp Gungthang Tsultrim de Bonpo gemeenschap om het land geregistreerd te krijgen door het opnemen in de organisatie genaamd 'Tsokpa Chuksum', waarin ook andere nederzettingen geregistreerd waren zoals de Bir nederzetting in Himachal en [[Clement Town]] in [[Dehradun (district)|Dehradhun]] etc. en sindsdien dus ook het uitgekozen stuk grond Dolanji, in de buurt van [[Solan (district)|Solan]] in [[Himachal Pradesh]].
Arts Khepa die werkte als maatschappelijk werker in 'Dorthang' bönpogemeenschap in Nepal, was naar India gegaan en keek uit naar de Tibetaansee bönpogemeenschap om te helpen. Op een of andere manier kreeg hij te horen over de kleine böngemeenschap en besloot om die böngemeenschap zijn blijvende steun te geven. Op het moment dat hij daar aankwam was het hoofd van het Menri klooster, zijn heiligheid Menri Trizin net overleden en was de volgende opvolger nog niet was aangesteld. Dus op dat moment moest er een waarnemend hoofd worden benoemd waarvoor de organisatie 'Bod Kyi Bônpo Tsokpa' werd opgericht werd door de leden van de groep als bestuurders aangesteld Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche en dr. Khepa. Hierna zorgde dr. Khepa via een katholieke hulporganisatie voor een donatie bedoeld om een stuk grond te kopen waar de bönpos een kleine Bon gemeenschap kon beginnen. Na het bekijken van veel plaatsen werd Dolanji uitgekozen. Maar de Bonpo gemeenschap werd verhinderd tot de aankoop van het stuk grond door bepaalde wettelijke belemmeringen. Tenslotte hielp Gungthang Tsultrim de Bonpo gemeenschap om het land geregistreerd te krijgen door het opnemen in de organisatie genaamd 'Tsokpa Chuksum', waarin ook andere nederzettingen geregistreerd waren zoals de Bir nederzetting in Himachal en [[Clement Town]] in [[Dehradun (district)|Dehradhun]] etc. en sindsdien dus ook het uitgekozen stuk grond Dolanji, in de buurt van [[Solan (district)|Solan]] in [[Himachal Pradesh]].


In 1967 werd de nederzetting officieel opgericht en geregistreerd bij de Indiase regering onder de naam van de Tibetaanse Bönpo Foundation. Ongeveer zeventig families werden overgebracht en kregen ieder een huis en een klein stukje land, de grootte afhankelijk van het aantal personen in het gezin in kwestie. De Tibetaanse Bönpo Stichting bezat een eigen grondwet en administratie, met de abt van Menri als president. De nieuwe nederzetting op Dolanji werd genoemd Thobgyal Sarpa (''thob rgyal gsar pa'') na het dorp Thobgyal in [[Tsang]] gelegen in de buurt van het Menri Klooster. Het merendeel van de Tibetanen in de nieuwe nederzetting kwam van de berg [[Kailash]] regio en [[U-Tsang|Upper Tsang]] in het westen, en van Hor, [[Kongpo]], [[Derge (arrondissement)|Derge]], [[Amdo (arrondissement)|Amdo]] en Gyarung in het oosten van Tibet.
In 1967 werd de nederzetting officieel opgericht en geregistreerd bij de Indiase regering onder de naam van de Tibetaanse Bönpo Foundation. Ongeveer zeventig families werden overgebracht en kregen ieder een huis en een klein stukje land, de grootte afhankelijk van het aantal personen in het gezin in kwestie. De Tibetaanse Bönpo Stichting bezat een eigen grondwet en administratie, met de abt van Menri als president. De nieuwe nederzetting op Dolanji werd genoemd Thobgyal Sarpa (''thob rgyal gsar pa'') na het dorp Thobgyal in [[Tsang]] gelegen in de buurt van het Menri-Klooster. Het merendeel van de Tibetanen in de nieuwe nederzetting kwam van de berg [[Kailash]] regio en [[U-Tsang|Upper Tsang]] in het westen, en van Hor, [[Kongpo]], [[Derge (arrondissement)|Derge]], [[Amdo (arrondissement)|Amdo]] en Gyarung in het oosten van Tibet.


