Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Mededinging
In het algemeen wordt onder mededinging oftewel met anderen dingen oftewel concurrentie verstaan : de strijd tussen verschillende partijen om een doel te bereiken dat door zijn aard slechts voor enkelen is weggelegd. In een concurrentiestrijd gaat de winst van één partij meestal ten nadele van de anderen. Triviale voorbeelden zijn sportwedstrijden en artistieke onderscheidingen.
Economie
In de economie betekent mededinging in het bijzonder: de strijd tussen verschillende economische actoren om een aandeel in een beperkte markt. Meestal gaat het daarbij om leveranciers van gelijke of substitueerbare goederen die dingen naar dezelfde klandizie.
Er worden vier vormen van economische concurrentie onderscheiden:
- Concurrentie op ondernemingsniveau: concurrentie met een soortgelijk assortiment.
- Productconcurrentie: verschillende producttypen binnen een bepaalde productgroep.
- Generieke concurrentie: concurrentie tussen bedrijven die aan dezelfde behoeften bevrediging voldoen.
- Behoefteconcurrentie: speelt zich af tussen verschillende soorten behoeften waaraan de consument bereid is geld te besteden. Een voorbeeld is de keus tussen regelmatig- als ontspanning- uit eten gaan, en het geld reserveren voor een verre vakantie, dan wel een verbouwing van het eigen huis.
De wetenschap der micro-economie beschouwt verschillende wiskundige modellen waarin mededinging het stuwende mechanisme is achter de prijsbepaling. Inderdaad zal de aanwezigheid van een groot aantal aanbieders van vergelijkbare producten of diensten, over het algemeen een negatieve invloed hebben op de marktprijs.
De eenvoudigste modellen van prijsvorming gaan uit van de extreme gevallen perfecte concurrentie en monopolie. Bij perfecte concurrentie/volkomen concurrentie kan de klant vrij kiezen uit een groot aantal gelijkwaardige leveranciers. De marktprijs evolueert dan naar de marginale productiekosten van één extra eenheid. In een monopoliesituatie is de klant gedwongen, het product van één gegeven aanbieder te kopen tegen de door die aanbieder gezette prijs; de enige vrijheid van de klant bestaat erin, eventueel niets te kopen. In een dergelijke situatie wordt de prijs bepaald door de maximalisatie van de winst van de monopolist (of een ander doel dat hij nastreeft, zoals omzetmaximalisatie of afzetmaximalisatie), in functie van de elasticiteit van de vraag.
Reële markten zijn zelden perfect concurrentieel of perfect monopolistisch, de mededinging is onvolmaakt en de marktprijs ligt tussen de monopolieprijs en de marginale productiekost.
Producenten kunnen zich op verschillende manieren aan een deel van de concurrentiedruk op de prijs onttrekken. Productdifferentiatie bestaat erin, zijn eigen aanbod specifieke kenmerken te geven (kwaliteit, design, imago, leveringsvoorwaarden, ... ) die het onderscheiden van de concurrentie. Daardoor zal een deel van de klanten aan het eigen merk gebonden worden, en eventueel een hogere prijs willen betalen dan voor concurrerende producten die niet die specifieke kenmerken hebben.
Een oligopolie is een marktsituatie waarbij een bepaald soort producten of diensten wordt aangeboden door een klein aantal leveranciers. Oligopolisten kunnen de concurrentiedruk op de prijs verminderen door onderlinge afspraken, en door maatregelen die het eventuele nieuwe spelers moeilijk maken. Een extreem voorbeeld van een onderlinge afspraak is een fusie tussen voormalige concurrenten.
Ook overheidssubsidies kunnen in bepaalde gevallen de normale mededinging verstoren.
Onderlinge afspraken om de mededinging te beperken, zijn in de meeste landen verboden. In de lidstaten van de Europese Unie worden de Europese regels ter zake toegepast door nationale mededingings-autoriteiten (Nederland: NMa, onderdeel van de NMA zijn per sector, Vervoerkamer en Energiekamer; België: Raad voor de Mededinging) en door het Directoraat-Generaal Mededinging van de Europese Commissie.
Een groep bedrijven die een afspraak maakt om de concurrentie te verminderen, heet kartel. Vanaf de twintigste eeuw beperkt de wetgeving in veel landen de kartelvorming, zodat dergelijke afspraken vaak illegaal en dus geheim zijn.
Ecologie
In de ecologie is concurrentie de strijd tussen verschillende organismen om beschikbare bronnen (voedsel, ruimte, licht, ...). In iets abstractere zin wordt het veelal gebruikt als een verdringingsstrijd tussen verschillende soorten om dezelfde niche. Dit wordt ook interspecifieke concurrentie concurrentie, ter onderscheid van intraspecifieke concurrentie, waarbij het gaat om concurrentie tussen twee individuen van dezelfde soort. In beide begrippen is het Latijnse begrip species (soort) te bekennen.
Evolutie
Het mechanisme van concurrentie speelt een belangrijke rol in de evolutietheorie, waar het soms wordt beschreven als survival of the fittest.
Zie ook
- Mede (doorverwijzing).
- Mededingingsrecht
- Mededingingsautoriteit
- Concurrentiebeleid
- Concurrentiebeding
- Concurrentievoordeel
- Transparantie (markt)
Economie & economische wetenschap |
---|
aanbod · aandeel · balans · bank · bedrijf · bedrijfsvorm · belegging · beroep · centrale bank · deflatie · economisch model · economische groei · effectenbeurs · elasticiteit · geld · handel · handelsoorlog · handelsrecht · handelsregister · inflatie · kartel · kredietcrisis · Kamer van Koophandel · lening · marketing · markt · marktaandeel · marktfalen · marktwerking · mededinging · modaal inkomen · monopolie · monopolistische concurrentie · monopsonie · oligopolie · omzetbelasting · overheidsfalen · perfecte markt · prijs · prijsafspraak · solvabiliteit · staatsbankroet· staatsschuld · vraag · volkomen concurrentie |