Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Willem de Jonge van Ellemeet

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Jhr. Willem Cornelis Mary de Jonge van Ellemeet (Deventer, 17 mei 1914Wassenaar, 15 december 2009) was een Nederlands vice-admiraal en commandant der Zeemacht. De Jonge was een telg uit de Nederlandse adellijke familie De Jonge en naamgenoot van zijn betovergrootvader, zijn overgrootvader (1811-1888) (conservatief Eerste Kamer-lid), zijn vader (1878-1963) (generaal-majoor-titulair[1] der cavalerie, van 1924 tot 1943 adjudant van koningin Wilhelmina) en zijn oudste zoon.

Jeugd en vroege carrière

De Jonge werd geboren en groeide op in Deventer. Op 17 jarige leeftijd begon hij zijn opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM). Na de opleiding diende hij vanaf 1935 in verschillende functies merendeels aan boord van verschillende schepen. Onder andere werd hij in 1936 als LTZ3 geplaatst op Hr.Ms. Java.[2] en later als LTZ2 op de onderzeeboot Hr.Ms. K XIV[3][4]

Oorlogsjaren

Toen de oorlog uitbrak in mei 1940 was De Jonge als eerste officier geplaatst op de onderzeeboot Hr. Ms. O 10. Tijdens de Duitse inval op 10 mei 1940 patrouilleerde de O10 voor de kust tussen Egmond en Bergen. Op 11 mei keerde ze terug naar Den Helder, en op 12 mei vertrok ze samen met de O9 en de sleepboot Witte Zee (Bewakingsvaartuig 5) naar Portsmouth in Engeland, waar de groep op 15 mei aankwam. Vanaf 17 mei stond de O10 onder Brits bevel en werd ingezet voor patrouillediensten.

Van 1942 tot 1944 was De Jonge eerste officier op de onderzeeboot Hr. Ms. Dolfijn, onder H.M.L.F.E. van Oostrom Soede. De Dolfijn was in die periode gestationeerd in Algiers[5][6] en opereerde in de Middellandse Zee. Ze bracht verschillende schepen tot zinken, waaronder op 9 februari 1943 de Italiaanse onderzeeboot Malachite.[7] Voor zijn aandeel ontving De Jonge het Bronzen Kruis[8].[9] Op 4 mei 1944 ontving hij een tweede Bronzen Kruis voor acties in de Middellandse Zee[10].[11]

Van 14 augustus 1944 tot 11 oktober 1944 was De Jonge commandant van de onderzeeboot Hr. Ms. O 15, waarmee hij voornamelijk onderzeebootbestrijdingsoefeningen ondersteunde.[12]

Latere carrière

Van 20 oktober 1952 tot 9 mei 1953 was De Jonge commandant van het fregat Hr.Ms. De Bitter (F807).

Op 12 januari 1962 nam KTZ De Jonge van Ellemeet het commando over de lichte kruiser Hr.Ms. De Zeven Provinciën (C802) over van KTZ H.M. van den Wall Bake. Op 4 april 1962 droeg hij het weer over aan KTZ A.  van Noortwijk.[13]

Daarna werd hij Plaatsvervangend Chef Marinestaf[14] en vervolgens commandant van Smaldeel 5[14] en in 1966 werd hij als viceadmiraal benoemd tot Commandant der Zeemacht in Nederland. In die functie ging De Jonge in 1968 mee op de laatste reis van de Hr. Ms. Karel Doorman die op de Noordzee oefeningen deed. Later werd De Jonge per helikopter naar De Zeven Provinciën gebracht voor het vervolg van zijn werkbezoek.

De Jonges laatste functie was Vlagofficier Personeel van de Koninklijke Marine in de Centrale Directie Gezamenlijke Militaire Personeelsdiensten en Pensioenen van het Ministerie van Defensie. In deze functie was hij tevens lid van de Personeelsraad van het Ministerie van Defensie.[noot 1].

Op 1 november 1971 ging De Jonge met functioneel leeftijdsontslag (FLO). Hij overleed in Wassenaar op 95-jarige leeftijd.

Carrière

Plaatsingen (selectie)

Op 1 november 1971 werd hij eervol ontslagen.

Rangen

Onderscheidingen

Bestand:Kruis van een Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.jpg
Ridderkruis Ned. Leeuw

(Zweden)

De Jonge was gerechtigd tot het dragen van de volgende insignes:
Bestand:Dutch Submarine Insignia.png Insigne van de Onderzeedienst ('Flipper')[26][27]

Persoonlijk

De Jonges jongere broer Henri (Hans) (1916-1998) was ook marineofficier (kapitein-ter-zee).

In 1940 trouwde De Jonge met Baldine Adrienne Cornélie Voûte (1917-2009). Ze kregen drie zonen en een dochter en zijn de grootouders van politicus Corinne Ellemeet.