Na de dood van de abt van Menri in 1963, werd de abt van Yungdrung Ling, Sherab Lodrö het geestelijk hoofd van de [[Bonpo | Bönpo]] gemeenschap in ballingschap. Sherab Lodrö kwam naar Dolanji met een stoet monniken die een nieuwe kloostergemeenschap oprichtte. Een intieme gebedskapel en een paar kleine huizen werden gebouwd. In 1969 werd door het lot als de opvolger van de abt van Menri gekozen Lungtog Tenpai Nyima Rinpoche (''lung rtogs bstan pa'i nyi ma rin po che''), die werd geïnstalleerd als de drieëndertigste abt van Menri.   
Na de dood van de abt van Menri in 1963, werd de abt van Yungdrung Ling, Sherab Lodrö het geestelijk hoofd van de [[Bonpo | Bönpo]] gemeenschap in ballingschap. Sherab Lodrö kwam naar Dolanji met een stoet monniken die een nieuwe kloostergemeenschap oprichtte. Een intieme gebedskapel en een paar kleine huizen werden gebouwd. In 1969 werd door het lot als de opvolger van de abt van Menri gekozen Lungtog Tenpai Nyima Rinpoche (''lung rtogs bstan pa'i nyi ma rin po che''), die werd geïnstalleerd als de drieëndertigste abt van Menri.   
Regel 29: Regel 29:


== Het stichten van een nieuwe Lama college en Bönpo klooster ==
== Het stichten van een nieuwe Lama college en Bönpo klooster ==
Toen Sangye Tenzin stierf in 1968, werd Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche aangewezen als volledige verantwoordelijke voor de opvoeding van de jongere generatie van monniken. In 1978 waren er genoeg Bönpo teksten gepubliceerd om er klassen omheen te organiseren in een curriculum. Dus werd er een [[lama (geestelijke)|lama]]'s [[college (universiteit)|college]] (shedrup; ''bshad sgrub'') opgericht in 1978 onder leiding van Lopon Rinpoche, die als een van de twee hoogleraren lesgaf in het college. De officiële naam van het college is Yungdrung Bön Shedrup Lobnyer Dude (''gyung drung bon bshad sgrub slob gnyer 'dud sde'').
Toen Sangye Tenzin stierf in 1968, werd Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche aangewezen als volledige verantwoordelijke voor de opvoeding van de jongere generatie van monniken. In 1978 waren er genoeg Bönpo teksten gepubliceerd om er klassen omheen te organiseren in een curriculum. Dus werd er een [[lama (geestelijke)|lama]]'s [[college (universiteit)|college]] (shedrup; ''bshad sgrub'') opgericht in 1978 onder leiding van Lopön Rinpoche, die als een van de twee hoogleraren lesgaf in het college. De officiële naam van het college is Yungdrung Bön Shedrup Lobnyer Dude (''gyung drung bon bshad sgrub slob gnyer 'dud sde'').


Het doel van het de nieuwe lama school bij Dolanji was het behouden en voortzetten van de filosofische traditie die was ontwikkeld in 'Yeru Wensaka' (''gyas ru dben sa kha''), waar filosofische analyse en [[logica]] werden toegepast bij het begrijpen van 'Do Ngag Semsum'' (''mdo sngags sems gsum''), de leringen van de [[Sūtra|Sutras]], de [[Tantra (geschrift)|Tantras]] en [[Dzogchen]]. In tegenstelling tot de [[Nyingma]]pa tradition ontwikkelde de Bönpos een systeem van logica en [[debat]] die specifiek betrekking hebben op het Dzogchen onderricht. Op het [[Menri]] in Tibet werden alle instructies over [[Tantra (geschrift)|Tantra]] en [[Dzogchen]] overgebracht in privé lessen, uitgezonderd de filosofie lessen waarin de monniken studeerden op het vijf teksten systeem van Dozhung Nga (''mdo gzhung lnga''):
Het doel van het de nieuwe lama school bij Dolanji was het behouden en voortzetten van de filosofische traditie die was ontwikkeld in 'Yeru Wensaka' (''gyas ru dben sa kha''), waar filosofische analyse en [[logica]] werden toegepast bij het begrijpen van 'Do Ngag Semsum'' (''mdo sngags sems gsum''), de leringen van de [[Sūtra|Sutras]], de [[Tantra (geschrift)|Tantras]] en [[Dzogchen]]. In tegenstelling tot de [[Nyingma]]pa tradition ontwikkelde de Bönpos een systeem van logica en [[debat]] die specifiek betrekking hebben op het Dzogchen onderricht. Op het [[Menri]] in Tibet werden alle instructies over [[Tantra (geschrift)|Tantra]] en [[Dzogchen]] overgebracht in privé lessen, uitgezonderd de filosofie lessen waarin de monniken studeerden op het vijf teksten systeem van Dozhung Nga (''mdo gzhung lnga''):

