Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
JHWH
De Hebreeuwse lettercombinatie יהוה (jod-hee-vav-hee (JHWH of JHVH)) is de Naam van God in de Hebreeuwse Bijbel. Deze lettercombinatie wordt sinds Philo van Alexandrië[1] ook het tetragrammaton of tetragram genoemd: τετραγράμματον, wat Grieks is voor ’vier letters’, het „vierletterige”.
De middeleeuwse rabbi Maimonides schreef over deze naam:
- „Het is welbekend dat alle namen van God die in de Schrift voorkomen, afgeleid zijn van Zijn activiteiten, behalve één, namelijk het Tetragrammaton, dat bestaat uit de letters jod, he, vav, he. Deze naam wordt exclusief op God toegepast, en wordt daarom de Sjem ha-meforasj genoemd, de ’nomen proprium’ (eigennaam). Het is de onderscheiden en exclusieve aanduiding van het Goddelijke Wezen; terwijl al Zijn andere namen slechts gewone naamwoorden zijn, en afgeleid zijn van activiteiten waarop sommige van onze bezigheden lijken, zoals we reeds hebben uitgelegd.”[2]
Etymologie
De naam houdt is waarschijnlijk afgeleid van een oud Hebreeuws werkwoord הוה (HWH), ’worden’. Vormen van dit werkwoord zijn verder betrekkelijk zeldzaam, in tegenstelling tot de veel voorkomende stam היה (HJH) die ’zijn’ betekent.
In de Thora (Exodus 3:14-15) wordt beschreven dat Mozes aan God vroeg met welke naam Hij aangeduid wilde worden, voor het geval de menigte die naam wilde weten. In deze passage vinden we een regel met zowel de werkwoordstam היה als הוה.
- En God zei tegen Mozes: „Ik zal zijn (אהיה) die ik was (אהיה)”, en Hij zei: „Het volgende zul je zeggen tegen de zonen van Israël: ’Ik zal zijn (אהיה) heeft mij naar jullie gestuurd.’” En God zei verder tegen Mozes: „Het volgende zul je zeggen tegen de zonen van Israël: ’JHWH (יהוה), God van jullie vaders, God van Abraham, God van Izaak en God van Jakob, Hij heeft mij naar jullie gestuurd’; dit is Mijn Naam voor eeuwig, en dit is Mijn aandenken voor generatie (en) generatie!”
De theorie dat het woord een combinatie is van de toekomende, huidige en voleindigde tijdvorm van het werkwoord, met als betekenis „Diegene die zal zijn, is en was”, dient men niet serieus te nemen.[3]
Diverse theoriën
Jean Bottero stelde voor dat Jah (Yah) de West-Semitische versie was van de akkadische wijsheidsgod Ea, wiens naam is samengesteld uit de Soemerische woorden E, ’huis’, en A, ’water’. Ea was en titel van de Soemerische god Enki.[4] Jah en Ea is vrijwel hetzelfde uitgesproken. Zowel Ea was een scheppergod en hielp net als JHWH de mens te ontkomen aan een wereldomvattende zondvloed.
