Lijn

WikiWoordenboek

WikiWoordenboek

Lijn of lijnen kan verwijzen naar :

• In letterlijke zin : een langwerpige, uiterst smalle, eventueel gebogen zichtbare vorm. (zie ook : lijn (tekening) / iets onderstrepen).

• Liniëren, lijnen trekken.

• Lijn (meetkunde), een eendimensionale structuur.
• Isothermen, de lijnen die de punten van gelijke, gemiddelde thermometerstand verbinden.
• De witte lijn (kalklijn(en)) bij een sportveld, wedstrijdterrein.
• 12 lijn(en), de onderverdeling van een duim (lengtemaat) (in Vlaanderen was een lijn ook een oppervlaktemaat : één lijn was 100 roeden).
• Beeldlijn, een lijn van een beeldscherm.
• Lijndienst (openbaar vervoer), een verbinding tussen een aantal plaatsen volgens een vaste dienstregeling.
• Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn.
• Telefoonlijn, een beschikbare verbinding tussen twee abonnees (uitdrukking: "iemand aan de lijn hebben" betekent dat er iemand aan de telefoon is).
  • Ook : de telefoon- of telegraafdraad aan palen.
• Een reeks zaken die op een denkbeeldige rechte lijn liggen (bijvoorbeeld de e-lijn van een schaakbord of de lijn Katwijk aan Zee-Enschede).
• Een (dunner) touw dat uitgespannen wordt en waaraan iets wordt bevestigd, zoals een waslijn.
  • Een dun, driestrengs touwwerk.
• Een hengel of een hengelsnoer.
• In figuurlijke zin : een verzameling zaken waarin een bepaalde volgorde is te herkennen of voorstellen (een reeks) :
  • Lijn van opvolging, een lijn van troonopvolging of afstamming.
  • Een melodielijn in een meerstemmig muziekstuk.
  • Een productlijn, bijvoorbeeld : een cosmeticalijn (lijn is ook een afkorting voor modelijn, kledinglijn, sieradenlijn enz.)
  • Een productielijn (een reeks machines waarop een bepaald product wordt gemaakt).
  • Een bepaalde koers (richting) ("De nieuwe voorzitter volgt dezelfde lijn" of "Er zit totaal geen lijn in", ook : lijnen)
• De slanke lijn verwijst naar de figuur van het menselijk lichaam zonder overgewicht (ook : lijnen (lichaamsgewicht)).
• Een rimpel of plooi ergens in/op.
• Een rand, profiel of omtrek ergens van.
• Een dansfiguur in verschillende dansen.

Ook :

• Lijnen (lied), een compositie van Helena Tulve.

Uitdrukkingen :

• "Langzaam (of : zachtjes) aan, dan breekt het lijntje niet" : (Letterlijk :) het trektouw van de trekschuit / (figuurlijk :) ga voorzichtig te werk, anders bederf je de zaak.
• "De lijn aanhalen" : Strenger worden.
• "De lijn in handen hebben" : De leiding hebben.
• "Langs de lijn staan" : Toekijken, niet actief zijn.
• "Aan het lijntje houden, hebben, krijgen" : In zijn macht.

• "Iemand aan het lijntje houden" : Aan de praat houden, door gedurig uitstellen min-of-meer misleiden.

• "Met een zoet (of : zacht) lijntje" : Niet met geweld, met zachtheid, met vriendelijke woorden.
• "Één (of : dezelfde) lijn trekken" : Het eens zijn. / Op dezelfde wijze te werk gaan.
• "Op één lijn zitten" : Een zelfde standpunt innemen, overeenstemmend gaan denken of handelen.
• "Op één lijn komen".
• "Daar heeft hij geen lijn aan" : Een gemakkelijk baantje.
• "De harde lijn volgen" : Niet toegeeflijk zijn, een onverzettelijke politiek volgen.
• "Een vaste lijn volgen" : Een duidelijke koers.
• "De lijn trekken / lijntrekken" : Luieren (ook : lijntrek(st)er).
• "Geen vaste lijn ergens in ontdekken" : Geen duidelijke koers.
• "Een dalende / opgaande lijn" : Neergaande, stijgende beweging.
• "De scherpe lijnen om neus en mond" : Trekken, groeven.
• "In grote lijnen" : In hoofdtrekken.
• "Op één (of : dezelfde) lijn stellen" : Gelijkstellen.
• "Langs lijnen van geleidelijkheid".
• "Dat ligt geheel in zijn lijn" : Zijn wijze van doen, zijn richting.
• "De lijn der verwachting" : Wat men redelijkerwijs kan verwachten.
• "Hulp in de eerste lijn" : Zonder tussenstadia, terstond (bijvoorbeeld van huisarts, verpleegkundige).
• "Montagelijn" : In constructiewerkplaatsen.
• "De neerdalende lijn" : Van vader op zoon.
• "De rechtstreekse lijn" : Rechtstreekse afstamming.

Het woord lijn (of : linie) komt van het Latijnse linea (ook : linea recta : regelrecht). Een strakgetrokken lijn wordt ook gebruikt om te controleren of iets (lijn)recht loopt. Een vergelijkbaar woord is lineair (rechtlijnig).

Zie ook

• Spatlijn, een gereedschap om iets over een lengte af te tekenen.
• Lijnvaart, vaste vaart, verbinding tussen havenplaatsen (ook : lijnrederij).
• Lijnvliegtuig, lijntoestel (ook : lijnvlucht).
• Lijnzaad, vlaszaad.

• Lijnzaadolie
• Lijnzaadmeel
• Lijnkoek, in koekvorm geperst veevoeder van uitgeperst lijnzaad (ook : lijnschroot).

• Lijnbaan, touwslagerij (ook : lijndraaier : touwslager, lijnslager(ij)).
• Lijnenspectrum, een spectrum met lijnen.
• Lijngeweer en lijnkanon (toestel waarmee een lijn naar een (ander) schip geschoten wordt).
• Lijnkeeper, een keeper die het te verdedigen doel zelden verlaat, maar op de doellijn blijft staan.
• Lijnmonteur, een lijnwerker bij de bouw en het onderhoud van bovengrondse hoogspanningsverbindingen.
• Lijnopzichter, een ambtenaar die belast is met het toezicht op een spoorweg, telegraaflijn enz. (ook : -inspecteur, -wachter, -werker, -functie).
• Lijntekenen, tekenen met passer en liniaal.
• Lijnwaad, linnen, linnen weefsel, linnengoed / lijfgoed.

• Lijnwaadkleed, een kledingstuk van lijnwaad.

Dit is een doorverwijspagina, bedoeld om onderscheid te maken tussen de verschillende betekenissen en gebruiken van de term Lijn. Op deze pagina staat een uitleg van de verschillende betekenissen van Lijn en verwijzingen naar de betreffende artikelen. Bekijk alle artikelen waarvan de titel begint met Lijn, waarvan de titel Lijn bevat of waarvan de titel of inhoud de term Lijn bevat.