Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Geschiedenis van het trotskisme in België

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

MMEE BEZIG

Heel wat Belgische marxisten speelden een vooraanstaande rol in de ontwikkeling van het trotskisme na de vluch van Leo Tortski uit de Sovjetunie en onderhielden een rechtstreeks correspondentie met Trotski.

Het 'trotskisme' ontstond in de nasleep van de Rusissche Revolutie, waarbij er in de Sovjetunie een waaier aan visies was op welke invulling het containerbegrip communisme diende te krijgen. Hierbij war er onder mee de spanning tussen het bureaucratisme van Jozef Stalin en het idee van de permanente revolutie geformuleerd door Leon Trotski. Trotski richtte in 1923 Linkse Oppositie op, en de ideologische strijd tussen Stalin en Trotski zou mee het pad van het Belgische communisme bepalen. Trotski's ideeën evolueerden doorheen de tijd tot aan zijn dood in 1941. Niet alle Belgische trotskisten deelde de wijzigende ideeën van Tortski, wat verschillende malen tot spanningen en breuken leidde.

De Belgische trotskistische beweging heeft steeds een marginale politiek rol gespeeld in België, en de geschiedenis van de trotskistische beweging is er één van voortdurende meningsverschillen en schisma's die -samen met het hoe dan ook reeds radicale gdachtengeoed- er voor zorgden dat de beweging steeds klein bleef, kleiner dan de andere marxistische fracties in België.

Voorgeschiedenis

Trotskisme binnen de Kommunistische Partij van België

Voor 1920 bestonden er in België heel wat kleine, communistische groeperingen die naast elkaar opereerden. In verenigde een heel aantal zich onder leiding van War Van Overstraeten in de Kommunistische Partij van België (KPB). In 1921 fuseerde deze partij met een groep dissidenten van de socialistische Belgische Werkliedenpartij die reageerden tegen het reformisme van de BWP-leiding onder leiding van Joseph Jacquemotte.

Ondertussen was er in Rusland ook een waier van visies op het communisme, waarbij de strijd tussen het bureaucratisme van Josef Stalin en het idee van de permanente revolutie geformuleerd door Leon Trotski de belangrijste was. Trotski richtte de Linkse Oppositie op, en de ideologische strijd tussen Stalin en Trotski zou het lot van de Belgische KPB mee bepalen.

De trotskistische stroming binnen de (KPB) ontstond omstreeks 1925 en was een tegenhanger van de Linkse Oppositie in de Sovjetunie. Kernideeën hierbij waren onder meer de permanente revolutie, de oprichting en uitbouw van arbeidersraden en het revolutionair internationalisme.

Kommunistische Oppositie

In 1928 liepen de spanningen tussen de twee Belgische gefuseerde groepen op, waarbij de antiparlementaire groep rond Van Overstraeten de strijd verloor tegen de pragmatischer gerichte groep rond Joseph Jacquemotte. De Kommunistische Oppositie (waaronder Van Overstraeten) werd uit de Kommunistische Partij gezet en de sympathisanten worden van alle belangrijke functies geweerd.

Trotskisme als zelfstandge beweging

De uit de KPB gezette radicalen stonden voor een strategische keuze, wederom aansluiten bij de Derde Internationale of een nieuwe partij oprichten. Onder leiding van Van Overstraeten, Léon Lesoil en Adhémar Hennaut besloten de uitgesloten marxisten ervoor als zelfstandige partij (Kommunisische Oppositie (KO)) naar de kiezer te trekken in 1929, waarbij de partij bijzonder slechte resultaten haalde.

Hoewel de breuk uiteindelijk definitief bleek en de KO het begin was van de zelfstandige Trotskistische beweging in België, zou de KO tot 1933 proberen terug aansluiting te vinden bij de KPB, of minstens ermee samen te werken.

Liga van Internationale Kommunisten en versplintering

De kleine groep Trotskisten versplinterde quasi meteen, en de splijtzwam waren weerom gebeurtenissen in de Sovjetunie: In 1929 ontstond er een discussie tussen de Kommunistische Oppositie en Trotski over de aanleg van de Trans-Mantsjoerische spoorlijn.

De Chinezen onder de nieuwe president Chiang Kai-shek eisten dat de Russen de controle over de spoorlijn zouden opgeven. De meerderheid van de Belgische Trotskisten vond de houding van Rusland imperialistisch, terwijl Trotski het hier niet mee eens was, en stelde dat imperialisme een kapitalistische idee was, zodat de USSR per definitie niet imperealistisch kon zijn.

De zaak van de Chinese spoorlijn leidde tot een schisma: de meerderheid van de Belgische Trotskisten brak met Trotski (!) en richtte onder leiding van War Van Overstraeten de Liga van Internationale Kommunisten (LIK) op, die nadat Van Overstraeten al snel dgedessillusioneerd de politiek verliet, onder leiding van de radicale Adhémar Hennaut zou komen.

Op 16 november 1933 schreef Leon Trotski (onder het pseudoniem G. Gourov) een brief waarin hij Hennaut ernstig bekritiseerde, omdat Hennaut tegen de Vierde Internationale was.[1] Aangezien alle pogingen tot samenwerkingen met andere fracties mislukten, verschrompelde de LIK-LCI tot een kleine kring rond Hennaut, en werd er niet meer opgekomen bij verkiezingen.[2][3]

Van Linkse Kommunistische Oppositie tot entrisme in de BWP

Ondanks de teloorgang van de radicale LIK het Trotskisme niet uit het Belgische politieke landschap.

Op aangeven van Trotski was omstreeks 1930 immers een groep Trotski-getrouwen rond Léon Lesoil te Charleroi afgescheurd van de LIK. Ze verzamelden zich onder de naam Linkse Kommunistische Oppositie (LKO). Door de links-anarchistisce koers van Hennaut stapten de Antwerpse Trotskisten van de LIK later ook over naar de LKO. De LKO werd later omgevormd tot de Ligue Communiste Internationaliste.

Omdat Trotski doorhad dat de revolutie niet op korte termijn zou plaatsvinden, bepleitte hij het [ê[entrisme]] en de meeste leden van de Links Kommunistische Oppositie zouden omstreeks 1934-'35 lid worden van de socialistische Belgische Werkliedenpartij (BWP). Ze verenigde zich in de Action Socialiste Révolutionnaire-fractie, die tot 1935 werd geleid door Paul-Henri Spaak, een ma die zelf binnen de BWP opgroeide, maar binnen de partij een erg linkse koers volgde en binnen de BWP in 1929 de L'Action Sociale oprichtte.

Spartacus

Het entrisme van de meeste leden van de Linkse Kommunistische Oppositie betekende echter niet het einde van het trotskisme als zelfstandige beweging in België, omdat de Brusselse afdeling onder leiding van Georges Vereeken zich verzette tegen het entrisme en zich als zelfstandige beweging verenigde onder de noemer Spartacus. Naast de Brusselse afdeling was er ook een Spartacus-fractie actief in Luik onder leiding van Lucien Renery, en verder waren er een handvol leden in Antwerpen en Gent.

Spartacus publiceerde vier edities van de Voix Communiste. Na twee maanden werd de publicatie vervangen door het tweewekelijkse blad Spartacus, Orgaan van de Internationale Communistische Liga (Trotskistisch) in België, dat in de periode 1935-'36 werd uitgegeven.[4]

In de aanloop naar de oprichting van de Vierde Internationale werd de Spartacus-groep stevig bekritiseerd door Leon Trotski.[5]

Action Socialiste Révolutionnaire en hereniging

In februari 1936 werd Spaak minister van Buitenlandse Zaken in de Regering-Van Zeeland II.

Hierop viel de ASR-fractie in twee uit elkaar, met een fractie onder leiding van volksvertegenwoordiger Albert Marteaux, die in 1939 de BWP inruilde voor de KPB. Het merendeel van de fractie bleef de Action socialiste trouw. Voorzitter werd Walter Dauge die sinds 3 augustus 1935 het blad Action Socialiste Révolutionaire uitgaf. Dauge stuurde de fractie richting trotskisme.[6]

De spanningen met de BWP namen toe toen de ASR zich uitsprak voor de Vierde Internationale. In 1936 kreeg Dauge een onverkiesbare plaats toegewezen op de kieslijst, waarop hij weigerde nog langer het partijprogramma van de BWP te ondertekenen. Op 14 april 1936 werden hijzelf en zijn aanhangers uit de BWP gezet. Opgemerkt moet worden dat verschillende trotskisten wel degelijk lid bleven van de BWP.