De hebraïcus Joel M. Hoffman is van mening dat het tetragrammaton samengesteld is uit verschillende varianten van moedergodinnen.[5]
Archeologische documenten
Stele in de Amontempel te Soleb
De naam Jhw („Jhw in het gebied van de Sjasu”) komt voor in een plaatsnamenlijst op een Egyptische stele uit de tempel van Amon te Soleb (Soedan) uit de tijd van Amenhotep III (1400 v.Chr.). Deze bevat de tekst: ta sjasoe jehoea[w]. Het woord Sjasoe[noot 1] verwijst naar een volk dat daar leefde. Stammen werden wel vaker geïdentificeerd aan de hand van de godheid die zij aanhingen. In dit geval zou Jhw duiden op Jaw of Jahoe.[noot 2]
Dit heeft sterke overeenkomsten met het tetragrammaton, en indien deze interpretatie correct is, is deze vermelding meer dan 500 jaar ouder dan de tot voorheen als oudste bekend staande inscriptie van het tetragrammaton, namelijk op de Moabitische steen.[6]
Donald B. Redford[7] concludeert dat het volk dat op de Merenptah stele wordt geïdentificeerd als „Israël”, en dat later het Koninkrijk Israël zou vormen, vroeger bij de Egyptenaren bekendstond als de stam van de „Sjasoe”. Rainey vindt ondersteuning voor deze zienswijze in de brieven van el-Amarna.[8]
Anderzijds wordt het volk dat later als de Israëlieten bekend kwam te staan op de Merenptah-stele niet als de Sjasoe beschreven. Omdat de Sjasoe op de reliëfs van Merenptah te Karnak met andere kleren en haarstijlen worden voorgesteld, wordt door sommigen aangenomen dat dit niet de Israëlieten waren.[9][10]
Mesa-steen
De Mesa-stele of Moabitische steen (rond 840 v. Chr.) bevat het verslag van koning Mesa in het Fenicisch. Het is het oudste gedenkteken met een inscriptie in een op het Hebreeuws lijkende taal. In de inscriptie roemt koning Mesa zichzelf wegens de bevrijding van schatplicht aan het koninkrijk Israël onder koning Ahab. Op de achttiende regel gebruikt hij het tetragrammaton: „En ik nam van daar de vaten van JHWH en sleepte ze voor Kamos.” Uit de inscriptie blijkt dat ook niet-Israëlitische heersers de naam van JHWH kenden en er naar verwezen als de God van Israël.
In Israël
De vroegst gedateerde vondsten op het gebied van het koninkrijk stammen uit de achtste eeuw v. Chr.: een priesterzegel draagt het inschrift „Behoort toe aan Miqnejaw, de knecht van JHWH.”[11] Op een graf uit de achtste eeuw v. Chr. in Chirbet el-Qom, ten westen van Hebron, trof men de inscriptie aan: „Gezegend zij Urijahoe door JHWH en uit zijn benauwdheden verlosse hij hem door zijn asjera.” Beide persoonsnamen, Miqnejaw en Urijahoe, bevatten ook een korte vorm van de Godsnaam.
De vruchtbaarheidsgodin Asjera, waarvan de aanbidding in de Hebreeuwse Bijbel streng bestreden wordt als afgodendienst, wordt op dit fragment samen met JHWH vermeld. Fragmenten uit de vroege Israëlitische tijd der koningen in Kuntillat Ajrud op het Sinaï-schiereiland vermeldden JHWH ook naast de god Baäl in Fenicisch schrift.[12]
In de begroetingsformules op de Lachisjbrieven uit de zesde eeuw v. Chr. klinkt het bijvoorbeeld: „Moge JHWH mijn heer spoedig goed nieuws laten horen / in gezondheid laten leven.” Ook de bijbelse zweerformule „zo waar JHWH leeft” wordt in de brieven aangetroffen. Het gebruik van de Godsnaam in een groet wordt bevestigd door kleitabletten uit Arad, bijvoorbeeld: „Moge JHWH uw vrede zoeken”.
Naast de vierletterige vorm verschijnen sinds de Babylonische ballingschap meer korte vormen zoals JHW of JHH in het Aramees. In de Joodse militaire kolonie te Elephantine in Egypte bestond tot 410 v. Chr. een tempel voor JHWH. In de omgeving ervan werden deze beide korte vormen naast elkaar gebruikt in brieven, eden, rituele teksten, bijvoorbeeld: „Ik zegen u door JHH en CHNM.” In deze syncretistische formule werd de joodse God gecombineerd met de plaatselijke godheid Chnoem.
Uitspraak
Aangezien het Hebreeuws ongevocaliseerd (dat wil zeggen zonder de toevoeging van klinkertekens) werd geschreven, is er discussie over de juiste uitspraak van de Godsnaam.[noot 3]
Uitspraak van de Naam in de geschiedenis
Flavius Josephus schreef over de ’vier klinkers’ van de Naam, terwijl de Hebreeuwse letters vandaag de dag toch vooral als medeklinkers worden gebruikt.