Versie van 17 mrt 2015 12:50

Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche (Khyungpo Karu (khyung po dkar ru) (Kham, Tibet 1926) is een religieus leider en de meest senior leraar in de böntraditie, vooral in dzogchen, dee ma gyud of moedertantra welke hij naar veel Westerse landen heeft verspreid. Hij wordt gezien als grootste expert in bön buiten Tibet.

Leven en opleiding

Yongdzin Tenzin Namdak (Tibetaans, Wylie-transliteratie: slob dpon bstan 'dzin rnam dag) ging op zevenarige leeftijd naar het Tengchen klooster en later in 1941 naar het Yungdrung Ling klooster waar hij hielp met een serie van muurschilderingen. In 1944 begon zijn bedevaart naar Solu-Khombu, Pokhara, Mustang en Kathmandu in Nepal.

In 1933 ging hij op negentienjarige leeftijd terug naar Yungdrung Ling voor een studie in oosterse filosofie (tsennyi; mtshan nyid). Na 1945 leefde hij vijf jaar in kloosters, voornamelijk als een kluizenaar met zijn leermeester Gangru Rinpoche (sgang ru tshul khrims rgyal mtshan)' die hem onderricht gaf in poëzie (Nyanga; snyan ngag), kosmologie (dzopu; mdzod phug), grammatica (da; sgra), monastieke discipline (dulwa; 'dul ba) en de belangrijkste fasen op weg naar verlichting (salam; sa lam). In 1950 ging hij naar het meest gerenommeerde onderwijsinstituut van de 200 bönkloosters, genaamd het Menri Klooster (Sman ri, letterlijk 'de geneeskunde berg') in de Tsang provincie van centraal Tibet, waar hij in opdracht van Gangru Rinpoche zijn studie begon. In 1953 werd hij daar op zevenentwintigjarige leeftijd gekozen voor de functie van Lopön (hoofdleraar) en ontving hij de graad van Geshe (dge bshes).

Hoogleraarschap aan Menri Klooster, retraite in Sezhig Klooster

Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche werd in 1953 hoogleraar ( slob dpon) in het Menri-klooster. Als gevolg van toenemende conflicten tussen de inheemse Tibetanen en de oprukkende Chinese communisten vertrok hij naar de Sezhig-klooster op de Dangra Lake in noordelijk Tsang waar hij in spirituele retraite bleef tot 1960.

Gevangenschap door de Chinezen en ontsnapping naar Nepal

Nadat op 10 maart 1959 in Lhasa de opstand in Tiibet begon zochten veel hoogwaardige lama's uit Tibet inclusief de huidige Dalai Lama en de Gyalwa Karmapa hun toevlucht tot India en Nepal. Tijdens deze Tibetaanse uittocht ondernam Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche de reis naar India in 1960 maar werd neergeschoten, raakte gewond en werd gearresteerd door Chinese soldaten en tien maanden gevangen gehouden. Hij ontvluchtte via Mustang naar het veilige Nepal.

