Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Wezel (dier)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De wezel oftewel Mustela nivalis is een roofdier uit de familie der marterachtigen (Mustelidae). De wezel is het kleinste roofdier ter wereld. Een vrouwtjeswezel weegt slechts 35 gram, lichter dan een veldmuis. In België wordt het dier ook wel muishond genoemd.

Kenmerken

De wezel is een klein dier met een lang lichaam. Een volwassen dier is circa 20 centimeter lang en 4 tot 5 centimeter hoog. De staart is ongeveer 60 millimeter. Vrouwtjes zijn een stuk kleiner dan mannetjes. Mannetjes worden 166 tot 314 millimeter lang, met een staartlengte van 60 tot 125 millimeter en een gewicht van 54 tot 73 gram, vrouwtjes hebben een kop-romplengte van 148 tot 181 millimeter, een staartlengte van 30 tot 88 millimeter, en een gewicht van 30 tot 35 gram. Bovendien zijn in het zuiden van Europa wezels iets groter dan in het noorden, en kan de gemiddelde lengte per regio verschillen.

Wezels hebben een roodachtig tot kastanjebruine rugzijde en een witte buikzijde, waarbij de grens tussen de kleuren onregelmatig is. In het hoge noorden worden wezels in de winter (gedeeltelijk) wit, maar in Nederland en België worden ze niet zuiver wit. De witte vacht dient als camouflage. Wezels hebben een witte vlek op de keel en hebben een bruinrode staart. De staart heeft geen zwarte punt, zoals bij de grotere hermelijn, die verder veel op de wezel lijkt.

Voedsel en gedrag

De wezel voedt zich voornamelijk met knaagdieren als muizen, woelmuizen en lemmingen, maar ook grotere zoogdieren als konijnen en woelratten, vogels, eieren, kleine reptielen, kikkers en insecten. Veel van hun prooidieren zijn groter dan de wezel zelf. Als wezels jagen, achtervolgen ze prooien zoals kleine knaagdieren tot in hun hol. De dieren eten ongeveer een derde van hun lichaamsgewicht aan voedsel per dag. Ze moeten dagelijks eten om niet te sterven aan verhongering.

De dieren zijn zowel 's nachts als overdag actief, waarbij de dieren onregelmatig rustperiodes nemen. Vaak staan wezels op hun achterpoten om de omgeving te verkennen.

Wezels leven solitair. Het territorium van een mannetje overlapt meestal meerdere territoria van vrouwtjes. Het hol is vaak een oud hol van een gedood prooidier. Het nest wordt in koudere streken bedekt met de vacht van prooidieren. Vrouwtjes leggen in de zomer voedselvoorraden aan, waardoor ze minder hoeven te jagen en energie sparen voor de dracht.

In april en mei is de eerste worp, na een draagtijd van 34 tot 37 dagen. De wezel kent geen verlengde draagtijd, zoals vele andere marterachtigen. Bij voldoende voedsel volgt er in juli en augustus een tweede worp. Per worp krijgen de dieren 4 tot 6 jongen. Dit getal kan variëren van één tot zestien jongen per worp. Vooral in een goed lemmingjaar krijgen wezels in noordelijke populaties grotere en meerdere worpen. De lenteworp groeit snel, de zomerworp trager. Na vier weken gaan de oogjes open, en na drie tot vier weken worden de jongen gespeend. Als de jongen acht weken oud zijn, kunnen ze al goed jagen.

Na 40 tot 45 weken verlaten de jongen de moeder, en gaan op zoek naar een eigen territorium. De dieren zijn geslachtsrijp na 5 tot 7 maanden. Jongen uit het eerste nest kunnen in de eerste winter een eigen nestje hebben. Wezels worden in het wild maximaal drie jaar oud, maar in gevangenschap worden ze wel 50 jaar oud.

Verspreiding

Wezels leven in Noordwest-Afrika, Europa, Noord- & Centraal-Azië en Noord-Amerika. Ook is hij ingevoerd in Nieuw-Zeeland. In geheel Europa kunnen wezels aangetroffen worden, met uitzondering van Ierland. Zowel in stedelijke gebieden als op het platteland komen ze voor. Met name leven de dieren in heggen, struikgewas en bosranden, maar ze kunnen overal overleven, zolang er voldoende beschutting en prooi is. De dieren zijn te vinden van graslanden tot bossen, van zandduinen tot in bergen, van moerassen tot woestijnen.

Ondersoorten

In de regel worden er twee ondersoorten onderscheiden:

De twee ondersoorten verschillen zeer in lichaamsbouw, vachtkleur, gedrag en voortplanting, maar de dieren kunnen met elkaar voortplanten en vruchtbare jongen voortbrengen, en worden als één soort beschouwd.

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Mustela nivalis op Wikimedia Commons


Zie ook

  • Voor andere betekenissen van het woord "wezel", zie : wezel.

Externe link