Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Karel Ferdinand Caspersz
Leeswaarschuwing | Onderstaande tekst is gebaseerd op bronnen uit de 19de eeuw. (Publieke domein) De tekst geeft hierdoor de zienswijzen van die tijd weer. |
Karel Ferdinand Caspersz (Tanah Abang, 1835 - Nijmegen, 13 januari 1914) was een Nederlands majoor der Genie, ridder in de Militaire Willems-Orde.
Loopbaan
Caspersz volgde de Koninklijke Militaire Academie en werd bij Koninklijk Besluit van 22 juli 1855 nummer 77 benoemd tot tweede luitenant bij het corps der genie en sappeurs. Hij vertrok op 14 april 1856 met het schip Rotterdam naar Indië en werd bij het Nederlands-Indische leger ingedeeld; in mei 1858 werd hij bij het wapen der genie en sappeurs bevorderd tot eerste luitenant. Caspersz nam deel aan de expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo. De 5de augustus 1860 bevonden zich te Schans van Tuyl het stoomschip Admiraal van Kinsbergen onder bevel van luitenant ter zee 1ste klasse van Gennep; de stomer Bennett; de kruisboot nr. 21; een gewapende sloep die een houwitser voerde, onder luitenant ter zee tweede klasse Jeekel; een tjunia-prauw en twee ijzeren prauwen. Op die flottielje waren ingescheept: commandant majoor Verspyck, eerste luitenant Pfeiffer, de kapiteins der infanterie Ullmann en Graas, eerste luitenants Prinsen en van Dam van Isselt, tweede luitenant Verstege, adjudant onderofficier, dienstdoende officier, officier Middendorp met 165 onderofficieren en manschappen van het 9de bataljon infanterie. Verder: eerste luitenant der artillerie Borel met twee 3 ponders en een mortier met handbediening, eerste luitenant der sappeurs Caspersz met 6 sappeurs en eindelijk 70 kettinggangers met leeftocht voor 20 dagen.
Ongeveer op dezelfde tijd dat Djalil’s versterking in Nederlandse macht kwam, werd Verstege, die de achterwacht commandeerde en met de dekking van de stukken belast was, door een bende gewapenden aangevallen. Het was hem niet ontgaan dat de bezetting van de Mesigit, die aanvankelijk in de wildernis was gevlucht, een omtrekking maakte met het oogmerk hem onverhoeds in de rug te vallen. Achterwaarts front makend, stond hij gereed haar te ontvangen. De vijandelijke aanvoerders, ziende dat hun manoeuvre ontdekt was, gaven het voorbeeld tot een wanhopige aanval. Als onkwetsbare voorvechters liepen zij recht op de achterwand in, stoorden zich niet aan de kogels die korporaal Rotse en flankeur Steinkull hen door het lichaam joegen, en vielen uiteindelijk onder de sabelhouwen van Verstege en Caspersz. Toen koos de bende het hazenpad. Verstege werd bij die gelegenheid lichtgewond. Dat de gewapende sloep, de kruisboot en zelfs de Bennett aan een scherp vuur waren blootgesteld geweest, bewezen de vele projectielen die in boord waren geslagen: het atappen dak van de sloep werd geheel weggeschoten. Bij Koninklijk Besluit van 7 maart 1863 nummer 68 werden diegene van de zee- en landmacht die zich onderscheiden hadden bij de gevechten in de Zuider-en Oosterafdeling van Borneo in de jaren 1860-1861 geridderd; ook Caspersz werd benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde voor zijn verrichtingen aldaar. Hij werd in oktober 1864 bevorderd tot kapitein en verliet de dienst in de rang van majoor, vestigde zich te Nijmegen en overleed aldaar in 1914.
Portaal KNIL |
Bronnen, noten en/of referenties
|