Vroeger werd Gods Naam ook volgens de Talmoed wel degelijk uitgesproken:
- „Het was verordend dat een man zijn vrienden moest groeten door de Naam te noemen.” — Berachot 9:5.
In een bepaalde periode[Toelichting gevraagd] ontstond de traditie dat de Naam enkel nog uitgesproken werd door de hogepriester (kohen gadol) in de Joodse tempel tijdens de offerdienst op de Grote Verzoendag (Jom Kipoer).
De Jeruzalemse Talmoed verklaart hierover:
- „En als de priesters en het volk, die in het voorhof stonden, de duidelijk uitgesproken Naam hoorden, zoals hij uit de mond van de Hogepriester kwam, knielden zij en bogen zij zich en wierpen zij zich op hun aangezicht en hieven aan: ’Geprezen zij de Naam van de heerlijkheid van zijn koninkrijk voor immer en eeuwig!’” — Joma 6:2
- „Aanvankelijk placht de Hogepriester de Naam met luide stem te verkondigen; maar toen er steeds meer verdorven mensen kwamen, verkondigde hij die zachtjes.” — Joma 40d
De juiste uitspraak was zeker in het begin niet echt geheim, maar doordat de Naam zo zelden en na verloop steeds stiller werd uitgesproken, nam de bekendheid van de uitspraak ervan bij het volk af. Men veronderstelt dat de hogepriester de uitspraak aan zijn opvolger leerde. De algemene zienswijze hierover is, dat aangezien de Tempel reeds bijna 2000 jaar niet meer bestaat en er al even lang geen hogepriester meer is, de ware uitspraak van de Naam volledig verloren gegaan is.
Dit verbod op het uitspreken van deze Naam op andere momenten dan tijdens de offerdienst door de hogepriester op Jom Kipoer werd gebaseerd op een interpretatie van Leviticus 24:16, waar staat dat het lasteren van Gods Naam dient te worden gestraft met de dood door steniging. Het onnodig uitspreken van de Naam zou hier volgens een joodse zienswijze onder kunnen vallen. De rabbijnen beperkten daarom niet alleen het gebruik, maar ook de kennis van de uitspraak ervan tot enkel de hogepriester, die het aan de volgende hogepriester doorgaf. In dat geval hoorden buitenstaanders de naam uiteraard nooit.
Masoreten
Het Hebreeuws wordt vanouds alleen met medeklinkers geschreven. In latere tijd werd door de Masoreten, die de Hebreeuwse tekst overschreven, een systeem bedacht om klinkertekens (nikoed) toe te voegen (te vocaliseren) zonder de medeklinkertekst te veranderen. Dit klinkersysteem hoort niet bij de oorspronkelijke heilige tekst.
In de Masoretische tekst wordt het tetragrammaton niet steeds op dezelfde manier gevocaliseerd. Omdat het verboden was de naam ’JHWH’ uit te spreken, werd er bij het voorlezen meestal ’adonai’ gelezen (mijn heer; eigenlijk een meervoudsvorm uit eerbied) wanneer er ’JHWH’ stond. Men gaat er van uit dat de Masoreten daarom aan de medeklinkers van de naam ’JHWH’ meestal de klinkers van ’adonai’ toevoegden om eraan te herinneren dat men hier ’adonai’ moest lezen. Wanneer de naam ’JHWH’ in combinatie met de titel ’adonai’ voorkwam (’adonai JHWH’), werden de klinkers van het woord ’elohim’ (God) ingevoegd, zodat de woordcombinatie niet als ’adonai adonai’, maar als ’adonai elohim’ zou worden gelezen.
