Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Vliegveld: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
k ("hoofdbetekenis") |
||
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 133: | Regel 133: | ||
|- valign=top | |- valign=top | ||
| [[ | | [[Rotterdam]] | ||
| EHRD | | EHRD | ||
| RTM | | RTM | ||
Regel 400: | Regel 400: | ||
* [http://www.vliegveld.org Overzicht van vliegvelden wereldwijd] | * [http://www.vliegveld.org Overzicht van vliegvelden wereldwijd] | ||
{{reflist}} | {{reflist}} | ||
{{ | {{Commonscat|Airports}} | ||
[[Categorie:Vliegveld| ]] | [[Categorie:Vliegveld| ]] |
Huidige versie van 9 dec 2013 om 15:03
Een vliegveld is een terrein met een of meer startbanen waar vliegtuigen kunnen opstijgen en landen.
Een luchthaven (Engels: airport) is een vliegveld dat gebruikt wordt voor de burgerluchtvaart. Een militair vliegveld wordt wel een vliegbasis genoemd en een helikopterlandingsplaats een helihaven. In sommige gevallen worden vliegvelden gebruikt voor zowel de burgerluchtvaart als de militaire luchtvaart. Vaak worden in dit geval de startbanen gedeeld, maar zijn de andere faciliteiten gescheiden. Een voorbeeld van een vliegveld met een gedeelde burgerlijke en militaire functie is Vliegbasis Eindhoven.
Met uitzondering van de kleinste vliegvelden, heeft elk vliegveld een communicatiepunt van waaruit luchtverkeersleiders de uitgaande en binnenkomende vliegbewegingen coördineren. Luchthavens voor passagiersvervoer hebben incheckpunten voor passagiers en bemanning.
Geschiedenis en ontwikkeling
De eerste plaatsen waar vliegtuigen opstegen en landden waren grasvelden. Het vliegtuig kon van elke hoek aan komen vliegen al naar gelang de windrichting. Een kleine verbetering waren dirt-only-velden, die bij droog weer de wrijving van het gras verminderden. Uiteindelijk werden ze vervangen door verharde oppervlakten die landingen bij alle weersomstandigheden overdag en 's nachts mogelijk maakten.
De titel "het oudste vliegveld ter wereld" wordt betwist, maar het College Park Airport in Maryland, US, opgericht in 1909 door Wilbur Wright, wordt meestal gezien als het oudste volledig operationele vliegveld.[1].
Bremen Airport opende in 1913 en wordt nog steeds gebruikt, hoewel het tussen 1945 en 1949 een Amerikaans militair vliegveld was. Amsterdam Airport Schiphol opende op 16 september 1916 als militair vliegveld, maar accepteerde pas algemene luchtvaart vanaf 17 december 1920, wat Sydney Airport in Sydney, Australië — dat begon in januari 1920 — ook een kandidaat maakt.[2] Luchthaven Rome Ciampino, dat in 1916 opende is ook kandidaat, maar is een paar keer gesloten geweest voor non-scheduled verkeer.
Het eerste gebruik van de term "airport" verscheen in een krantenartikel uit 1919, in een referentie naar Bader Field in Atlantic City, New Jersey.[3]
Het groeiende vliegverkeer tijdens de Eerste Wereldoorlog leidde tot de aanleg van vliegvelden. Vliegtuigen moesten deze van bepaalde richtingen aanvliegen wat leidde tot hulpmiddelen om de landingsrichting en de landingshoek te bepalen.
Na de oorlog voegden sommige militaire vliegvelden accommodaties toe om passagiers af te handelen. Een van de eerste was de luchthaven Le Bourget in Le Bourget bij Parijs. Het eerste internationale vliegveld dat opende was Croydon Airport in Zuid-Londen, hoewel er toen al 9 maanden een vliegveld in Hounslow als zodanig had dienstgedaan.[4][5] In 1922 werd het eerste vliegveld uitsluitend voor commerciële luchtvaart geopend in Königsberg in Duitsland. De vliegvelden uit die tijd waren bestraat, wat zowel nachtvluchten als zwaardere toestellen mogelijk maakte.
De eerste verlichting werd aan het einde van de jaren twintig aangebracht; in de jaren dertig begon men het Approach lighting system te gebruiken. Dit gaf de goede richting en daalsnelheid aan. De kleuren en knipperintervallen van de lichten werden standaard onder de International Civil Aviation Organization (ICAO).
Na de Tweede Wereldoorlog werd het vliegveldontwerp ingenieuzer. Passagiersgebouwen werden samen in een cirkel gezet, met landingsbanen in groepen rond de luchthaven.
Luchthavenconstructie groeide sterk in de jaren zestig met het toenemende straalvliegtuigverkeer. Landingsbanen werden tot 3 kilometer lang, gemaakt van beton.
Faciliteiten
Het verschilt per luchthaven hoeveel faciliteiten en mogelijkheden er zijn, zoals het aantal start- en landingsbanen, hangars, vrachtopslagmogelijkheden, bagageafhandelingsfaciliteiten en andere op passagiers en vliegtuigen toegespitste voorzieningen. Tevens zijn er een groot aantal ondersteunende en dienstverlenende afdelingen of nevenbedrijven, zoals voor catering en schoonmaak. Verder valt nog te denken aan toevoer van brandstof, reparaties aan vliegtuigen en vliegtuigonderdelen, brandweer en medische diensten, politiecontrole en -bewaking, faciliteiten voor cabine- en grondpersoneel en alle administratie, management, communicatie en publiciteit.
De grote luchthavens worden in de regel gebruikt voor internationaal verkeer, en hebben naast commerciële activiteiten ook uitgebreide douane- en veiligheidsvoorzieningen. Voor de passagiers zijn er op een luchthaven doorgaans informatiebalies, wachtruimtes, horecagelegenheden, winkels, wisselkantoren en soms zelfs gebedsruimtes. Al deze ruimtes bevinden zich over het algemeen in één groot gebouw, terminal genaamd. Zo'n terminal kan qua functies min of meer met het stationsgebouw van het spoorwegstation vergeleken worden.
Er zijn verscheidene manieren om de passagiers vanuit het terminalgebouw tot het vliegtuig te brengen. Vroeger gebeurde dat meestal per bus. Ook vandaag worden speciale luchthavenbussen gebouwd door verschillende firma's. Dergelijke bussen zijn meestal breed (om de capaciteit te verhogen); soms zelfs te breed om over de openbare weg te rijden. Het aantal zitplaatsen is klein omdat de rit toch vrij kort duurt. Eenmaal bij het vliegtuig aangekomen, stappen passagiers erin via een beweegbare trap, die meestal op een auto gemonteerd is.
Tegenwoordig worden de luchthavenbussen nog weinig gebruikt. De meeste luchthavens beschikken thans over pieren, waaraan de vliegtuigen "aanleggen". Dan stappen de passagiers via een vliegtuigslurf vanuit het terminalgebouw naar het vliegtuig zonder buiten te komen.
Ook sluit een goede luchthaven aan op adequate transportmogelijkheden over land. Vele luchthavens, waaronder die van Brussel, hebben een spoorwegaansluiting. Dan is het treinstation in het terminalgebouw geïntegreerd. Sommige luchthavens zijn met de steden verbonden door middel van ongewone transportsystemen, zoals monorail, people mover, of zelfs magneetzweefbaan.
Kleinere vliegvelden zijn doorgaans alleen geschikt voor kleinere types vliegtuigen, die korte afstanden kunnen afleggen. De faciliteiten zijn navenant minder. Het allerkleinste type vliegveld is de z.g. airstrip, meestal niet meer dan een korte landingsbaan in een verder onbegaanbaar gebied. Deze kleine vliegvelden hebben vaak geen verkeerstoren en vereisen speciale radioprocedures om landend en opstijgend verkeer te coördineren.
Nederland
Zie Lijst van vliegvelden in Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
De vliegvelden in Nederland zijn:
België
De vliegvelden in België zijn:
Zie ook
Externe links
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Airports op Wikimedia Commons.