Tijdens de verkiezingen van 1936 kwam de ASR op als onafhankelijke partij, gesteund door Vereekens Spartacus-groep. Waar ze geen lijsten kreeg samengesteld, riep de ASR op te stemmen voor de BWP (en dus niet voor de Kommunistische Partij van België). De ASR haalde tijdens de verkiezingen weinig successen.

De Revolutionair Socialistische Partij

De verkiezingsuitslag was geen groot succes maar na de verkiezingen brak een grote staking uit waaraan een half miljoen mensen deelnam. ASR zag hierin de bevestiging dat er ruimte was voor een extreem-linkse partij.[7] ASR en de Spartacus-groep herenigde zich hierop en op 11 oktober 1936 werd de Revolutionair Socialistische Partij gesticht, die zowel in Vlaanderen als Wallonië actief was, met een duidelijk overwicht voor de Waalse zijde. Op haar hoogtepunt had de partij ongeveer 800 leden. Walter Dauge won in 1938 40% van de stemmen (genoeg voor een meerderheid van zes van de elf zetels) in de gemeenteraad van Flénu. Koning Leopold III van België weigerde echter Dauge te benoemen als burgemeester omwille van Dauges revolutionaire ideeën.

De partij hield een dogmatische koers aan en sprak zich onder meer uit tegen de Spaanse Partido Obrero de Unificación Marxista (POUM) in de Spaanse burgeroorlog, omdat ze de POUM te reformistisch vond.

In september 1939 werd Dauge gearresteerd door de Belgische regering. Georges Vereeken beweerde dat tijdens zijn eerste arrestatie is begonnen samenwerken met de politie, en dat hij had verraden dat Vereeken de auteur was van een pamflet onder de schuilnaam Give.[8] Een aantal leden van de PSR wilden Dauge hierop uit de partij zetten, maar Léon Lesoil vond een waarschuwing voldoende.[9]

De Revolutionaire Socialistische Partij verloor steeds meer leden en er waren interne meningsverschillen over de Vierde Internationale. Hierop stapte Georges Vereeken uit de partij om de splintergroep Contre le Courant op te richten, later van naam gewijzigd in Groupe Communiste Trotskyste, die echter op het eind van de rit nog zo'n twintigtal leden telde. Vereeken zocht na de oorlog tevergeefs naar een verzoening met de andere Belgische trotskisten.

De RSP hield in 1939 na interne meningsverschillen op te bestaan en ook Walter Dauge stapte uit de Vierde Internationale en ging zijn eigen weg, zonder nog samen te werken met de voormalige trotskistische kameraden.[10][11]

Revolutionair Communistische Partij

Net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de RSP partij versterkt door gevluchte trotskisten uit Duitsland en Oostenrijk. Tijdens de oorlog traden bovendien ook nog Joodse jongeren toe. De interne verdeeldheid binnen de partij bleef echter bestaan, waardoor Dauge en Lesoil gedemotiveerd raakten. Walter Dauge hield op politiek actief te zijn na zijn arrestatie (en een nieuwe arrestatie in mei 1940), en het verlies van deze leidersfiguur leidde tot een sterke inkrimping van het aantal leden in de Borinage. Dauge zou tijdens de oorlog vermoedelijk overlopen naar het Resiem en werd in onpgehelderde omstandigheden vermoord in 1944.

De trotskistische partij kwam in handen van een jonge lichting onder leiding van onder meer Abraham Léon.

In 1941 veranderde de partij haar naam in Revolutionaire Communistische Partij. De partij, nu eerder een verzetsgroep bleef een radicale koers varen en weigerde samen te werken met de grootste Belgische verzetsorganisatie, het Onafhankelijkheidsfront, omdat ze deze te nationalistisch en burgerlijk vond.

Tijdens de start van Operatie Barbarossa en de inval van de Duitse legers in de Sovjetunie verhoogde de Duitse bezetter de vervolging van Belgische communisten uit angst dat deze samenwerkten met deRussen.

Verschillende kopmannen van de RSP werden gearresteerd en gedeporteerd. Léon Lesoil overleefde de deportatie naar een werkkamp niet en overleed in 1942 aan ontbering. Abraham Léon stierf door ziekte in het concentratiekamp van Auschwitz. Ook veel andere leden lieten het leven tijdens de oorlog. De partij, die voor de oorlog al een minipartij was geworden, werd hierdoor herleid tot een vijftigtal leden waaronder Ernest Mandel die de concentratiekampen wel overleefde.

Internationale Communistische Partij

Na de oorlog bleef trotskistische pers verboden. Er werden in de naoorlogse dagen nog wat nieuwe leden verworven en er kwam een verzoening met Vereekens fractie (een twintigtal leden). De partij werd in januari 1946 heropgericht, ditmaal onder de naam Internationale Communistische Partij (ICP). Deze partij telde nooit meer dan 100 leden.

Nieuwe interne verdeeldheid leidde tot het opdoeken van de afdelingen in Moeskroen, Luik, Antwerpen, Gent en de Borinage. In 1949 bleven nog een twintigtal leden over verspreid over 3 afdelingen: Brussel, Charleroi en Le Centre.

De internationale leiding van de Vierde Internationale bleef echter de richtlijn hanteren dat de leden moesten trachten een massapartij op te richten. Dit standpunt wijzigde toen Michel Pablo in 1950 de leiding kreeg over de 4e internationale. Pablo was van oordeel dat er op korte termijn geen radicalisering viel te verwachten van traditionele organisaties. Hierop werd gekozen voor entrisme om andere partijen van binnenuit te proberen te radicaliseren. Internationaal riep dit weerstand op bij partijen van de Vierde Internationale.

Ondanks enkele protesten in België hadden de leden van de ICP, die amper leden telde, weinig keuze. In tegenstelling tot verschillende andere landen vond dit entrisme echter niet plaats binnen de communistische partij, maar binnen de Belgische Socialistische Partij (BSP). Hiermee hield de RSP/RCP/ICP op te bestaan, en was er voor het eerst sinds de oprichting van de Kommunistische Oppositie in 1928 geen onafhankelijk trotskistische partij meer in België.

Hernieuwd entrisme

De strategie van het entrisme leidde tot enkele bescheiden successen zoals de oprichting van de Jeune Gardes Socialistes (JGS) door Emile Van Ceulen. Daarnaast werd de partij actief binnen de vakbondsstructuren van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) en werd er toenadering gezocht tot de groep rond André Renard en Jacques Yerna. De daaruit voortvloeiende samenwerking resulteerde in de oprichting van het ledenblad La Gauche. In 1959 werd door Marcel Deneckere de Vlaamse tegenhanger Links uitgebracht.

Omwille van structuurhervormingen binnen de BSP en de gevolgen van de staking tegen de eenheidswet kwam het tot een breuk tussen de groep rond Renard en de BSP. Renard, die naast de ideeën van het syndicalisme ook die van het federalisme genegen was, richtte vervolgens zijn eigen beweging Mouvement Populaire Wallon (MPW) op. Twee jaar na zijn dood in 1962 spatte de beweging uiteen omwille van de interne machtsstrijd tussen de trotskist Ernest Mandel, de syndicalist Jacques Yerna en de nationalist François Perin.

In 1964 vond het Onverenigbaarheidscongres plaats binnen de BSP. Het gevolg was dat een leidende functie voortaan onverenigbaar werd met lidmaatschap van de MPW of met het schrijven voor La Gauche / Links. De geschiedenis herhaalde zich echter en de meeste trotskistische entristen werden in 1964 opnieuw uit de BSP gezet. [12][13][14][15][16]

Er zouden echter nog steeds tortskisten in de BSP aanwezig blijven, die in 1974 de fractie Vonk oprichtten, van waaruit in 1992 alsnog een splintergroep de trotskistische partij Linkse Socialistische Partij zouden oprichten (zie verder)

Verschillende groeperingen en partijen

Nadat de BSP de meeste trotskisten in 1964 uit de partij zette, trachtten de Belgische trotskisten trachten hierop hun eigen organisaties links van de BSP te creëren, echter vaak met het idee van entrisme/samenwerking met de BSP in het achterhoofd. In Brussel leidde dit tot de oprichting van de Union de la Gauche Socialiste en in Vlaanderen tot de Socialistische Beweging Vlaanderen. Ook in Wallonië volgde een hergroepering door het verlies van de linkerzijde bij de MPW. Dit werd aangetoond door de oprichting in 1965 van de Parti Wallon des Travailleurs (PWT) onder leiding van de Wallingant François Perin. De PWT, UGS en SBV werden in oktober van datzelfde jaar nog overkoepeld door de Socialistische Arbeiderskonferentie (SAK). Eveneens in '65 leidde internationale tegenstellingen tot de afsplitsing van een groep rond Michel Raptis, die een posadistische groep oprichtte naar de ideeën van de Argentijn Juan Posadas. Ook de groep rond Georges Vereeken sloot hierbij aan. De groep rond Marcel Deneckere ten slotte sloot een compromis met de BSP-leiding.