De Biblia Hebraica Stutgartensia volgt de Masoretische tekst en voegt bijgevolg niet altijd dezelfde klinkertekens toe:
יְהוָה | יְהוִה | יְהֹוָה | יְהֹוִה |
Jehwáh | Jehwíh | Jehowáh | Jehowíh |
Men neemt aan dat in de derde versie de medeklinkers JHWH gecombineerd zijn met de klinkers van ’Adonai’, en dat hieruit (ca. 1100 n.Chr.) de gelatiniseerde vorm „Jehova” of „Jehovah” ontstond. Deze vorm werd gebruikt in de inleiding van de eerste uitgave van de Statenvertaling van 1637.[13]
Alleszins wordt ook opgemerkt dat de klinkertekens in het woord ’Adonai’ licht verschillend zijn.
אֲדֹנָי |
Adonai |
Het klinkertekentje onder de יְ van יְהֹוָה is een sjewa, een korte ’doffe e’. Het tekentje onder de אֲדֹנָי van אֲדֹנָי (Adonai) is een chatav patach, dat is: een korte ’a’.
Middeleeuwen
De uitspraak ’Jehova(h)’ werd dikwijls toegeschreven aan de Italiaanse Fransciscaan Petrus Galatinus in 1518.[14] Dit blijkt onjuist.[15] Deze uitspraak was ook voorheen reeds in gebruik. De oudste Latijnse tekst met de vorm van de naam Jehova is de Pugio Fidei van de Spaanse dominicaanse monnik Raymundus Martini, geschreven rond het jaar 1270.
Reconstructie
De uitspraak zou kunnen worden gereconstrueerd door deze te vergelijken met woorden en theoforische namen (namen die een element van een goddelijke naam, in dit geval JHWH, bevatten) waarvan de uitspraak bewaard gebleven is, zoals JHWDH (Jehoeda).[noot 4] JHWH zou dan zo ongeveer als ’jehoea’ uitgesproken moeten worden.
Jahweh
De hebraïcus Wilhelm Gesenius (1786–1842) stelde voor dat de Hebreeuwse vocalisatie יַהֲוֶה meer zou overeenkomen met de historische uitspraak.[16] Dit wordt getranslitereerd als Jahaweh / Jahaveh. Hij baseerde zich hiervoor op verschillende Griekse weergaven uit de eerste eeuwen n.Chr., zoals de Griekse weergave door Theodoretus van de Samaritaanse uitspraak ιαβε (iabe of iave). Verder baseerde Gesenius zich op vormen van theoforische namen: namen die beginnen met JHW of met JH kunnen worden verklaard met de uitspraak ’Jahweh’. In A Dictionary of the Bible volgde William Smith het voorstel van Gesenius. Verschillende andere varianten werden voorgesteld. Franz Delitzsch gaf de voorkeur aan de uitspraak יַהֲוָה (jahavah). Vandaag de dag aanvaarden vele geleerden de uitspraak Jahweh.
Gebruik
In vertalingen
Oude Griekse vertalingen
Origenes (tweede eeuw) en Hiëronymus van Stridon (vierde eeuw) schrijven dat er in hun tijd Bijbelhandschriften bestaan met heilige Naam.
In de tweede eeuw schreef Origenes in een commentaar op Psalm 2: „en in de nauwkeurigste Hebreeuwse handschriften staat de Naam in Hebreeuwse letters; niet in die van nu, maar in de oudste [letters].” (D.w.z. (, niet יהוה.) De bijbelgeleerde Henry Barclay Swete commenteerde als volgt: „’de nauwkeurigste handschriften’ zijn ongetwijfeld die van Aquila’s versie, want er is geen reden om aan te nemen dat enige kopiisten van de Alexandrijnse versie aarzelden om ο κς [de Heer] of κε [Heer, aanspreekvorm] te schrijven in plaats van יהוה.”[noot 5]
In de vierde eeuw schreef Hiëronymus in zijn Prologus Galeatus (een voorwoord op het boek Koningen): „We vinden de vierletterige naam van God in bepaalde Griekse boeken tot op de dag van vandaag geschreven in oude letters.”[17]
In 384 stuurt Hiëronymus een brief aan een zekere Marcella, om een vraag te beantwoorden die zij had over de Goddelijke namen. In een opsomming schrijft hij: „De negende [naam van God] is het Tetragrammaton, dat zij als ἀνεκφώνητον (anekfōneton) beschouwden, dat wil zeggen, als onuitspreekbaar, en het is met de volgende letters geschreven: Iod, He, Vav, He. Zekere onwetenden waren wegens de overeenkomst van de lettertekens, als zij die in Griekse boeken tegenkwamen, gewoon Π Ι Π Ι (Pipi) te lezen.[18][noot 6]
Er zijn sinds decennia verscheidene oude Griekse handschriften ontdekt die Gods naam, יהוה (het tetragrammaton) bevatten.