Externe links

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Willem de Jonge van Ellemeet op Wikimedia Commons.

rel=nofollow

Voetnoten, bronnen en referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Bronvermeldingen

Referenties

  1. º Unit Histories, Persons Dutch Army, Generaal-Majoor-titulair Jonkheer W.C.M. (Willem Cornelis Mary) de Jonge van Ellemeet
  2. º Heldersche Courant, 20 juni 1936, Marineberichten, Oost Indië, “… van den dienst der conservatie naar de Hr.Ms. Java: … de LTZ3 jhr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet …
  3. º Marineblad jrg 54, 1939 (Bijlage Lijst van Officieren der Koninklijke Marine), p4, Hr.Ms. K XIV, LTZ2 W.C.M. de Jonge van Ellemeet]
  4. º (en) Dutch Submarines, K XIV
  5. º Maritiem Digitaal, De officieren staande op het voordek bij het 7,6 cm. kanon. De achtergrond is gecensureerd. Op achterzijde tekst persbericht over het op 9 februari 1943 tot zinken brengen van de Italiaanse onderzeeboot Malachite. Hr.Ms. Dolfijn is in die tijd gestationeerd te Algiers. In het midden voor de commandant LTZ1 H.M.L.F.E. van Oostrum Soede en aan zijn rechterzijde LTZ2 W.E.M. de Jonge van Ellemeet. Geheel rechts vooraan een Engelse Ensign liaison-officier. De twee overige officieren kúnnen zijn LTZ3 H.J. Brakema en LTZ3 K.W. Tuinzing. Zie ook FT03843, gemaakt bij dezelfde gelegenheid.
  6. º Maritiem Digitaal, Brug onderzeeboot Hr.Ms. Dolfijn (1942-1946) (ex-P 47). Officieren en manschappen op hun plaatsen om langszij het depot schip (onderzeebootmoederschip A 15565) te komen. Vooraan in het midden de oudste officier LTZ 2 Jhr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet.
  7. º Vlaggeschip Smaldeel 5, Commandant Van Oostrom Soede
  8. º K.B. no. 9 van 29 april 1943 – Bronzen Kruis, Middellandse Zee - vijandelijke onderzeeboten vernietigd.
  9. º Citefout: Onjuist label <ref>; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam def1
  10. º K.B. no. 7 van 4 mei 1944– Bronzen Kruis, Middellandse Zee - diverse onderzeebotenacties
  11. º Citefout: Onjuist label <ref>; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam def2
  12. 12,0 12,1 Dutch Submarines (Onderzeeboten), Hr.Ms. O15
  13. 13,0 13,1 PDF De Zeven Provinciën. Onze Vloot
  14. 14,0 14,1 14,2 14,3 Transfer of command of Squadron V by Rear-Admiral L.E.H. Rees Coming commander JRH. W.C.M. de Jonge van Ellemeet (deputy. Chief Naval Staff) aboard Hr. Ms. Airbase Ship Karel Doorman Date: August 25, 1964 Location: Den Helder
  15. 15,0 15,1 Inventaris van het archief van de Directie Plannen en Arbeidsvoorwaarden Militair Personeel van het Ministerie van Defensie, 1976-1988, p12, Personeelsraad
  16. º Leidsch Dagblad, 11 september 1976, pagina 1, De Savornin Lohman opvolger prins als inspreceur-generaal, “ ... bij de komende reorganisatie van de defensietop zal de personeelsraad verdwijnen … ”
  17. º Nationaal Archief, Ministerie van Defensie: Legerraad, Periode: 1945-1994
  18. º {{en}]Dutch Submarines, O10
  19. º {{en}]Dutch Submarines, Dolfijn (1)
  20. º {{en}]Dutch Submarines, O15
  21. 21,0 21,1 Onze Marine – vloot, Hr.Ms. De Bitter (F807), ex-USS Rinehart (DE 196)
  22. º NIMH Beeldbank, Hr.Ms. fregat De Bitter (1950-1962)
  23. º Zie USS Rinehart (DE-196) en Van Amstel-class frigate op de engelstalige Wikipedia
  24. º maritiem Digitaal, fregatten Hr.Ms. Van Amstel (1950-1967) (ex. P15, ex. USS Burrows) en Hr.Ms. De Bitter (1950-1967) (ex. P16, ex. USS Rinehart)
  25. º Navy Inside, De Bitter F807
  26. º Defensie Magazines, Alle Hens 04-2015, Flipper viert verjaardag
  27. º Klaar voor onderwater, verenigingsblad van de onderzeedienst reunistenvereniging, nr 131, jaargang 38, maart 2015, p13, Insigne Onderzeedienst … Bij beschikking van de staatssecretaris van defensie (marine) van 24 februari 1965 nummer 694937 werd het insigne van de Nederlandse onderzee-dienst ingesteld, voor officieren en schepelingen. … De bevoegdheid tot het dragen van het insigne vangt aan op de dag waarop de aan de militair de aantekening van geoefendheid is toegekend. … ” (geraadpleegd 23 juli 2019)
rel=nofollow

Voetnoten

rel=nofollow
  1. 1,0 1,1 De Personeelsraad was een overleg- en adviesorgaan van de ministers van Oorlog en Marine. De raad adviseerde in alle zaken betreffende het militaire personeel. Ze werd ingesteld in 1954. In de Personeelsraad zaten toen de Directeur Militair Personeel en zijn plaatsvervanger van het Ministerie van Oorlog, de Vlagofficier Personeel en diens plaatsvervanger van het Ministerie van Marine, de adjudant-generaal van de landmachtstaf, de chef Personeel van de luchtmachtstaf en de stafofficier Personeel van de marinestaf, waarvan de laatste 3 ressorteerden onder de chefstaf van hun krijgsmachtdeel.[15]
    Na het verdwijnen van de Centrale Directie Militair Personeel in 1963 bestond de personeelsraad uit de Vlag- en Opperofficieren Personeel van de drie krijgsmachtdelen en de directeuren van de twee centrale afdelingen van het Ministerie van Defensie: de Directeur Dienstplichtzaken en de Directeur Gezamenlijke Militaire Personeelsdiensten en Pensioenen. Het voorzitterschap van de raad werd afwisselend vervuld door een van de vlag- of opperofficieren.[15]
    Bij de reorganisatie van de defensietop in 1976 werd de personeelsraad opgeheven en vervangen door het Comité Personeel (COP) onder de Directeur-Generaal Personeel.[16] Vergelijkbare overleg- en adviesorganen waren de Materieelraad, de Financiële Raad, de Admiraliteitsraad, de Legerraad en de Luchtmachtraad.[17]
  2. º Hr.Ms. De Bitter (F807) was een fregat uit de Van Amstelklasse van de Koninklijke Marine. Hr.Ms. De Bitter was genoemd naar commandeur Pieter de Bitter (~1620–1666), een Nederlandse kapitein die zich tijdens de Eerste Engelse oorlog – toen zijn schip was ingedeeld bij het eskader onder bevel van admiraal De Ruyter – zich tijdens de Slag bij Ter Heijde bijzonder wist te onderscheiden. Na vele jaren in de Oost te zijn geweest, waar hij onder meer in 1656 deel nam aan de verovering van Colombo, keerde De Bitter in 1663 als commandeur van de retourvloot naar Nederland terug. Hoewel er 60 Britse oorlogsschepen op hem loerden, bracht hij zijn 12 schepen behouden in de Noorse haven Bergen binnen. De zes schepen van de Van Amstelklasse waren in 1950 van de Amerikaanse marine overgenomen. Hr.Ms. De Bitter werd als torpedobootjager USS Rinehart (DE-196) gebouwd voor de Amerikaanse marine tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Rinehart voerde in de Atlantische Oceaan en de Stille Oceaan konvooi- en escortediensten. De kiel werd gelegd op 21 oktober 1943, ze werd te water gelaten op 9 januari 1944 en in dienst gesteld op 12 februari 1944. Op 17 July 1946 werd ze opgelegd op 1 mei 1950 overgedragen aan de Koninklijke Marine onder de naam Hr.Ms. De Bitter.
    Tot het einde van 1950 fungeerde het fregat als volgschip voor het vliegdekschip Hr.Ms. Karel Doorman. Vanaf 20 oktober 1952 was het schip ingedeeld bij Smaldeel 5. Op 11 mei 1954 werd het schip uit dienst gesteld en kwam het in eerste reserve.
    Op 14 december 1959 werd Hr.Ms. De Bitter weer in dienst gesteld en toegevoegd aan Opleidingssmaldeel 1. Het smaldeel verleende van 1 tot 3 maart 1960 op grote schaal hulp aan slachtoffers van de aardbevingsramp in Agadir. Het fregat werd op 1 juni 1962 opnieuw uit dienst gesteld.
    Op 1 oktober tot 13 december 1963 werd ze voor korte tijd opnieuw in dienst gesteld.
    Op 2 november 1965 werd het fregat voor de laatste keer in dienst gesteld om vanuit Willemstad (Curaçao) dienst te doen als stationsschip. Op 7 juni 1966 was het schip weer terug in Nederland en op 22 juni 1967 werd Hr.Ms. De Bitter voor de laatste maal uit dienst gesteld en bij ministeriële beschikking nr. 741704/729330 werd het schip op 24 oktober 1967 uit de sterkte afgevoerd en op 14 februari 1968 ten bate van de Verenigde Staten voor sloop verkocht aan de firma Eckhart und Co. Te Hamburg.[21][22][23][24][25]
rel=nofollow
rel=nofollow
Portaal Marine