Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Fret (dier)

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Mustela putorius furo)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Het fret oftewel Mustela putorius furo behoort tot de marterachtigen, net als de hermelijn, wezel en otter. Zoals alle marterachtigen zijn fretten roofdieren. Over het algemeen wordt het fret gehouden als gezelschapsdier, maar er zijn ook fretten die worden gebruikt voor de jacht. Deze vorm van jagen wordt fretteren genoemd.

  • Vrouwtje: Moer
  • Mannetje: Ram
  • Jong: Pup

Habitat

Daar fretten volledig gedomesticeerde dieren zijn (van de bunzing (Mustela Putorius) en niet in het wild kunnen overleven hebben ze geen habitat en vallen ze niet onder de werkingssfeer van artikel 3 Besluit aanwijzing beschermde dier- en plantensoorten flora- en faunawet.

Waarnemingen in Nederland

Het fret is een gedomesticeerd dier dat niet in het wild kan overleven. Fretten die in het wild zijn waargenomen zijn dan ook zeer waarschijnlijk bunzingen. Men weet niet precies waar een fret vandaan komt. Een theorie is dat het fret een kruising is tussen de Europese bunzing en de Aziatische steppebunzing, maar dit is niet bewezen.

De jongen

De paartijd van fretten is tussen maart en augustus. Een moer is vruchtbaar bij de eerste loopsheid bij ongeveer 9 maanden. Ze werpt na bevruchting na 42 dagen gemiddeld 8 pups. Ze worden kaal en blind geboren. Na een week begint hun vacht te groeien en na 4 weken zoeken ze de toiletbak op en eten ze al vast voedsel. Ook gaan nu hun oogjes open. Met 8-9 weken wisselen ze de melktandjes. Vanaf 8 weken kunnen ze bij de moeder weg.

Het is zinvol het moertje in het laatste derde van de dracht met extra voeder te voorzien, om de groei van de pups en de opbouw van reserves voor latere melkgift niet te belemmeren.

Voor het spenen van de pups kan men ze bijvoederen. Dit is extra belangrijk voor grote worpen, omdat in dat geval de hoeveelheid melk van de moeder niet voldoende is.

Kleuren

Qua vacht kunnen fretten 3 hoofdkleuren vertonen: wildkleur (zoals de bunzing), albino (wit met rode ogen), sandy (lichtbruine poten en staart). Alle drie deze kleuren komen voor in verschillende schakeringen: van chocoladebruin tot bijna zwart, van sneeuwwit tot crème, van heel licht zandkleurig tot donkerbeige.

Daarnaast bestaan er verschillende aftekeningen: witte voetjes, een witte "bles", een volledig wit hoofd zonder masker, witte vlekken elders op het lichaam, ... Sommige van deze aftekeningen hebben een speciale naam gekregen zoals witvoet/mitt, blaze, panda, polka dot, ... Belangrijk om weten is echter dat deze witte aftekeningen het gevolg zijn van een mutatie in een bepaalde groep cellen (de cellen van de neurale kammen), dewelke, behalve voor de pigmentatie, ook instaan voor belangrijke functies. Vroeg of laat komen er dan ook maar al te vaak heel wat gezondheidsproblemen aan het licht bij deze dieren: doofheid, hartproblemen, maagdarmproblemen, misvormingen van de schedel/onderkaak, ... Bovendien zijn deze dieren ook veel gevoeliger voor allerhande tumoren. Aanvankelijk werd gedacht dat het hierbij om het Waardenburg-syndroom ging, tegenwoordig is men er nagenoeg zeker van dat het om een mutatie in het c-kit-gen gaat. Ook dieren zonder opvallende aftekeningen, maar met dieren mét deze aftekingen onder hun voorouders, dragen deze mutatie met zich mee en kunnen de bijhorende gezondheidsproblemen vertonen.

Geschiedenis als huisdier

Al in 1000 voor Christus wordt er een mogelijke melding gemaakt van Fretten in het boek Leviticus. Ook de Atheense blijspeldichter Aristophanes (445-388v.C.) spreekt over fretachtigen. Het is alleen niet duidelijk of het over fretten gaat of andere marterachtigen. Wat wel duidelijk is is dat de oude Grieken fretten wel kenden, maar ze zelf niet hielden. Ze beschreven hem als een Noord-Afrikaans tam huisdier. Deze beschrijvingen zijn hetzelfde zoals de hedendaagse Berbers hun fretten tegenwoordig houden.