Samenwerking met David Snellgrove en Helmut Hoffmann

Tijdens zijn verblijf in Kathmandoe in 1961 werd Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche uitgenodigd om naar Londen te komen, (samen met Samten Gyaltsen Karmay en Lungtok Tenpei Nyima, de huidige Menri Trizen van de bön) door zijn collega de Britse tibetoloog David Snellgrove via een subsidie van de Rockefeller Foundation als bezoekende student aan de School van Oosterse en Afrikaanse Studies. Hij verbleef gedurende die periode bij de Universiteit van Cambridge. De samenwerking met David Snellgrove resulteerde in de publicatie van De negen manieren van bön met daarin vertaalde uittreksels uit het zeer gewaardeerde 'Ziji' (gzi brjid) bestaande uit: een uitgebreide biografie van de Tonpa Shenrab, die in de VN als de Boeddha wordt beschouwd. Dit gezamenlijke werk was de eerste wetenschappelijke studie naar de yungdrung bön-traditie die werd uitgevoerd in het Westen. Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche verbleef drie jaar lang in Engeland tot 1964. In 1969 maakte hij een tweede bezoek aan Europa op uitnodiging van professor Helmut Hoffmann waar hij bezoekende student werd aan de universiteit van München terwijl hij meewerkte aan het tot stand komen van het Woordenboek van het Geschreven Tibetaans.

Het bouwen van de Tibetaanse Bönpo Foundation in Dolanji

Arts Khepa die werkte als maatschappelijk werker in 'Dorthang' bönpogemeenschap in Nepal, was naar India gegaan en keek uit naar de Tibetaansee bönpogemeenschap om te helpen. Op een of andere manier kreeg hij te horen over de kleine böngemeenschap en besloot om die böngemeenschap zijn blijvende steun te geven. Op het moment dat hij daar aankwam was het hoofd van het Menri klooster, zijn heiligheid Menri Trizin net overleden en was de volgende opvolger nog niet was aangesteld. Dus op dat moment moest er een waarnemend hoofd worden benoemd waarvoor de organisatie 'Bod Kyi Bônpo Tsokpa' werd opgericht werd door de leden van de groep als bestuurders aangesteld Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche en dr. Khepa. Hierna zorgde dr. Khepa via een katholieke hulporganisatie voor een donatie bedoeld om een stuk grond te kopen waar de bönpos een kleine Bon gemeenschap kon beginnen. Na het bekijken van veel plaatsen werd Dolanji uitgekozen. Maar de Bonpo gemeenschap werd verhinderd tot de aankoop van het stuk grond door bepaalde wettelijke belemmeringen. Tenslotte hielp Gungthang Tsultrim de Bonpo gemeenschap om het land geregistreerd te krijgen door het opnemen in de organisatie genaamd 'Tsokpa Chuksum', waarin ook andere nederzettingen geregistreerd waren zoals de Bir nederzetting in Himachal en Clement Town in Dehradhun etc. en sindsdien dus ook het uitgekozen stuk grond Dolanji, in de buurt van Solan in Himachal Pradesh.

In 1967 werd de nederzetting officieel opgericht en geregistreerd bij de Indiase regering onder de naam van de Tibetaanse Bönpo Foundation. Ongeveer zeventig families werden overgebracht en kregen ieder een huis en een klein stukje land, de grootte afhankelijk van het aantal personen in het gezin in kwestie. De Tibetaanse Bönpo Stichting bezat een eigen grondwet en administratie, met de abt van Menri als president. De nieuwe nederzetting op Dolanji werd genoemd Thobgyal Sarpa (thob rgyal gsar pa) na het dorp Thobgyal in Tsang gelegen in de buurt van het Menri-Klooster. Het merendeel van de Tibetanen in de nieuwe nederzetting kwam van de berg Kailash regio en Upper Tsang in het westen, en van Hor, Kongpo, Derge, Amdo en Gyarung in het oosten van Tibet.

Na de dood van de abt van Menri in 1963, werd de abt van Yungdrung Ling, Sherab Lodrö het geestelijk hoofd van de Bönpo gemeenschap in ballingschap. Sherab Lodrö kwam naar Dolanji met een stoet monniken die een nieuwe kloostergemeenschap oprichtte. Een intieme gebedskapel en een paar kleine huizen werden gebouwd. In 1969 werd door het lot als de opvolger van de abt van Menri gekozen Lungtog Tenpai Nyima Rinpoche (lung rtogs bstan pa'i nyi ma rin po che), die werd geïnstalleerd als de drieëndertigste abt van Menri.