Revolutionaire Arbeidersliga

De SAK bleek moeilijk van de grond te komen en de pogingen na de breuk met BSP in 1964 om een beweging op te richten bleken gefaald te hebben. De nadagen van Mei 1968 brachten een nieuwe wind. de trotskisten bleven dogmatisch en stelden dat zowel het pekingcommunisme, het moskoucommunisme als de sociaaldemocratie faalden, en dat enkel trotskisme ee antwoord bood. Door middel van de studenten konden, hun inziens, de arbeiders overtuigd worden van oppositie tegen het kapitalisme. In juni 1971 richtten militanten van het SAK met leden van de Socialistische Jonge Wacht en de JGS de Revolutionaire Arbeidersliga (RAL) op. Tijdns het oprichtingsconges waren oudgedienden Ernest Mandel en Emile Van Ceulen aanwezig naast een jonge generatie.

In deze begindagen van de RAL lag de nadruk op de studenteneisen en internationale problematieken zoals de Vietnamoorlog en de militaire coup in Chili. Een van de grootste successen van de beweging werd in deze periode geboekt tijdens de massabeweging van 1972-'73 tegen toenmalig defensieminister Paul Van den Boeynants' voorstel om het uitstel van de militaire dienst na de middelbare school af te schaffen. De RAL stelde het werk binnen de vakbonden ABVV en ACV van primordiaal belang in deze periode en de uitstraling kreeg glans door onder andere het lidmaatschap van toneel- en filmregisseur Robbe De Hert.

Opnieuw bleek de trotskistische beweging intern verdeeld en een jaar na de oprichting van de RAL scheurde Guy Desolre zcih af met zijn groepering Marxiste Internationaliste.

De RAL van zijn kant stelde naast het syndicalisme voortaan ook het socialistisch feminisme centraal. Vanaf 1977 nam de partij consequent deel aan de verkiezingen en wierp ze zich op als pleitbezorger van eenheid aan de linkerzijde. Zo poogde ze meermaals tot een alliantie in verscheidenheid te komen met de Kommunistische Partij van België en in mindere maten met Alle Macht Aan De Arbeiders (AMADA). Daarnaast is de partij actief in de internationale politiek als pleitbezorgers van de Nicaraguaanse revolutionairen van de Sandinistische beweging.[17][18]

Socialistische Arbeiderspartij (SAP)

De RAL kende nooit electorale succene en verloor ook intern snel zijn elan. Dit werd door de partij zelf geweten aan het verdwijnen van de studentenradicalisatie bij de generatie van 1968 door in het professionele leven te stappen. Om te kunnen overleven voerde de partij noodgedwongen hervormingen door en hieruit ontstond in 1984 de Socialistische Arbeiderspartij (SAP). Ook deze nieuwe partij bleef de trotskistische principes trouw, zoals blijkt uit de partijstatuten van 1984 waarin expliciet vermeld stond dat de SAP de Belgische afdeling was van de vierde internationale en zich tot doel stelde "een diktatuur van het proletariaat over de uitbuitende klassen en de socialistische demokratie in te stellen". Daarnaast bleef de partij het principe van het democratisch centralisme trouw evenals het tendensrecht.

De SAP bleef na de val van het IJzeren gordijn actief binnen Regenboog (REGEBO) en de Rood-Groene Beweging (RGB). In de RGB was er daarnaast tevens een voormalig senator van AGALEV actief, alsook enkele onafhankelijke syndicalisten en pacifisten[19]. Vanuit deze laatste hoedanigheid was de SAP ook betrokken bij de Beweging voor Sociale Vernieuwing (BSV) van Patsy Sörensen en het Links Ecologisch Forum (LEF) waarin o.a. ook de KPB, Links Ecologisch Eenheidsfront (LEEF) en Sta Op (groepering rond Raf Verbeke) actief waren[20].

De partij bleef steeds klein en ondervond vanaf 1991 concurrentie in het trotskistische gedachtegoed van de Linkse Socialistische Partij (LSP). De twee trotskistische stromingen werkten omstreeks 2005 tijdelijk samen binnen de links-socialistische eenheidspartij Comité voor een Andere Politiek, die echter weinig succesvol was, waarna de verschillende fracties terug hun eigen weg gingen.

De SAP bleef bestaan als politieke partij, maar was niet meer in staat zelfstandig op te komen tijdens verkiezingen. In 2011 werd door de SAP een samenwerking aangegaan met de politieke beweging Rood! rond Erik De Bruyn, die tegenvallende verkiezingsresultaten haalde.

De SAP bleef werkte voor de verkiezingen van 2014 samen met de Partij van de Arbeid van België (PVDA). In Franstalig België trok radicaal-links naar de kiezer met PTB-GO-lijsten (Parti du Travail de Belgique - Gauche d'Ouverture). Gauche d'Ouverture, de politieke verbreding rondom de PTB, bestond uit de LCR, de Parti Communiste, syndicalisten en een aantal publieke figuren zoals Anne Morelli en Sfia Bouarfa. In het Nederlandstalige landsgedeelte namen SAP-kandidaten aan de verkiezingen deel op PVDA+-lijsten.

In Nederlandstalig België veranderde de SAP haar naam in oktober 2017 in Stroming voor een Antikapitalistisch Project, het letterwoord SAP bleef hierbij behouden, in het logo wordt dit 'SAP Antikapitalisten'.[21] De Franstalige vleugel, de Ligue communiste révolutionnaire (LCR), herdoopte zich op 9 oktober 2017 tot Gauche anticapitaliste (GA).[22] De stroming beschouwt zichzelf als de erfgenamen van Ernest Mandel en bheert het Ernest Mandelfonds vzw.

In Antwerpen kreeg Peter Veltmans de 46e (!) en dus onverkiesbare plaats op de plaatselijke PVDA+-lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018.[23]

De SAP telt in juli 2018 zo'n 1500 volgers op facebook. De gemiddelde post haalt 0 tot 5 likes.[24]

Linkse Socialistische Partij

Naast de SAP, de historische erfgenaam van het traditionele Belgische trotskisme, ontstond in de jaren '90 een twééde Belgische trotskitische partij, die in wezen bestaat uit de nazaten van de entristen.

De LSP ontstond uit de in 1974 opgerichte stroming Vonk. Bij haar oprichting was Vonk actief als marxistische tendens binnen de Socialistische Partij (SP). Na de val van de muur, werden door de SP weer verschillende trotskisten omsteeks 1990 uit de partij gezet. De onvrede hierover mondde in 1992 uit in een splitsing binnen Vonk, mede veroorzaakt rond het vraagstuk van het strategische nut van het entrisme. Een deel van de leden bleef onder de naam Vonk binnen de SP actief, terwijl een andere groep uit de SP stapt maar zich pas vanaf 1995 verenigd in de nieuwe organsinatie Militant Links.

Verschillende leden waren betrokken bij de organisatie Blokbuster, een organisatie die zich verzette tegen het gedachtengeod van het Vlaams Blok. Aan de universiteiten en hogescholen was Militant Links de drijvende kracht achter de Actief Linkse Studenten (ALS).

Militant Links zou zich later omvormen tot de Linkse Socialistische Partij. De LSP was aanvankelijk vooral actief in Gent en Geraardsbergen, maar werd nadien in zowat alle grote Belgische steden actief. De andersglobalistische beweging, en dan vooral de protesten tegen de top van de G8 in Genua zorgen voor de groei in het ledenaantal.

Sinds 1995 riep de LSP op tot de creatie van een nieuwe arbeiderspartij, links van de sociaaldemocratie en de groenen. De LSP kwam niet meteen zelfstandig op, maar had in het begin van het millenium kandidaten op de lijst LEEF (Links Ecologisch Eenheidsfront).

Bij de federale verkiezingen van 2003 kwam de LSP voor het eerst op als onafhankelijke lijst in Vlaanderen. Bij de gewestelijke verkiezingen van 13 juni 2004 diende zij lijsten in Vlaanderen in onder de naam LSP, en voor het eerst ook in Wallonië onder de naam MAS (Mouvement pour une Alternative Socialiste).