Voeding

Fretten zijn carnivoren. Dat houdt in dat het strikt vleeseters zijn. Een fret zijn spijsverteringsstelsel is niet in staat om plantaardige materiaal juist te verteren. "Traktaties" zoals rozijnen bevatten veel suiker en dat is (op den duur) zeer schadelijk voor fretten.

Hondenvoer en kattenvoer is niet geschikt voor fretten. Dit bevat te veel plantaardige eiwitten en vezels. Kittenvoer is alleen maar een optie, mits er hoge kwaliteit kittenvoer wordt gebruikt met een zo hoog mogelijk percentage dierlijke eiwitten. Sommige speciale frettenbrokken van hoge kwaliteit zijn alsnog beter: het meest geadviseerd echter, is om zoveel mogelijk het natuurlijke dieet van de fret na te bootsen. Steeds meer fokkers en houders van fretten kiezen voor deze "NRV" ofwel "Natuurlijke Rauwe Voeding".

Huisvesting

Fretten moeten in hun kooi of hok voldoende ruimte krijgen om te bewegen en spelen. Dit kan een buiten- of binnenhok zijn waarbij kou minder een probleem is dan warmte. Fretten kunnen slecht tegen temperaturen boven de 28°C. Het hok direct in de volle zon is dus af te raden. Vorst, vocht en tocht moet worden voorkomen. Twee fretten moeten ongeveer 1,5m² tot hun beschikking krijgen, maar meer is aan te raden. (bijvoorbeeld door meerdere verdiepingen in de kooi aan te brengen). Het vloeroppervlakte moet met ongeveer 0,5m² per extra fret worden vergroot.

Bodembedekking

Fretten hebben een zeer gevoelige neus en kunnen slecht tegen stof. Het is dus niet aan te raden om stro of een andere bodembedekker te gebruiken. Gelakt hout (zonder splinters!), linoleum/zeil of plastic zijn ideale bodembedekkers, eventueel aangevuld met lapjes, T-shirts of truien. Badstof, handdoekjes of iets dergelijks is minder geschikt omdat de nageltjes hierin kunnen blijven haken.

Zindelijkheid

In elke kooi/hok dient een frettentoilet aanwezig te zijn. Deze zijn in verschillende maten en kleuren te koop. De frettenbak moet gevuld zijn met grit of korrels. Dit moet een niet-stuivende en niet-klonterende variant zijn, aangezien fretten er soms wel in willen graven. Klontjes grit kan dan in of aan hun neus blijven plakken. De bak moet dagelijks worden schoongemaakt.

Fretteren

Fretteren is een vorm van jagen waarbij fretten worden gebruikt. Dit werd al gedaan bij de Romeinen. In Engeland werd er in de 14e eeuw een wet aangenomen dat men alleen fretten mocht houden als men per jaar meer dan 40 shilling verdiende. Dit was om de arbeidsklasse de mogelijkheid te ontnemen om konijnenvlees te eten.
In België en Nederland mag nog steeds gejaagd worden met deze methode. Meestal wordt dit gedaan om de konijnenpopulatie beperkt te houden. Om te fretteren moet men echter wel een vergunning aanvragen.

Het of de fret?

Op deze pagina is meermaals van "het fret", "de fret" gemaakt. Tot ergernis van een aantal editors die daar dan weer "het fret" van maakten.

Inmiddels is zowel in Van Dale als bij het Genootschap Onze Taal het veel meer gebruikte "de fret" geaccepteerd.

De herkomst van "het fret" is terug te leiden tot het Franse woord voor fret, "furet". In het Nederlands werd dit "Foret". Furet is een verbastering van het Latijnse verkleinwoord van "Fur", "Furittus". En dit betekent zoveel als "Het kleine diefje".

Zie ook

  • Fret, andere betekenissen van "fret" (doorverwijzing).

Externe link

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Mustela putorius furo op Wikimedia Commons