Na de dood van de abt van Menri werd de abt van Yungdrung Ling, Sangye Tenzin de geestelijke leider van de bönpos in ballingschap. Meer huizen werden opgericht, samen met een bibliotheek en een residentie voor de abt (Labrang; bla brang). Het kloosterleven was gestructureerd rond de verordeningen van de Vinaya (dulwa; 'dul ba). De basis voor de belangrijkste tempel werd ingehuldigd in 1969, voltooid in 1978 en genoemd 'Pal Shentan Menri Ling' (dpal gshen bstan sman ri'i gling). Het gehele complex maakte deel uit van de Tibetaanse Bönpo Foundation.

Van 1970 tot 1979 bleef Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche schrijven in de residentie van de Bönpo Foundation en lesgeven. Tegelijkertijd was hij bezig in New Delhi met het publiceren van een groot aantal belangrijke Bön teksten. Vanaf 1967, toen de eerste monniken naar Dolanji kwamen werden ze onderwezen door Lopon Sangye Tenzin (voormalig hoofd onderwijs meester in Menri) en bijgestaan door Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche, die later zijn opvolger werd.

Het stichten van een nieuwe Lama college en Bönpo klooster

Toen Sangye Tenzin stierf in 1968, werd Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche aangewezen als volledige verantwoordelijke voor de opvoeding van de jongere generatie van monniken. In 1978 waren er genoeg Bönpo teksten gepubliceerd om er klassen omheen te organiseren in een curriculum. Dus werd er een lama's college (shedrup; bshad sgrub) opgericht in 1978 onder leiding van Lopön Rinpoche, die als een van de twee hoogleraren lesgaf in het college. De officiële naam van het college is Yungdrung Bön Shedrup Lobnyer Dude (gyung drung bon bshad sgrub slob gnyer 'dud sde).

Het doel van het de nieuwe lama school bij Dolanji was het behouden en voortzetten van de filosofische traditie die was ontwikkeld in 'Yeru Wensaka' (gyas ru dben sa kha), waar filosofische analyse en logica werden toegepast bij het begrijpen van 'Do Ngag Semsum (mdo sngags sems gsum), de leringen van de Sutras, de Tantras en Dzogchen. In tegenstelling tot de Nyingmapa tradition ontwikkelde de Bönpos een systeem van logica en debat die specifiek betrekking hebben op het Dzogchen onderricht. Op het Menri in Tibet werden alle instructies over Tantra en Dzogchen overgebracht in privé lessen, uitgezonderd de filosofie lessen waarin de monniken studeerden op het vijf teksten systeem van Dozhung Nga (mdo gzhung lnga):

Echter op het nieuw leven ingeblazen Menri in Dolanji studeerde de studenten behalve op het bovengenoemde vijf teksten systeem die betrekking hebben op Sutra ook op Tantra en Dzogchen. Eveneens zat in het curriculum de seculiere wetenschappen 'rignai' (rig gnas), zoals grammatica, poëzie, astrologie, en ga zo maar door. Het college van negen jaar leidde de studenten op tot het niveau van Geshe. De eerste groep jonge monniken studeerden af in 1986.

Een andere Bön klooster en college genaamd Triten Norbutse (khri brtan nor bu rtse) ten westen van Kathmandu in Nepal staat ook onder leiding van Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche. In 2005 richtte hij verder in Frankrijk op de nieuwe bonpo Shenten Dargye Ling.[1] In 2010 wijde hij de stupa in Shenten Dargye Ling in samen met H.H. Lungtok Tenpai Nyima de 33ste abt van Menri en wijde in zelfde jaar ook in de Grote Stoepa in Chamma Ling, Valle de Bravo, Mexico samen met H.H. en vele anderen bonpo leraren en Geshes.

Derde bezoek aan het westen

In 1989 maakte Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche zijn derde bezoek aan het westen, dit keer naar Engeland, America en Italy, op uitnodiging van de Internationale Dzogchen Community van Chögyal Namkai Norbu Rinpoche in die landen. Gedurende de duur van zes maanden presenteerde hij aan geïnteresseerde westerse studenten de Dzogchen leringen volgens de Bontradities van het A-Khrid en de Zhang Zhung Nyengyu (shang zhung snyan rgyud).

Eveneens bezocht hij in 1991 Duitsland, Engeland, Nederland, en Italië. Gedurende zijn bezoeken aan die landen gaf hij lezingen en les over verschillende meditatie systemen en onderwerpen van studie betreffende de Bön traditie. Later dat jaar werd hij uitgenodigd door H.H. de Dalai Lama om de Bön traditie te vertegenwoordigen op het 'Kalachakra Initiation' in New York. Op deze manier verspreide H.E. Yongdzin Lopön Tenzin Namdak Rinpoche de Bön leringen naar veel landen. Zijn huidige residentie is in Kathmandu (Nepal) en Dolanji (India).

Bibliografie

Het verzameld werk van Menri Yongdzin Lopon Tenzin Namdak Rinpoche: deel 1 t/m 13 (Tibetaanse taal)

  • Deel 1: Geschiedenis van de opeenvolgende levens van Boeddha Tonpa Shenrab op basis van de uitgebreide en halflange biografieën.
  • Deel 2: voortzetting van deel 1.
  • Deel 3: Vroege Tibetaanse religie en cultuur, geschiedenis en beoefening van Yundgrung Bön, belangrijke Bönkloosters en heilige plaatsen in Tibet en Nepal.
  • Deel 4: Catalogus van tempels en stoepa's, beschrijving van Tonpa Shenrab's kleding, studie van zijn geboortedatum, lijst van overdrachtsmeesters.
  • Deel 5: De voertuigen van de Bön 1, 2, bouwwijze van standbeelden, stoepa's, tempels, de mandala's van de vier Tantra's, methoden van waarzeggerij.
  • Deel 6: Opstelling in thangkaschilderijen van de yidamgoden van de vier tantrische cycli samen met tekeningen van hun positie en kleuren.
  • Deel 7: voortzetting van Deel 6.
  • Deel 8: Uiteenzetting over logica in eerste twee teksten, verder: Prajna paramita, Shinaypraktijk en geavanceerde Shinay.
  • Deel 9: Serie teksten over Madhyamika.
  • Deel 10: Uitgebreide studie over de stadia van oefenen van de vier Tantracyclus.
  • Deel 11: Vijf teksten met uitleg over Moeder Tantra.
  • Deel 12: Beschrijving en uitleg van rituelen.
  • Deel 13: Zes teksten met instructies over Rdzogs chen.

In het Engels:

  • 197? Dictionary of Written Tibetan samen met Helmut Hoffmann
  • 1980 Nine Ways of Bon: Excerpts from gZi-brjid, samen met David Snellgrove, ISBN 9780877737391
  • 1992 Heart Drops of Dharmakaya: Dzogchen Practice of the Bön Tradition, Snow Lion Publications, ISBN 1559391723
  • 2002 Mandalas of the Bon Religion, Saujanya Publications, ISBN 8186561005
  • 2006 Bonpo Dzogchen Teachings, Vajra Publications, ISBN 9994672053
  • 2006 The Main Dzogchen Practices: From the Oral Transmission of the Great Perfection in Zhang Zhung, ISBN 9994672053
  • 2010 Masters of the Zhang Zhung Nyengyud, Heritage Publishers, ISBN 8170262682
  • 2012 Heart Essence of the Khandro - Experiential Instructions on Bonpo Dzogchen, Heritage Publishers, ISBN 8170262828

Referentie

  • Lopön Tenzin Namdak (2002) Heart Drops of Dharmakaya: Dzogchen Practice of the Bön Tradition. Snow Lion Publications. ISBN 1559391723
  • Bijlage 3: Biografie van Lopön Tenzin Namdak p. 147-153

Q330109 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow