Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Bestuurlijke indeling van Nederland

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 24 aug 2015 om 22:18 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Bestuurlijke_indeling_van_Nederland&oldid=44689483 Electionworld -11 aug 2015)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Nederlandse Politiek

  GrondwetStatuut
  Nederlandse regering
 Staten-Generaal
 Hoge Raad
 Overige Hoge Colleges van Staat
 Decentrale overheden
 Buitenlands beleid

De bestuurlijke indeling van Nederland bestaat naast het Koninkrijk en het land Nederland uit twee algemene bestuurslagen en uit een bijzondere bestuurslaag:

  • het Koninkrijk
  • de landen, waarbij Nederland kent
    • de provincies
    • de gemeenten en bijzondere gemeenten
    • de waterschappen

Het Koninkrijk

Bestand:Nuvola single chevron right.svgZie Koninkrijk der Nederlanden voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Voor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van de inhoud van het hier vermelde hoofdartikel.
Bestand:Structuur en locatie van het Koninkrijk der Nederlanden.svg
De staatskundige structuur van het Koninkrijk

De staatsinrichting van het koninkrijk wordt geregeld in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. De Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden en de staatsregelingen van de landen zijn juridisch ondergeschikt aan het dit Statuut. De staatsinrichting van Nederland wordt geregeld in de Grondwet voor Nederland, verder zijn er de Staatsregelingen. In de Grondwet vinden tevens de organen van het Koninkrijk die in het Statuut worden genoemd hun regeling, met aanvullingen door het Statuut waar het Koninkrijksaangelegenheden betreft die Aruba, Curaçao en/of Sint Maarten raken. Statuut en Grondwet geven beiden richting aan het staatsbestel van het Koninkrijk als geheel. Het Statuut in Koninkrijksaangelegenheden die de Koninkrijkslanden Aruba, Curaçao en/of Sint Maarten direct raken, de Grondwet in alle andere situaties, behoudens de situaties die geregeld worden door de Staatsregelingen van Aruba, Curaçao en/of Sint Maarten. Het Statuut bepaalt welke organen het Koninkrijk heeft. Genoemd worden onder meer de Kroon, de ministerraad, de Raad van State en de wetgevende macht van het Koninkrijk. Omdat deze allen hun regeling grotendeels in de Grondwet vinden en deze Grondwet die instellingen ook aanwendt voor het bestuur over Nederland is het niet juist om het Koninkrijk als een bondsstaat te kwalificeren. De instellingen van het Koninkrijk zijn (art. 5 van het Statuut) dezelfde instellingen die de Grondwet kent, voorzien van overzeese aanvulling voor de doeleinden van de Koninkrijksaangelegenheden die Aruba, Curaçao en/of Sint Maarten raken. Indien het gaat om Koninkrijksaangelegenheden die Curaçao, Sint Maarten of Aruba niet raken, treedt Nederland in de hoedanigheid van het Koninkrijk der Nederlanden, volgens het bepaalde in de Grondwet, zelfstandig naar binnen en naar buiten op.

Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn gecentraliseerde eenheidsstaten die verder niet bestuurlijk zijn onderverdeeld. Ieder land heeft zijn eigen Staatsregeling, de Staatsregeling van Aruba (1985), de Staatsregeling van Curaçao (2010) en de Staatsregeling van Sint Maarten (2010). Het staatshoofd van ieder van deze land is constitutioneel de Nederlandse Koning die de gouverneur aanwijst om hem te vertegenwoordigen. De gouverneur is aangewezen voor een termijn van zes jaar. De gouverneur op zijn beurt benoemt de ministers. De werkelijke politieke macht ligt bij het parlement en de Raad van Ministers. de parlementen bestaan uit één kamer, de Staten van Aruba, Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten met leden die door de burgers voor vier jaar worden gekozen. De uitvoerende macht ligt bij de Raad van Ministers, die geleid wordt door een minister-president. Gouverneur en Raad van Ministers vormen samen de regering. De volksvertegenwoordiging heeft het recht van amendement, van enquête en van interpellatie. Zij heeft eveneens het recht van initiatief. De landsbegroting dient door haar te worden goedgekeurd.

Het land

Bestand:Nuvola single chevron right.svgZie Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Voor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van de inhoud van het hier vermelde hoofdartikel en van Rijksoverheid.

De regering van Nederland wordt gevormd door de Koning (de koning of koningin, die staatshoofd is) en de ministers. De regering vormt de uitvoerende macht, maar is verantwoording schuldig aan de Staten-Generaal, die daarmee een controlerende rol vervullen. Daarnaast is de regering, zoals iedereen, onderworpen aan de grondwet en aan de verder nog vastgestelde wetten. Die wetten worden vastgesteld in een gezamenlijk proces van regering en volksvertegenwoordiging (Staten-Generaal). De leden der regering maken geen deel uit van de volksvertegenwoordiging. De Staten-Generaal bestaat uit twee kamers:

  • De Tweede Kamer controleert het regeringsbeleid, vormt met regering en Eerste Kamer de wetgevende macht en fungeert als rechtstreekse volksvertegenwoordiger; de leden worden door Nederlanders rechtstreeks, via een lijstenstelsel, gekozen — in principe eenmaal per vier jaar. De Kamer heeft een aantal exclusieve rechten.
  • De Eerste Kamer wordt indirect verkozen, namelijk door aanwijzing van Provinciale Staten. Haar rechten zijn beperkter dan die van de Tweede Kamer; wel maakt zij deel uit van de wetgevende en controlerende macht.

De staat kent een aantal hoge colleges, waartoe in de eerste plaats de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal behoren. Daarnaast zijn er nog Hoge Colleges van Staat:

De Rijksoverheid is de bestuurslaag van Nederland, als rechtspersoon aangeduid als de Staat der Nederlanden, op landelijk niveau en wordt gevormd door alle ministeries en de uitvoeringsorganisaties die onder de verantwoordelijkheid van een ministerie vallen. De Rijksoverheid houdt zich bezig met de voorbereiding en de uitvoering van plannen van de regering en het parlement. Naast de ministeries telt de Rijksoverheid ruim tweehonderd uitvoeringsorganisaties die landelijk werken. Deze uitvoeringsorganisaties ontvangen hun inkomsten via het ministerie waar ze onder vallen. Voorbeelden van uitvoeringsorganisaties zijn:

De ministeries zijn te vinden in Den Haag, de uitvoeringsorganisaties zitten door het hele land verspreid.

Algemene bestuurslagen

Bestand:Nuvola single chevron right.svgZie Gedecentraliseerde eenheidsstaat voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Voor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van de inhoud van het hier vermelde hoofdartikel en het artikel Medebewind.

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. In alle Nederlandse gemeenten en provincies wordt een aantal landelijke regels, bijvoorbeeld op het gebied van uitkeringen, milieuwetgeving, burgerlijke stand en dergelijke op eenzelfde manier toegepast. Dit wordt medebewind genoemd. Tegenover medebewind staat het begrip staatsrechtelijke autonomie. Hiermee wordt de bevoegdheid van een gemeente- of provinciebestuur bestuur aangeduid om zaken die de eigen huishouding van de gemeente betreffen te reguleren. Niemand schrijft een gemeente voor aan welke instellingen zij subsidie dient te verstrekken of hoeveel jongerenhomes, ontmoetingscentra etc. in een gemeente dienen te zijn. Dit en nog veel meer onderwerpen behoort allemaal tot de eigen huishouding van de gemeente of provincie. In dit verband spreekt men ook van een open huishouding waarmee wordt bedoeld dat de onderwerpen waarmee de gemeente en provincie zich kan bemoeien in principe onbeperkt zijn. Er zijn wel enkele grenzen door de wetgever aangegeven. Zo mag een gemeente niet het rijksbeleid doorkruisen. Zij mag zich ook niet bezighouden met zaken die in de privésfeer van burgers liggen. Uiteraard mag zij ook geen wettelijke voorschriften overtreden bij het uitoefenen van de autonome bevoegdheid.

Al geruime tijd hevelt de rijksoverheid bepaalde taken en bevoegdheden over naar de gemeenten. Deze decentralisatie moet gemeenten meer armslag en verantwoordelijkheden geven. Werden voorheen subsidies vanuit een Haags ministerie aan plaatselijke instellingen verstrekt, tegenwoordig hebben gemeenten een zeer belangrijke vinger in de pap als het gaat om toewijzing van het geld. Aan de andere kant zijn er natuurlijk ook terreinen waar de lagere bestuurslaag zich niet mee bemoeit. Zo is het niet toegestaan om een eigen buitenlands beleid te voeren. Ook de omvang en inzet van het defensie-apparaat behoren niet tot de gemeentelijke of provinciale taken.

Provincies

Bestand:Nuvola single chevron right.svgZie Provincies van Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Voor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van de inhoud van het hier vermelde hoofdartikel.
Provincies van Nederland.

De provincies vormen de regionale bestuurslaag tussen de rijksoverheid en de Nederlandse gemeenten. Het Europese deel van Nederland is verdeeld in twaalf provincies. Ze voeren taken uit waarvoor het rijk 'te groot' en de gemeente 'te klein' is. Of in een bepaalde regio een ziekenhuis gehandhaafd kan worden of met andere zorginstellingen moet fuseren, of er alternatieve vormen van openbaar vervoer ontwikkeld moeten worden en tal van andere activiteiten van de provincie zijn direct of indirect van invloed op het dagelijks leven. Maar slechts zelden is de provincie de enige instantie die zich met deze zaken bemoeit. De provincie is vaak een 'gebiedsgerichte regisseur' en werkt nauw samen met andere overheden (rijk, gemeenten, waterschappen), het bedrijfsleven, organisaties en instellingen. Het provinciaal bestuur is actief op een breed terrein:

Provinciale Staten

Provinciale Staten staan aan het hoofd van de provincie en vormen het algemeen bestuur van een provincie. De leden van Provinciale Staten worden een keer in de vier jaar bij de Provinciale Statenverkiezingen, rechtstreeks door de stemgerechtigde inwoners van de provincie gekozen en behoren allen tot politieke partijen. Het aantal leden is per provincie verschillend en afhankelijk van de grootte van de provincie. De Statenleden die tot eenzelfde partij behoren vormen een fractie. Statenleden die hun fractie verlaten kunnen onder hun eigen naam of die van een nieuwe groepering deel van Provinciale Staten blijven uitmaken. Elke fractie kiest uit haar midden een voorzitter, die leiding geeft aan de fractie en als belangrijkste woordvoerder optreedt. De gezamenlijke fractievoorzitters komen bij elkaar in het zogenaamde 'seniorenconvent', onder andere als er gevoelige politieke zaken te bespreken zijn in een vertrouwelijke sfeer. Binnen de fractie is het werk verdeeld, waardoor niet elk Statenlid overal evenveel verstand van hoeft te hebben. Zo zijn er voor elk beleidsterrein één of meer specialisten binnen de fractie. De specialisten zitten namens hun partij in de vaste commissies van Provinciale Staten. Elke Statenfractie heeft meestal de steun van één of meer fractie-assistenten. De belangen van de Staten als geheel worden behartigd door de Statengriffier. Dit betekent dat die leden worden gekozen die de meeste stemmen hebben behaald, conform art. B2 van de Kieswet. Verkiesbaar zijn in principe alle inwoners van de provincie die passief kiesrecht hebben en die kandidaat gesteld zijn door een aan de verkiezingen deelnemende politiek partij. De provinciewet stelt een paar beperkingen: een minister, staatssecretaris en commissaris van de Koning kunnen geen lid van Provinciale Staten zijn. Hetzelfde geldt voor ambtenaren in dienst van de provincie. Hoofdtaken van Provinciale Staten zijn het vaststellen van het beleid en het toezien op de uitvoering daarvan. In Provinciale Staten heeft ieder Statenlid een even zware stem. Besluiten worden genomen met een meerderheid van de aanwezige Statenleden. Statenleden hebben meestal een gewone baan en doen het Statenwerk in hun vrije tijd. Ze krijgen voor hun werkzaamheden een onkostenvergoeding.

Gedeputeerde Staten

Het college van Gedeputeerde Staten (GS) vormt het dagelijks bestuur van de provincie. De gedeputeerden worden gekozen door Provinciale Staten voor een periode van vier jaar. Zij treden tegelijk af met de leden van Provinciale Staten. Gedeputeerden zijn geen lid van de Provinciale Staten. Het aantal gedeputeerden varieert per provincie. In Flevoland zijn er vier, de meeste andere provincies hebben er zes of zeven. Voorzitter van het college van Gedeputeerde Staten is de commissaris van de Koning. In het college heeft iedere gedeputeerde zijn eigen taakgebied of portefeuille, zoals ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, natuur en milieu, welzijn en cultuur. Gedeputeerden hebben als voornaamste taak het voorbereiden en uitvoeren van besluiten van Provinciale Staten. Gedeputeerde Staten voeren een groot aantal regelingen van de rijksoverheid uit, de zogenaamde medebewindstaak. Daarnaast hebben zij een coördinerende en plannende functie en taken als het toezicht op de gemeentebesturen. De gedeputeerden zijn verplicht over alle onderdelen van hun beleid inlichtingen te geven aan Provinciale Staten. Dit is de zogeheten verantwoordings- of informatieplicht. De gedeputeerden kunnen informatie aan Provinciale Staten onthouden, wanneer het vrijgeven ervan in strijd is met het openbaar belang. Weigert een gedeputeerde de gevraagde informatie en er is geen sprake van strijd met het openbaar belang, dan kunnen Provinciale Staten hem of haar ontslaan. Een gedeputeerde kan zelf tussentijds ontslag nemen.

