Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Rudolph Pabus Cleveringa (1887-1972)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zie het artikel Rudolph Pabus Cleveringa (1894-1980) voor de voormalige Leidse hoogleraar Rechten, later lid van de Raad van State.

Rudolph Pabus Cleveringa (Pzn) (Leek (Groningen), 27 juli 1887Tietjerksteradeel, 11 januari 1972) was president van het Gerechtshof te Leeuwarden.

Jeugd en opleiding

Rudolf was de zoon van Petrus Cleveringa, advocaat en notaris te Leek, vanaf 1889 te Groningen, en Swaantina Jacoba Waalkens. Hij behaalde in 1907 het gymnasiumdiploma aan het Stedelijk Gymnasium te Groningen. Cleveringa studeerde aan de Rijksuniversiteit Groningen en promoveerde daar op stellingen in 1912. Vervolgens vestigde hij zich als advocaat en procureur te Middelburg. Hij huwde op 9 maart 1914 met Titia Meta Johanne Niemeijer. Uit dit huwelijk werden twee zoons en een dochter geboren.

Werk en verzet

In 1918 werd hij benoemd tot rechter-plaatsvervanger te Leeuwarden. In 1923 volgde zijn benoeming tot rechter te Groningen. In 1931 ging hij terug naar Leeuwarden als raadsheer in het Gerechtshof. Toen op 1 april 1941 de functie van president in dat Hof vacant kwam wilde Cleveringa, die voor de benoeming genomineerd was, dit ambt niet uit handen van de bezetter aanvaarden. Waarschijnlijk daarom werd hij in juli 1942 door de Duitse politie gearresteerd en tot 18 december 1942 in het Gijzelaarskamp Haaren vastgehouden.

Na de oorlog en nalatenschap

Kort na de bevrijding, op 1 september 1945, werd hij alsnog tot president van het Gerechtshof te Leeuwarden benoemd. Deze functie bekleedde hij tot 1957. Cleveringa hield zich voornamelijk bezig met de rechtshistorie van het oude recht in de provinciën Groningen en Friesland. Zo publiceerde hij naast talrijke artikelen en enige monografieën een uitvoerige beschrijving van de ontwikkelingsgang en de bevoegdheden der oude Groninger rechtscolleges. In 1954 werd hij lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Van het Fries genootschap werd hij in 1932 penningmeester en was hij van 1951-1957 voorzitter.

Publicaties

  • Eenige beschouwingen over het recht van beklemming naar aanleiding van een recent vonnis, in Themis 79 (1918) 186-218
  • Drieërlei gewoonterecht in Themis 82 (1921) 32-60
  • Ontwikkelingslijnen van het rechtsbestel der stad Appingedam in het bijzonder vóór de 18e eeuw (Groningen, 1927)
  • Rechtspraak van de Hoofdmannenkamer over huur en beklemming aan het einde der 16e eeuw, in Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis 10 (1930) 321-411
  • Gemeene Landswarf en Hoofdmannenkamer te Groningen tot 1601 (Groningen, 1934)
  • Overrechters in Stad en Lande (Groningen [enz.], 1941)
  • Revisie en beroep te Groningen (Groningen, 1949).
  • Het oud-Friese Kestigia, 1959, Verhandeling der KNAW, N.V. Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Amsterdam.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:
L.E. van Holk, Cleveringa (Pzn.), Rudolph Pabus (1887-1972), in het Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (1979). Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. (12-11-2013) Creative Commons-

rel=nofollow
Zoek op Wikidata
rel=nofollow
rel=nofollow