Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Markt (economie)
Markt is een woord met verschillende betekenissen. In dit lemma wordt het woord markt gebruikt als een begrip in de economische wetenschap. In de meest algemene zin is de markt het geheel van omstandigheden waaronder gevraagde en aangeboden hoeveelheden van een bepaald product of een bepaalde dienst verhandeld worden en waar een prijs ontstaat. Het begrip staat centraal in de theorie van de prijsvorming in markt-economieën.
Concrete en abstracte markt
Wanneer beide partijen fysiek aanwezig zijn noemt men dit een concrete markt, bijvoorbeeld een veemarkt of plaatselijke weekmarkt. Hiertegenover staat het in de economie meer gangbare begrip abstracte markt. Er is geen concrete, zichtbare, ontmoetingsplaats, bijvoorbeeld de (wereld)graanmarkt, de huizenmarkt.
Op sommige abstracte markten heeft de prijs die daarop tot stand komt een eigen benaming:
- vermogensmarkt, geldmarkt, kapitaalmarkt: vraag naar en aanbod van geld (of van kredieten), de prijs hiervan noemt men interest (rente).
- wisselmarkt of valutamarkt: aanbod van de ene valuta om die om te wisselen in (te vragen naar)een andere valuta, de prijs hiervan noemt men wisselkoers of koers.
- arbeidsmarkt: vraag naar en aanbod van arbeidskrachten, de prijs die hier tot stand komt noemt men loon.
Markt met volkomen concurrentie
In de economische theorie wordt vaak gewerkt met het model van een markt met volkomen concurrentie of volledig vrije mededinging (een zogenaamde perfecte markt). Dit is een ideaaltypische abstractie, waarbij sprake is van:
- een groot aantal vragers en een groot aantal aanbieders (de aantallen zijn zo groot dat geen enkele individuele vrager of aanbieder ook maar de minste invloed kan uitoefenen op het prijsvormingsproces);
- er wordt een homogeen product verhandeld (alle eenheden zijn in de ogen van kopers en verkopers gelijk);
- de markt is doorzichtig ofwel transparant (vragers en aanbieders hebben alle informatie);
- er is vrije toetreding en uittreding mogelijk (iedereen kan zonder enige belemmering als vrager of als aanbieder gaan optreden en weer stoppen).
Op een dergelijke markt ontstaat evenwicht tussen vraag en aanbod. Zolang er meer wordt aangeboden dan gevraagd, zal de prijs zakken, omdat de aanbieders om de kopers moeten vechten. Wordt er daarentegen meer gevraagd dan aangeboden, dan stijgt de prijs juist. Uiteindelijk leidt deze marktwerking tot een evenwichtsprijs waarbij de gevraagde en aangeboden hoeveelheden precies aan elkaar gelijk zijn.
In de praktijk zal aan het ideaaltype van volkomen concurrentie nooit zijn voldaan. Wanneer er in belangrijke mate aan bovenstaande eigenschappen niet is voldaan, spreekt men van marktfalen.
Voorbeelden
Voorbeelden van markten zijn een winkel, de effectenbeurs of een veiling.
De laatste jaren zijn door de opkomst van de electronic commerce ook de elektronische marktplaatsen in opkomst.
Markt in de taal
- Bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen - Achteraf komt men er achter hoe betrouwbaar iemand is.
- Van alle markten thuis zijn - Op alle terreinen deskundig zijn.
Economie & economische wetenschap |
---|
aanbod · aandeel · balans · bank · bedrijf · bedrijfsvorm · belegging · beroep · centrale bank · deflatie · economisch model · economische groei · effectenbeurs · elasticiteit · geld · handel · handelsoorlog · handelsrecht · handelsregister · inflatie · kartel · kredietcrisis · Kamer van Koophandel · lening · marketing · markt · marktaandeel · marktfalen · marktwerking · mededinging · modaal inkomen · monopolie · monopolistische concurrentie · monopsonie · oligopolie · omzetbelasting · overheidsfalen · perfecte markt · prijs · prijsafspraak · solvabiliteit · staatsbankroet· staatsschuld · vraag · volkomen concurrentie |