Commissaris van de Koning

Een commissaris van de Koning wordt niet gekozen door de inwoners van de provincie, maar benoemd door de Kroon (Koning en ministers). De benoeming geldt voor een periode van zes jaar, met de mogelijkheid tot herbenoeming. De commissaris kan alleen door de Kroon worden ontslagen. Bij de vervulling van een vacature voor een commissaris geven Provinciale Staten aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een profielschets hun wensen voor de nieuwe commissaris. Alle commissarissen zijn afkomstig uit de grote landelijke politieke partijen. Eenmaal benoemd wordt de commissaris echter geacht zijn functie onafhankelijk uit te voeren.

De commissaris van de Koning maakt deel uit van het provinciaal bestuur én heeft tevens een taak als vertegenwoordiger van de landsregering, rijksorgaan wordt dat genoemd, in de provincie. Zo heeft de commissaris coördinerende bevoegdheden bij de rampenbestrijding en brengt hij regelmatig werkbezoeken aan gemeenten.

Bij burgemeestersbenoemingen speelt de commissaris een belangrijke rol. Als in een gemeente een vacature voor een burgemeester ontstaat stuurt de commissaris een aanbeveling voor een opvolger aan de minister van Binnenlandse Zaken. Maar eerst wint de commissaris advies in van de gemeenteraad. De commissaris betrekt dit advies in de aanbeveling aan de minister. De commissaris is niet alleen voorzitter, maar ook volwaardig lid van Gedeputeerde Staten en kan bepaalde taken in zijn portefeuille krijgen. Voorts heeft de commissaris het toezicht over de ambtelijke organisatie en eventuele provinciale bedrijven en vertegenwoordigt hij de provincie in tal van zaken.

Gemeenten

Bestand:Nuvola single chevron right.svgZie Nederlandse gemeente voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Voor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van de inhoud van het hier vermelde hoofdartikel.
Detailkaart van Nederland met gemeentegrenzen, per 2015

De gemeente vormt de laagste bestuurslaag en is een openbaar lichaam. De raad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de commissies zijn bestuursorganen van de gemeente. Elk van deze organen heeft zijn eigen bevoegdheden en taken. Per 1 januari 2015 zijn er 393 gemeenten in Nederland (zie de lijst van Nederlandse gemeenten voor alle Nederlandse gemeenten). De bestuurlijke organisatie van de gemeente en haar taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in de gemeentewet. Dit is voor alle gemeenten, ongeacht aantal inwoners, op dezelfde manier geregeld.

Gemeenteraad

Volgens de Grondwet is de gemeenteraad het hoogste orgaan in een gemeente. De samenstelling van de gemeenteraad wordt eens per vier jaar bepaald op grond van de gemeenteraadsverkiezingen. Alle inwoners van 18 jaar en ouder kunnen op verkiezingsdag naar de stembus. Bij gemeenteraadsverkiezingen kunnen niet alleen mensen met de Nederlandse nationaliteit hun stem uitbrengen. Ook buitenlanders die minstens vijf jaar in Nederland wonen en een verblijfsvergunning hebben, hebben actief en passief kiesrecht op gemeentelijk niveau. Burgers van andere landen van de Europese Unie hebben deze rechten al direct vanaf het moment dat ze zich in een Nederlandse gemeente vestigen. Het aantal raadsleden is afhankelijk van het aantal inwoners. De kleinste gemeenten (onder de 3.000 inwoners) hebben 9 raadsleden, de grootste gemeenten (meer dan 200.000 inwoners) hebben 45 raadsleden. In principe kan iedere inwoner van 18 jaar of ouder lid worden van de gemeenteraad. Het zijn de politieke partijen die een lijst van kandidaten opstellen, waaruit de kiezers een keuze maken. Het raadslidmaatschap vergt, wanneer men het goed wil doen, behoorlijk wat tijd. Afhankelijk van de grootte van een gemeente gaat er per maand 30 tot 100 uur werk in het raadslidmaatschap zitten. En dat gebeurt doorgaans in de vrije tijd. Een raadslid krijgt een vergoeding voor de bezigheden. Het raadslidmaatschap wordt meestal uitgevoerd naast een andere baan of functie. De functie van de gemeenteraad is te vergelijken met die van een algemeen bestuur van een organisatie, instelling of vereniging.