De LSP was sinds eind 2005 betrokken bij de partij Comité voor een Andere Politiek (CAP) die op 10 juni 2007 voor het eerst deelnam aan de federale verkiezingen. Binnen het CAP werd tijdelijk samengewerkt met andere linkse fracties, waaronder de trotskisten van de SAP. Het CAP was echter weinig succesvol en hield in 2011 op als afzonderlijke partij.

In 2009 werd de Franstalige afdeling van de LSP omgedoopt tot Parti Socialiste de Lutte (PSL), die participeert in het Front des Gauches, een radicaal-linkse eenheidslijst, bestaande uit zes partijen en organisaties. In 2012 ging de Vlaamse LSP-vleugel een samenwerking aan met Rood!, de beweging rond Erik De Bruyn. Rood! boekte geen successen en hiekd er in 2013 mee op.


De LSP telt in juli 2018 zo'n 3000 volgers op facebook. De gemiddelde post haalt minder dan 10 likes.[25]

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º TROSKI, Leon; De discussie met Hennaut; 16 november 1933 (Andrien Verlee; Marxists Internet-Archief; januari 2008)
  2. º Stortingslijst van het archief van Adhemar Hennaut (1899- 1977); Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis
  3. º 75 jaar geleden: uitsluiting van de trotskisten uit Belgische Communistische Partij; Marxisme.be; 23 november 2003
  4. º Le mouvement trotskyste belge : septembre 1939 - décembre 1964, Marc Lorneau, Courrier hebdomadaire du CRISP 1984/37 (n° 1062-1063), 58 p.
  5. º International Trotskyism, 1929-1985: A Documented Analysis of the Movement Robert Jackson Alexander, Duke University Press, 34 p.
  6. º Inventaris van het archief van de Belgische Trotskistische beweging (1936-1980), AMSAB
  7. º Le Mouvement Trotskyiste Belge : septembre 1939 - décembre 1964, Marc Lorneau, CRISP, 1984/37 n° 1062-1063 | pages 1 à 57
  8. º The GPU in the trotskyist movement, Georges Vereeken, New York, 1976, p.370
  9. º Ernest Mandels kleine Oorlog.Revolutionaire socialisten in bezettingstijd, 1940-1945, Jan-Willem Stutje, Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis - nr 12 - 2003
  10. º International Trotskyism, 1929-1985: A Documented Analysis of the Movement Robert Jackson Alexander, Duke University Press, 34 p.
  11. º Le trotskysme et les trotskystes, Jean-Jacques Marie, 2004
  12. º De verdeeldheid van radicaal-links in Vlaanderen. De praktische en strategische breuklijnen tussen de KPB, de RAL en AMADA tussen 1969 en 1972, Dries Van Herrewegen, Masterproef aangeboden binnen de opleiding master in de geschiedenis, Academiejaar 2013-2014, KU Leuven
  13. º Radicaal-links in België en de val van de Muur. Hoe overleefden de KP, de SAP en de PVDA de val van het 'reëel bestaande socialisme'?, Jan Buelinckx, Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, voor het behalen van de graad van Licentiaat in de Geschiedenis, Nieuwste Tijden. Academiejaar 2001-2002. Universiteit Gent
  14. º Ernest Mandel en de tricolore tranen van links, Socialisme 21, 15 maart 2014
  15. º Inventaris van het archief van de Belgische Trotskistische beweging, AMSAB
  16. º Beknopte historische inleiding over het Belgische trotskisme, Rik De Coninck 1977
  17. º BUELINCKX Jan; Radicaal-links in België en de val van de muur; Hoofdstuk 2: De Socialistische Arbeiderspartij, Belgische afdeling van de vierde internationale; Universiteit Gent; 2002
  18. º VERBRUGGEN Jan; De SAP zet zijn deuren open; SAP-Rood; 25 september 2006
  19. º (fr) Europe 1994 - Belgique néerlandophone - Rood-Groene Beweging (RGB); Tractothèque; 7 mei 2014
  20. º DESSERS David; De SAP en LEF; SAP; 2005
  21. º Ga mee voor een antikapitalistisch project; SAP; 8 oktober 2017
  22. º Wallonië heeft een nieuwe trotskistische partij; De Standaard; 9 oktober 2017
  23. º Peter op de PVDA-lijst in Antwerpen
  24. º SAP - Stroming voor een Antikapitalistisch Project
  25. º socialisme.be
rel=nofollow
rel=nofollow