In deze Griekse vertalingen staat het Tetragrammaton in oud of nieuw Hebreeuws schrift, of ook omgezet in Griekse letters, middenin de Griekse tekst. In sommige kopieën van het Griekse Oude Testament uit de laatste eeuwen voor Christus, staat een lege plek waar het tetragrammaton zou hebben gestaan, mogelijk omdat dit door een andere schrijver moest worden ingevuld of omdat de andere inkt die ervoor gebruikt werd verbleekt is; andere geven de Naam van God weer met „ΙΑΩ” (IAO); in nog andere manuscripten staat ; en er zijn handschriften met nog andere varianten.[19] Een belangrijke versie die gebruikt, is de versie van Aquila van Sinope.
Veel fragmenten van de oude Griekse vertalingen van de Hebreeuws-Aramese Bijbel bevatten het Tetragrammaton, gewoonlijk in Oudhebreeuws of in Hebreeuws kwadraatschrift, en soms in Griekse letters. Enkele daarvan zijn:
LXXP. Fouad Inv. 266 | Het tweede oudste bekende Septuaginta-manuscript; het oudste waarin het Hebreeuwse tetragrammaton in Aramees kwadraatschrift of „Asjoeri”-schrift is weergegeven.[20] |
LXXVTS 10a | Stuk perkament. Deel van een handschrift van de kleine profeten. Gevonden te Nachal Chever, woestijn van Judea. Bevat het Tetragrammaton in Oudhebreeuwse letters in Jon 4:2; Micha 1:1,3; Micha 4:4,5,7; Micha 5:4; Habakuk 2:14,16,20; Habakuk 3:9; Zefanja 1:3,14; Zefanja 2:10; Zacharia 1:3,4; Zacharia 3:5-7. |
LXXVTS 10b | Stuk perkament. Deel van een handschrift van de kleine profeten. Gevonden te Nachal Chever, woestijn van Judea. In Zacharia 8:20; Zacharia 9:1,4 wordt het Tetragrammaton weergegeven in Oudhebreeuwse letters. |
LXXIEJ 12 | Stuk perkament. Deel van een handschrift van de kleine profeten. Gevonden te Nachal Chever, woestijn van Judea. In Jona 3:3 (NW) wordt het Tetragrammaton weergegeven in Oudhebreeuwse letters. Gepubliceerd in Israel Exploration Journal. Gedateerd eerste eeuw n.Chr.[21] In Jona 3:3 wordt het Tetragrammaton weergegeven in Oudhebreeuwse letters. |
4Q LXX Levb = 4Q120 |
Leviticus-manuscript uit grot 4 te Qumran; bevat de naam IAO in Griekse letters in Leviticus 3:12 en Leviticus 4:26. Gedateerd in de eerste eeuw v.Chr.[22] |
LXXP. Oxy. VII.1007 | Perkament-codex van Genesis, derde eeuw. Dubbele Jod in Oudhebreeuws schrift voor de naam van God. ΘΕΟΣ is afgekort weergegeven. Andere dikwijls afgekorte begrippen, zoals mens, moeder en vader (zie ’nomina sacra’), zijn uitgeschreven. „Duidelijk van Joodse origine” volgens oriëntalist en theoloog Paul Kahle.[23][24] |
AqBurkitt AqTaylor | Griekse vertaling door Aquila, tekstuitgaven van F. C. Burkitt[25] en C. Taylor[26] |
Sym.P. Vindob. G. 39777 = StudPal 11.114 = PWien Rainer 18 |
Papyrus, Psalm 68 en Psalm 80; Griekse vertaling, vermoedelijk door Symmachus.[27] Fragment uit de derde of vierde eeuw. Bevat het Tetragrammaton in archaïsche Hebreeuwse letters.[28] |
Ambrosiana O 39 sup. | palimpsest, fragment uit de psalmen van Origenes’ Hexapla. Bewaard in de biblioteca Ambrosiana, Milaan, einde 9e eeuw. Bevat het Tetragram in Hebreeuwse kwadraatschrift in alle vijf kolommen.[29] |
Codex Cambridge12.184 + 20.50 = Taylor-Schlechter2.89.326 (Aquila) |
Perkament palimpsest van Aquila’s versie van 1 Koningen 21, 2 Koningen 23 met paleo-Hebreeuws tetragram. Bovenste tekstlaag is een Hebreeuwse liturgische tekst uit de elfde eeuw.[27] |
Een aantal van deze handschriften die het Tetragrammaton bevatten, zijn vervaardigd voor de opkomst van het christendom. Een aantal andere fragmenten zijn van de hand van joodse vertalers die tot een betere vertaling van het Hebreeuws trachtten te komen. Beroemd zijn de Grote drie vertalers of herzieners: Aquila (128 n. Chr.), Symmachus en Theodotion. Hoewel deze drie vertalingen onderling van stijl en vertaalmethode verschillen, volgen ze het Hebreeuws letterlijker dan de ’oude Griekse versie’ van de oorspronkelijke Septuaginta. Moderne geleerden beschouwen een of twee van de drie als volledig nieuwe Griekse vertalingen van de Hebreeuwse Bijbel.
Hoewel Christelijke Bijbelgeleerden zoals Eusebius en Hiëronymus deze Griekse vertalingen kenden en waardeerden, gebruikten de Christenen die geen Hebreeuws spraken, destijds voor een groot deel de ’oude Griekse versie’ van de Septuaginta als standaardtekst, tenzij waar deze wegens te grote afwijking van de Hebreeuwse tekst werd vervangen door de vertaling door Theodotion. Ook in de Septuaginta-kolom van Eusebius’ Hexapla wordt het Tetragrammaton gebruikt. (Ambrosiana O 39 sup.)
Er bestaan geen handschriften van (delen van) het Griekse Nieuwe Testament met daarin een weergave van het tetragrammaton in Hebreeuwse letters of een Griekse transcriptie ervan (zoals ΙΑΩ).
Hedendaagse Bijbelvertalingen
In navolging van de Joodse traditie en de manuscripten van het Nieuwe Testament is het tetragrammaton, de naam ’JHWH’, in veel Bijbelvertalingen vervangen door de titel ’Heer’ (een vertaling van ’Adonai’). Sommige vertalingen geven door een verschil in lettertype aan of er in het Hebreeuws de naam JHWH of het woord/de titel Adonai staat:
Elohim | Adonai | JHWH | Adonai JHWH | JHWH Elohim | JHWH Sebaoth | |
---|---|---|---|---|---|---|
Traditionele uitspraak in het rabbijns jodendom | Elohim | Adonai | Adonai | Adonai Elohim | Adonai Elohim | Adonai Sebaoth |
King James | God | the Lord | the LORD | the Lord GOD | the LORD God | the Lord of hosts |
Statenvertaling | God | de Heere | de HEERE | de Heere HEERE | de HEERE God | de HEERE der Heirscharen |
Petrus Canisius | God | de Heer | Jahweh | Jahweh, mijn Heer Jahweh, de Heer |
Jahweh God | Jahweh der heirscharen |
NBG 1951 | God | de Here | de HERE | de Here HERE | de HERE God | de HERE der Heerscharen |
Groot-Nieuwsbijbel | God | de Heer | de Heer | de Heer mijn God | de Heer mijn God | de almachtige Heer |
Het Boek | God | de Here | de HERE | de Heer mijn God | de HERE mijn God | de HERE van de hemelse legers |
Willibrordvertaling 1978 | God | de Heer | Jahwe | Jahwe, mijn Heer | Jahwe God | Jahwe van de machten Jahwe van de heerscharen |
Willibrordvertaling 1995 | God | de Heer | de HEER | Heer GOD | de HEER God | de HEER van de machten |
NBV 2004 | God | de Heer | de HEER [noot 7] |
God, de HEER HEER, mijn God |
God, de HEER | de HEER van de hemelse machten |
NBV Studiebijbel 2008 | God | de Heer | JHWH | de Heer, JHWH | JHWH, God | JHWH van de hemelse machten |
Herziene Statenvertaling 2010 | God | de HEERE | de HEERE | de Heere HEERE | de HEERE God | de HEERE van de legermachten |
Nieuwe-Wereldvertaling | God | de Heer | Jehovah | Soevereine Heer Jehovah | Jehovah God | Jehovah der legerscharen |
Het verschil tussen Adonai en JHWH is in veel vertalingen dus wel zichtbaar (maar niet hoorbaar) doordat het laatste in KLEINKAPITAAL wordt geschreven. In de NBV staat zelfs de beginletter van HEER in kleinkapitaal (in tegenstelling tot de namen van de Bijbelboeken, die allemaal met een gewone hoofdletter beginnen).
In kanttekening 7 bij Genesis 2:4 (SV), het eerste vers waarin het tetragrammaton wordt gebruikt, stond in de Statenvertaling te lezen:
- Na de voleyndinge van het werck der scheppinge, wort hier aldereerst Gode de naem van IEHOVAH gegeven, beteeckenende den selfstandigen, selfwesenden, van hem selven zijnde van eeuwicheyt tot eeuwicheyt, ende den oorspronck ofte oorsake van het wesen aller dingen; daerom oock dese naem den waren Godt alleen toecomt. Onthoudt dit eens voor al; waer ghy voortaen het woord HEERE met groote letteren geschreven vindt, dat aldaer in ’t Hebr. het woort IEHOVAH, ofte korter, IAH, staet.[30][noot 8]
Jehovah’s getuigen gebruiken nog steeds de naam in de vorm Jehovah. In hun Bijbelvertaling, de Nieuwe-Wereldvertaling, gebruiken zij deze naam ook in het in het Nieuwe Testament, terwijl het tetragrammaton in geen enkele Griekse manuscript van het Nieuwe Testament voorkomt. Ook in nieuwtestamentische citaten uit het Oude Testament (Tenach), staat, in alle beschikbare manuscripten van de Griekse grondtekst, gewoonlijk Κύριος (Kurios, Heer), of soms θεός (Theos, God). Velen gaan ervan uit dat de Septuaginta hier van invloed zou kunnen zijn geweest. Anderzijds bevatten alle beschikbare Septuaginta-fragmenten uit de eerste eeuw het tetragrammaton of een lege ruimte die plaats liet voor het tetragrammaton.
De profeet Joël[31] wordt door de apostel Petrus in Handelingen 2:21 en door de apostel Paulus in Romeinen 10:13 (zie Brieven van Paulus) geciteerd, maar daarbij is opmerkelijk dat in beide citaten uit Joël de weergave van JHWH als Κύριος wordt betrokken op Ἰησοῦς (Iesous, Jezus).
De Franse protestantse vertaling van Louis Segond[32] gebruikt voor JHWH de vervangende titel l’Éternel (letterlijk: de Eeuwige) (bijvoorbeeld in Numeri 6:23-27). Dit lijkt goed aan te sluiten bij wat gewoonlijk als de betekenis van JHWH wordt beschouwd, nl. Ik ben die Ik ben of Ik zal zijn die Ik zijn zal. De titel „Eeuwige” wordt ook vaak in joodse vertalingen gebruikt. De herzieners van de American Standard Version vonden de weergave met „Eeuwige” echter te abstract.[33] Ook voor de NBV is de vertaling Eeuwige overwogen, doch deze is uiteindelijk afgewezen.[34] De Franse vertaler André Chouraqui, gaf het tetragrammaton doorheen de hele Bijbel (ook in het Nieuwe Testament) weer als IHVH.
Gebruik in diverse kerken en religies
Omdat Jehovah's Getuigen zich naar de uitspraak ’Jehova’ of ’Jehovah’ hebben genoemd, wordt deze uitspraak nu vaak als een bijzonderheid van deze religieuze gemeenschap beschouwd, hoewel deze reeds eeuwen in het Nederlands werd gebruikt.
In de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (ook wel Mormonen genoemd) wordt de naam „Jehovah” voornamelijk in de tempelrituelen gebruikt. Zij geloven dat dit een naam is van Jezus Christus (God de Zoon).
In verschillende charismatische Afrikaanse pinkstergemeenten wordt de naam Jehovah nog gebruikt in hun erediensten en liederen. Onder invloed van de protestantse zendelingen de Bijbel vertaalden in de taal van het land waar zij werkten, is het gebruik van de naam Jehovah in Afrika niet onbekend. Het wekt geen verbazing om bijvoorbeeld op een taxi een bijbeltekst met de naam Jehovah te zien.
In de Nederlands-gereformeerde en hervormde kerken is het gebruik van Gods naam eerder ongebruikelijk. Toch kwam de naam Jehova(h) ook voor in oude kerkliederen, Bijbeluitgaven of op kerkgebouwen.
Orthodoxe (rabbijnse) joden spreken ook vandaag de Naam niet uit. In manuscripten werden als vervanging wel eens twee, (יי), af en toe drie ( ייי ) jods, of de letters ה״ש als afkorting van Hasjem (הָשֵׁם / השם „De Naam”).
Zelfs het Engelse en Nederlandse woord God wordt door de joden vaak geschreven als G’d of G–d. Dit wordt gewoon uitgesproken als God. Op die manier menen ze (op een letterlijke manier) te gehoorzamen aan de regel dat de naam God „niet uitgewist” dient te worden. In het „wissen” van de Naam in een tekstverwerkingsprogramma op de computer, zien de meeste joodse uitleggers geen halachisch probleem.
In de Rooms-katholieke kerk werd door het Vaticaan (paus Benedictus XVI, via kardinaal Arinze) op 29 juni 2008 een aanwijzing aan alle bisschoppenconferenties gegeven, die tegelijkertijd geformuleerd was als een verzoek aan alle kerken, om de Godsnaam in de liturgie, gebeden en kerkliederen niet meer te gebruiken.[35]
- „In de liturgische vieringen, in de gezangen en de gebeden mag de Godsnaam in de vorm van het tetragram JHWH noch gebruikt noch uitgesproken worden.”
Daarmee reageerde de paus op een verzoek van de Romeinse Opperrabbijn, Riccardo Di Segni, tijdens een privé-audiëntie in januari 2006.[36]
Zie ook
Weblinks
(en) Names of God, in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: ) (en) Tetragrammaton, in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: ) (en) Shem Ha-Meforash, in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: ) (en) Jehovah (Yahweh), in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: ) (en) God, (2), onderkopje 3. ’The Names of God’, in: ISBE, J. Orr, ed., Chicago, Howard-Severance Company, 1915. (vertaal via: ) (en) Yahweh, in: Encyclopædia Britannica, 2024. (vertaal via: )
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Tetragrammaton op Wikimedia Commons. Vrije mediabestanden over Tetragrammaton op Wikimedia Commons Intertaalkoppelingen < A > (via reasonator) , < B >, < C >
|