Hoofdtaken van de gemeenteraad zijn het vaststellen van de hoofdlijnen van beleid, het toezien op de uitvoering daarvan en het vertegenwoordigen van de burgers. Ook stelt de gemeenteraad de begroting vast en benoemt en ontslaat wethouders. Als de post van burgemeester vacant is, doet de gemeenteraad een voordracht aan de Kroon. In de gemeenteraad heeft ieder lid een even zware stem. Beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. De gemeenteraad wordt ondersteund door de griffier.

De griffier staat de raad en de door de raad ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak terzijde.

College van burgemeester en wethouders

Het College van burgemeester en wethouders (kortweg ook vaak 'B en W' genoemd) is het dagelijks bestuur van de gemeente. Ook zorgt het college voor het uitvoeren van landelijke regelingen (het medebewind). Voorbeelden daarvan zijn het uitvoeren van de Wet werk en bijstand en de Wet milieubeheer. Als dagelijks bestuur is het college van B en W de eerst verantwoordelijke instantie voor de financiën van de gemeente. Het college voert het personeelsbeleid van de gemeentelijke organisatie.

Het college heeft voor de uitvoering van haar taken tal van wettelijke bevoegdheden. Een voorbeeld daarvan is het aan- en verkopen van gemeentelijke eigendommen. In het college heeft iedere wethouder zijn eigen taakgebied of portefeuille, maar over het gebruiken van bepaalde bevoegdheden moet door het college als geheel besloten worden. B en W beslissen bij meerderheid van stemmen, waarbij de stem van de burgemeester doorslaggevend is als de stemmen staken.

Het college is over het gevoerde beleid verantwoording schuldig aan de gemeenteraad en kan door de gemeenteraad ter verantwoording worden geroepen. Als de gemeenteraad het niet eens is met een collegebesluit, kan de raad dit besluit echter niet herroepen. Wel kan de raad er bij het college op aandringen een ander besluit te nemen; in het uiterste geval kunnen één of meerdere wethouders naar huis worden gestuurd.

Wethouders worden door de raad benoemd. Als één van de raadsleden tot wethouder wordt benoemd verliest hij zijn raadslidmaatschap. Als raadslid wordt hij dan opgevolgd door een andere vertegenwoordiger van zijn partij. Ook is het mogelijk dat de raad iemand van buiten de eigen kring of zelfs van buiten de eigen gemeente tot wethouder benoemt. Wel geldt in dat laatste geval de eis dat de wethouder uiterlijk binnen een jaar na benoeming binnen de gemeentegrenzen komt wonen.

Elke wethouder heeft zijn eigen taakgebied of portefeuille, zoals onderwijs, openbare werken, financiën, huisvesting, sport en cultuur. Een gemeente moet minimaal twee wethouders hebben, maar mag er niet meer hebben dan 20% van het aantal raadsleden (of niet meer dan 25% als een of meer wethouders in deeltijd werken). Daarnaast maken de politieke partijen die het college vormen afspraken over het aantal wethouders en de specifieke inhoud van de portefeuilles. Het wethouderschap is in de meeste gemeenten een meer dan volledige dagtaak, al komen in sommige gemeenten zowel deeltijd- als voltijdwethouders voor en is het in het slinkend aantal kleine gemeenten een deeltijdbaan. De wethouder krijgt, afhankelijk van de grootte van de gemeente, een salaris. Tussen raad en wethouder geldt, net als tussen Tweede Kamer en minister, de vertrouwensregel. Verliest de wethouder het vertrouwen, dan moet hij aftreden.

Burgemeester

In tegenstelling tot raadsleden en (indirect) wethouders wordt de burgemeester niet gekozen, maar benoemd door de Kroon, dat wil zeggen bij Koninklijk Besluit op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Wanneer ergens een vacature ontstaat, worden sollicitanten opgeroepen via een advertentie in de Staatscourant. Intussen maakt de gemeenteraad meestal een lijstje met eigenschappen waaraan de nieuwe burgemeester zou moeten voldoen, een profielschets. De meeste gemeenteraden stellen ook een vertrouwenscommissie in die een voorkeursvolgorde van kandidaten mag aangeven. De gemeenteraad besluit uiteindelijk over de selectie van kandidaten en stuurt een lijstje met minstens twee namen naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Meestal volgt deze de aanbeveling van de gemeenteraad op.

De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad en voorzitter van het college van B en W. Van het college is hij wel lid, van de gemeenteraad niet. De burgemeester heeft een aantal eigen wettelijke taken en bevoegdheden. Hij is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid in de gemeente en in menige gemeente houdt de burgemeester zich ook bezig met het promotiebeleid of de voorlichting c.q. de overheidscommunicatie. Als benoemd bestuurder heeft de burgemeester ook een beetje de functie van opzichter. De wet spreekt over zijn 'zorgplicht' ten aanzien van bijvoorbeeld de tijdige voorbereiding van beleid en de goede samenwerking met andere overheden. Hij moet besluiten van de gemeenteraad en het college uitvoeren, maar als hij die in strijd met de wet of het algemeen belang acht, dan kan hij zo'n besluit voor vernietiging voordragen bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De benoeming van de burgemeester geldt steeds voor een periode van zes jaar. Na advisering door de gemeenteraad wordt een burgemeester meestal automatisch herbenoemd. Alleen de Kroon, de Koning en de ministers, kunnen de burgemeester ontslaan, de gemeenteraad dus niet.

Gemeentesecretaris

De gemeentesecretaris heeft de leiding over de ambtenaren en vormt de verbinding tussen het college van B en W en het ambtelijk apparaat. Hij of zij is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de ambtelijke organisatie en is aanwezig bij de vergaderingen van het college van B en W. De ambtelijke organisatie is verdeeld in diensten, directies of sectoren, met daaronder afdelingen voor onderdelen van de gemeentelijke beleidsterreinen, bijvoorbeeld voor welzijn, sociale zaken, milieu, waterstaatszaken, ruimtelijke ordening, economie, recreatie, natuur, verkeer en vervoer.

Onderverdeling binnen gemeenten

In veel gemeenten komen wijkraden of dorpsraden voor. Vaak wordt wanneer door gemeentelijke herindeling een nieuwe grote gemeente ontstaat in de afzonderlijke wijken of kernen een wijk- of dorpsraad opgericht. Dorps- of wijkraden krijgen hun taken en bevoegdheden van het centrale gemeentebestuur. Wijk- of dorpsraden vertegenwoordigen de bevolking van een bepaalde wijk of kern en hebben een voornamelijk adviserende taak. Ze geven door 'wat er leeft' onder de bevolking en zijn een officieel aanspreekpunt voor het gemeentebestuur. Amsterdam en Rotterdam, de twee grootste gemeenten, kenden deelgemeenten. In Amsterdam werden deze stadsdelen genoemd. Inmiddels zijn deze vervangen door territoriale bestuurscommissies.

Bijzondere Gemeenten

Bestand:Nuvola single chevron right.svgZie Caribisch Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Voor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van de inhoud van het hier vermelde hoofdartikel.
Bestand:Kingdom of the Netherlands in its region.svg
De afstandsverhoudingen tussen het Europese en het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden (inclusief Aruba, Curaçao en Sint Maarten).

De Caribische eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba in de Caribische Zee vormen sinds 10 oktober 2010 als drie afzonderlijke openbare lichamen deel van Nederland zijn. De Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba stelt de drie openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in, in de zin van artikel 134 van de Nederlandse grondwet. Deze eilanden functioneren als 'bijzondere gemeenten' van Nederland. De wet beschrijft onder meer de bestuurlijke inrichting, de samenstelling en de bevoegdheid van de besturen en bepalingen betreffende het toezicht op de bijzondere gemeenten. Bij de opstelling van het wetsvoorstel was de Gemeentewet het uitgangspunt. De organen van de openbare lichamen zijn vergelijkbaar met gemeentelijke organen, maar dragen namen die vaak zijn afgeleid van de benamingen toen de eilanden nog eilandgebieden waren in de Nederlandse Antillen. De bevolking wordt vertegenwoordigd door de eilandsraad (vergelijkbaar met de gemeenteraad in een gemeente) en bestuurd door een bestuurscollege bestaande uit de gezaghebber (in een gemeente: burgemeester) en eilandgedeputeerden (in een gemeente: wethouders).

Caribisch Nederland is niet bij een bestaande of nieuwe provincie ingedeeld en maakt geen deel uit van het Schengen-gebied. De taken die normaal de provincie heeft zullen deels door de bijzondere gemeenten zelf worden uitgevoerd. De nieuwe Rijksdienst Caribisch Nederland is verantwoordelijk voor politie, onderwijs, volksgezondheid en uitkeringen.

De eilandsraadsverkiezingen vinden op dezelfde dag plaats als de Provinciale Statenverkiezingen in de rest van Nederland, om op die manier op termijn deelname van de drie eilanden bij de Eerste Kamerverkiezingen mogelijk te maken.[1]

De Rijksoverheid heeft ingesteld de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).[2] De RCN fungeert als een centraal loket van de Nederlandse overheidsinstanties. Verder besteden Nederlandse overheidsorganen taken uit aan de rijksdienst en biedt de rijksdienst huisvesting aan Nederlandse instanties die zelf taken uitvoeren op de eilanden.

Gemeenschappelijke regelingen

Bestand:Nuvola single chevron right.svgZie Wet gemeenschappelijke regelingen voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Voor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van de inhoud van het hier vermelde hoofdartikel.

Een gemeenschappelijke regeling is een op de Wet gemeenschappelijke regelingen gebaseerd samenwerkingsverband tussen openbare lichamen zoals gemeenten, provincies en waterschappen. Er zijn soorten gemeenschappelijke regelingen:[3]

  • openbaar lichaam met een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter
  • gemeenschappelijk orgaan zonder rechtspersoonlijkheid
  • laten behartigen van de gemeenschappelijke taken door een zogenaamde centrumgemeente
  • regeling zonder organisatorisch verband (bestuursovereenkomst)

Iedere gemeente in Nederland neemt deel aan diverse Wgr-regelingen en in verschillende samenstellingen. De wet wordt vooral toegepast voor de uitvoering van de wet sociale werkvoorziening. Na 2004 is het aantal WGR's waarbij gemeenten samen een sociale dienst oprichten m.n voor de uitvoering van de wet werk en bijstand snel toegenomen.

Op verschillende wijze hebben gemeenteraden of Provinciale Staten invloed op een gemeenschappelijke regeling:

  • Zij beslissen over de oprichting, wijziging en opheffing van de gemeenschappelijke regeling op voorstel van het college van B&W of Gedeputeerde Staten. Zij stellen daarbij het takenpakket en de bevoegdheden vast.
  • Voor het Algemeen Bestuur (AB) wijzen zij hun vertegenwoordigers aan. Die hebben een informatie- en verantwoordingsplicht aan hun gemeenteraad. De vertegenwoordigers zijn veelal leden van het college van B&W en soms raadsleden.
  • Zij worden via het toezenden van de begroting van tevoren en de jaarrekening achteraf over de uitvoering van taken geïnformeerd.
  • Zij kunnen hun zienswijze geven op de (ontwerp-)begroting bij het Algemeen Bestuur en zo nodig bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten.

Het college van B&W of GS geeft in de gemeente/provinciebegroting en jaarrekening in de paragraaf verbonden partijen aan de gemeenteraad ook informatie over de ontwikkelingen bij WGR's.

Bijzondere bestuurslaag

Waterschappen

Bestand:Nuvola single chevron right.svgZie Waterschap (Nederland) voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Voor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van de inhoud van het hier vermelde hoofdartikel.
De 24 waterschappen, situatie 2015.

Een waterschap of hoogheemraadschap is een overheidsinstantie die in een bepaalde regio in Nederland tot taak heeft de waterhuishouding te regelen. Ook wordt de term waterschap gebruikt om de regio aan te duiden waarover die instantie zeggenschap heeft. Het gebied wordt niet bepaald door gemeente- of provinciegrenzen, maar door stroomgebieden of afwateringsgebieden in een bepaalde regio. Als een waterschap aan zee ligt, wordt dit met name in Zuid- en Noord-Holland een hoogheemraadschap genoemd. Per 1 januari 2014 zijn er 24 waterschappen in Nederland.

Een waterschap wordt ingesteld of opgeheven bij een besluit van de Provinciale Staten. Bij interprovinciale waterschappen is een gemeenschappelijk besluit van alle betrokken Provinciale Staten nodig. Het besluit maakt meestal deel uit van het door de Provinciale Staten vastgestelde reglement van het waterschap. Binnen de kaders van de Waterschapswet wordt in dit reglement de inrichting van het bestuur geregeld.

Elk waterschap heeft een gekozen algemeen bestuur en een dagelijks bestuur, beide voorgezeten door een dijkgraaf of watergraaf (indien er geen belangrijke dijken binnen de waterschapsgrenzen liggen. De meerderheid van de zetels in elk algemeen bestuur wordt via een lijstenstelsel gekozen door de ingezetenen. Daarnaast zijn er ter vertegenwoordiging van de agrarische en andere bedrijfsbelangen en de natuurbelangen de zogenaamde geborgde zetels, voor de categorieën onbebouwd, bedrijfsgebouwd en natuur. De vertegenwoordigers van de bedrijven worden aangewezen door de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) en de Kamer van Koophandel. De zetels voor de bossen en natuurgebieden worden ingevuld door de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE).

Het algemeen bestuur kiest uit haar leden een aantal heemraden (soms hoogheemraden of gezworenen genoemd) om zitting te nemen in het dagelijks bestuur. Dit college van dijkgraaf en heemraden is te vergelijken met het college van burgemeester en wethouders bij een gemeente, al is een waterschapsbestuur monistisch terwijl een gemeentebestuur inmiddels dualistisch functioneert. De dijkgraaf is voorzitter van zowel het algemeen als het dagelijks bestuur en wordt door de Kroon benoemd voor een periode van zes jaar.

Andere overheidsregio's

Arrondissement en ressort

Zie Rechterlijke indeling van Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De rechtspraak in Nederland kent drie lagen:

Op de BES-eilanden is het Gerecht in Eerste Aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba gevestigd. Hoger beroep kan ingesteld worden bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Regionale eenheden van de politie

Bestand:Nuvola single chevron right.svgZie Regiokorps voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Voor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van de inhoud van het hier vermelde hoofdartikel.

De nationale politie onder verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie is verdeeld in tien regionale eenheden. Deze stemmen overeen met de arrondissementen van de rechtbanken, met dien verstande dat In Gelderland en Overijssel een politieregio bestaat.[4]

Veiligheidsregio

Bestand:Nuvola single chevron right.svgZie Veiligheidsregio voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Voor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van de inhoud van het hier vermelde hoofdartikel.

Een veiligheidsregio is in Nederland een gebied waarin wordt samengewerkt door verscheidene besturen en diensten ten aanzien van taken op het terrein van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en handhaving van de openbare orde en veiligheid. Daarvoor wordt een indeling aangehouden die overeenkomt met die van de voormalige politieregio’s; vandaar dat Nederland 25 veiligheidsregio’s kent. De samenwerking is gestoeld op de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR).

Landsdelen

Bestand:Nuvola single chevron right.svgVoor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van het artikel Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek.

Ten behoeve van de Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek is Nederland ingedeeld in vier grote landsdelen ten behoeve van categorie NUTS-1. Deze gebieden zijn kunstmatig samengesteld als een groepering van provincies komt niet tot uiting in de bestuurlijke instellingen.

COROP-gebied

Bestand:Nuvola single chevron right.svgZie COROP voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Voor dit onderdeel is met bewerking en actualisering gebruik gemaakt van de inhoud van het hier vermelde hoofdartikel.

Een COROP-gebied is een regionaal gebied op basis van de COROP-indeling. Deze indeling wordt gebruikt voor analytische doeleinden. De naam COROP komt van Coördinatie Commissie Regionaal OnderzoeksProgramma, de commissie die in 1971 de indeling van Nederland in COROP-gebieden ontwierp. In totaal zijn er in Nederland 40 COROP-gebieden. Twee provincies (Flevoland en Utrecht) zijn elk in hun geheel één COROP-gebied, de overige zijn een gedeelte van één provincie en bestaan uit een aantal gemeenten. De COROP-indeling wordt gebruikt door onderzoeksinstellingen als het CBS en het RIVM om statistische gegevens te presenteren. Voor de vergelijkbaarheid van deze cijfers over de tijd is het van belang dat de indeling niet te veel wijzigt. De COROP-indeling is dan ook sinds 1971 nauwelijks veranderd, wel zijn er diverse ingedeelde gemeenten gefuseerd. In de Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek worden deze gebieden gebruikt als NUTS-3.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow