Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Sijpbeek
De Sijpbeek, ook wel Mariëndaalsebeek genoemd, is de meest westelijk gelegen beek van Arnhem en vormt gedeeltelijk de gemeentegrens tussen Arnhem en Renkum. De Slijpbeek valt onder de verantwoordelijkheid van twee waterschappen; het Waterschap Rijn en IJssel en het Waterschap Vallei en Eem. De beek vormt gedeeltelijk de waterschapsgrens.
Natura 2000
Als enige beek in Arnhem valt het deel ten noorden van de spoorbaan Arnhem-Utrecht onder de bescherming van Natura 2000; de belangrijkste natuurgebieden in Nederland. De doelsoorten voor dit beschermde gebied zijn: vliegend hert, beekprik, rivierdonderpad, wespendief, zwarte specht, nachtzwaluw en ijsvogel. Voor de inrichting van het uitstralingsgebied wordt aangegeven dat een inrichting met alluviale bossen (Zwarte els en Es), waar mogelijk, gewenst is.
Loop
Bron
De Slijpbeek ontspringt op het monumentale landgoed Mariëndaal, een paar honderd meter ten noorden van de spoorbaan Arnhem-Utrecht. De sprengkop ligt in een oud langgerekt erosiedal. Dit dal is noord-zuid gericht en loopt met een flauw talud naar de droge bodem. Van een echte sprengkop is hier geen sprake; terwijl het dal zich al dieper insnijdt in de helling, wordt de bodem steeds natter en ontstaat een stroompje.
Bovenloop
Het stroompje mondt dan met een kleine waterval uit in een vijver. De vijver is naast een landschappelijk element in het park ook een kwelplek. Dit is goed te zien aan de hoeveelheid water die over de watervalletjes de vijver in- en uitstroomt. Vanaf de vijver ligt de beek niet meer hogerop in het dal, maar stroomt de beek aan de voet van een helling.
Na de vijver meandert de beek door een totaal ander gebied. De oostzijde ligt nog tegen de Veluwehelling aan, aan de westzijde liggen vlakke graslanden en het oude landhuis. De beek is hier goed zichtbaar en meandert van het open terrein tot diep in de bosschages. Tegenover het landhuis liggen bij elkaar een aantal verschillende bruggetjes over de beek.
Net voor de beek onder de spoorbaan doorgaat is de beek dieper gelegd om met een lange duiker onder de weg en de spoorbaan door de stromen. Hier mondt ook een naamloos zijstroompje in de Sijpbeek uit.
Middenloop
Aan de zuidkant van de spoordijk verandert het landschap waarin de beek stroomt opnieuw. Was de omgeving ten noorden van de spoorbaan bosrijk, aan de zuidzijde is het parkachtig. Vanaf de uitstroomopening van de duiker aan de zuidkant van het spoor stroomt de beek in een smalle bedding door een grasveld, waarna het in een vijver uitstroomt.
Vanuit de vijver stroomt de beek verder en valt vervolgens via een waterval richting de Utrechtseweg. Aan de oostzijde wordt de beek begeleid door de bosrand en aan de westzijde door natte weiden. Het wandelpad dat nu aan de westkant ligt verwijdert zich van de beek en gaat richting het bos. In het lage en natte weiland staan enkele meanders in verbinding met de beek. Hier ontstaat nieuwe, natte natuur.
Bij de Utrechtseweg gekomen stort de beek in een put en stroomt onder de weg door. In een duiker aan de andere kant van de weg komt de beek uit in een kleine vijver. Vervolgens stroomt de beek gedeeltelijk ondergronds en deels door strak begrensde beddingen. De Slijpbeek stroomt hier gedeeltelijk op de gemeentegrens tussen Arnhem en Renkum.
Benedenloop
Vanaf de Klingelbeeksweg stroomt de Slijpbeek een “minipolder” in. Deze “minipolder” lijkt een verlaging in het terrein te zijn, maar is in feite ontstaan doordat in deze uiterwaard de wegen op de dijken zijn aangelegd. De beek heeft het karakteristieke, meanderende loop verruild voor de rechte en strakke uitstraling van een sloot in de uiterwaarden.
De “beek” kruist de Slijpbeekweg door middel van een lange duiker. Honderd meter na deze duiker splitst de waterloop zich in tweeën. Eén tak stroomt via het kleigat dat er ligt naar de Nederrijn. De andere tak liep voorheen dood tegen de spoordijk. Tijdens aanpassingen aan de spoorbrug over de Nederrijn (2005) zijn er gaten in de spoordijk gemaakt, waardoor het water bij hoge rivierwaterstanden meer ruimte krijgt om de spoorbaan te passeren.
Tegelijkertijd is het herstel van de oude, doodlopende tak van de Slijpbeek opgepakt. Deze tak stroomt nu ten westen van de spoorbaan op Renkums grondgebied de rivier in. Hiermee is de Slijpbeek de enige Arnhemse beek in die nog een directe afwatering heeft op de rivier.